Ik schreef al enkele posts met gedachten. Gedachten als observaties van mezelf (zie hier & hier). Dingen waar ik een hele blog over zou kunnen vullen, maar die ik samenbreng in deze dwarrelstukjes. De derde dwarrelblog.
9 tot 3
Opstaan en meteen weten dat je ziek bent. Zo misselijk, zo ellendig. Me af vragen hoe ik het voor elkaar krijg de kinderen aan te kleden en weg te brengen. Daar toch in slagen. Wegduiken in bed daarna, verzeilen in een diepe slaap. Tot 15u, want zo lang mag ziek zijn voor een alleenstaande mama duren. Alle zeilen bijzetten om de jongens op te halen, te voeden, in bed te stoppen. Proberen niet te vloeken, proberen niet te huilen.
Onstuimig
De Kleuter is altijd al een erg eisend kind. De laatste tijd is hij heel onstuimig. Hij roept in mijn oor, slaat de peuter en mij, is druk, gooit, schopt, … Zo vaak lijkt hij doelbewust de mooie momenten te verpesten. Het moment dat we samen met drie in bed boekjes lezen schreeuwt hij mijn trommelvlies er bijna uit. Het is alsof hij me voortdurend test en dit op vrij extreme wijze. Ik heb geen flauw idee meer wat te doen. Het gaat mijn krachten te boven. Meestal blijf ik kalm. Soms verval ik in negativiteit (dat ik geen kindje wil dat altijd de boel verziekt), soms ben ik in staat hem te slaan. Dat doe ik niet, maar het kost me soms moeite. En soms is hij gewoon ook een leuke grappige kleuter die lief is voor zijn broer en leuke dingen vertelt.
Chagrijn
Ik hoor mezelf een behoorlijk schampere opmerking geven als ik van een mannelijke collega hoor over een andere mannelijke collega dat zijn vrouw thuis blijft voor de kinderen. Het is geen uniek geval, in de organisatie waar ik werk. Het is een beetje in de mode. Ten eerste vind ik het echt ongelooflijk lullig dat we het omgekeerde nooit horen: een vrouw die werkt en de man die het nest bestiert. Ten tweede ben ik gewoon jaloers. Ik zou ook graag een huis-, tuin- en keukenmanager hebben en me nooit zorgen moeten maken over het geregel, het gedoe, of de kinderen opgehaald worden en door wie, of we nog wat te eten hebben en zo ja, wat, … En ik vind het een beetje oneerlijk dat die mannen met de thuisblijfvrouw (alle respect voor thuisblijfvrouwen trouwens, ik zou het niet kunnen!) dezelfde targets hebben als ik (en uiteraard zou ik het ook discriminatie vinden als ik andere targets had). Ik worstel bijvoorbeeld enorm met het onderdeel ‘ontwikkeling en onderzoek’ in mijn targets, maar dat is net het gedeelte waar je mentale ruimte voor nodig hebt. En die ontbreekt hier volledig. Het voelt alsof die mannen dezelfde race moeten lopen als ik, maar dat ze een kilometer dichter bij de finish mogen beginnen.
Doe eens gek
Ik ben gestart met hangmatyoga. Een reeks van een paar lessen. De eerste les is achter de rug, ik heb nog steeds spierpijn. Het was loodzwaar, en tegelijkertijd prachtig. Ik heb tien minuten lang ‘los’ op mijn hoofd gehangen (zonder me ergens met mijn handen vast te hoeven houden, mijn benen in de doek gehaakt). Ik heb geschommeld, mijn buikspieren getraind, … Het was eigenlijk best duur en het is tijdrovend, maar het is zo belangrijk dat ik dat kan doen.
Zacht werken
Ik las de term bij Flow, en herkende het. Heel soms, heel erg soms, stop ik met jagen. Dan ga ik mezelf gewoon even geven wat ik nodig heb. Koffie. Een kwartier. Een stop in een wegrestaurant om even te rekken en strekken en euh ja, koffie te halen. Vroeger naar huis. Een pot soep op het vuur. Met een boek in bed. Ik wou dat ik het vaker kon en me er ook goed bij kon voelen: voor mezelf zorgen zien als een verdienste, omdat dat mijn prestaties op alle vlakken op lange termijn kan garanderen. Op dit moment verontschuldig ik me nog te vaak als ik neem wat ik nodig heb. In de eerste plaats tegen dat strenge stemmetje in mezelf. Ik vind het ook wel moeilijk om goed te voelen. Want je kan jezelf natuurlijk altijd nog even een grensje overduwen. Wanneer heb je iets echt nodig, en wanneer mag je net niet toegeven aan jezelf?
Kukeleku
In mijn nieuwe baan heb ik van mezelf ontdekt dat ik een haantje kan zijn. Ik merk het in de drive die ik heb als ik bepaalde dingen wil realiseren. Dan ga ik er voor, hard. Liefst wat sneller dan een ander. Het is een gevoel te gaan jagen en te willen winnen. Snel denken, handelen, hard doorgaan.
Laatst moest ik met een collega op dezelfde plek vergaderen. We vertrokken daar tegelijk naar kantoor. Ik kon het niet hebben dat hij me voorbij stak met de auto en reed hem weer voorbij. Ik moest lachen om mezelf. Geen flauw idee waar dit haantje in mezelf plots vandaan komt. Maar het is een mooi contrast met het zielige vogeltje dat vorig jaar deze tijd elke avond om 20u in bed lag te huilen.