Een dag uit het leven van Prinses & cO: juli 2016

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit julialsjeblief! 

Vierentwintig uur
Een dag waarin prinses even kinderloos is, ontbijt met een potje troost en geniet met een triest ondertoontje.

Vanaf nu zal dit één keer per maand gebeuren, 12 keer per jaar. 24 uur kinderloos. Ik twijfel of ik er over ga schrijven, omdat ik geen reacties wil als in ‘ooh, dat zou ik ook wel eens willen‘. Met het alleenstaande ouderschap is het namelijk alles of niets. Alleen ouder zijn of je kinderen niet bij je. Niets tussenin zoals eens een half uur op toilet een boekje gaan lezen terwijl je partner zich om de kroost bekommert, of een avondje uit met vriendinnen terwijl je partner zich om de kroost bekommert of … You get it. Alles is vermoeiend, niets is eenzaam. Hoewel er ouders zijn die hun kinderloze tijd heel goed invullen (de ondeugdelijke man had daar een handje van weg – reisjes, uitstapjes en vrouwen), vond ik het vooral heel overweldigend om te beseffen dat ik 24 uur alleen zou doorbrengen. Op voorhand had ik bedacht dat ik dan alles kon doen wat ik normaal nooit kan. Alle kasten uitkuisen, de tuin opruimen, sporten, afspreken met vriendinnen, naar de film, 500 mails beantwoorden, mijn werk inhalen, bijslapen en mijn benen ontharen. En naar de sauna. De realiteit was enigszins anders. Bij deze een dag uit het leven van Prinses, special edition, want zonder co.

18u
Een leeg huis. Raar. Stil. Ik ga aan de computer zitten en verzink in mijn werk. Ik laat de boel de boel. De buurman komt buurten en kijkt een beetje fronsend naar het aanrecht dat vol groenten ligt.

20u
O ja, eten. Ik heb soep gemaakt. Ik eet aan de computer.

23u30
Ik moet een aantal telefoontjes doen voor mijn werk. Het worden interessante gesprekken, ik eindig de avond met bladzijden vol nota’s, een voldaan gevoel en een kitkat. Ik voel dat ik moe ben, ik kijk op tegen het slapen. Vreemd genoeg ben ik bang, wat ik niet ben als er leven in huis is. Ik laat het licht op de gang branden, luister in bed naar een aflevering van de podcast de verwarde cavia, en val snel in slaap.

07u00
Ik duw de wekker af.

07u30
Eerste mailtjes en smsjes lopen binnen. Ik vermijd de keukentafel. Het is zo alleen. Ik zet de pc aan en begin te werken met een kopje koffie en een potje tiramisu.

11u00
Veel gedaan. Ik maak een lijstje van huishoudelijke taakjes die ik wil doen. Ik begin met lasagna maken. Een grote voor morgen, een mini-tje voor nu. Als de lasagna in de oven staat, doe ik de was, de afwas en ruim ik op. Ik eet met de krant erbij. Weinig honger.

13u30
Na een snelle douche maak ik een lijstje. Ik fiets naar de stad langs een natuurgebied, heel rustig aan. Ik ga langs in de bib, bij de koffiewinkel en haal een voorschrift op bij de dokter dat ik meteen inwissel bij de apotheek. Ik fiets rustig terug, geniet met volle teugen ondanks dat eenzame ondertoontje in mijn gevoel. Hoe lang is het geleden dat ik tijd had om naar de bib te gaan? Hoe lang heb ik niet gefietst?

15u30
Rekeningen betalen. Op de fiets heb ik zitten fantaseren over het kopen van een klein huisje, maar de financiële realiteit blijft confronterend. Mijn loon is net gestort maar ik geef een vierde ervan meteen uit, aan het betalen van opvang, een rekening van de school, water, elektriciteit, zorgverzekering, labo na een bloedtest. Slik.

16u00
Ik moet nog even iemand bellen. Alweer een lang en intens gesprek waarin ik veel geleerd heb. De laatste 24u heb ik allerlei erg uitdagende dingen kunnen doen op werkgebied. Nieuwe ideeën, nieuwe theorieën, ik heb echt bijgeleerd en dat is lekker. Ik stel mezelf voor als een oud vrouwtje in een huisje in Zeeland, alleen en innig tevreden met boeken, een fietstochtje en een kopje soep.

18u00
Eindelijk. Weerzien. Het is raar omdat er enerzijds een poging is om het gemis te verbergen dat er vingerdik op ligt, en anderzijds een poging om te verbergen dat het leuk was. Nou ja, auw. Tussen mij en Dirk was één en ander ontdooid maar nu is het weer ijskoud. Ik ben kwaad dat hij me dit aan doet. Dit hoort niet. Moeders horen niet van hun kinderen gescheiden te worden. Het is allemaal de schuld van zijn vertrek. Thuis volgt er soep, spelen, landen, bedritueel. We zijn weer samen, oef. En tegelijkertijd weet ik dat ik heel gelukkig ben op mijn ééntje en dat het me heel veel deugd doet om tijd alleen door te brengen. Na kinderbedtijd drink ik een kop koffie, lees ik een paar bladzijden uit het boek van Paulien Cornelisse dat ik uit de bib heb meegebracht.

20u30
Lezen. Schrijven. Erg moe maar ik wil graag nog enkele teksten afwerken.

23u00
Bedtijd. De angst is weg. Het licht gaat gewoon uit vannacht.

 

 

 

Prinses is een binge-sleeper

Het had hier beter Doornroosje geheten. Alhoewel die prinses op haar erwt ook in bed ligt. Ik ben namelijk een binge-sleeper.

Het gebeurt een drietal keer per week. Meer kan ook. Als ik geluk heb, haal ik acht uur. Of zelfs half negen. Als ik pech heb, val ik om zeven uur naast de peuter neer die de boodschap dat moeke echt niet meer kan niet snapt en denkt dat het feest is omdat hij er niet eens voor hoeft te huilen, dat ik zomaar bij hem in bed kom.

Met een beetje geluk slapen we binnen het half uur. Zonder de peuter zou ik slapen als mijn hoofd het kussen raakt maar met peuter is het eerst nog even bestraffend toespreken geblazen. In de nacht worden we een paar keer wakker, voor een plasje of een gedachte. En het duurt allemaal tot zo ongeveer zeven, of half acht als ik geluk heb.

In principe heb ik dan twaalf uur geslapen. Twaalf uur! Dat is anderhalve keer wat een normaal volwassen mens nodig heeft. Dat is een baby-portie! (Kent iemand een baby die klokje rond slaapt zoals mijn grootmoeder placht te zeggen?) Dat is geniaal veel!

Maar… Het heeft nadelen.

Niet alleen stap ik geradbraakt weer uit bed. Alles doet pijn, alles is stijf en stram. Dat heeft enerzijds te maken met mijn gestel en anderzijds met mijn goedkope ikea-bed dat niet op binge-sleeping voorzien in.

Maar ook mis ik zo veel. De dagen worden wel erg kort als je ze in een dagje van zeven tot negentien uur moet proppen. De was blijft liggen, de afwas blijft staan, de e-mails blijven onbeantwoord (we zitten nu aan 650 ongelezen e-mails op mijn prive-adres), tijd voor mezelf is een utopie, opruimen is voor ooit, grotere projecten van om het even welke aard zijn niet eens te overwegen, sociaal contact verdwijnt. Er wordt niet gedate. Als ik per jaar drie films zie (en dan heb ik het niet eens over naar de bioscoop gaan!) is het een enorme prestatie. Series kijken of tv-programma’s zijn al lang geschrapt van het menu. Idem met boeken. En sport. Nou ja, you get the picture.

Eigenlijk staat het leven hier gewoon een beetje stil. Zoals bij Doornroosje. Het gras blijft maar groeien, de doornen bedekken de gevel stilaan, het stof neemt toe, de rommel blijft liggen waar ie ligt, want er wordt geslapen. Big time.

Misschien komt er zich wel eens een prins door die doornen heen vechten en word ik wakker gekust. Of misschien groeien de jongens gewoon op en komt er daarmee wat energie vrij die ik kan pompen in wat avonduren en avonturen. Ook in dat geval leven we hopelijk nog lang en gelukkig.

 

 

De kaart van Nederland

Vrouwenpolder
Ik hou de multibellenblazer omhoog. De wind doet mijn werk. De belletjes vliegen over het strand. Het kind danst in de bellen. Hij is bloot en zielsgelukkig.

Amsterdam
We wandelen, we praten, ze neemt me mee naar de leukste ijsbar van Noord en ik trakteer.

Epe
We zitten op een bankje voor het hutje. We lezen en drinken koffie onder het afdakje. Het regent voor de derde dag op rij. Ik ben het zat. Ik trek mijn kleren uit en ga rennen in de regen op het grasveldje. Hij komt achter me aan.

Nijmegen
Mijn buik is dik. Ik zit aan de bushalte. Het is warm. Het kind stampt. Ik eet een waterijsje. Alles is al anders en het moet nog helemaal beginnen.

Amsterdam bis
We rijden de stad in. Ik ben rillerig van de koude en vermoeidheid. De dag is zestien uur geleden hier ver vandaan begonnen. Ze neemt me mee naar haar fijne appartementje waar het logeerbed klaar staat. Ik val in een diepe slaap.

Ooij
We liggen in het steeds vochtiger wordende gras. Het is voorbij schemer. Als hij zich over me heen buigt, hoor ik wilde paarden galopperen. Ik ben niet bang.

Arnhem
Het is mijn eerste zomer als alleenstaande moeder. Ik date een jongen die ik via internet ontmoet heb. Er valt weinig te zeggen, ik ben zo breekbaar als een kwartel-ei. Hij is lief, maar we hebben niets. Ik ben blij als ik terug op de trein stap. Ik lieg tegen mijn ouders dat ik met een vriendin uit eten was.

Den Bosch
Een dakloze leidt ons rond in de stad. Het is koud en grijs. Het contrast met de shoppers die kerstinkopen doen en wij die de geheime hoekjes leren kennen waar je beschut kan slapen als je geen dak boven je hoofd hebt, is vervreemdend.

Hoorn
Door de stad struinen, pizza eten en in bed koffie drinken. Ik vond mezelf hier terug toen ik vroeger klaar was met werken dan ik verwacht had, en een stukje van de middag en de hele avond open lagen voor me. Daar stond ik plots, zonder een to do lijstje. Daar was ik niet op voorbereid. Maar net in die tijd, die tijd waarin niets moet, gebeurt het.

Gapinge
Ik rijd in mijn oude Fiat door de velden. Er hangt een dichte nevel en de zon komt op. Mijn hart juicht, mijn handen klemmen het koude stuur vast.

Delft
Na een heerlijk etentje door de dichte straatjes fietsen. Een andere keer een gesprek voeren met een kennis. Het gesprek kantelt de diepte in. Ik vertrek wijzer dan ik kwam.

Utrecht
Ik bezoek een locatie voor een studiedag. Het is benauwd, ik heb het gevoel dat ik niet kan ademen op deze plek.

Zwolle
Feest.

Rotterdam
Thuiskomen bij mijn meest inspirerende opdrachtgevers. Maar ook: fietsen. Dwalen. Verbazing. En goed eten.

Middelburg
We gaan nog naar de Albert Heijn voor we naar huis rijden. Ik laad aardbeitjes en allerlei lekkere en gezonde dingen in. Een bessensapje voor on the road. Een drankje voor de jongens. Ik neem het tijdschriftje van de AH mee, goedkoop en heerlijk vertier bij een kopje koffie. Ik besluit meer van de vakantie mee te nemen dan een mandje boodschappen. Na een uur aanschuiven op de Antwerpse ring is dat gevoel weer wat getemperd.

Retranchement
Een afscheid dat te vroeg kwam. Poffertjes bij de Parlevinker. De weg naar Cadzand met eeuwig zeurende kinderen. Elke keer denken dat ik een keer naar dat theehuis wil dat net voor Cadzand aan de rechterkant ligt, bij die mini-camping. ‘Volgende keer,’ besluiten. Elke keer.

Mijn ogen dwalen over de kaart. Het lijkt wel een atlas van mijn belevingswereld. En dit is nog maar het topje van mijn ijsberg.

 

 

 

 

 

 

 

 

Kauwgom

Femma is een eigentijdse en eigenzinnige vrouwenorganisatie met een duidelijke visie op mens & samenleving. Femma praat mee over wat vrouwen vandaag denken, voelen & beleven. Femma verdedigt de belangen van vrouwen met minder kansen en in het bijzonder alleenstaande vrouwen. De organisatie ijvert voor emancipatie van vrouwen en gendergelijkheid, o.a. via het informeren en sensibiliseren van vrouwen, beleidsmakers en andere actoren.

Onderstaand stukje is geschreven voor Femma en verschenen op hun website.
Meer over Femma? Neem hier een kijkje!

Kauwgom

 ‘Al dertig jaar!’ zegt hij trots. Ik kijk hem verbaasd aan. Deze man werkt al dertig jaar in dezelfde organisatie, waarvan meer dan twintig jaar als directeur? Dat hoor je ook niet zo vaak meer tegenwoordig.

Hij ziet mijn verbazing en wordt plots onzeker. Dat hij het goed heeft daar, dat elk jaar toch anders is, dat er altijd nieuwe dingen op zijn pad komen. Ik denk na en zeg dan dat het me fascinerend lijkt alle praktische en organisatorische dingen onder de knie te krijgen, zodat je je echt kan gaan richten op inhoud, plannen maken, sturen, een bepaalde richting uit bewegen. Dat je er bovenuit kan steken en perspectief kan innemen als je al zo lang in een organisatie bent. Hij knikt enthousiast. Ik heb het begrepen.

Het eerste jaar op mijn nieuwe baan heb ik overleefd. Dat eerste jaar was mijn tweede jaar als alleenstaande moeder. Als ik terug kijk, zie ik dat het bij momenten heel eenzaam was. Ploeteren en zoeken en verbergen dat ik aan het ploeteren en zoeken was. Talloze doktersbezoekjes omdat ik zo eindeloos moe was. En ook weer naar al die nieuwe collega’s en bazen toe proberen verbergen dat ik zo moe was.

Met een collega praat ik over carrière. Waar ik mezelf zie binnen zeven jaar. ‘Hoezo?’ vraag ik. ‘Hier toch mag ik hopen?’. Ik heb net mijn vast contract getekend.

Zeven jaar is lang,’ zegt hij.

Dan denk ik opnieuw aan het gesprek met de directeur die al dertig jaar in dezelfde organisatie werkt. Dat is een leven lang. Dat is mijn leven lang. De tijd die ik gebruikt heb om van zuigeling peuter te worden en kleuter en lagere schoolkind en puber en student en daarna moeder. De tijd waarin ik heb leren lezen, schrijven, en rekenen, jaar na jaar complexer. De tijd waarin ik eerst deel uitmaakte van een gezin, er vervolgens zelf één stichtte en het ook nog alleen ging runnen. Een leven lang dus.

Lang is niet meer zo in de mode. Dat lees ik ook terug in een essay in het magazine van De Standaard (2 juli 2016). Franca Treur schrijft over het vrouwelijk lot ‘dat meebrengt dat ze zich het grootste deel van haar leven tot aan haar oksels in een bad van kauwgom bevindt. Met taaie draden vastzit aan de dagelijkse beslommeringen van het bestaan. Nooit die blik daarbovenuit kan ontwikkelen.’ Ik vond het een treffend beeld bij mijn leven als vrouw en moeder. Ook ik vervloek die taaie draden waardoor ik me haast van werk naar opvang, van wasmachine naar afwasbak, van traantjes drogen naar speelgoed opruimen, van ijsjes uitscheppen naar groenten snijden, van bank naar dokter. Al die dagelijkse beslommeringen.

Alleen de laatste zin klopt niet, weet ik na het gesprek met de standvastige directeur. Net door het uit te houden met die taaie draden, dag na dag, week na week, jaar na jaar, ontwikkel je een blik er bovenuit. Je krijgt dingen onder de knie, je doet ervaring op. En dan ontwikkel je perspectief, zie je het geheel, weet je wat belangrijk is en wat niet, en stuur je daarop.

Laat die jaren en die draden maar komen.

De Prinses heeft iets geleerd

Geruime tijd brak ik mijn hoofd er over. Zat het nu allemaal in mijn hoofd of zat het me echt niet mee? Er zijn ook alleenstaande moeders die het slechter hebben, er zijn er ook die er gewoon niet zo over zeuren. Er zijn er zelfs die ervan genieten en het leven nemen zoals het komt.

Dus maakte ik mentale lijstjes met afwegingen. Of ik wel verdrietig mocht zijn, of het inderdaad zwaar was, in welke mate ik er last van mocht hebben. Ik vond dat ik positiever in het leven  moest staan, mijn zegeningen moest tellen en stoppen met miepen. Ik vond dat zo hard dat ik er heel veel stress van kreeg.

En toen las ik het geniale boek van Ernst Bohlmeijer: Compassie als sleutel tot geluk. Naast inzichten over compassie, leerde ik hoe stress werkt. Ik kreeg inzicht in drie systemen die bij mij duidelijk behoorlijk uit balans waren geraakt: het jaagsysteem, het beschermingssysteem en het kalmeringssysteem.

En ik leerde dat zorgen die in je hoofd zitten even reële stress opleveren in je systeem, dan reële zorgen. Als je dus heel de dag bang bent dat je buurman weer luide muziek gaat opzetten waardoor jij niet kan studeren, is zijn stereo misschien kapot maar heb je wel heel de dag het fysiologische effect van stress gehad. En daar ga je kapot aan. Als je heel de dag stress hebt door je eigen gedachten en dat dagen, weken, maanden, jaren lang, dan heb je chronische stress en dan word je minstens ziek. Je kan dus best je stress sparen voor de reële zorgen, dan dat je voortdurend stress hebt over dingen die niet aan de orde zijn. Of niet vandaag. Of niet meer vandaag.

Aha. Aha. Het zit dus allemaal in mijn hoofd, maar op een andere manier dan ik dacht.

Sindsdien heb ik het zot druk gehad op het werk. Ik ben kriskras door Nederland gereden om allerlei dingen te doen, ik heb toestanden gehad met de kinderen, ik heb wallen tot op mijn kin. Er was weer rechtszaak en een nogal louterend maar zeer intens gesprek met Dirk. Er moet veel af, er blijft veel liggen. Maar ik heb niet meer het gevoel dat ik voorzichtig langs de rand van een afgrond wandel, een afgrond die me trekt, een duizelingwekkende afgrond.

Dat geeft me ruimte.
Dat heb ik geleerd.

Kan iemand Ernst Bohlmeijer een standbeeld geven?

Geheimtaal

De opvoedingsondersteunster is er. Ik denk dat ze me al raar vindt als ik haar onderbreek als ze op puntje twee van de afspraken is, en ik vertel dat ik alles gelezen heb, het kort samenvat en het onderteken. Ik heb het een beetje gehad met behandeld worden alsof ik niet kan lezen en de context achter sommige afspraken kan ik zelf ook goed verzinnen.

Ik probeer een uur lang met hand en tand uit te leggen waarom ik al een jaar op haar wachtlijst kampeer. We hebben het over mijn schuldgevoelens waardoor ik moeite heb duidelijke grenzen te stellen, over mijn uitputting, de combi werk en gezin en over hoe dingen nooit relaxed zijn met de Kleuter. Ik probeer wat voorbeelden te geven maar ze kijkt alleen maar een beetje wazig.

En dan komt hij naar beneden en hebben we instant een scene waarin hij iets wil eten en niet uitgelegd krijgt wat en ik hem opties aanbied en hij kwaad wordt en huilt en vijf minuten lang niets meer zegt. En uiteindelijk aangeeft wat hij wil, wat ik exact maak zoals hij het wil. Waarop hij explodeert want dat bedoelde hij niet. Een half uur later pas trekt het bij en is hij weer aanspreekbaar. We maken samen een boterhammetje en hij eet het op en hij maakt een praatje met de opvoedingsondersteunster die me intussen heeft aangekeken met ogen als schoteltjes en gevraagd heeft of het altijd zo gaat. En pas dan, pas dan besef ik dat het niet normaal is dat zelfs een boterham smeren een drama moet opleveren. En dat alles met dit kind altijd moeilijker is dan nodig. En dat ik hoop dat de opvoedingsondersteunster een oplossing heeft. Of een antwoord op de mysteries. Waarom vertelt hij me bijvoorbeeld dat hij overgegeven heeft op school terwijl dat niet waar is?

Ik vraag haar wat ik anders had moeten doen met hem in de situatie. Ze weet het niet. Maar ze wil mee zoeken.

Blij dat er hulp is. Voor mezelf, maar vooral voor hem. Hij verdient een moeder die zijn geheimtaal kan ontcijferen.

 

Prinses tipt nog meer podcasts

De hype hoef ik niet meer uit te leggen. En dat ik kan genieten van een goede podcast zo nu en dan weet u ook al.

Bij deze deel ik graag nog eens mijn laatste ontdekkingen, voor lekker lui luisteren deze zomer:

  1. ‘Het Smelt’ van Lize Spit komt integraal uit op podcast. Ik luisterde het eerste gedeelte, goed voor 37 minuten niet erg opbeurend maar erg intrigerend luisteren.
  2. Wel erg opbeurend is ‘De verwarde cavia’ van Paulien Cornelisse. Piepkleine (haha, cavia-kleine) hoofdstukjes over een cavia die troost vindt in haar lade met nietjes. Geniaal.
  3. En ik werd helemaal stil van ‘Mamma en Omma’, een zeer goede documentaire over een geadopteerd meisje, met pertinente vragen over wat dat het is moeder te zijn, dochter te zijn.

Ik luister mijn podcasts in mijn podcast-programma op mijn iPhone. Ik voeg hier telkens een linkje toe, maar je kan de podcasts dus rechtstreeks zoeken, en je abonneren.

Enjoy!

 

 

Een prinsessenleven

Dat ik een cool leven heb. Er gebeurt wat, ik leef een pak meer dan een tijdje terug. Sneller ook. Dieper. Intenser.

De voorbije zeven dagen was ik o.a. op een theaterfestival waar ik ijsjes at en in de zon zat. Uit logeren. In Brussel voor een bespreking met daar aan geplakt een thee in het park met een vriendin en dan een spurt naar de schoolpoort. In een fijne koffiebar voor een goed gesprek met iemand waar ik in de toekomst mee wil samenwerken. In dezelfde fijne koffiebar bereikte ik de bodem van mijn werk-e-mailbox en daar had ik maar liefst vijf uur en zeker vier dopio’s voor nodig. Ik krabbelde bladzijden vol to-do’s en projecten. (Hoe was het zo ver kunnen komen? En nog beter: hoe was het zover kunnen worden zonder dat iemand mij aanspreekt op disfunctioneren of zonder dat iemand me ontslaat?) Ik was in een Noord-Brabantse stad voor enkele gesprekken en reed kalm op de middag naar huis, gedeeltelijk door de bossen. Thuis deed ik een dutje (power nap) want ik was supersuf en at ik home made soep alvorens verder te werken. We gingen naar het speelbos en aten daar op een dekentje blauwe besjes. Dat was kalm en lui en goed. Ik reed kriskras door Zeeland, had gesprekken met allemaal trotse professionals, werd bijna gek van de smalle straatjes van Zierikzee die niet voor automobilisten zijn ontworpen, sliep in een lief B&B-tje en maakte een fijn praatje met een schat van een mevrouw (de eigenares) die begreep dat ik geen lunchtijd zou hebben en een boterhammetje voor me smeerde voor in de auto tussen de afspraken door. Ik had een avondvergadering waar ik een deal beslechte en maakte een lange wandeling met een dierbare vriendin. En ik haalde de mannetjes op en kwam thuis en na hun bedtijd werkte ik een nieuwe resem mails weg. De komende dagen staan er een fietstocht-in-Zeeland op het programma en een date met vrienden met complementaire kinderen.

Dat is Leven. Veel leven. Veel om dankbaar om te zijn. Zo veel meegemaakt, zo veel echt contact gehad, zo veel om over na te denken, zo veel geleerd.

Maar de voorbije week was ook: schuldgevoel omdat ik de jongens uit logeren deed. Met stress in de auto om op twee uur tijd van Middelburg naar de opvang in Leuven te rijden – en dan aanschuivend op de Antwerpse ring de stand-by-optie aanspreken, helemaal opgefokt van schuld en schaamte – daar om kwart na zes toekomen en de kleinste die in huilen uitbarst omdat hij me gemist heeft. Rommel eten uit tankstations wegens niet voldoende georganiseerd om het wat proactiever aan te pakken. En eerlijk? Ook echt geen tijd. Bijna onpasselijk worden in de auto bij het luisteren naar deze podcast (goede reeks trouwens!). Twee avonden op rij om half negen in bed want niets meer waard. Geen lichaamsbeweging gehad. Maar één keer gekookt. Lege koelkast en geen energie om over een menu voor de komende dagen na te denken. Zo veel dat niet af is en waarvan ik me afvraag waar en wanneer ik het ga doen. Overprikkeld geraken in een gesprek omdat heel veel intensieve en lange gesprekken na elkaar gewoon een beetje onmenselijk zijn. De privé-inbox die aantikt tot 500 ongelezen mails. Naar de garage bellen en zeggen dat ik toch echt wel meer dan 30 000 km heb gereden op minder dan vier maanden, dat ik me echt niet vergis en dat ik dus echt heel graag nog eens naar de auto wil laten kijken. Stress bij het kijken naar de week die komt want er moet weer zo veel geregeld en gereden worden en ik ben wat oververzadigd. Struisvogelgedrag om naderende rechtszaak. Stress om betaling van bijberoep die niet komt maar waar ik wel op rekende. (…)

Het is allemaal waar en echt. De sleutel zit in mijn hoofd, in hoe ik denk. Als ik dat onder controle kan houden, gaat het goed. (Het zou beter gaan als ik talent had voor organisatie en praktisch ingesteld was.) Om dat onder controle te kunnen houden, moet ik voor mezelf zorgen. Mezelf slaap geven, goed eten, en stoppen met me vast te denken, schuldig te voelen, te piekeren, alle beren op de weg uitgebreid te bestuderen.

 

 

Met haakjes en oogjes

Ik hou ervan als dingen op elkaar ingrijpen. Daarvoor moet ik in een bepaalde mind-set zijn, anders mis ik het. Misschien zijn het verbanden die mijn hoofd legt, constructies die ik in de realiteit zie maar die er niet zijn. En toch, toch is het schoon.

Ik wandelde door Zwolle-of-all-places. Daar kom ik zelden of nooit. Ik dwaalde een winkeltje in. Zo’n etherisch geval met steentjes en engelen en slabbetjes. Het dwalen bracht me naar kaartjes die ik zo lief vond, zo mooi, zo klein. Ik kocht er drie, kreeg ze mee in een zakje dat gestikt was uit een papier van een oude Flow. Ik besloot ze in te kaderen en op te hangen in dit huis dat ik wel eens wat thuisachtig mag maken als ik hier ooit graag wil wonen. Ik draaide de kaartjes om, en zag een verwijzing naar een website. Daar was ik zo gepakt van het werk van de ontwerpster dat ik haar vroeg om een logo’tje en een visitekaartje voor mijn eigen bedrijfje als zelfstandige in bijberoep. Ik schreef haar wat ik deed en ook dat ik vooral twijfel aan alles, waardoor er geen schot in de zaak komt. Ik wacht op haar antwoord, maar het lijkt alsof alles nu even mooi op elkaar ingrijpt en de realiteit me op die manier een klein duwtje in de rug geeft. De tijd is daar.

Ook over de naam van mijn zelfstandige-in-bijberoep-bedrijfje heb ik eeuwen getwijfeld, actief gezocht, mensen geconsulteerd, heel kronkelige denkkronkels gemaakt om er een bepaalde betekenis in te stoppen, een goede suggestie gekregen van een vriendin, maar toch niet doorgepakt. En vandaag nam ik een boek aan van een vriendin en sloeg het open en daar was het woord dat ik zocht en niet vond. Het was naar mij gekomen, en ik herkende het meteen.

Slierten gebeurtenissen die op elkaar ingrijpen en tot iets leiden, zijn er de hele tijd. Als ik deze blog niet begonnen was en niet op een dag geïnterviewd was door iemand over mijn blog en als iemand dat interview niet had gelezen en mijn blog daarom niet was beginnen volgen, had ik de opdracht die ik nu als zelfstandige in bijberoep mag doen en waar ik zo veel van leer en zo veel kansen in zie, en waardoor ik interessante mensen mag ontmoeten, niet gekregen. Dat is allemaal gekomen zonder dat ik er veel voor moest doen. Ik moest alleen ‘ja’ zeggen toen het kwam.

Heel veel van die slierten gebeurtenissen zit verborgen achter de schermen. Ik vind het een lieve gedachte dat er al slierten in werking zijn die langzaam aan mijn kant uitkomen en die misschien leiden tot een nieuwe relatie, een kind, een nieuwe plek om te wonen, …

Soms moet je niet doorpakken. Soms moet je alleen wachten, tot de tijd daar is. Als het gebeurt, herken je het. En dan moet je alleen nog ja zeggen. Zo simpel kan het zijn.

P.s. Nee, ik heb niet gedronken.

 

 

Appie denkt aan prinsessen met keuzestress

curry madras

Ooit had ik een bon van HelloFresh, helemaal aan het begin van de ‘hype’. Enkele weken op rij stond ik uit te kijken naar de man met de witte camionette die keurig op het afgesproken tijdstip een doos met vers voedsel naar mijn keukentafel droeg. Heerlijk! Er waren geniale recepten bij, maar de hoeveelheid was altijd een beetje wankel voor ons a-typisch gezin, en de gerechten waren ook niet echt kids-proof. Nu lusten mijn jongens natuurlijk ook helemaal niets. Maar toch. Bovendien heb ik een afkeer ontwikkeld voor eieren en in de veggie box leek nu wel elke week een omelet te zitten. En 40 euro lijkt een koopje, maar het was even slikken toen ik 40 euro maal drie op de eindafrekening van mijn mastercard had.
Klaar, dus. Al had ik vaak lange discussies met mezelf over al dan niet terug starten. Al die discussies die je binnen een koppel hebt, heb ik met mezelf. Alleen daarom al wil ik een lief.

Maar het blijft moeilijk voor me: bedenken wat we gaan eten, een menu opstellen, boodschappen doen en me dan aan het weekmenu houden. Er zijn  vast genen voor organisatie en in mijn familie komen die niet voor.

En toen… Toen kwam ik bij Appie, in Nederland. En Appie bleek iets erg slims te hebben, namelijk het vers kookpakket. Ik ontdekte het per ongeluk. Gedaan met de keuzestress en de noodzaak tot plannen! Het AH-vers-kookpakket is een pak goedkoper dan de HelloFresh-maaltijden (daar tegenover staat wel dat je soms nog iets moet toevoegen). Ik stond twijfelend in mijn handen met een soep met bataat en paprika en een verse lasagna-pakket, beiden voor een bedrag tussen 3 en 4 euro. Maar ik ging naar huis met een curry madraspakket en een pakket voor tomatensoep. Zelfde prijsklasse. Bij de curry madras moest je nog kip en rijst toevoegen. Het eerste heb ik als veggie vervangen heb door enkele scheppen rode linzen en het tweede door omstandigheden door couscous. Het soeppakket was zeer volledig, al heb ik de runderbouillonblokjes weg gegeven en vervangen door groentebouillon. De kinderen smeekten om nog. Echt waar. En nee, ik had ze niet uitgehongerd op voorhand.

Deze huisvrouw is dus van haar keuzestress af en zoekt gelegenheden om bij Appie-in-Nederland langs te gaan. 

Appie, veel dank voor de stressreductie en de betaalbare en verse maaltijden. Breid de collectie uit, zou ik zo zeggen. Dat geeft weer wat keuzestress maar ik ben zo enthousiast over het concept dat ik dat dan wel weer aankan. Ik apprecieer het ook als er bio en veggie varianten kunnen komen, en daar wil ik zelfs een euro meer voor betalen. En een mooi kartonnen doosje is stijlvoller en beter voor het milieu. Ik denk maar even mee, graag gedaan.