Over de dip & de katapult

Veel dingen hebben zich opgehoopt de laatste jaren. Met de verhuis werd ik verplicht fysiek schoon schip te maken. Maar over o.a. de werkgerelateerde dingen ging ik in de vermijding.

En dan komt de dag dat ik me beter voel. Fysiek. Dat ik me krachtiger voel. Dat er geen pijn meer is in mijn rug, bekken, gewrichten of spieren. De dag gaat voorbij. Er verandert niets. Ik sluip nog steeds om veel dingen heen. Ik ben verstrik in schaamte, schuld, mezelf hopeloos beu zijn, denken dat ik met alles wil stoppen want dan is alles opgelost. Categorie: als ik ontslag neem, kan ik mijn to do lijst van zes pagina’s weggooien.

En dan komt de dag dat ik anders naar de vermijding kijk. Er was werk te doen en dat kon niet tegelijk met het aangaan van alle andere dingen. Het is heel erg dat vrienden daarmee maar zitten te wachten op een bericht, of mails niet beantwoord zijn, of kaarten niet verstuurd geraken. Maar ik realiseer me plots dat ik niet vermijdend ben omdat ik stom of incompetent ben, maar omdat ik heel hard met andere dingen bezig was.

En op die dag ontdek ik ook een hele lading boosheid in mezelf. Boosheid die plakt aan dingen die ik vermijd te doen. Ik omarm de boosheid. Boos zijn is best lekker.

En zo heb ik de vermijding voor mezelf goed gepraat en kan ik er eindeloos in blijven hangen. Nee, grapje. Door anders te kijken en door lekker boos te zijn, is het plots klaar en moet ik me zelfs een beetje inhouden. Werk dat weken geleden uitgesloten leek, vliegt er nu doorheen. Op vier dagen ruim ik mijn werk-inbox op tot zero. Dat heeft me tien maanden gekost. Maanden waarin ik soms zelfs misselijk was als ik naar mijn pc keek.

Er is nog veel over te zeggen. Maar wat ik vooral wil vertellen is dat ik denk dat niets zomaar komt. Vermijden, tranen, zwarte periodes, pijn. Het komt allemaal ergens vandaan. In het worstelen worden we vaak zo kwaad op onszelf en dat maakt het allemaal nog lastiger. Mijn vermijding had een zeer goede functie. Toen ik er klaar voor was kon ik dat zien en de boosheid opgraven. Allemaal deel van het proces. En kijk, vandaag is de dag dat ik me vrij voel en vooruit huppel.

En daar ging nog eens een enorme dip aan vooraf, want ontwikkelen gaat – net als bij kinderen – in sprongetjes. De lijn gaat niet recht en naar boven, maar is zo grillig als de pest. Met een terugval waarvan je de moed verliest en dan vooruit gekatapulteerd voor je het weet.

Dat beseffende, ga ik geduld leren oefenen denk ik. Hoewel ongeduld vast ook wel ergens goed voor is.

 

 

 

 

 

Het moet echt

Hoe laat hij thuis is, vraag ik langs mijn neus weg.
Negen, zegt hij.

Als hij thuis komt, sta ik klaar.
Moet het echt nu, vraagt hij.
En: het is al laat.
Het wordt donker.
Is het wel een goed idee?

Het moet echt, zeg ik.
En daar ga ik.

Hoe is nog elke keer doorbijten.
Ik wou dat ik al veel verder stond.
Langer, sneller, beter.
En het is allemaal peanuts in vergelijking met het veelvoud dat hij doet per week.
Maar ik loop mijn vijf kilometers van de dag.

De muziek pompt in mijn oren.
Ik loop rechtop, schouders recht.
Een gevoel van power.
En tegelijkertijd de minuten aftellen, dat dan ook wel weer.

Thuiskomen.
Lachen. Wie had dit ooit gedacht van mij?
In het begin haatte ik de Man soms heel stiekem omdat hij mij tot hardlopen aanzette. Elke rondje was een kwaad rondje. Ik vertel het hem. We lachen.
Ik denk: morgen meer. En: was het maar alvast zo ver.

Plusvaderdag

Het is alweer een tijdje geleden, maar het was een keer vaderdag. Er werden dubbele werkjes gemaakt hier. En ik schreef dit voor de Man.

Dingen gaan hier wel eens stroef. Waar niet? Het is niets verontrustends of ongezonds, het zijn dingen waar je elkaar op moet aanspreken en waarbij je moet blijven werken. Het is wakker zijn, en naar jezelf en de ander kijken. Jezelf en de ander erbij houden. En soms eens heel hard botsen.

However. De vanzelfsprekendheid waarmee de Man vroeger stopt met werken om de jongens op te halen, blijft magnifiek. Ik vind het al vervelend om het voor mijn eigen kinderen te doen, en hij doet het voor die van mij. En bij vriendinnen hoor en zie ik nog wel meer plusouderliefde om een puntje aan te zuigen.

Vaderdag 2017
Vader zijn
is niet één keer
op het juiste moment
op de juiste plek zijn.
Het is
samen koffie maken
kleine tandjes poetsen
een jasje toe ritsen
een peperkoekje smeren.

Het is
toezien op
schoenen uit
mondje schoon
bordje leeg
en moeke blij.

Het is
nog een blik werpen
voor de nacht begint
op de slaap
van het kind.

En zo nu en dan
of telkens weer
een stoeltje in de gang zetten (*).

Dus
vader zijn
is elke dag
op het juiste moment
op de juiste plaats zijn.

 

(*) De kleine man is een beroerde eter. Hij geeft volledige shows om maar niet te moeten eten. Jammer genoeg moeten we regelmatig een stoeltje in de gang zetten zodat hij zonder publiek kan eten.

 

Reizen met kinderen

We reizen naar Denemarken, waar we op drie plaatsen verblijven. Met een bezoek aan Legoland.

Reizen met kinderen. Het is wat. Ze zijn zowel leuk als vermoeiend, en soms heb ik het helemaal gehad. Ik kan me amper voorstellen wat het voor de Man moet zijn. Je eigen kinderen moet je wel verdragen, maar je pluskinderen in intensieve omstandigheden is andere koek.

Het land is mooi, zonder twijfel. Het landschap is een beetje saai en weids en glooiend en groen. We verblijven op twee heerlijke locaties, de derde is een tegenvaller. Goede koffie vinden we maar in één stadje en het aanbod voor vegetariërs is ook niet alles.

Ik verlang naar huis. Niet acuut, maar wel vaak. Naar die nieuwe stad die beginnend vertrouwd voelt. Naar mijn werkkamer, de espresso-apparaat, de koffiebarretjes, maar misschien vooral naar de structuur van het dagelijks leven waar me wat meer ruimte gegund is om in mijn eigen hoofd te vertoeven.

Het dieptepunt is als het gezeur van de jongens over moe en honger en waar gaan we eten en wanneer gaan we eten me te veel wordt en ik even helemaal niet meer kan verdragen dat ze om me heen wemelen met hun plakhandjes en snifneusjes en beweeglijkheid.

De hoogtepunten zijn alomtegenwoordig. Zoals die ene goede koffie terwijl ze met wat leuke speeltjes uit de flying tiger spelen (elke ouder zou een tas met vijf van die speeltjes moeten bij hebben voor ongestoorde koffie, genre memory etc). Verheugde gezichtjes in Legoland. Kampen bouwen, op het strand spelen, schommelen in boomhutten, melig met de Man.

De Man is betrouwbaar en immer volwassen. We brengen veel tijd samen door en ik kijk naar hem en ik ben dankbaar en verliefd. We zijn beiden ontspannen. Ik heb eindelijk weer wat zin in (of ruimte voor?) sociaal contact en app een paar mensen aan wie ik denk en dat voelt ok. Ik ga zelfs een keer lopen maar loop verloren en ben bijna twee uur onderweg en heb daarna nog drie dagen pijn in mijn knie. Can’t have it all.

Dankbaar om de intense dagen onderweg met het clubje. En dankbaar voor weer thuis met al het comfort en de structuur die we zo vanzelfsprekend zijn gaan vinden.

 

 

 

Just another story

Ik las dit en het raakte me loeihard.

Daarom. Een sprookje.

Het leven heeft kreukels, en daar was ze niet helemaal op voorbereid. Best slimmig, erg gevoelig. Maar ze paste nooit echt helemaal ergens.

En toen was er de eerste prins. Geen wit paard. Het was de prins met de oude rammelwagen. Hij was charming. Vaak vroeg ze zich af hoe het kon dat hij net altijd het woord zei of het gebaar maakte waar ze naar verlangde. Er waren wilde nachten en bijzondere dagen. Het leek alsof de prins met de oude rammelwagen de moed had om buiten de maatschappij te leven, en van elk moment een feest te maken. Ze had het gevoel dat ze echt leefde, 100 000 procent, maar daarin geraakte ze zo verwijderd van de gewone wereld. Er was een kloof tussen het echte leven en het leven met hem. Ze vertoefde liever in het leven met hem, waar gevreeën werd in een weiland onder een knallend vuurwerk en gepicknickt in het bos. Waar ze lange brieven kreeg maar wel elke koffie moest betalen. Ze leefden niet lang en gelukkig. Er waren dingen die niet klopten en er was pijn. Ze moest vechten om overeind te blijven, ze wist niet meer wat ze kon/wou geloven, ze vroeg zich af of hij gek was of zij, ze geraakte geïsoleerd, beschadigd en hij ging.

De prinses werkte, zorgde voor de kinderen, verlangde nog heel veel hartstochtelijk terug naar de magie van de prins met de rammelwagen. Ze bleef kringetjes in haar hoofd draaien, omdat ze er niets van snapte. Hoe kan iemand zo dicht zijn en zo onecht? En toen ontmoette ze de prins met de gezinswagen. De man die ze betaalde om haar schouders los te maken. Een man met een hele bende kinderen, een pijnlijke scheiding en een vriendin op wie hij niet verliefd was. Een man met overtuigende handen, leuke ogen. Gekke denkkronkels over sprookjes, eindelijk recht op geluk en gedachten dat hij als alleenstaande vader van een hele bende kinderen er wel in slaagde het leven veel glans te geven. Ze vergat even dat al die reisjes en uitstapjes makkelijker waren omdat zijn vriendin telkens meeging, en dat hij maar de helft van de tijd de zorg voor de kinderen droeg. Er waren intense gesprekken en intense momenten op zijn bank, en dan niets, lang niets. Tot hij weer eens recht van de luchthaven naar haar toe reed, vertelde hoe saai zijn vriendin was en enkele uren later zijn kleren bij elkaar zocht en ging. De prins met de gezinswagen was doorzichtig. Het verbaasde haar niets dat zij niet de enige vrouw was bij wie hij occasioneel langs ging. Het duurde even, maar we wrikte zich los, ze weerstond zijn pogingen, ze dacht niet langer dan één intens moment met hem wel opwoog tegen twee maanden radiostilte. Als man, besefte ze, is het makkelijk om een vrouw in extase te brengen die niet helemaal tevreden is met haar leven. Die het gevoel heeft dat ze al jaren niet op haar plek is, niet tot haar recht komt. Die het moeilijk heeft. Die zorgen heeft en stress. De extase van zo’n vrouw is intens en bevestigt de man, en dan wordt het wel eens groots en intens en veel. Maar als hij voelt dat zij van plan is zich vast te klikken aan hem en er een leven van te maken, schrikt hij zich een hoedje. Want dat was nu net niet helemaal de bedoeling en dat kon hij niet voorzien. Al gaf hij haar misschien het idee dat hij tot aan de hemel en terug zou gaan met haar.

En toen was er de prins met de hybride wagen. De prins die in de auto sprong toen ze hulp nodig had in het ziekenhuis met een zoontje met een hersenschudding. Het was een prins zonder mooie woorden. Het was een prins zonder grootse gebaren. Maar hij was er wel, midden in de dagelijkse zooi van neusjes afvegen, rekeningen betalen, koken, naar een speeltuin gaan. Soms waren er wat kreukels, want je bent nooit helemaal op elkaar afgestemd en zo’n bende kinderen is ook wat. Soms wou ze dat hij wat uitbundiger was en hij wou dat zij wat minder intens was. Ze verloor zich niet in groots en meeslepend. Ze vijlde zichzelf wat bij in zijn aanwezigheid omdat ze door hem kon zien waar de uitschieters van haar karakter zelfverraad of zelfdestructie waren, en omgekeerd ook. Ze geraakte niet los van de realiteit, maar net wel erg verankerd in het echte leven. Ze voelde zich na maanden uitgerust en stabiliseerde zich als volwassen vrouw. Het was zoeken om terug een evenwicht te vinden nadat ze jarenlang allerlei balletjes op extreme wijze in de lucht had moeten houden, maar wat er voor in de plaats aan het komen was, was beter en duurzamer. Bij ruzies kwam er geen immens tranerig drama, maar een volwassen poging dingen samen uit te spreken en op te lossen. Soms dacht ze nog een keer aan het vuurwerk met de man met de rammelwagen. Of de spanning als de man met de gezinswagen onverwacht in aantocht was. En dan keek ze naar haar prins met de hybride auto, die een kindermondje afveegde, het afval wegbracht, een verrukkelijke cappuccino maakte en haar een onhandige kus gaf. En dan wist ze dat het op de loer lag. Lang en gelukkig.

Voor I.
Je kan zelf kiezen. Jezelf verliezen werkt nooit. Peter Pan bestaat alleen in sprookjes. Het dagelijkse leven met iemand is soms een dansje, en soms een saaie avond op de bank. Liefde verdiept zich in het waarderen van elkaar in die realiteit, niet in de extase van het vuurwerk.
Met heel veel liefs & compassie in de mooie zin van het woord. 

Jij mag kiezen. Om jezelf niet te verraden of te verliezen. Om te luisteren naar die stem in je binnenste. Dat alles beter wordt en niet erger. Om geen uren te kijken naar een telefoon die niets doet.

En dat alles neemt niet weg dat je dapper bent en sprankelend en sterk en creatief.


P.

 

Saai, saai, saai

Beter worden is een langzaam proces. In de winter werd ik ziek. Intussen zijn er negen maanden voorbij.

De eerste maanden werkte ik niet, en later halftijds. Ik moest voor het werk naar een psycholoog waar ik weinig vertrouwen in had. Werken ging moeizaam, met als kers op de taart een slechte evaluatie.

Dan volgde de verhuis. Een verhuis van bijna twee maanden, met allerlei kleine stapjes in het leegmaken van het oude huis. De keuze om gezien de slechte bereikbaarheid van het nieuwe huis geen verhuisdag te doen met een verhuiswagentje, maar de verhuis in stapjes te doen met mijn kleine autootje, was een zeer slechte keuze. Het bleef allemaal maar duren, ik had het gevoel elk weekend een keer op en neer te rijden (toch goed voor bijna 500 km). De uiteindelijke overhandiging van de sleutel was een heel vervelend moment met de oude huisbaas die liefst de waarborg wou houden en daarom allerlei verwijten maakte. Intussen nog steeds niet geregeld. Zucht.

De nieuwe plek werd mondjesmaat vertrouwd. Maar het blijft best veel, verhuizen, wennen, de kinderen die wennen aan de nieuwe situatie, de Man, de nieuwe stad, het nieuwe huis, een week lang de ex van de Man op bezoek die vertrouwder is met het huis en de stad dan ik waardoor we een vrij eigenaardige dynamiek kregen, af en toe bezoek van vrienden wat telkens geweldig was maar ook zo’n intensiteit met zich meebracht. En mijn ex die van plan is zich in de buurt van mijn nieuwe woonst in een caravan te settelen en denkt dat dat een ideale plek is voor kinderen. I kid you not. Ik lig er wakker van.

Negen maanden na ziek worden, ben ik nog niet helemaal genezen, maar wel al een pak beter dan ik was. Wat er nog moet gebeuren is dat ik terug goed leer werken en mijn achterstand in kan halen. Ik voel zo veel verzet tegen werk en het lijkt me niet te lukken, waardoor ik me dan zeer slecht voel over mezelf. Ik wil terug goed zijn in dingen en mijn waarde hebben voor de organisatie waar ik voor werk. Ik wil mijzelf realiseren en niet vechten met elk onnozel taakje, zoals het versturen van een brief of het openen van mijn mailbox. Ik ben zo in de vermijding gedoken en alles wat opgestapeld is vervult me met schaamte en angst en twijfel en schuld, waardoor het allemaal zo moeilijk is.

Wat behoorlijk helpt in mijn beter-worden, zijn de basics. O jee, al die basics zijn waar. Saai, saai, saai.

  • Slaap: onder de goede invloed van de Man ga ik elke dag mee tussen 22 en 23u slapen. Als de wekker om 7 gaat ben ik nooit uitgeslapen (hoewel ik graag magical mornings zou doen, lijkt me geweldig), maar ik krijg aanzienlijk meer slaap dan vroeger toen ik vaak ’s avonds wat energie kreeg en op die late-avond-energie nog wat werk verzette, om daarna totaal opgedraaid in bed te belanden.
  • Eten: ons eetpatroon is nog niet hoe ik het zou willen. Ik heb bv nog geen vast plan voor bio groenten en fruit en ik plan nog te weinig waardoor we toch vaak ad hoc pasta eten. Maar ik ontbijt elke dag, ik lunch, ik kook elke avond en ik ben op mijn eigen trage wijze drie kilo afgevallen, waarschijnlijk door wat gezondere keuzes te maken en wat regelmatiger te eten. Ok, waarschijnlijk doordat ik niet meer totaal uitgeput elke dag honderden kilometers rijd en bij elk tankstation zwicht voor een kinderbueno.
  • Supplementen: ik heb een eigen pillendoosje dat propvol zit met supplementen. Naast een samengestelde vitamine voor wannabe-mama’s (geen plannen verder), neem ik magnesium, ijzer en vitamine D. Vooral Magnesium (ik kocht in Duitsland zakjes Mg met Kalium, in Nederland koop ik metarelax) blijkt een schot in de roos en helpt enorm tegen vermoeidheid en stress. (Aan iedereen die moe is: haal metarelax!)
  • Minder werken: ik werk 28 uur in vast dienstverband en freelance daarnaast. Eerlijk gezegd zijn de vrije dagen nog steeds erg rommelig en voelt het helemaal niet alsof ik minder werk. Vrije dagen zitten snel vol met huishouddingen, de kapper, freelance opdrachten, uitloop van werk dat ik niet gedaan krijg, afspraken die ik anders toch niet ingepland krijg, … Hoe heb ik ooit 36 uur gewerkt en gefreelanced daarnaast? De therapeut van het werk vroeg een keer of ik dacht dat ik superwoman ben, intussen een running joke in huis. Maar eerlijk gezegd denk ik retrospectief dat ik inderdaad superwoman was, want ik deed veel en kwalitatief werk naast het min of meer draaiende houden van het huishouden en het opvoeden van de kinderen. Wat ik vroeger in een week kon zou ik nu nooit van mijn leven meer kunnen in een maand. Over werk ook nog: ik heb plannen voor een eigen praktijkje, maar ik loop enorm tegen mezelf aan. Het is alsof ik stilaan naar een nieuw stadium moet, maar nog erg in het verzet ben.
  • Sporten: haat-liefde. Het is nog bijna elke keer doodgaan, maar ik loop. Ik loop. Ik loop. Ocharme vijf kilometer per keer. Er zijn periodes dat ik er zin in heb, periodes dat ik amper vooruit kom, periodes dat ik denk dat ik dood ga, periodes dat mijn bekken bijna uit mijn sportrokje rammelt en periodes dat mijn knie precies van metaal is. Maar ik loop. Met Evi. Ik hoop tegen het einde van de zomer vlotjes vijf kilometer te lopen. Bij wedstrijdjes die ik meegelopen heb haalde ik makkelijk zes en een keer met bijna doodgaan vijf. Maar het dagdagelijks geloop is minder adrenaline-achtig dus makkelijk vijf is nog een paar weken ver. Ik wil in de herfst van vijf naar tien km trainen. Voorlopig loop ik ocharme tussen 9,5 en 10 km/u. Op snelheid train ik voorlopig niet. Het enige dat helpt met het lopen, is muziek. Ik heb een lijstje van liedjes die ik in het echte leven nooit zou luisteren, maar die een prima tempo hebben om te lopen. Laast gedownloade guilty pleasure? Dragostea din tei. Lach maar.
  • Liefde. Een relatie vraagt aandacht en onderhoud, maar het is zo goed er niet alleen voor te staan. Ik heb zo veel waardering voor de Man, zijn stabiliteit, rust. Hoe hij een bedding is voor ons en hoe normaal hij is. Hij blaast zich nooit op, hoeft nooit stoer te doen of in de kijker te staan. Hij is gewoon, hij is er helemaal echt en altijd. Hij is wijs en kan goed uitzoomen. Ik weet nog steeds niet waar ik ‘m aan verdiend heb.

Geef me nog eens negen maanden met goed slapen, sporten, goed eten en elke dag een zoen. En je gaat wat zien, joh.

 

Over zij die weet en zij die nog niet weet

De man en ik gaan naar de film. Het is altijd twijfelen. Enerzijds ben je er een hele avond aan kwijt (o help, niets ‘nuttigs’ doen?!), anderzijds is het altijd wel stof tot nadenken.

We zagen deze. Over een vrouw die te horen krijgt dat haar vader haar vader niet is en dat haar moeder stervende is. Maar daar gaat het niet eens echt over. Het is een kluwen van lijntjes door elkaar, waarbij je de vrouw ziet worstelen met haar huwelijk en niet-zo-deugdelijke echtgenoot, het moederschap, het beroep dat haar labiele vader op haar doet, de strijd met haar moeder, haar ambitie om te schrijven, de nood om brood op de plank te krijgen, een halfzusje dat op haar bank beland, haar eigen emoties, de aantrekkingskracht tot een andere man.

Het is een kluwen. In het kluwen zit veel codetaal verborgen omtrent vrouw-zijn. Op een bepaald moment wordt verwezen naar de moeder als zij die niet weet, wat natuurlijk een knipoog is naar Pinkola Estes, ‘zij die weet’. Vaak genoeg geeft het hoofdpersonage blijk van intelligentie. Ze is mooi. Haar intuïtie werkt goed. Ze ‘weet’. Maar ze is verstrikt in een kluwen en daar is ze zelf ook debet aan, door haar ambities op te bergen en daarover kwaad te zijn op de ander, en dan met name haar wat luizige echtgenoot en haar moeder.

De Man (de mijne) en ik hadden een gesprek achteraf. Hij vond de film chaotisch. Te veel thema’s door elkaar. Ik dacht dat de chaos net bedoeld was om net als de vrouw zelf ergens wel te weten waar het naar toe moest, maar die draad heel de tijd te verliezen in het appel van de 1001 dingen die voorbij komen. Scherp je ambities maar eens aan, zet je man maar eens buiten als terwijl je moeder sterft, je dochters puberen en de rekeningen betaald moeten worden. En dan nog, wat is het alternatief?

De Man vond de man uit de film fout begrepen. En inderdaad, hij deed vaak zijn best. En de  vrouw onthield hem seks (logisch om dan vreemd te gaan? …), en erkende zijn inspanningen voor het gezin niet echt. Maar dan stel ik me de vraag naar gelijkwaardigheid. Elkaar zien en erkennen is belangrijk, maar als zij zijn slordige pogingen wat verantwoordelijkheid op te nemen thuis moest honoreren, krijg je toch nog steeds een zeer asymmetrische relatie.

De film was enerzijds erg herkenbaar, en anderzijds totaal niet. Het gedeelte totaal niet gaat over onze thuissituatie. Mijn Man doet meer dan zijn deel in het huishouden, genereert een goed inkomen, biedt bedding en stabiliteit. We hebben eigenlijk nooit man/vrouw-issues in onze relatie, als in: wat is een taak van de man, wat is een taak van de vrouw. Hij werkt meer dan ik, maar dat zal voor hem nooit een reden zijn om bijvoorbeeld de kinderen niet in bad te doen of het afval niet weg te brengen.

Tegelijkertijd is er het element herkenbaarheid. Namelijk: zelf beschikken over een vorm van (jong) talent en enige ambitie, en dat ondergesneeuwd zien worden in de duizend dingen van elke dag. Werken aan een verhaal waarvan ik nog niet eens heel goed weet wat ik er dan mee moet als ik het echt opschrijf, verbleekt bij boodschappen doen en avondmaal koken voor het gezin en vervolgens honderd e-mails beantwoorden en op tijd in bed want morgen weer vroeg dag. Het ontwikkelen van een eigen praktijkje waarvoor ik nu een schamel stappenplannetje heb, krijgt de lakmoesproef wie-wacht-er-op-en-wat-brengt-het-op-dus-moet-ik-het-wel-doen-en-me-niet-gewoon-richten-op-hier-nu-de-dingen-die-ik-al-doe. Ik schrijf mijn plannen op, kom uit de flow en vraag me dan weer af of ik mezelf niet wat wijs maak. Zoiets.

Ik heb al weken ‘Playing big’ van Tara Mohr op mijn bureau. ‘Vind je stem, je missie en kom in actie!’. Een boek voor vrouwen die wat kunnen en willen en ondergesneeuwd geraken, niet alleen door alles rondom, maar ook door hun eigen innerlijke twijfels. (Ladies out there, KOOP DAT BOEK). Ik leer het onderscheid maken tussen mijn innerlijke criticus en mijn innerlijke mentor. Bij een visualisatie-oefening ontmoet ik mijn zelf, binnen twintig jaar, hier in dit huis, nog steeds balancerend tussen werk en kinderen met een doos vol opgeborgen plannen onder het stof. Dat, dat gaan we dus niet doen, denk ik. En nu weer over tot het kluwen van de dag.