To fit or not to fit

Ik weet niet of ik er klaar voor ben er over te schrijven, maar meestal helpt het schrijven me wel orde te brengen in mijn hoofd.

Wat er gebeurd is:
ik ging naar het werk om mijn terugkeer te bespreken na een jaar (ziekteverlof, zwangerschapsverlof, onbetaald ouderschapsverlof) en de baas vroeg me of ik wel binnen de organisatie pas.

Achtergrond: een jaar is veel, ik ben toegewijd maar vaak ook kritisch en ik ben heel open geweest over mijn struggles om bv werk en gezin te combineren, in het verleden.

Uiteraard ben ik in huilen uitgebarsten. Ik ben flink ziek geweest (fysiek en mentaal), ik heb een tweeling gekregen, ik had sommige dingen ook graag anders gehad (dat ik supervrouw was en hoogzwanger nog 10 uur per dag kon werken ofzo). Ik had al mijn moed bij elkaar geschraapt en me bij elkaar geraapt en ik had er weer zin in, en zijn opmerking voelde als een soort koude douche. Met ijsblokjes.

Een wirwar van gedachten.
(Geen oordelen over mijn gedachten, het is gewoon een soort gedachtenregen die dan gaat druppelen en bij momenten stortregenen of zelfs hagelen.)
Hij heeft drie mensen aangenomen en heeft geen werk genoeg voor ons als ik terug kom.
Er is iets gebeurd achter de schermen, iets heeft zich tegen mij gekeerd, maar ik krijg er de vinger niet op.
Dit is niet eerlijk.
(…)

Wat ik het ergste vond, is dat hij me vast timmert met een aantal dingen. Hij heeft een aantal gebeurtenissen uit de context gehaald (bv tijdens mijn zwangerschap heb ik gevraagd om een tijdelijk lichter takenpakket omdat ik te ziek was om het land rond te rijden – nu zegt hij: je hebt zelf gezegd dat je iets anders wou doen – zonder de context mee te nemen!) en gebruikt die dingen tegen mij. Toen ik totaal verbaasd was, vroeg hij me of ik dan geen zelfreflectie heb, wat voor mij toch wel de meest gemene opmerking was. Want ik heb denk ik vaak te veel zelfreflectie en zelftwijfel, maar ik ben ook niet zo rad van tong om op een totaal onverwachte en naar mijn gevoel niet zo eerlijke situatie gevat en genuanceerd te reageren. Als mensen oneerlijk zijn in hun argumentatie, schrik ik daar zo erg van, dat ik ook weinig verweer heb.

Daar voel ik me boos en machteloos bij. Ik heb geen recht van antwoord gehad omdat het me zo zwaar overviel.

In de auto belde ik de Man. De Man is het zakelijke niet-emotionele type die niet snel partij kiest en al, maar hij zei tamelijk verbaasd dat hij dit toch wel erg vrouwonvriendelijk vond. Dit, na een complexe afwezigheid wegens een complexe zwangerschap.

De Man zei ook: ‘dit kunnen we aan’. En toen hield ik nog meer van hem. Omdat we het aankunnen. Maar ook omdat hij ‘we’ zegt. Met de Man win ik de oorlog wel.

Naast alle ontzetting en verbazing en niet weten hoe verder, en ook de boosheid, ben ik er ook van overtuigd dat ik geen slachtoffer wil zijn. Ik zie best dat het allemaal complex is en dat ik ook niet de makkelijkste ben in een team en veel dingen in vraag stel. (Tegelijk zie ik ook dat er in ons team een situatie is van formeel en informeel leiderschap en dat ik daarbinnen wat heb moeten schipperen.) Ik zie ook wel dat ik altijd heel erg mijn best heb gedaan. Ik wil het volledige plaatje zien, en me niet in een zielig hoekje plaatsen.
(En tegelijk klopt er gewoon ook echt iets niet aan de hele situatie.)

En wat er ook nog doorheen fietst, is dat hij uitsprak wat ergens onbewust al lang speelt. Dat ik mijn eigen bedrijfje wil, en dat ik daarvoor weg moet gaan bij het werk. Maar dat is spannend en ik weet niet of het lukt en daarom heb ik een map vol plannen, maar doe ik er niets mee. Het leek even alsof hij een instrument was van de synchroniciteit en mij een soortement schop onder mijn kont gaf om het nu maar eens zelf te gaan doen.

Binnen twee weken bespreken we hoe-nu-verder. Mijn boosheid bestaat naast mijn map vol plannen die ik elke dag aanvul. Met mijn hart heb ik al afscheid genomen en ben ik al gesprongen. Maar met dat vaste contract is het nog even kijken hoe dingen best afgerond kunnen worden, en of dat nu of later zal zijn.

Uitjes #2

De kunstenaars’ uitjes. Het was even een drempel om voor het eerst met mezelf weg te gaan, na maanden (ok, meer dan een jaar eigenlijk) in de zwangerschaps- en baby-cocon. Maar nu probeer ik het trouw te doen.

Wat gedachten hierbij en onderaan de uitjes van de voorbije periode.

  • Elke keer als ik de deur uit stap om alleen iets te gaan doen, realiseer ik me weer hoe intens het is. Ik ben zo geneigd me af te stemmen op anderen, dus elke (ook fijne!) aanwezigheid leidt me af van mezelf. Alleen weg gaan maakt de beleving zo veel dichter en echter.
  • Het is leuk om te weten dat ik genoeg heb aan mezelf. Ik zie bij mijn twee oudste kinderen dat de ene heel goed alleen kan zijn en daarvan oplaadt, en de jongste zoon heeft altijd anderen nodig om zich te vermaken. Ik ben dus van de eerste soort. Zwanger van een tweeling en later tweeling-mama en mom of 4, is mijn alleen-tijd zo minimaal geweest, dat ik nu met volle teugen geniet.
  • Naar de film gaan is het makkelijkste. Waarom? Het is vlakbij. Er zijn verschillende mogelijkheden per dag. Het vraagt weinig planning, ik kan last minute beslissen. En ik heb een cineville-pas gekocht, waardoor ik iets van een twintig euro betaal per maand en zo veel naar de film kan als ik wil. Met twee films per maand heb ik het er uit, dus ik zorg natuurlijk dat ik die zeker haal ;). Ik ga bij de ‘alternatieve’ cinema, en met de cineville-pas moet je een kwartier op voorhand je kaartje ophalen (anders verkopen ze het door). Dat kwartiertje irriteerde me mateloos, want zorgde voor veel vertrek-stress. Maar intussen heb ik het omgedacht en maakt dat kwartier soms de hele onderneming het al waard. Ik neem meestal even een cappuccino in het filmhuis en heb even tijd om alleen te zijn, even te ademen, even niets.
  • De baby’s hebben het de laatste tijd vaak moeilijk ’s avonds. Lees: ze huilen veel. Daarom is weg gaan op dit moment niet vanzelfsprekend. Dat brengt mijn uitjes wel eens in gevaar. Weggaan betekent gewoon dat de Man een zeer stressy avond heeft. Geldt ook omgekeerd, dus de Man probeert zijn avond-activiteiten ook te beperken. Wat fijn is, is dat ik bv ook op zondagmiddag om 12 naar de film kan. Dan dutten de meiden, dus dan belast ik de Man niet te veel met mijn ambities.
  • Over the artist’s way was ik deze week nog aan het appen met een dierbare vriendin. Ze zei dat het niets voor haar was omdat ze niet zo creatief is. Ik realiseerde me dat het bij mij ook eerder existentieel is. Ik schrijf graag, maar knutselen laat ik met alle liefde aan een ander over. Slechts heel soms vind ik het fijn iets te maken. Dat hele woord artist of ‘kunstenaar’ stoort mij dus soms een beetje, omdat ik het voor mezelf wat aanmatigend vind. Voor mij gaat het meer om contact met mezelf maken en naar mijn eigenheid leven, dan een groot kunstenaar worden.
  • Ik heb intussen een voorstelling van Paulien Cornelisse geboekt. WIl ook graag naar een Echt-gebeurd-vertelmiddag, maar die zijn goed uitverkocht. Iedereen die tips heeft voor leuke uitjes: be my guest in de comments!

Wat heb ik de voorbije uitjes gedaan?
N.b. Ik geef het mee ter info en inspiratie, maar heb helemaal geen ambitie om reviews te schrijven of mijn mening te poneren.

  • Cold war. De beelden waren prachtig. Zwart-wit, uitgepuurd. Als schilderijtjes waar je naar kon zitten kijken. Het tempo van de film was bij momenten ook echt traag genoeg om me even te vergapen aan die mooie besneeuwde landschappen bijvoorbeeld. Het thema sprak me minder aan. Wel de historisch kant, minder het liefdesverhaal dat uiteindelijk gaat om een vrij destructieve liefde. Dat had te maken met het feit dat ik vlak voordien Becoming Astrid had gezien, wat ik zo mooi en verfrissend vond omdat het om een sterke, autonome vrouw gaat die zich net niet verliest in liefdesgedoe. Niets tegen de liefde, maar het moet niet te wanhopig worden :).
  • The wife. Aha, een thema dat mij aanspreekt. Relaties, destructieve patronen (niet romantisch gebracht, wat dus bij CW wel het geval was). Een film over een vrouw van een schrijver die de Nobelprijs wint. Beetje voor beetje komt de waarheid over hun leven en liefde in beeld. Ik blijf vooral met de vraag zitten: wie heeft wie gebruikt? Ik hoorde een man zeggen bij het buiten gaan dat het een dun verhaaltje was, maar daar ben ik niet mee akkoord, net omwille van dat dubbele wat het gebeurde niet volledig zwart-wit maakt. Allemaal grijstinten.
  • Een natuurwandeling-met-gids. Dat was vooral grappig. Zeker omdat het genre mensen dat zoiets gaat doen ook best grappig is en zo’n natuurgids is ook best een bijzonder type. Ze deed er een elementje extra beleving bij, dus zodoende heb ik afgeknaagde dennenappels bevoeld, evenals een kaakbeen van een ree.

Moeke op de kikkererwt

Op emoshit las ik dit: ‘Voor mij was mijn mama vanzelfsprekend altijd mijn mama. In mijn ogen was het dé job van haar leven, de enige. Het heeft lang geduurd voor ik besefte dat ze nog iets anders deed dan mijn mama zijn. Herinner je je dat nog? Dat je meer en meer dingen over je ouders ontdekte, dat je stilaan tot het besef kwam dat ook ouders échte mensen zijn. Dat ze een heel leven hadden voor ze jou kregen en dat ze heel dat leven ook gewoon verder aan het leven zijn. Dat ze niet op de aarde gezet zijn met als eerste en enige bedoeling om jou te dienen. Dat ze kind geweest zijn, jongere, geliefde. Dat ze niet alles weten.’

Meer dan een jaar was ik op de wereld om de baby’s te dienen. Eerst door in bed te liggen wachten op hun geboorte. Daarna door ze dag en nacht te voeden en te verzorgen.

Ik was bang dat het nooit terug zou komen. De goesting om andere dingen te doen. Het zelfvertrouwen om andere dingen te zijn. Ik heb 100 % bewondering voor thuisblijfmoeders en zie dat ze vaak bijzonder creatief en geëngageerd zijn. En een tijd lang heb ik gedacht dat ik zou thuis blijven en moederen, omdat ik me met de beste wil ter wereld niet kon voorstellen dat ik ooit terug naar kantoor zou willen, dat ik ooit terug klaar zou zijn voor iets, dat ik ooit terug iets belangrijk genoeg zou vinden om mijn best voor te doen, dat ik ooit terug gedoucht zou zijn voor acht uur ’s ochtends. Dat laatste is nog een twijfelgeval en ik ben er intussen vrij zeker van dat een volledige nacht slapen er niet meer in zit.

De Man noemt mij schertsend ‘moeke op de kikkererwt’. Dan begint hij van die dramatische verhaaltjes: ‘Het was alsof moeke op de kikkererwt altijd al in de straat gewoond had, niemand wist waar ze vandaan kwam of hoe oud ze precies was‘. Maar geloof het of niet, moeke op de kikkererwt wil weer werken. Een aantal dingen:

  • Gestart! Ik ben terug gestart met mijn bijberoep. Eerst was dat een vreselijke chaos, omdat ik wel opdrachten aannam, en er dan van uit ging dat ik dat wel eens tussen de borstvoedingen spontaan zou klaren. Maar het werd duidelijk dat dat niet helemaal zou lukken, met alle toestanden van dien. Intussen heb ik een systeem met vooral één oppas die goud waard is. Ze is liefdevol en enthousiast en pedagoge in opleiding. Ik laat haar ongeveer zes uur per week oppassen, verspreid over twee keer (dus 2 x 3 uur). Die uren ga ik dan werken op locatie, en als je mij bezig ziet zou je niet denken dat ik add heb :). Ik ben elke minuut van die uren in hyperfocus. Waar ik vroeger werkdagen had van acht uren die gedeeltelijk verlummeld werden (zitten twijfelen, praatjes met collega’s, lang over taken doen omdat het kon, …), is nu elke minuut optimaal benut. Ik geloof overigens enorm in het 30-urenproject van Femma, omdat ik nu ervaar dat meer uren niet perse meer opleveren.
  • Op locatie. Ik heb een plek gevonden waar ik voor 5 euro per uur kan werken, koffie & thee inbegrepen. Het is er een komen en gaan van freelancers en andere vrije vogels (hoewel ik nu naast een leraar zit die testen verbetert). De cappuccino is heerlijk en ik heb bijna altijd een latte art hartje. Ik werkte graag thuis, maar ik realiseer me ook dat ik de komende tijd (wegens aanwezigheid van de baby’s) waarschijnlijk nog weinig thuis zal kunnen werken. Die heerlijke dagen die ik ooit had waarbij iedereen de deur uit was en ik als enige thuis op zolder zat… Aaah. Voorbij. Voor minstens vier jaar. Buitenshuis werken heeft echter ook voordelen (zoals: je komt makkelijk in de hyperfocus-mood). Ik heb een aantal systemen en plekken uitgetest, maar deze relatief vrije plek (geen abonnement nodig en je betaalt per kwartier en belangrijk: er staat geen radio op!), bevalt me uitstekend.
  • Operatie Schoon Schip. Mijn depressie was niet alleen verwoestend voor mijn zelfvertrouwen, maar ook voor de orde en het overzicht in mijn leven. Ik heb heel veel losse eindjes die ik nu probeer af te hechten in operatie Schoon Schip. Het is schaamte-werk: dingen die ik al lang had moeten doen of te lang heb laten liggen, en die ik nu moet oppakken. Maar dat is de enige manier om het af te sluiten.
  • Betaalde arbeid. De fantastische oppas kost me 7 euro per uur. Een uurtje werken op locatie 5 euro. Een uur werken kost me dus 12 euro. Dat is absurd en staat niet echt in verhouding tot het aantal opdrachten dat ik nu heb (en met bv operatie Schoon Schip verdien ik niets, behalve zelfrespect opbouwen en herstel). Het is een keuze, om te investeren in mezelf. Om weer op de rails te geraken.
  • Kinderopvang. We zijn nog steeds bezig met de zoektocht naar kinderopvang. Ik blijf erbij dat dat in Nederland duur en complex is (lees ook het stukje van deze mede-twinmoeder). Omdat de regels in de kinderopvang veranderen (1 opvoedster per 3 ipv 4 baby’s nodig), nemen opvanglocaties ofwel meer personeel aan, ofwel weigeren ze baby’s omdat peuters goedkoper zijn om te verzorgen. Kortom: de Nederlandse vrouw heeft het echt niet zo makkelijk. Het ziet er naar uit dat we geen oplossing gaan vinden (een oppas aan huis, is goedkoper omdat we dan per uur en niet per kind betalen) voor het einde van mijn ouderschapsverlof, dus ik ga volgende week met de baas praten om mijn onbetaalde verlof te verlengen. Daarna kan ik max 3 dagen per week terug, want een oppas aan huis kan je maar voor 3 dagen in een voordelig stelsel. Ik zou niet terug naar België willen, maar dat is in België toch een pak beter geregeld én je krijgt (oud of nieuw systeem) meer kindergeld (in Nl: 200 euro per drie maanden per kind). Maar even terug over opvang: de jaren tot de kinderen naar school gaan, ga ik letterlijk voor een paar honderd euro per maand werken. Daar moet je al flink gemotiveerd voor zijn, en dan is dat alleen nog maar zo omdat ik hoogopgeleid en dus relatief goed betaald word. Ik vraag me eerlijk gezegd oprecht af hoe onze eventuele oppas haar kinderopvang regelt en het stoot me ook tegen de borst om iemand als een soort ‘huispersoneel’ aan te nemen en van haar te vragen haar leven te plooien naar de uren dat wij werken, voor de kids te zorgen, de was op te vouwen en te zorgen dat er eten op tafel staat als we thuis komen (en tegelijkertijd lijkt het me het feestelijkste ever).
  • Organisatie. Vanochtend appte ik de Man dat ik een #evaatje gedaan had. Eva staat hier voor mijn grote voorbeeld: iemand die sterk en gevoelig tegelijk is, iemand die een boek geschreven heeft, iemand die creatief en boss lady tegelijk is, iemand voor wie productiviteit niet clean en mannelijk is (als in: jezelf managen en werken in een bubbel waar geen was, afwas en zieke kinderen bestaan), maar iets is van het echte modderige en rommelige (familie) leven. Mijn #evaatje was een verbetering in ons leven, dat de boel wat makkelijker en efficiënter maakt. Ik had een weekmenu gemaakt en de boodschappen laten bezorgen… IN MIJN KEUKEN. Dat is iets dat Nederland voor heeft op België begreep ik. Door onze straten scheuren autootjes van verschillende supermarkten, met aardige bezorgers die je boodschappen met liefde even op je aanrecht zetten. Had ik het gevraagd, hij had de frigo nog even monter gevuld, geloof ik. Dit #evaatje past in het ‘wakker worden’. Ik ben precies zo lang niet wakker geweest, door de moeilijke zwangerschap, de depressie, de tijd met twee mini’s. En nu word ik wakker en wil ik weer wat en ben ik hard bezig met het leven efficiënter en handiger te organiseren en heb ik daar nog lol in ook.

Misschien maakt de Man binnenkort een nieuw verhaaltje: ‘Moeke op de kikkererwt. Niemand wist precies waar ze vandaan kwam, hoewel haar Belgische tongval iets verraadde. Naast de zorg voor haar lieve kindjes, managede ze het huishouden als een professional en was ze ook nog eens bijzonder succesvol in haar werk.’

Haha. Wishful thinking mag, toch?

Scènes uit een tweelingleven #4 – stand van zaken

Het is altijd een beetje moeilijk om over kinderen te schrijven. Want het is zo ‘gewoon’ en tegelijkertijd voor mij en de Man het middelpunt van het heelal. Sowieso is het schrijven de laatste tijd wat moeilijk. Dat heeft te maken met het ongestructureerde leven met twee baby’s, maar ook met de zoektocht naar wat ik wil vertellen. Mijn uitjes bijvoorbeeld wil ik best opschrijven, maar ik weet niet of mensen echt zitten te wachten op lijstjes van films die ik zie, boeken die ik lees of anderszins. Wat ik denk ik hier altijd gedaan heb, is dat praktische niveau ‘overstegen’ (in de zin van: dat ik meer meta-dingen schrijf, bijvoorbeeld waarom het mij deugd doet alleen naar de film te gaan in plaats van welke films ik heb gezien deze maand), simpelweg omdat ik mezelf verre van een type vind dat advies of tips aan anderen kan geven. Ik voel me eerder de kluns of chaoot van blogland, en zoals we allemaal weten: verstandige blogs met slimme tips zijn er al genoeg.

Maar dus. De kinderen. Hoe gaat het daarmee? Enkele losse dingen.

  1. De jongens. We hebben de kerstvakantie met behulp van een whiteboard en post-its goed gestructureerd. Elke dag een activiteit, geen lange dagen hangen en spelen. Ik ben niet zo van het structureren en plannen, maar ik weet nu heel goed waarom het goed is. Eerst en vooral komen spontane acties er toch niet van. Nee, wij gaan niet spontaan eens schaatsen met de jongens. We hebben een tweeling van zes maanden die we immers niet alleen thuis kunnen laten. Vervolgens kan je door vooruit te plannen en te denken ook een evenwichtig programma opstellen. Een theater, een film, een keer schaatsen, een indoor-speelhel. Tenslotte ben ik niet iemand die ‘zin’ heeft in dingen, zoals een indoor-speelhel, maar als je er op ingesteld bent en je de dag er rond organiseert, doe je het en besef je dat het nog niet zo gek is om met een koptelefoon op en een cappuccino tijdschriftjes te lezen tussen de joelende kinderen, terwijl de Man thuis vader-dochters-tijd heeft.
  2. De jongste zoon heeft het wat moeilijk. Hij treuzelt met alles en gooit ongeveer overal met zijn pet naar. Het is ontzettend irritant en ik heb daar verschillende gedachten bij. Namelijk: hij heeft twee zusjes gekregen, alles is anders, dus hij heeft tijd nodig. Ook: hij heeft vast ADD zoals ik. Ook: fuck, hij lijkt op zijn vader (en dan zie ik hem al volledig van het pad afgeraken doordat hij zich nergens voor kan motiveren). Ook: het is vast ook iets in de interactie. M.a.w. het kind VRAAGT iets van mij of toont mij iets, misschien wel over mezelf. Maar ik ben ZO geïrriteerd dat het heel moeilijk is om hier constructief mee om te gaan. (Irritatie doordat ik elke opdracht drie keer moet geven, hij standaard niet luistert, hij sommige dingen wel doet maar er dan met zijn pet naar gooit – zo vind ik zijn vuil ondergoed standaard naast de wasmand in plaats van er in.) De grote broer heeft een excellente periode met veel zelfsturing. Ik hoor hem wel eens nare dingen zeggen tegen zijn broer (categorie: ‘jij bent diarree’), maar dat lijkt me broers eigen. Toch? Zeg gewoon ja.
  3. De baby’s zijn een half jaar. EEN HALF JAAR. Om de balans even op te maken. We zijn moe. Het huis is een puinhoop. De nachten zijn nog zeer sterk onderbroken. De borstvoeding is bijna op (ik geef nog vier keer per dag melk aan de baby’s, maar dat zijn eerder symbolische slokjes denk ik – het voelt gewoon alsof ik amper nog melk heb, heeft ook te maken met het feit dat ik telkens ik ongesteld word – sinds de geboorte al vijf keer – zucht – een enorme productiedip heb). De baby’s doen het vrij goed. Uitdagingen zijn momenteel: structuur (ze slapen om 9u30 ’s ochtends 1u tot 1,5 uur en rond 13u ook nog eens, maar veel te weinig/te kort, waardoor het laatste deel van de dag – tussen 16 en 19u, altijd ploeteren is). Slapen. De oudste baby zet het elke avond meermaals op een krijsen, het lijkt alsof ze bang is. Helaas heeft ze ook een enorm stemgeluid dus maakt ze haar zus ook wakker en dan is het echt lol, met twee overspannen baby’s. Laatst suggereerde iemand tien keer na elkaar: laat ze anders gewoon eens een avondje huilen. Maar dat kan dus niet met tweelingen, want dat escaleert enorm. De onrust slaat over en voor je het weet zijn ze beiden totaal over de rooie. Wat leuk is: ze spelen, ze zitten in stoeltjes, ze maken steeds beter duidelijk wat ze willen en wie ze kennen. En ze verschillen dag en nacht, uiterlijk (hoewel er mensen zijn die ze niet uit elkaar kunnen houden) en karakterieel. We hebben een zenuwachtig mager pittig dingske en een gezapige rondbillige lieve baby.

Waar ik vaak aan denk is dat het oneerlijk doch logisch is dat er vaak een conflict is tussen moeders en kinderen. Ik ben me met de baby’s aan het loswrikken uit de symbiose die een hele tijd geduurd heeft (vanaf de conceptie tot nu). Natuurlijk ben ik er meestal, maar ik ga dus ook wel eens alleen op stap of ga een paar uur werken (bijberoep). Het kost zo veel (o.a. verontwaardiging, angst, …) om dit loswrikken te realiseren en eigen ruimte op te eisen, en ik kan me voorstellen dat dit proces veel mixed feelings teweeg brengt bij de baby’s. Ik zie nu ook dat de Man zich niet hoeft los te wrikken, die moet net de omgekeerde beweging maken, namelijk zich binden. En in verhalen van vrienden over de band met hun moeder, hoor ik vaak dat het net wel of net niet (voldoende) verbreken van de symbiose, hen gevormd heeft tot wie ze zijn, en dat daar vaak een portie wrok ten opzichte van de moeder bij zit. Elke poging om eigen ruimte te claimen, stoot tegen een soort verzet. Zit ik eens een uurtje te bloggen, word ik zes keer gestoord. Ben ik een avondje weg, krijg ik berichtgeving over hoe het thuis gaat met al meermaals de suggestie dat ik terug zou komen om de boel te sussen (het is een tweelingding: vanaf ze beiden overstuur zijn, is het ontzettend hysterisch en bijna niet te managen voor één ouder). Sta ik in de douche, worden me vragen gesteld over waar dingen liggen of hoe dingen moeten. Tot en met dat ik wel eens billen afveeg vanuit de douche. Mijn voornemen om gewoon ruimte te nemen, alsof het normaal is, heeft hier nog wat voeten in de aarde.