De magische uren

Soms, zeg ik tegen de kleine zoon, is het niet zo leuk een groot mens te zijn.
Soms, zegt hij terug, is het niet leuk een klein mens te zijn.
Wanneer dan, vraag ik.
Als ik alleen moet spelen, zegt hij.

De tijd is aangebroken. De magische uren waarin alles kan. Iedereen slaapt en pas rond 23u begint de poppenkast opnieuw, met de popjes die wakker worden, om de beurt, en melk willen of troost of warmte of iets dat ik niet begrijp maar waar ik meestal wel in kan voorzien.
De magische uren om te lezen, te schrijven, na te denken, contact op te nemen, plannen te maken, de kast op te ruimen, de rekeningen te betalen, yoga-oefeningen te doen.
Maar eerst moet ik de was opvouwen of wegmoffelen, de vaatwasser inladen, de resterende afwas doen. En dan, dan zijn er de magische uren.

Vanochtend verkaste ik met baby’s naar de Man zijn bed om 5u30 en viel eindelijk in een diepe slaap. Toen hij me tot vanavond kuste om 7, deed ik alsof ik niet bestond.
Vandaag at ik cake als ontbijt op een drafje en besloot om morgen echt yoghurt met gebakken ananas te maken of zoiets.
Vandaag liep ik naar school en terug.
Ik dronk gruwelijke slechte koffie met de andere ouders.
Ik praatte met de buurvrouw en de buurman op de terugweg.
Ik gaf borstvoeding. Legde de baby’s in bed. Deed de was. Ging in de douche.
Ik deed de baby’s in bad. Gaf weer borstvoeding. De kleine baby spuugde mijn en haar schone kleding vol zure melk. Ik kleed me al niet meer om als dat gebeurt.
Ik zong. Ik lachte. Ik praatte. Ik legde de baby’s weer in bed en ging toen met mezelf aan tafel zitten lunchen, met restjes van gisteren en de krant van vandaag. Alles wat ik kon doen zoemde door mijn hoofd, en toen hoorde ik de baby’s weer en ik gaf borstvoeding en de kleine baby spuugde mijn en haar kleding vol zure melk en ik kleedde haar om en gaf hen een schone luier en we gingen de stad in.
Ik kocht rode glinsterende panty’s want op een dag heb ik zin om me leuk te kleden, zeker weten. Ik kocht een blouse waarin mijn buik niet zo opvalt en wat ik kan open knopen om te voeden. Toen ik de blouse paste, zag ik dat er ook witte vlekken op mijn rok zaten, niet enkel op mijn mouw. Ik kocht luizenshampoo en babyschuimbad.
Ja, een tweeling. Ja, een rijkdom. Ja, heel leuk. Ja, ook vermoeiend. Ja, twee meisjes. Soms voel ik me een celebrity in de stad.
Ik wandelde en wandelde, en de baby’s keken naar me en ik probeerde tegen beiden even veel te praten en naar beiden even veel te lachen en beiden even veel aan te raken aan hun kleine neusjes en toen vielen ze in slaap en we liepen de Man tegemoet en die wilde wandelen dus we wandelden de stad weer in.
Thuis gaf ik borstvoeding en liep ik rondjes terwijl de Man naar de bso ging, ophalen. Want één dag per week houden we de bso aan voor het geval dat. De kleine baby huilde en dus kon er niet gekookt worden, dus schoof ik pizza in de oven en pakte het huilende kind weer op en daarna uit schuldgevoel ook de blije baby.
De Man en ik maakten de baby’s klaar voor bed met schone luiers en slaapzakjes en flesjes melk want op het einde van de dag ben ik te moe om nog melk te maken.
Hij vertrok naar het lopen, en ik zei dat het niet altijd leuk is om een groot mens te zijn en ging toen de was weg moffelen, de afwas doen, de vaatwasser inladen.

De magische uren breken aan. Ik mag mijn pyjama aandoen van mezelf. Ik denk aan de vrouw die twee jaar en wat maanden geleden hier op de bank zat en de Man waarschuwde. Dat ze niet zo’n type was dat ’s avonds op de bank zou zitten met hem. Dat ze daarvoor veel te veel interessante dingen te doen had.
Die vrouw zou schamper lachen als ze ziet hoe ik om acht uur mijn pyjama neem. Die warme, grote, ouderwetse, flanellen pyjama die ik vooraan kan open knopen om borstvoeding te geven.

De magische uren. Alles kan nu. Niemand heeft me nodig. Niemand huilt, zuigt, lacht, vraagt, vertelt.

Ik besluit warm appelsap te maken, met kaneel. En in bed te gaan zitten. Morgen, echt, morgen. Morgen ga ik lezen. Schrijven. Nadenken. Contact opnemen. Plannen maken. De kasten opruimen. Rekeningen betalen. Yoga-oefeningen doen. Nu gewoon even mijn ogen dicht. Vijf minuutjes maar, van die magische uren. Moet kunnen, toch?

Een dag in het leven van prinses & co: februari 2017

Ik pik de draad weer op met een dag uit ons leven. Het is een ketting (af en toe onderbroken) van banale dagen. Maar door maandelijks een ‘banale’ dag bij te houden, zie je mooi hoe alles altijd in beweging is. Dit is een dag uit februari. Mijn blog en mijn leven lopen niet meer simultaan, en dat is prima zo.

07u30
Kindervoetjes op zolder. Ik lig naast M. Ochtenden, het is niets voor mij. De jongens willen dat we komen kijken naar het spoor dat ze gebouwd hebben. We bewonderen het uitgebreid. Onderweg naar beneden duik ik stiekem weer in bed terwijl M. cappuccino gaat maken. Zo horen de taken verdeeld te zijn.

11u00
Ik heb brood gehaald. Ik vind het moeilijk om me voor te stellen dat ik hier ga wonen, maar elke keer als ik de ochtend trotseer in deze stad, en vanuit het steegje van M. naar de bakker loop als een local, zonder bh en ongewassen, kriebelt het. Het lijkt vaak zelfs moeilijk te geloven dat mijn leven hier zou kunnen verder gaan, omdat het een context was waar ik zelf nooit van gedroomd zou hebben omdat het onbereikbaar was: een mooi huis midden in een mooie stad. Een leuke buurt. Alles op wandelafstand. Een geweldige gedeelde tuin achter het huis. Ik had het zelf niet mooier kunnen verzinnen en ik vind het soms nog steeds moeilijk te geloven dat het binnen bereik is.
We hebben samen ontbeten. De jongens hebben gespeeld en tv gekeken, ik heb soep gemaakt, we hebben gedoucht en nu gaan we op pad.

12u30
We hebben wat gewinkeld en zitten in een kindercafeetje waar de jongens leuk kunnen spelen. We lunchen tussen andere ouders en ander grut. Waarom het concept kindercafé in België nog onontgonnen lijkt is me volstrekt onduidelijk. Er is gewoon niets dat je je liever kan wensen als ouder dan lekker te kunnen praten met je lief, de krant te lezen of een boek, fijn koffie te drinken, terwijl de kinderen met zijn allen in het centrum van het café spelen met al het leuks dat er voor handen is. Je ziet ze enkel terug als ze een sipje van hun drankje komen nemen. Wat een luxe.

15u00
Ik loop chagrijnig van de H&M naar het huis van M. Ik heb kleding gekocht om te sporten en ik heb een soort diepgewortelde afkeer ten opzichte van sporten. Maar ik ben het ook eens met M. dat mijn conditie helemaal niet goed is. Ik heb elke dag pijn en ben niet bepaald in topvorm voor een vrouw van 32. Dus ja, daar moet ik wat aan doen. Maar nee, daar heb ik geen zin in. En ik hou ook al niet van de H&M, ik ben er jaren niet geweest en heb veel bedenkingen bij de herkomst en prijzen van de kleding. Ik heb een soort ideaalbeeld van mezelf, en in dat beeld ben ik inderdaad wat slanker en sportief en fit en energiek, maar het is best moeilijk om daar ook daadwerkelijk naar toe te werken.

15u30
Zwemmen met de jongens. Het is iets dat M. en ik vaak doen. De jongens vinden het geweldig en M. ook. Ik hou er minder van. Koud en nat. Maar ik zie ook in dat het een goede activiteit is voor mijn twee energiebommetjes. M. heeft me veel geleerd over mijn ouderschap. Zoals jullie hier hebben kunnen lezen, is er lang een situatie van schaarste geweest die gepaard gaat met het alleenstaand ouderschap. Schaarste van geld is één ding en misschien nog wel het meest relatief, maar ook tijd en energie  waren schaars. Het besef viel koud op mijn dak toen ik een tijdje terug van een opdracht naar M. reed en hem vanuit de auto belde dat ik een voorstel met offerte de deur uit moest doen en dat ik dus niet zou koken zoals ik eerder had aangekondigd. Ik werkte, daarna gingen we uit eten. En ik besefte dat dat voorstel dat belangrijk was en voor stress zorgde vroeger iets zou geweest zijn dat ik dan moest doen na het ophalen van de kinderen, koken, eten, bedrituelen. Meestal moest ik mezelf dan doodmoe nog proberen vooruit te branden, wat altijd een neiging tot uitstellen gaf en waarmee ik in de problemen ben geraakt.
Schaarste dus. Door die schaarste in tijd en energie zag mijn ouderschap er vaak zo uit: ik liet de kinderen een activiteit doen (bv een film kijken) zodat ik zelf wat anders kon gaan doen. Of: ik verwachtte van de kinderen dat ze leuk speelden terwijl ik uitgeput op de bank de krant las. Beide scenario’s zijn niet erg verbindend. Met M. is de tijd en energie drastisch toegenomen (hoewel we beiden ook niet zo’n sprankelende en energieke mensen zijn), en doen we ook echt activiteiten met de kinderen. Samen. Niet: jij neemt ze mee zodat ik kan werken en daarna doe ik wat zodat jij tijd voor jezelf hebt. Maar: echt met zijn viertjes. Dat is zo verbindend en gezellig en ik sta er nog steeds verbaasd van dat M. dat ook echt wil en er zelf van geniet.

18u00
Ik draag een vermoeid klein jongetje het huis in. De grote zoon schrijft in een schriftje dat hij van me gekregen heeft. Erg leuk om te zien hoe hij zich uit: hij maakt lijstjes van de namen van de kindjes van zijn klas, schrijft op wat we vandaag gedaan hebben, maakt sommetjes. Heerlijk. De kleine zoon kliert er een beetje tussendoor. Ik kook. We eten samen en gaan dan op de bank, met donsjes en ook weer met zijn vieren, naar een film kijken. De jongens liggen heerlijk tegen ons aan. Als ik ze na de film naar bed breng, zijn ze doodmoe en zielsgelukkig. Het is alsof ze alles gekregen hebben wat ze nodig hebben aan tijd, energie, liefde, uitdaging. Hoewel de grote zoon nog wel eens kwaad wordt (bij veranderingen of bij grapjes of als de kleine zoon hem een beetje in de weg zit), loopt het niet meer zo uit de hand. De kleine zoon haalt kattenkwaad uit, genre sleutels van kasten halen, maar is ook ‘los’ van me en vrij. Hij slaapt moeiteloos alleen en heeft het naar zijn zin.

21u30
Een dag met de kinderen is intens. M. en ik genieten nog even van tijd met ons tweetjes. We maken grapjes over zijn family-man-gehalte. Hoe je het ook draait of keert: ik vind het gek dat deze man die zo geniet van de tijd met de kinderen en er ook zo naturel goed in is op zijn eigen bescheiden manier, nog geen gezin met twintig kinderen had. Lucky us.

22u30
Van zodra mijn hoofd het kussen raakt, slaap ik. Ik merk amper dat M. naast me komt liggen. Ook ik ben erg voldaan. Alsof ik alles krijg wat ik nodig heb op deze mooie plek. Het ellendige gevoel van door mijn energie heen zitten waar ik al jaren mee vecht, is hier vervangen door een gevoel van totale vermoeidheid op het einde van de dag. Maar wel een gezonde, lekkere vermoeidheid na veel verbondenheid, liefs en actie. Heel anders dan het gevoel mijn energie verloren te hebben aan frustratie en vechten met mezelf. Lucky me Lucky uszzzzzzzz.

 

Een dag uit het leven van Prinses & cO: juli 2016

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit julialsjeblief! 

Vierentwintig uur
Een dag waarin prinses even kinderloos is, ontbijt met een potje troost en geniet met een triest ondertoontje.

Vanaf nu zal dit één keer per maand gebeuren, 12 keer per jaar. 24 uur kinderloos. Ik twijfel of ik er over ga schrijven, omdat ik geen reacties wil als in ‘ooh, dat zou ik ook wel eens willen‘. Met het alleenstaande ouderschap is het namelijk alles of niets. Alleen ouder zijn of je kinderen niet bij je. Niets tussenin zoals eens een half uur op toilet een boekje gaan lezen terwijl je partner zich om de kroost bekommert, of een avondje uit met vriendinnen terwijl je partner zich om de kroost bekommert of … You get it. Alles is vermoeiend, niets is eenzaam. Hoewel er ouders zijn die hun kinderloze tijd heel goed invullen (de ondeugdelijke man had daar een handje van weg – reisjes, uitstapjes en vrouwen), vond ik het vooral heel overweldigend om te beseffen dat ik 24 uur alleen zou doorbrengen. Op voorhand had ik bedacht dat ik dan alles kon doen wat ik normaal nooit kan. Alle kasten uitkuisen, de tuin opruimen, sporten, afspreken met vriendinnen, naar de film, 500 mails beantwoorden, mijn werk inhalen, bijslapen en mijn benen ontharen. En naar de sauna. De realiteit was enigszins anders. Bij deze een dag uit het leven van Prinses, special edition, want zonder co.

18u
Een leeg huis. Raar. Stil. Ik ga aan de computer zitten en verzink in mijn werk. Ik laat de boel de boel. De buurman komt buurten en kijkt een beetje fronsend naar het aanrecht dat vol groenten ligt.

20u
O ja, eten. Ik heb soep gemaakt. Ik eet aan de computer.

23u30
Ik moet een aantal telefoontjes doen voor mijn werk. Het worden interessante gesprekken, ik eindig de avond met bladzijden vol nota’s, een voldaan gevoel en een kitkat. Ik voel dat ik moe ben, ik kijk op tegen het slapen. Vreemd genoeg ben ik bang, wat ik niet ben als er leven in huis is. Ik laat het licht op de gang branden, luister in bed naar een aflevering van de podcast de verwarde cavia, en val snel in slaap.

07u00
Ik duw de wekker af.

07u30
Eerste mailtjes en smsjes lopen binnen. Ik vermijd de keukentafel. Het is zo alleen. Ik zet de pc aan en begin te werken met een kopje koffie en een potje tiramisu.

11u00
Veel gedaan. Ik maak een lijstje van huishoudelijke taakjes die ik wil doen. Ik begin met lasagna maken. Een grote voor morgen, een mini-tje voor nu. Als de lasagna in de oven staat, doe ik de was, de afwas en ruim ik op. Ik eet met de krant erbij. Weinig honger.

13u30
Na een snelle douche maak ik een lijstje. Ik fiets naar de stad langs een natuurgebied, heel rustig aan. Ik ga langs in de bib, bij de koffiewinkel en haal een voorschrift op bij de dokter dat ik meteen inwissel bij de apotheek. Ik fiets rustig terug, geniet met volle teugen ondanks dat eenzame ondertoontje in mijn gevoel. Hoe lang is het geleden dat ik tijd had om naar de bib te gaan? Hoe lang heb ik niet gefietst?

15u30
Rekeningen betalen. Op de fiets heb ik zitten fantaseren over het kopen van een klein huisje, maar de financiële realiteit blijft confronterend. Mijn loon is net gestort maar ik geef een vierde ervan meteen uit, aan het betalen van opvang, een rekening van de school, water, elektriciteit, zorgverzekering, labo na een bloedtest. Slik.

16u00
Ik moet nog even iemand bellen. Alweer een lang en intens gesprek waarin ik veel geleerd heb. De laatste 24u heb ik allerlei erg uitdagende dingen kunnen doen op werkgebied. Nieuwe ideeën, nieuwe theorieën, ik heb echt bijgeleerd en dat is lekker. Ik stel mezelf voor als een oud vrouwtje in een huisje in Zeeland, alleen en innig tevreden met boeken, een fietstochtje en een kopje soep.

18u00
Eindelijk. Weerzien. Het is raar omdat er enerzijds een poging is om het gemis te verbergen dat er vingerdik op ligt, en anderzijds een poging om te verbergen dat het leuk was. Nou ja, auw. Tussen mij en Dirk was één en ander ontdooid maar nu is het weer ijskoud. Ik ben kwaad dat hij me dit aan doet. Dit hoort niet. Moeders horen niet van hun kinderen gescheiden te worden. Het is allemaal de schuld van zijn vertrek. Thuis volgt er soep, spelen, landen, bedritueel. We zijn weer samen, oef. En tegelijkertijd weet ik dat ik heel gelukkig ben op mijn ééntje en dat het me heel veel deugd doet om tijd alleen door te brengen. Na kinderbedtijd drink ik een kop koffie, lees ik een paar bladzijden uit het boek van Paulien Cornelisse dat ik uit de bib heb meegebracht.

20u30
Lezen. Schrijven. Erg moe maar ik wil graag nog enkele teksten afwerken.

23u00
Bedtijd. De angst is weg. Het licht gaat gewoon uit vannacht.

 

 

 

Een dag uit het leven van Prinses & cO: juni 2016

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit junialsjeblief! 

Goesting
Een dag waarin prinses gefileerd wordt door haar aantrekkelijke collega J., keuzestress heeft in de Albert Heijn en verlangt naar een permanente staat van lichte manie.

06u05
De wekker gaat. Ik haat dit, ik haat dit. Om 1u bruiste ik nog van de ideeën. Maar vijf uur later ben ik een wrak. De peuter wordt ‘slecht’ wakker, huilend dat hij een rokje aan wil.

07u08
Met enige moeite zijn we gewassen en aangekleed geraakt. De kinderen zitten op de achterbank met een boterham. Hate this so much. Pas als ik ze afgezet heb en richting Nederland koers, realiseer ik me dat ik altijd vergeet voor mezelf ontbijt te maken. Enkel een koffie in mijn keepcup biedt troost.

09u00
Op tijd, prima op tijd. Ik meld me bij de secretaresse. Vraag of mijn collega J. er al is. Nee. Ik ga naar de wc en vis mijn concealer en mascara uit mijn tas. Als je geen tijd hebt om je echt op te maken ’s ochtends, kan je tenminste je wallen wegwerken. Ik verander in minder dan een minuut van een belabberde moeder in een vrouw-met-frisse-blik. Hoe heb ik zo lang zonder dat spul kunnen leven?

09u29
Daar is hij, net op tijd. J., in een wolk van zelfvertrouwen. We worden de vergaderzaal ingeroepen en gaan in gesprek met vertegenwoordigers van verschillende organisaties om een opdracht binnen te halen. Ik ben zo onder indruk van J. dat ik besloten heb het maar aan hem over te laten. Met zijn charme en energie zuigt hij ook de aandacht naar zich toe. Maar eenmaal in gesprek gooi ik mijn expertise in de strijd, geef ik beelden bij de aanpak die ik voorstel. Het lukt me echt contact te maken met de heren in de kamer. Eén man vraagt bij het afscheid of hij me ook buiten de opdracht waar we het vandaag over hadden mag bellen. Uiteraard.

11u10
J. en ik staan op de stoep en analyseren het gesprek. Mijn oog valt op een terras, ik stel koffie voor. We drinken koffie en we hebben een echt gesprek waarin de tegenstellingen in mezelf haarscherp worden. Het gesprek met J. is zo raak in de goede zin van het woord. We hebben het eerst over de heren waar we net mee spraken. Ik vertel J. dat ik het interessant vind om te kijken hoe hij dit soort gesprekken als man ingaat, en ik vertel hem dat ik als jonge vrouw altijd in een eigenaardig soort positie zit ten opzichte van de meestal grijze heren. We geven elkaar bedekte complimenten. Hij vraagt me of het erg is dat ze voor mij kiezen omdat ze me een leuke vrouw vinden en een goede professional. Als hij vertelt dat hij zijn blauwe ogen wel eens inzet als er een vrouw in het gezelschap zit, zeg ik dat hij nog wel meer in huis heeft om in te zetten.
En dan gaat het over werk. Onze soort werk, de moeilijkheid daar grenzen in te trekken. De moeilijkheid het te combineren met een gezin. Mijn vragen over goed moederschap. Hoe ik inwendig verscheurd ben, behalve als ik in de flow van het werken ben. Hij fileert me. We staan op. Ik kondig aan te zullen betalen. Hij zegt eerst nee, maar dan ja. Met een ‘je bent immers geëmancipeerd‘ en een knipoog verdwijnt hij.

12u15
Veel gewerkt, de laatste tijd. Dat is te zien aan mijn huis. Hoe kan er nu zo veel chaos ontstaan als we er zo weinig zijn? Ik besluit radicaal te kiezen voor zorg, en stop bij de Albert Heijn. In de winkel word ik op een gegeven  moment bijna stapelgek van de keuzestress. Ik moet koekjes hebben om mee te nemen op een uitstapje, maar ik heb de keuze uit een hele rayon vol allerlei soorten koekjes. Ik sta meer dan een kwartier vertwijfeld te kijken en kom bijna op het punt een onbekende te vragen in mijn plaats te kiezen. Met allerlei soorten groenten en fruit, vegetarische burgers, wasmiddel, drankjes en  ja hoor, ook koekjes, vertrek ik huiswaarts.

13u30
Al rijdend luister ik naar ‘Plots‘. Dit is zo ongelooflijk in-my-face. Bijvoorbeeld de aflevering waarin een bende huisgenoten vertellen hoe ze een oudere man hebben buiten gezet en welke overwegingen daarmee gepaard gingen. Of de aflevering waarin een oudere vrouw vertelt dat ze door het nemen van Prednison voor een fysieke kwaal plots daadkrachtig wordt en voortvarend, dat haar karakter verandert. Ik SNAK naar een pil die dat effect op me heeft. Een permanente staat van lichte beheersbare manie. Daar zou ik voor tekenen.

16u00
Jongens opgehaald, Familiehelpster staat te koken. Boodschappen uitgeladen. Naar de drankenhandel gegaan. Koffie gezet. Opgeruimd. Kinderen aandacht gegeven. Samen gelezen en gespeeld. Duizelig van de veelheid.

19u00
Ze liggen in bed. Ze hebben gegeten. Vanuit de kamer van de Kleuter klinkt een stemmetje. ‘Moeke, dankjewel voor de Dino-kaartjes(*). Ik vind het echt een leuk cadeau‘. Ik sta versteld. Ik loop naar de Kleuter en vertel hem dat ik het zo lief vind van hem dat hij dat zegt.
Mijn bureau is een zooi, het huis is een zooi. De was moet gedaan worden, de afwas. De mails blijven aantikken. Ik moet een offerte maken en een factuur sturen. Maar ik maak koffie en gun mezelf schrijftijd. Ik denk na over de dag en realiseer me dat ik weer gulzig leef. Bij momenten spat ik uit elkaar van goesting. Goesting om te werken, goesting om contact te hebben met anderen, goesting om lief te hebben, goesting om in mijn kinderen hun billekes te bijten, goesting om te leven, vol. En dat zonder Prednison. Hoera.

(*) Zie hier.

 

 

 

Een dag uit het leven van Prinses en cO: mei 2016

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit meialsjeblief! 

Over een overspannen moeder en een overspannen zoon
Een dag van Prinses en cO waarin de ochtendstond geen goud in de mond heeft, Prinses onderduikt in een koffiebar en er gemijmerd wordt bij een bus bejaarden.

07u30
Ochtenden, het is mijn zwakke plek. Maar vandaag wordt een goede dag. Ik heb met pijn in mijn hart een afspraak afgezegd omdat ik het eigenlijk gewoon niet meer red, maar daarmee komt er een dag vrij om eens door te werken. Ik moet ook meer aan lichaamsbeweging doen, dus het plan is als volgt: ik ga de jongens met de fiets weg brengen, fiets dan door naar de stad, kan dan eindelijk even de winkelstraat in voor die paar dingetjes die al een tijdje op het to-buy-lijstje staan, en ga de hele dag werken in een koffiebar (stimulerende omgeving, goede koffie, geen afleiding, geen neiging in mijn bed te kruipen). Allemaal vliegen in één klap (win-win-win!) en hopelijk een oplossing voor de afschuwelijke frustratie van veel werk en geen tijd om het te doen.

07u45
Kleuterzoon komt vertellen dat hij ziek is. Ik zie mijn hele dag in duigen vallen en word instant gek. Ik geraak totaal overstuur, met roepen en huilen hoe ik in godsnaam mijn werk ooit eens af krijg en wat ik tegen mijn baas moet zeggen en dat ik het niet meer kan, ’s avonds en ’s nachts werken om toch maar gedaan te krijgen wat moet. Hij huilt (en terecht!), ik huil, de peuter doet voor de gezelligheid ook maar eens mee. Er is blijkbaar maar weinig nodig om me op dit punt te krijgen. Gisteren heeft de huishoudhulp afgezegd, het huis is vuil en voelt rommelig, ik zit chronisch achter met alles wat slapen, werken en huishouden betreft. En ik ben het zo beu, deze eindeloze frustratie, de schaamte, het spelen onder mijn niveau.

10u00
Intussen is er veel gebeurd. Ik heb met de zonen gepraat over mijn reactie. De kleuter is op, denk ik. Op van de stress. Ik denk niet dat hij fysiek ziek is, maar hij kan gewoon even niet meer. Het einde van het schooljaar is een te spannende periode met veel te veel bijzondere dingen. En ik weet dat hij gisteren uitgelachen is door zijn klasgenootjes – kleuters kunnen zo ongenadig zijn. Waar ik zo kwaad om werd, is dat hij me het gevoel geeft te doen alsof hij ziek is. Hij zei misselijk te zijn, maar vroeg wel of hij een boterham mocht met kaas en confituur die hij smakelijk op at, waarna hij nog één vroeg. Als ik rustig ben, weet ik dat hij overprikkeld is en gewoon snakt naar een dagje rust. Dat gevoel ken ik. Maar in mijn blinde paniek leek het alsof ik een kind had dat stokken in mijn wielen probeerde te steken. Omdat het altijd al zo een strijd is om gedaan te krijgen wat moet gebeuren, zelfs als niemand ziek is, ben ik daar wanhopig van geworden.
Ik heb een doktersafspraak gemaakt, ik heb wanhopig gebeld naar de CM kinderoppas. Ik heb huilend gevraagd of er vandaag nog iemand kon komen. Ik heb naar de opvoedingsbegeleidingsdienst gebeld om te vertellen dat ik geroepen had tegen mijn kinderen en of er nu eindelijk de hulp mag komen waarvoor ik intussen al een jaar op de wachtlijst sta. Ik krijg lieve mensen aan de lijn die me kalmeren, me vertellen wat ik nu moet doen voor mezelf en mijn kinderen en die me opvolgen door in de loop van de dag nog een paar keer contact op te nemen.

11u00
Ik heb de peuter weg gebracht en de CM heeft een engel gestuurd. Het is iemand waar ik onmiddellijk bij aanvoel dat ik haar kan vertrouwen en ik neem haar even apart en leg haar uit wat er aan de hand is. Een oversture moeder en een oversture zoon. Ik voel dat zij diegene is die in staat zal zijn om voeling te krijgen met de zoon, hem tot rust te brengen. Ik neem een korte douche om mijn tranen en mijn wanhoop af te wassen, maar ik blijf doodmoe. Ik vertrek naar de stad, niet met de fiets maar met de auto, om te gaan werken in de koffiebar. Ik heb een koptelefoon bij om me af te sluiten van het omgevingsgeluid. De jongen van de bar kent me en ik krijg mijn eigen melkkannetje en dat is nu net het kleine gebaartje dat een overspannen moeder nodig heeft. Het is al 12u00 als ik kan beginnen werken, ik heb tijd tot 16u00, voor ik weer de toer moet doen: kinderopvang, thuis, koken, doktersafspraak, bedritueel, … Vier uur werken, terwijl ik voor acht uur betaald word. Ik schaam me, ik ben diep ongelukkig. Ik haat het telkens weer rechtkrabbelen en elke keer weer door de omstandigheden neergetrapt worden. Via een groepsapp van mijn afdeling zie ik allerlei interessante dingen voorbij komen van mijn collega’s, en ik ben doodsbang dat ik in dit gezelschap van krachtige professionals niet mee kan.

16u00
Ik heb koortsachtig gewerkt en sluit mijn computer af. Ik haal de peuter op en onderweg naar huis belt mijn baas om allerlei dingen te bespreken. De peuter praat gezellig mee. De rest van de avond verloopt als gepland: koken, eten, naar de dokter, en veel te laat met twee heel erg vermoeide en dus behoorlijk drukke kinderen naar huis, alwaar warme sojamelk en het bed hen wacht.

20u45
Door de stress van vandaag sta ik weer even op scherp, de mist is weg uit mijn hoofd. Ik doe de was, de afwas, ruim het speelgoed op en stofzuig. Plots irriteert de kapstok me mateloos, ik gooi de helft van de jassen in de doos voor Wereld Missie Hulp. De meeste sjaaltjes en mutsen gaan dezelfde kant uit. Mijn hoofd slaat weer op hol en ik maak ambitieuze plannen voor grootscheepse opruim-, ontspul-, en schilderwerken.
Tijdens het ophangen van de was denk ik aan de bus oudjes die ik vanochtend heb gezien. Wat zit het leven toch absurd in elkaar. Ik ben op een leeftijd dat ik alles zou moeten kunnen, jaren die de mooiste zouden moeten zijn en waar ik later vast naar terug verlang als de jongens mannen zijn geworden en slechts af en toe hun verrimpelde moedertje komen opzoeken. Maar ik loop volledig leeg op de combinatie werk, huishouden en gezin. Soms lijkt het alsof er niets meer van me over blijft.

21u50
Met een kopje thee ga ik weer aan mijn bureau zitten. Ik werk verder waar ik om 16u gebleven was. Ik verfijn twee enquêtes en beantwoord nog een tiental mailtjes. Als ik dit weekend werk als de kinderen slapen, dan been ik toch een minibeetje bij. Maar wil ik dat? Ja en nee. Het geeft een fijn gevoel wat dingen af te vinken, maar soms wou ik dat ik een struisvogel was en dat ik met mijn kop in het zand de wereld en alles wat daarin schreeuwt om aandacht, tijd en energie die ik niet heb, kon negeren. Ik hoop dat reïncarnatie bestaat. Dan kom ik terug als struisvogel, of beter nog: poes.

23u50
Kersenpitkussen warmen, zonenzoenen. Hopen op een betere dag morgen. Nog een paar bladzijden lezen in bed. Ogen die dichtvallen. Eindeloos moe.

Nuance – naschrift

De volgende dag staat de kooi open. Ik weet niet waarom. Het is een dag waarin één en ander moet gebeuren, maar er geen planning is. Dus we doen ’s ochtends rustig aan, gaan dan brunchen op een feest waar me moeten zijn. Na een kwart glas cava kan je mij intussen wegdragen, dus we komen thuis en kruipen in bed en doen een overheerlijke luie middagdut. We worden wakker met uitgelopen schmink. We eten een boterham, niet aan tafel maar op het stoepje. Daarna gaan we de stad in, omdat we nog wat dingen moeten hebben. We eten ijs met spikkels en ik koop nieuwe rode schoenen met een bloem er op en een spel dat ik wil. Zomaar, ongepland. Bedtijd wordt met uren uitgesteld en na de pasta eten we goedkope macarons. Ik trakteer mezelf op een babysit en de nieuwste van Almodovar – in mijn uppie – (wat ik daarvan vind weet ik niet). Het is los, het is vrij, het is licht. Zo’n dagen zijn er ook. Dagen dat de kooi open staat. Die mentale kooi waarin strakke schema’s, to-do-lijsten en een financieel schrikbewind heersen. Waarin vanalles moet en ik zelfs bij een blikje fris biologisch sap inwendig oorlog voer over de vraag of ik wel recht heb op dat drinken (want het is blik dus niet ecologisch en er zit suiker in). Wie mij snapt, mag het zeggen.

 

 

 

Een dag uit het leven van Prinses en cO: april 2016

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit april – op het nippertje, alsjeblief! 

Over wolkjes en de lappenmand
Een dag van Prinses en cO waarin de ondeugdelijke man terug opduikt, een relaxte vrijdagavond een illusie blijkt en Prinses zich met een steen op haar borst bevindt.

08u50.
De peuter en ik zitten in de auto. Ik heb besloten dat hij mee mag naar de bandencentrale en dat ik hem vervolgens naar de opvang breng. Quality-time. We staan achter een bus die de steenweg verspert. Een kwartier lang stappen er rustig kinderen en begeleiders in en uit en in en uit op hun dooie gemak, de vier lichten knipperen. Intussen staan de auto’s aan te schuiven tot aan de ring van de stad. Dit hou je toch niet voor mogelijk? De peuter gilt: ‘Jijden ajjemaaj!’. Het helpt niet.

09u10.
Bandencentrale. De zomerbanden mogen er weer op. De peuter is doodsbang voor de geluiden en de mannen in de garage, dus we gaan naar de tegenoverliggende bioplanet. Wat een heerlijke plek. We kijken wat rond, en ik koop thee voor mijn  hart-chakra. Kan nooit kwaad. Achteraf blijkt dat we de knuffel van de peuter in de garage vergeten zijn. ‘Die kan nu nieuwe vrienden maken,’ zeg ik tegen mijn zoon. Mijn hart krimpt bij de gedachte aan dat witte popje in het borstzakje van een uit de kluiten gewassen garagist.

10u05.
Kinderopvang. Ze zijn koekjes aan het bakken. Ik wou dat ik mocht blijven.

10u30.
Klein intermezzo thuis. Kopje thee en een opruimrondje. Ik loop op wolkjes en hum een beetje. Gisterenavond de Ondeugdelijke terug gezien, van wie ik in de herfst op een minder fijne manier afscheid nam. Het was een functioneel weerzien, en het was goed en mooi en warm. We spraken over de herfst, hij heeft blijkbaar al die tijd gedacht dat ik boos was op hem, wat ik niet was, ik was verdrietig. Hij zegt dat hij blij is dat we elkaar weer zien, en hij houdt me vast en dat is onwennig en warm en lekker tegelijk. God, wat ruikt deze man lekker en wat is het fijn dat hij stevig is (wat niet hetzelfde is als dik). (Van de omhelzingen van Dirk herinner ik me vooral borstkas.) Ik was op voorhand nerveus en heb besloten dat er absoluut niets gaat gebeuren dat ik niet wil, en er gebeurt ook helemaal niets dat ik niet wil. Het is goed en ik weet plots weer heel exact wat ik zo mooi vind aan deze man.
Ik schud me los uit mijn overpeinzingen en vertrek naar Pim, de emotioneel lichaamswerk-therapeut.

11u30.
Ik lig bij Pim met een steen op mijn borst. Ik moet dingen zeggen en symbolisch afscheid nemen van iets dat op me drukt, en dan het gewicht van me afhalen. Wonderwel werkt het en ik voel me enerzijds vrijer en anderzijds een beetje verweesd want wat ik moet loslaten is de plaats in mijn gezin van herkomst. De rol van het kind dat alles beter wil maken en loeihard haar best doet en niets bereikt. Ik heb geen andere rol dan die, en met het daar afstand van nemen lijk ik nu volledig in het niets te vallen.
Pim en ik praten. Over relaties en over het verlangen naar mannen die onbetrouwbaar zijn, waar ik hard voor moet werken en niets mee bereik.
Het is een loodzware sessie. Ik was van plan nadien de stad even in te gaan – het is mijn vrije dag en ik had een aantal kortingsbonnen dus wou ik even bij de schoenwinkel langs en mijn make-up aanvullen, maar ik doe het niet. Geen zin meer.

12u45.
Ik sta aan de kassa in de Colruyt. Ik voel me even een normale moeder, die de boodschappen in huis heeft voor het weekend.

13u30.
Boodschappen uitgeladen. Ik maak een slaatje voor mezelf en een kop warme soep, en eet op de bank. Na het eten luister ik podcasts, terwijl ik met een kersenpitkussentje op de bank lig. Therapie voelt enerzijds als een luxe, maar het is tegelijkertijd heel hard werken. Pim had me aangeraden wat te rusten en sowieso wat meer te cocoonen, dus doe ik trouw wat ik moet doen en geniet ik enorm van even lekker warm in mijn nestje liggen en even niets hoeven.

17u00.
Jongens opgehaald. Ik kijk elke keer uit naar vrijdagavond en elke keer is het een soort van drama. We zijn alle drie op. De jongens maken ruzie. Ik kook, ze lusten het weer niet. De oudste heeft een irritante tic waar ik bijna van tegen het plafond ga, en de jongste voelt zich niet helemaal lekker (alweer). Het is alsof we alle drie op ons sensitiefst zijn en niets van elkaar kunnen hebben, elkaar de gordijnen injagen. Ik voel me de beroerdste moeder van de wereld omdat ik er niet in slaag het einde van de week fijn ontspannen te vieren met de mannen. Tussendoor lees ik dit stukje van Inke en ik ben enerzijds hyperblij voor haar dat er iemand bezig is met haar naderen, en anderzijds knettert het van jaloezie omdat de Ondeugdelijke weer alles behalve naderen doet en zoals gebruikelijk niet antwoordt op sms, en tegelijk herken ik zo veel en vooral dat verlangen om er gewoon eens vol voor te gaan en vooral al dat innerlijk geneuzel en gepeins overboord te gooien.

20u05.
De jongens slapen. Ik zit op de bank – helemaal in de lappenmand – en schrijf dit stukje. Ik ben helemaal gesloopt door de week, door de therapie, door het verlangen, door de jongens.

Naast me staat een kopje hart-Chakra-thee. De spreuk die aan mijn kopje bungelt is: ‘Turtles can tell you more about the path than rabbits‘. Fuck off, denk ik. Fuck off, ik wil geen turtle meer zijn. Kut-turtles. De spreuk staat er ook in het Duits op. Schildkröten, nog erger. Kut-schildkröten.

Ik overweeg de Ondeugdelijke te sms-en en gewoon open te zijn. Ik vind jou leuk, ik verlang naar je, doen we er nog eens iets serieus mee of zit dat er niet in? … Zoiets. Zo simpel is het. Daar komt het op neer. Is het gek om dit te sturen aan een man die me gisteren innig omhelsde, een zoen op m’n mond drukte en me vertelde dat ik me maar eens moest verzoenen met mijn lijf want dat ik een heel fijn lijf heb? (Wie zegt daar dan ook op dat ie er eens over zal nadenken, stom kalf, ik.)

Het is vrijdagavond. Ik zit op de bank. En ik probeer mezelf moed of wijsheid in te drinken met een kop hart-Chakra-thee. Turtle dat ik ben.

 

 

 

 

 

 

 

 

Een dag uit het leven van Prinses & cO: maart 2016

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit maart, alsjeblief!

07u00
Zaterdag. Jongens wakker. Kleuter gaat beneden spelen, Peuter eist een flesje. Ik sleep me stram uit bed. Na het flesje laat ik de Peuter boven spelen en slaap ik nog wat verder. Ik word wakker van gekrijs als hij zijn speelgoed in de wc heeft laten vallen. Ook goedemorgen.

10u00
Aangekleed, een stukje krant gelezen, ontbeten, fris en monter. Een vriend komt een paar klusjes doen. Ik heb een lijstje gemaakt. O.a. het installeren van rookmelders staat daarop. Ik ben al jaren bang dat er ooit een nachtelijke brand zou komen en dat ik niet zou weten welk kind eerst te redden. De jongens maken extreem veel ruzie en willen helpen, wat niet altijd handig is. I manage.

13u00
We zitten aan tafel. We eten miso-soep en brood. Ze eten het, wonderwel.

14u30
De Peuter slaapt. De Kleuter speelt. Ik sorteer kleedjes en ontspul het huis. Het leek zo’n onmogelijke opdracht en ik heb het heel lang uitgesteld, maar nu heb ik een systeem om de kleedjes te ordenen, en ben ik druk bezig met alles in categorieën leggen. Vreemd genoeg moest ik om te ontspullen eerst een auto vol spullen bij kopen. Ik heb bij IKEA een goedkoop rek gekocht en allerlei dozen en bakken, alsook een tijdschriftenrek om mijn dossiers te ordenen. Een behoorlijke aanslag op de rekening, hm. Maar het effect is er. Althans: het begin ervan. Waar alles opruimen en selecties maken absoluut onmogelijk leek, sta ik het nu gezellig te doen, en is het niet eens zo erg. Integendeel. Dat het huis wat leger en opgeruimder wordt, geeft rust en past ook in de positieve beweging die in mijn leven ontstaat.

16u00
Wat we zelden doen, is de stad in gaan. Ik moet een aantal cadeautjes hebben dus neem de jongens mee. Ik vind het heerlijk om cadeautjes uit te zoeken en er een lief briefje bij te schrijven. Twee leden van het logeergezin zijn jarig en we gaan op bezoek bij vrienden. Drie cadeautjes dus. We komen voorbij Simon Levelt en ik trakteer mezelf op een zakje kaneelamandelen.
Financieel doen dit soort dingen mijn maag altijd wat krimpen. Geven is leuk, en iets kopen eigenlijk ook. Maar ik wou dat ik daarvan kon genieten zonder de hele tijd te denken aan hoe de eindjes aan elkaar geknoopt moeten worden hier. Ik kalmeer mezelf door te zeggen dat ik nieuwe opdrachten heb met mijn bijberoep, dat ik het tot nu toe altijd red en dat ik zelfs een heel klein beetje geld opzij heb kunnen zetten door mijn bijberoep, maar toch voelt het heel onveilig en onwennig om deze week naar IKEA gegaan te zijn en drie cadeautjes gekocht te hebben. En o jee, ik ben ook in de carwash geweest en bij de kapper. Dat het beter begint te gaan met me, wordt ook duidelijk in het feit dat ik dingen opneem: ik ontspul, ik ben naar het containerpark geweest, voor het eerst in een half jaar bij de kapper en voor het eerst sinds ik mijn leasewagen heb, heb ik ‘m gewassen. Enerzijds ben ik trots, anderzijds is het schuldgevoel rond financiële dingen zo vermoeiend. Bij elke euro die ik uitgeef, heb ik het gevoel dat dat eigenlijk niet mag.
Bij ons uitje gedragen de jongens zich voortreffelijk. Ze geven elkaar een handje op straat en stappen trots voor me uit in de autovrije straten. Ik ben zelf heel rustig met hen en we hebben het gewoonweg echt fijn met elkaar. In de auto naar huis vertel ik heb hoe trots ik ben en hoe ik van hen geniet.

17u30
De jongens kijken een filmpje, ik drink een kopje koffie en eet (stiekem) een kaneelamandel terwijl de bataat-puree op het vuur staat. Heerlijk. Ik denk even dat ik het eigenlijk heel goed doe, zo op mijn eentje. De kinderen en ik hebben het leuk samen, ik ben in het huishouden stapjes vooruit aan het zetten en op het werk gaat het ook steeds beter. Over het werk ben ik mild met mezelf. Ik ben nu negen maanden in dienst op mijn nieuwe baan. De periode van voor Kerst tot ergens in februari was een hel, omdat alles me verschrikkelijk over het hoofd groeide. Nu ben ik stilaan bezig controle terug te krijgen. Het eerste jaar in dienst is bijna rond, ik heb wat beginnersfouten gemaakt met betrekking tot werk inschatten en plannen, maar ik leer en groei. Ik hoop dat ik mag blijven in de baan en kijk al uit naar een tweede jaar waarin ik meer in control ben en hopelijk ook meer geniet van het werk.

18u15
De jongens eten soja-yoghurt. Niemand lustte de puree en de vege balletjes. *zucht*
Het is me echt een raadsel hoe het komt dat mijn kinderen nog geen hongerdood zijn gestorven.

18u45
We ruimen op met een muziekje. De jongste staat te shaken, die danst graag en neigt zich al eens te drukken als er gewerkt moet worden. De oudste doet voorbeeldig mee. Alles voelt goed en compleet. Ik herinner me levendig hoe zwaar ik de avonden vond vroeger, van schooltijd tot slaaptijd, met twee kindjes. Nu worden we steeds meer een teampje en slaag ik er in in het moment te zijn, in plaats van te willen dat het voorbij is.

19u30
Iedereen in bed na ons vertrouwde slaapritueeltje met twee boekjes. De kleinste zingt nog wat.

20u15
Ik heb nog een koffietje gedronken en een artikel uit de krant gelezen op de bank, en ga weer aan de slag. Ik doe een aanpassing van mijn nieuwe organisatiesysteem en begin taakjes te doen. Ik bereid een studiedag voor dinsdag voor, zonder al te veel stress. Wacht even, waar is de oude prinses gebleven? Die zou doodmoe zitten stressen en uitstellen. The new me werkt rustig, effectief en heeft overzicht. Ik ben minder vermoeid omdat ik in mijn weekplanning gisteren een vrije avond heb ingepland en dus ook heb genomen. Zonder stress, zonder werk in mijn kop. Gewoon vrij, omdat ik dat gepland had.

23u55
Bed. ‘Mijn moeke,’ mompelt de peuter als ik bij hem ga liggen met mijn kersenpitkussen op mijn buik. Ik glimlach en val in slaap.

Epiloog

In slaap, maar niet voor lang. Kleuternachtmerries, en daarna met drie in bed. Op zondag ben ik geradbraakt. Om maar even te zeggen: het kan verkeren.

Een dag uit het leven van Prinses & cO: februari 2016

zeeland

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit februari, alsjeblief!

07u00
Wekker. Ssst.

07u10
Wekker. Ssssst!

07u15
Moeke flesje?
*strompel uit bed*

09u35
Ik sta te tanken, na een uiterst relaxte ochtend waarin alles rustig kon, zelf beleidsplannen lezen bij het ontbijt. Kindjes afgezet, nu dus even tanken, en volgens mijn gps zal ik om 10u30 op de bestemming zijn waar ik om 11u00 een afspraak heb. Wanneer was de laatste keer dat ik zo ontspannen ergens heen gegaan ben? Ik heb alles onder controle.

09u55
… Of toch niet. File.

10u55
Of toch wel. Ik parkeer me in een Zeeuws stadje, bel aan bij mijn eerste afspraak. Het gesprek verloopt prima.

12u30
Ik rijd 60 km door mijn geliefde Zeeland terwijl ik telefonisch overleg met collega’s. Het is 4 graden, de zon schijnt oogverblindend, de omgeving is weids en ik ben de gelukkigste vrouw op aarde.

13u45
Ik hou kantoor in het geliefde (en geleende) Zeelandhuis. Telefoontjes, mails, … Ik zet een heerlijke kop koffie voor mezelf.

15u30
O jee, is het al zo laat? Sleutels nemen, de auto in. Net op tijd stap ik binnen voor een vergadering.

17u10
Kindjes even bellen. Ze doen het goed. Ik rijd naar Albert Heijn, vul een boodschappenmandje met vitamientjes en Indische cake (wat dat ook moge zijn, ach, het kost maar een euro). Terug in de auto overweeg ik naar het Zeelandhuisje te rijden in plaats van naar het strand. Ik wil liefst knus terug aan het werk. Dat ik aan zee ben en de zee niet zie is toch niet zo erg? …
Een prachtige zonsondergang doet me anders besluiten en ik neem de afslag naar ‘strand’. Ik maak een wandeling. Intussen is het 2 graden. Mijn hakken zakken in het zand. Ik moet luidop lachen van contentement. Ik, zee, winter, het strand. Ik kom een koppeltje tegen dat staat te knuffelen. Ik realiseer me dat ik het heel romantisch heb met mezelf.

18u45
Ik maak voor mezelf een bordje vol vitaminen, eet, zet de pc aan, verwerk wat e-mails. Het is doodstil in het Zeelandhuis. Even wennen. Wat doet dit deugd.

19u30
Aan de slag. Ik schrijf documenten, plan taken in, verzet bergjes, maak afspraken en besluit dat ik op het werk een aantal lunchbijeenkomsten voor collega’s ga verzorgen over materiaal dat ik ontwikkeld heb. Even pauzeer ik met een kopje koffie en een stukje Indische cake. Ik begrijp waarom dit slechts 1 euro kost. Jeetje.

23u40
O jee, bed opmaken. Als ik nu ergens een partner voor zou willen, is het om dat nooit meer zelf te moeten doen. Foute reden, I know.

00u15
Lezen, slapen. Lange dag gehad. Veel gewerkt, mooi geleefd, diep geademd, oprecht gelachen. Morgen nog een paar afspraken hier. Dan richting jongens. Dankbaar, om alles.

 

Een dag uit het leven van Prinses en cO: januari 2016

Woordje vooraf: deze post stond al gepland voor deze. Op het einde van de post ‘het leven zoals het is: single mom (ii)’ vertel ik over de ‘gewone’ dagen. Lees deze dag maar als een ‘gewone’ (goede) dag.

Update: na de leven-zoals-het-is-post heb ik een paar knopen doorgehakt. Zoals de pauzeknop indrukken voor minstens drie maanden met betrekking tot de leesclub, mijn therapieproces en mijn gezondheidsaanpak. De pauzeknop van mijn doctoraat is al ingedrukt. Verder ga ik even uitzoeken hoe ik tijdelijk facebook off line kan halen, even een digitale detox. Niet dat ik er zo veel tijd aan spendeer, maar ik bleef er wel eens op ‘hangen’ als ik al moe/op was. Ten slotte heb ik een crisisbegeleiding aangevraagd, waarbij een hulpverlener een periode zeer intensief mee komt puzzelen. Naast jullie reacties en een zeer concreet vijf-puntenplan van een zeer efficiënte lezer, las ik dit en voelde ik me wat minder alleen (alle liefs voor Bridget!), en las ik ook dit, een sterke post van Lieve VW. Wat ze schrijft helpt niet alleen voor mama’s van pasgeborenen… Ook keek ik naar vacatures, hoewel ik niet zeker weet of het helpt om nu grote veranderingen te gaan doorvoeren en mijn huidige droomjob op te geven.

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit januari, alsjeblief!

0800
Het voelt alsof ik de lotto gewonnen heb. Een cadeau! Ik word wakker in mijn eigen bed, naast de peuter die genoeglijk ‘mijn moeke!’ zegt. O-ow, een beetje laat wel… Even doorwerken om op tijd aan mijn bureau te zitten. Normaal zou ik op een plek wakker geworden zijn 400 km noordwaarts, maar het lot besliste anders. Dus reed ik gisteren naar huis en kreeg ik extra tijd met de kinderen cadeau, en een lonkende lange thuiswerkdag.

0930
Hum, ja, allemaal goed en wel, maar waar is mijn concentratie? Na wat vruchteloze pogingen iets slims te doen, besluit ik mijn werkkamer op te ruimen en alle lopende dossiers te checken. Zo gezegd zo gedaan. Wat ongelooflijk heerlijk om alles op een rijtje te zetten. Ik stop mijn dvd’s en cd’s die in de open kast staan in dozen van IKEA. Ik sta mezelf amper twee keer per jaar toe een film te kijken, waarom moeten ze zo’n prominente plaats innemen? Al doende bedenk ik dat ik een stellingkast wil en bepaalde categorieën van spullen wil opbergen in dozen. Het huis wat vrijer van spullen maken. Het idee alleen al geeft me energie. Ik snap soms echt niet waar al die spullen vandaan komen. Ik koop nog weinig, maar mijn hele huis lijkt zich vanzelf te vullen met allerlei dingen die ik te weinig gebruik. … Ik check alle lopende zaken, en heb een lange en complete to do-lijst op het einde van de rit.

1200
Lunch. Ik eet terwijl ik naar het nieuws kijk, in de makkelijke stoel op mijn opgeruimde werkkamer.

1230
Nu kan ik het niet langer uitstellen, maar het voelt alsof ik een examen moet maken. Ik heb een opdracht gekregen van een organisatie waarbij ik niet meteen beelden had wat ik met die opdracht zou doen. Een vraagstuk waarvan ik niet meteen wist hoe het op te lossen. Normaal gezien heb ik altijd wel ideeën, plannen en inzichten, maar nu? Nada, rien, niets. De voorbije nacht had ik een akelige droom over een bespreking waarbij ik geen voorbereiding bij had. Het vervelendste aspect van de zaak is dat de organisatie waarvoor ik een advies moet geven één van de grotere organisaties is waarmee we werken. We willen ze aan boord houden en dus kwaliteit afleveren. En verder is het ook zo dat ik de mensen daar ongelooflijk apprecieer. Ik kom van elke bespreking enthousiast terug. Vrienden noem ik de stafmedewerkers daar niet, maar het zijn wel mensen waar ik een heel fijn contact mee heb en waarvoor ik dus graag werk. Ik ga aan de slag, en enkele uren later heb ik een aantal scherpe ideeën op papier. Oef.

1635
O-ow, kinderen ophalen. In de opvang tref ik een peuter aan met een knalrood hoofd. Hij heeft een beetje koorts. Alle alarmbellen gaan af in mijn hoofd, want help, wat ga ik doen! In de auto snauw ik, omdat ik zo hard aan het nadenken ben. CM-oppas?  Te laat! Een vriendin vragen? Het logeergezin? … Even rustig afwachten? … Paniek!!! Ik moet mezelf echt dwingen om kalm te blijven en uit mijn doppen te kijken in de auto.

1705
De koelkast is helemaal leeg, dus we moeten naar de supermarkt. Fruit, groenten, soja-yoghurt, wat vegetarische burgers, een brood en broodbeleg. En gember, veel gember. Goede gezondheidsvoornemens, jawel.

1801
Rush naar de apotheker, om daar te zien dat hij eigenlijk tot 19u open is. Nou ja. Ik koop een oorthermometer. Het ding is pokkeduur, maar de peuter wordt woest als ik zijn koorts anaal meet. Het werkt ook voor volwassenen, dus we kunnen het ding nog wel enkele jaren gebruiken. Ik koop ook alvast een koortswerend medicament. Een voorbereide moeder is er jammer genoeg geen twee waard, maar toch.

1815
Thuis. Ik ben misselijk en heb maagkrampen. Ben ik ziek? Is het stress? Komt het omdat ik twee energiedrankjes heb gedronken vandaag? Heb ik een overdosis ijzersupplement genomen? Dit is zo’n moment waarop ik wou dat iemand het een minuut kon overnemen. Alles moet nu tegelijk gebeuren: boodschappen uitladen, koken, peuter verversen en temperatuur nemen, … De pamper heeft prioriteit, temperatuur blijkt weer normaal te zijn. Ik haal opgelucht adem. Dan zet ik een youtube-filmpje op, begin een afwasje, maak pannenkoekendeeg en vervolgens ook pannenkoeken en voor mezelf een bordje met groenten, brood, kaas en soep. We eten, dan is het tijd voor bad en bed.

1951
Ok. Klaar. Ik scan het huishouden. Minstens een half uur dringend werk. Ik zet mijn keukenwekkertje en begin er aan. Afwas afwerken, wasmachine uitladen, afwasmachine uitladen, afval sorteren, was ophangen, was sorteren, … Als het wekkertje piept ben ik net klaar met het hoogstnodige.

2025
Verwenmoment. Ik pers drie appelsientjes, verwarm het sap een beetje met een lepeltje honing en wat geraspte gember. Dat warme appelsiensap neem ik mee naar de yogamat. Ik moet bekennen dat ik mijn vriendin Adriene een tijdje in de steek heb gelaten. Dat was behoorlijk dom van me, want na slechts 3 dagen opnieuw yoga doen, merk ik het fysieke en mentale effect alweer. Dit is zo belangrijk voor me, waarom ben ik hiermee gestopt? Het nieuwe programma dat Adriene heeft, heet yogacamp. Het werkt met affirmaties (bijvoorbeeld: ‘I accept’), en beweert een bootcamp te zijn voor ‘mind, body & soul’. Reken maar. Ik ben alweer een pak gelukkiger, meer dankbaar en ik zie het leven opnieuw meer als een proces, een weg. Het maakt zo veel uit of ik mezelf zie als iemand op een plek waar ze niet wil zijn en niet thuis hoort, of als ik mezelf zie als iemand op een bepaald punt op het levenspad. Een punt waar ik dingen kan leren en van waaruit ik verder zal evolueren. Yoga helpt me om op de laatste manier naar het (mijn) leven te kijken. Er waait een frisse wind door mijn hoofd, ik maak contact met mijn lichaam. Ik adem beter.

2115
Klaar met het bootcamp voor vandaag. Ik verzeil op een website en doe mezelf een jurkje in de solden cadeau, omdat ik de laatste betaling binnen heb van een grote opdracht die ik als zelfstandige heb gedaan en die me bloed, zweet, tranen en nachtrust heeft gekost. Het is vast niet slim om geld uit te geven aan kleding als je in een soort permanente stress met geld zit, maar … Maar… Nou ja, alle excuses die vrouwen daarvoor kunnen verzinnen. Ik wou dat ik dit kon zonder het schuldgevoel dat er bij komt kijken. Zonder te denken dat het belangrijk is om iets netjes aan te hebben als ik presentaties geef of les geef, dus dat het daarom mag. Misschien mag het gewoon voor mezelf, omdat ik het wil.

2324
Waar is de tijd naar toe? Ik heb nog wat gewerkt, zit deze post te schrijven. Bedtijd. Morgen moet ik om 0710 richting Rotterdam rijden, voor een lange dag met veel kilometers en veel besprekingen. Ik voel me zo fris als wat. Omdat ik een nachtmens ben, maar ook door de yoga en de gember. Had ik dit vorig jaar deze periode allemaal maar geweten, toen het zo slecht ging en ik me enkel vooruit kon slepen…

Epiloog

Rotterdam, 0950. De stafmedewerker legt zijn hand op het document dat ik heb aangeleverd voor de bespreking van vandaag. ‘Dit,’ zegt hij, ‘is goud.’

Later die dag heb ik een vergadering op kantoor. Ik schrijf een lijstje met ideeën op waar ik echt iets mee wil doen. Omdat ik weet dat het goede ideeën zijn. Mijn hoofd is steeds vaker in hyper-status. Alsof er geen grenzen zijn aan ideeën en inzichten die ik heb, en mogelijkheden die ik zie. ‘FRUSTRATIE!!!’, schrijf ik in de kantlijn. Want naast het feit dat een idee ook werkelijk realiseren niet mijn sterkste kant is, is er zo weinig ruimte in tijd en energie om alles te doen wat ik zou willen kunnen doen.

Op de terugweg sta ik stil op de ring van Rotterdam. In plaats van om 1915 ben ik om 2030 terug. Hoe erg is het om een slapend kind weg te plukken en van bed te verkassen?

De goede dingen uit mijn leven staan elkaar vreselijk in de weg.

 

 

Een dag uit het leven van Prinses en cO: december 2015

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. De dagen die ik beschreven heb (hier vind je het lijstje) opnieuw bekijken, is voor mezelf best leuk om te doen. Het lijkt alsof het leven maar voortkabbelt, maar eigenlijk gebeurt er heel wat.

Een dag uit december, alsjeblief!

————————————————————-

De aandachtige lezer heeft gemerkt dat ik dit ‘rubriekje’ in november overgeslagen heb. De maand was druk, maar dat is niet de enige reden. Er gebeurde meer van hetzelfde. Ik had de keuze tussen (weer) een op hol geslagen werkdag beschrijven (bijvoorbeeld de dag waarop ik ’s avonds in een hotel onder de douche flauw gevallen was van vermoeidheid – heel fascinerend: de wereld kantelde en toen werd het zwart) of weer eens een nogal saaie dag met de kinderen.

Dus november ging voorbij, en ik beschreef geen dag uit ons leven.

December dan. Ik maak het goed.

Het is zondag. Ik besluit dat we naar zee rijden. 260 km, heen en terug. 

Er gebeuren hier nog weinig ‘zotte dingen’. Als je moe bent en/of het druk hebt en/of het niet zo breed hebt en/of alleen bent, krijgt het bestaan al gauw iets basic. Doen wat moet gebeuren is al spectaculair genoeg.

Maar vandaag rijden we naar zee. Een flinke inspanning, en totaal overbodig, luxe, zot. En toch.

Tijdens de ochtend krijg ik anderhalf uur cadeau. Anderhalf uur zonder kinderen. Als een tolletje zoem ik door het huis. Ik schrijf een rapport van vijf bladzijden, vingervlug. Ik doe wat huishoudelijke urgente taken en gun mezelf een ongestoorde vijf-minutendouche.

Iets eten, en daarna vertrekken we. Langs de bakker. Een zak sandwichkes in de auto kan geen kwaad. Ik koop een doosje gebakjes en we zetten koers, richting Westen. Op de achterbank wordt geslapen. Ik luister pianomuziek, zie het landschap steeds weidser worden. De lucht klaart op naarmate we dichter bij de zee komen. We rijden de grens over. Even later bellen we met onze taartjes aan bij vrienden daar, in wiens huis we deze zomer een weekje vakantie hielden.

Het weerzien is warm, hartelijk. De koffie is verrukkelijk, de gebakjes worden gesmaakt. We gaan naar buiten, het dorpje in. Het schemert zacht en we wandelen. De Peuter zoekt de zee en roept: ‘zee! zeetje!’

Even later volgt het strand. We kijken, we ademen, we wandelen. De zee golft krachtig. Herinneringen aan de zomer komen en gaan. Was het ooit zo warm? Liepen we hier echt op blote voeten?

We gaan koffie drinken als de duisternis definitief gevallen is. En dan stappen we in de auto, en heb ik weer 130 kilometer op de teller.  In  mijn zak zit de sleutel van het huis aan zee, waar ik mits afspraak toegang toe heb vanaf nu. Verbluffend. Het huis is me lief, de plek is me lief. Wat een geschenk.

Ik rijd kalm, beheerst naar huis. Ik voel me rustig en ontspannen. Helder. Het spreken met de vrienden heeft me deugd gedaan, mijn hoofd open gezet. Het zijn mensen die vrij en vrijgevig in de wereld staan. Een aparte kijk hebben op dingen. Het weerzien met de zee was goed. De ruimte. De lucht.

Ik denk aan Dirk. Dit soort uitstapjes was meer iets voor hem, hij hield ervan weg te gaan, droomde van allerlei bestemmingen. Ik had minder die drang. Naarmate onze situatie verslechterde (financiële druk, twijfels over de relatie) werd ik honkvaster. Ik wou alles op orde hebben en dan pas weer leuke dingen doen. Ik ben het type dat liever niet weg gaat als de afwas niet gedaan is. Had het iets uitgemaakt als we toen…? Als ik…?  … Een tijdje terug hadden een vriend en ik een lang gesprek. We hadden het over een koppel dat we beiden kenden, Mark en Marie. Mensen die een volstrekt vlekkeloos pad liepen. Netjes getrouwd, netjes twee kindjes, zij het huishouden, hij de banden plakken, … ‘Alle respect voor hen, maar ik heb geen talent om dat soort leven te leiden‘, zei ik tegen de vriend in kwestie. ‘Misschien‘, antwoordde hij, ‘ben je wel meer een Marie dan je zelf wil toegeven‘. Daar denk ik nog steeds over na (*). Als ik wat minder ‘Marie’ geweest was, was het dan anders geweest…?

De dag en de gedachten confronteren me met het vast zitten in mezelf. Mijn hoofd is zo een klein kooitje en misschien maak ik het kleiner dan wenselijk. Misschien moet ik meer leven vanuit overvloed, ontspanning, minder vanuit controle en hard werken. Naar de zee rijden, de muziek, het strand, het wandelen, de kleuren, de geuren. Het was zo zinnelijk. Misschien moet ik wat meer leven en wat minder nadenken, me zorgen maken, piekeren, kringetjes lopen in mijn hoofd, de afwas doen.

Thuis eten we, een pak later dan anders. Ik blijf er kalm bij. Na kinderbedtijd vouw ik de was op. Plots merk ik dat ik niet zoals meestal ’s avonds doodmoe ben, ondanks de kilometers, het wandelen en de lange dag. Ik sta versteld en ik weet dat ik op het spoor ben van een belangrijk inzicht over mezelf. Ik durf het alleen even niet denken nu.

(*) Aaarghl, het feit dat een uitstapje naar zee het event van de maand is hier, is mogelijk een bewijs voor de stelling. Verdorie toch.