Met de glimlach! Haha.
Een tijdje terug was ik op bezoek bij lieve vrienden van me, waarvan de twee kinderen op ’t unief zitten. Ik had hen al een poosje niet meer gezien, en moest dus helaas updaten over de relatiebreuk en mijn nieuwe status als alleenstaande moeder. Marianne, de vrouw van het koppel, zei: ‘Maar het valt toch best mee, als ze naar school en naar de opvang gaan, heel de week?‘.
‘Nee,’ dacht ik. Maar ik had er geen argumenten voor. De opmerking bleef hangen. Ik voelde me een beetje een mislukkeling, en dacht dat ik – mits wat moed en goede organisatie – wel ‘beter’ zou kunnen. Zoals ze in Nederland zeggen: ‘Niet lullen maar poetsen‘. Stoppen met miepen, inzien dat het allemaal wel meevalt, en doorgaan dus. Kom op zeg, de kinderen zitten op school en in de opvang, dus ik kan werken en moet enkel ’s ochtends en ’s avonds wat energie in ze steken. Toch?
Net viste ik Babyzoon vanuit een plas braaksel die jammer genoeg niet enkel zijn bed, de grond, maar ook mijn bed had besmeurd. Ik keek even terug naar de week, en besloot: ‘Het valt gewoon niet mee. Punt.’
Kijk even mee.
Maandag
Ik moet vandaag werken bij onze Noorderburen, en ga om iets na zes de deur uit met zoals telkens pijn in mijn hart. De dag zit vol, met vergaderingen, afspraken, collega’s die even langslopen want het is de eerste dag sinds Kerst dat ik daar ben. Om 18u30 neem ik een kleine pauze om iets te eten. Het zakje fruit dat ik mee had genomen om gezonde pauzes te nemen, staat dan nog onaangeroerd naast mijn computer. Na het eten ga ik door. Om 21u45 schrik ik als omgeroepen wordt dat het gebouw gaat sluiten. Verdorie toch. Ik pak mijn spullen bij elkaar, en kom om 23u bij mijn logeeradres aan. Ik lees nog een verhaaltje uit ‘Broere’ van Bart Moeyaert, en val dan in slaap.
Dinsdag
Om kwart voor acht ben ik aan het gebouw waar ik moet werken. Het is officieel pas om 8 uur open, maar ik weet dat je meestal ook vroeger binnen kan. Ik heb pas ’s middags overleg, dus kan ik in de voormiddag goed doorwerken. Na het overleg van ’s middags heb ik een waslijst nieuwe taken die ik verwerk en inplan door middel van mijn Getting Things Done-systeem. Ik probeer de dingen die me niet veel tijd kosten, zoals informatie opvragen of iets opzoeken, meteen te doen in plaats van in te plannen. Op de trein naar huis werk ik door. Het laatste stukje van de reis doe ik met de auto, en om 21u stap ik het huis binnen. Waar Dirk en en fikse discussie op me wachten. Ik merk tijdens het gesprek dat ik strijdvaardig ben, ik sta recht voor hem, stevig op beide benen, kijk hem recht aan en verpink niet als hij me een slechte moeder noemt. Mijn argumentaties zijn helder en ik drijf hem een paar keer in het nauw met vragen die ik stel, opmerkingen die ik maak, of argumenten van hem die ik doorprik. Om 22u30 gaat hij, godzijdank. Ik merk plots dat ik honger heb. Hm, vergeten eten vanavond. Ik warm iets op, eet, en kruip in bed.
Woensdag
De nacht was vrij goed. Babyzoon was maar twee keer kort wakker, en ’s ochtends haalden we zes uur. Als de jongens op school en in de opvang zijn, begin ik te werken. Om 12u sta ik weer aan de schoolpoort. Ik bak pannenkoeken met Kleuterzoon, we eten, en ik werk nog even verder. Om 14u komt de babysit, die bij Kleuterzoon blijft terwijl ik Babyzoon ophaal en boodschappen doe. Dan kan ik met de gewone fiets in plaats van de bakfiets, ben ik sneller en moet Kleuterzoon niet mee de koude in. Bovendien heeft hij dan even privé-aandacht! Babyzoon huilt op de fiets van de kou, ondanks sjaal, muts, warm jasje en handschoenen. Als we thuis komen met de boodschappen, zitten de babysit en Kleuterzoon onder een dekentje boekjes te lezen. Mooi! Ik eet fruit met de jongens, en daar komt Staf. Hij komt het bed van Kleuterzoon maken. Babyzoon is heel huilerig, dus ik maak (zelfgemaakte) pizza en een slaatje met hem op mijn arm. Na het eten moet er nog wat aan het bed getimmerd worden, dus Kleuterzoon ligt er later in dan anders. Op het moment dat hij moet gaan slapen, barst hij in tranen uit. Hij wil niet in het nieuwe bed, hij wil zijn oude bedje. Ik geef toe, wil er geen druk op zetten. Even later plof ik naast Staf op de bank, we drinken koffie en hij vertrekt. Ik check de e-mails voor het werk nog eens, regel nog wat dringende zaken, ruim het huis op, zet de rugzakjes klaar, leg de kleedjes op de verwarming, haal de wasmachine leeg en vul een nieuwe. Om 23u30 lig ik in bed, wat opgedraaid van de dag.
Om 4u huilt Kleuterzoon, hysterisch. De emoties rond het nieuwe bed waren hem wat te veel. Hij wil bij mij slapen. Ik maan hem aan om stil te zijn voor Babyzoon. Kleuterzoon valt na een half uurtje terug in slaap, en hij snurkt. Ik probeer hem een paar keer te draaien in de hoop dat het beter wordt, en geef uiteindelijk mijn ambitie om nog te slapen op. Om 6u is Babyzoon wakker. Dan is het donderdag.
Donderdag
We komen te laat op school, omdat ik te moe ben om efficiënt te zijn, ondanks de goede voorbereidingen van de dag tevoren. Morgen beter, neem ik me voor. De werkdag gaat voorspoedig, al kom ik door allerlei regelwerk wat altijd erg banaal lijkt maar dringend is, niet aan mijn meer belangrijke taken toe. De mailtjes vliegen over en weer, maar op het einde van de dag heb ik o.a. de eerste voorbereidingen voor een studiedag getroffen. Ik haal Babyzoon op, en dan Kleuterzoon. Om 17u zijn we thuis, wat betekent dat ik vanavond nog wat werkuren moet presteren. De jongens zijn beiden in een rothumeur. We eten fruit, ik zet ze in bad, vervolgens kook ik, we eten en ze gaan slapen. Als ik om 18u15 kan beginnen met de avondritueeltjes, liggen ze er om 19u in. Maar vandaag lukt het niet, we geraken achter op schema. Ik lees het verhaaltje voor Kleuterzoon met hem in zijn nieuw bed, waarop hij besluit daar te slapen. Oef, een overwinning geboekt! Na bedtijd, zet ik mijn timer op drie kwartier: een kwartier voor het opruimen, een kwartier voor de was, een kwartier voor een extra taakje. Vervolgens vul ik de broodmachine, zet ik de rugzakjes klaar, leg ik de kleding klaar voor vrijdag, bereid ik het ontbijt voor. Het is 21u30 als ik aan mijn bureau ga zitten en de pc terug start. Als ik om 23u30 in bed wil kruipen, smst een vriend met de vraag of we even kunnen bellen, hij heeft slecht nieuws gekregen. Ik praat nog twintig minuten met hem, en ga naar bed. De nacht is woelig. Babyzoon heeft was hoestbuien.
Vrijdag
We zijn op tijd op school. Jihaa! Verder gaat de dag snel: werken, over de middag soep en de krant, met de timer strikt op 20 minuten. Dan verder… Ik haal de jongens op en zorg dat we om 16u30 thuis zijn, omdat Piet o.a. lakentjes komt brengen voor het nieuwe bed van Kleuterzoon. De zonen zijn in vrijdagavondhumeur (ze zijn moe!), dus het kopje koffie met Piet is gezellig, doch enigszins verstoord door kinderstreken. Ik ben erg dankbaar om de mooie dingen die we mogen gebruiken: kinderservies, donsovertrekken, een dons, een matrasbeschermer, hoeslakens, en heerlijke zelfgemaakte confituur! Wow, lucky us!
We eten spaghetti, en om kwart over zeven heb ik de mannekes in bed. Vanavond is het huishoudinhaalavond, want ik heb wat achterstand met strijken en stofzuigen. Ik zet er flink de pas in, want om 21u komt er een vriendin thee drinken. Tijdens ons gesprek, wordt Babyzoon een aantal keer wakker. Dat belooft voor de nacht. En inderdaad, door hoestbuien die heel de nacht doorgaan, doen hij noch ik een oog dicht. Ik voel me geradbraakt, ben erg geïrriteerd ten opzichte van hem rond 3u ’s nachts, en moet me inhouden om niet boos te worden. Om 5u heb ik weer mijn negatieve spiraal-gedachten, die meestal gaan over de onmogelijkheid van functioneren zoals ik het wil, in de gegeven omstandigheden. Ik slaag er in niet in die gedachten te blijven hangen.
Zaterdag
De dag schiet niet erg op. Ik zou in de late namiddag naar een vriendin gaan om mee te vergaderen over haar trouw, aangezien ik getuige ben, maar ik twijfel omdat ik geen minuut heb geslapen vannacht. Na mijn derde kop koffie kom ik wat boven water. Het duurt tot de middag vooraleer ik het georganiseerd krijg dat iedereen aangekleed is en het ontbijt afgeruimd wordt. Ik voel me erg misselijk door de vermoeidheid, en ben kouwelijk. Babyzoon slaapt slecht een half uurtje, omdat hij weer hoestbuien heeft. Streep door mijn rekening! Ik besluit toch naar de vriendin te gaan, en rijd voor het eerste over de Brusselse en Antwerpse ring. Het is een gezellig weerzien. Op de terugweg geraak ik in paniek op de Antwerpse ring, verdorie. Het is een heftige ervaring, waar ik fysiek en mentaal even van onder de indruk ben.
Om 23 kruip ik in bed, en smeek Babyzoon in gedachten om vannacht gewoon goed te slapen.
Zondag
6u30. Ik word wakker van Babyzoon die vrolijk tatert. Ik voel me herboren na een goede nacht. Vandaag ontbijten we samen met een vriendin met kindje, en gaan we met een andere vriendin naar het museum. Babyzoon eet heel de dag amper, hij weigert ook zijn flesje en heeft enkele keren diarree. Het had een teken aan de wand moeten zijn.
Na kinderbedtijd, heb ik weer een huishoudinhaalslag te maken. Ik zet mijn timer op 60 minuten, begin met de afwas, doe daarna het afval, sorteer het speelgoed, en stofzuig. Als ik de strijkmand aan het vullen ben en het strijkijzer klaar neem, hoor ik Babyzoon huilen. Ik vis hem uit een plas braaksel. Het half uur daarna gaat op aan kind kalmeren, lakens afhalen, kind omkleden en wassen, kind te drinken geven, bedje terug opmaken, vloer poetsen, wasmachine vullen, kind te slapen leggen. Ik bel naar Dirk om te checken of ik voor morgen hulp kan verwachten, want ik moet werken en weet niet of Babyzoon naar de opvang kan. Nee, geen hulp te verwachten. Ik kan er niet aan doen dat ik wat bijtend zeg dat ik vast erg pedagogisch incompetent ben, maar dat ik er wel ben voor mijn kind als het mij nodig heeft. Ik leg zelf de telefoon in, woest. Mijn hoofd maalt. Hopen dat hij morgen beter is en hem wel wegbrengen? Hoe ga ik dat toetsen? Als hij eten kan binnen houden? … Ik ben zelf plots ook erg misselijk, waardoor ik bang word dat ik ook ziek ben. Ik denk aan Marianne en haar opmerking, tik dit stukje. Het valt gewoon niet mee. Of het is alleszins toch meer dan een kwestie van moed en organisatie. En dan denk ik: ‘Niet lullen, maar poetsen‘. Strijken in dit geval. En dan bedtijd. Het wordt vast een nacht vol verrassingen.