Prinses gaat alternatief

Ik heb een universitaire opleiding ‘genoten’. En ik heb vervolgens aan de universiteit gewerkt. Ik geloof in wetenschap. Niet in alle wetenschap, want ik heb jammer genoeg ook gezien dat je in sommige takken van sport de antwoorden kan beïnvloeden door de manier waarop je een vraag stelt. En dezelfde data kunnen door drie verschillende onderzoekers op drie verschillende wijzen uitgelegd worden, waarbij alles correct kan zijn, maar wel een bepaald beeld wordt gecreëerd door de nadruk die gelegd wordt en door het woordgebruik.

Mijn huisdokter is een schat. En een leuke man. Ik heb een vriendin die steevast over hem zegt dat ‘hij haar kan krijgen’. Die vriendin is getrouwd en heeft drie kinderen. Zo een leuke man is mijn huisdokter dus. Een leuke man die leuke grapjes heeft voor mijn kinderen, waardoor ze graag in hun oren laten kijken en welwillig ‘aaaaa’ zeggen.

Maar ikzelf ben enigszins onbevredigd na bezoekjes aan de schat in kwestie. Ik vind het volkomen absurd dat hij (a) nooit vraagt wat ik eet en (b) elke klacht als een apart symptoom ziet, gelinkt met een bepaald medicament, dat vlotjes voorgeschreven wordt en de hele zaak maar moet oplossen en (c) vindt dat ik niet moe kan zijn omdat hij dat niet in mijn bloed ziet (uh – ik heb twee jonge kinderen en de laatste keer dat ik me uitgeslapen heb gevoeld is ongeveer zes jaar geleden).

Vooral (b) vind ik steeds absurder. Volgens mij heeft het in het kader van mijn gewrichts- en spierpijn wél belang dat ik een aantal galcrises heb gehad, dat mijn haar met bosjes tegelijk uitvalt, dat ik moe ben en dat ik ziek word van tomaten. Ook lijkt enig verband tussen mijn ernstige bekkeninstabiliteit en mijn gewrichtspijnen me logisch. Voor mijn huisarts niet. Die schrijft me met plezier achtereenvolgens pilletjes voor voor gewrichts- en spierpijn, maagbeschermers voor mijn gal, iets tegen haaruitval, een ijzerkuurtje enzovoort. Toen ik twee zomers terug eens bij een andere dokter kwam dan mijn eigen arts, schreeuwde die moord en brand dat ik in een vergevorderd stadium van Lyme zat. Dat baseerde ze op mijn dossier. Vreemd, want daar had de schat nooit iets van gezegd. Ik heb heel die zomer antibiotica genomen (!!!), waarna de schat in september vroeg waar dat nodig voor geweest was.

Anyway. Ik geloof in wetenschap, maar wat onze manier van geneeskunde bedrijven betreft, heb ik grote vraagtekens.

Daarom ga ik (ook) alternatief. Het voornaamste verschil is dat ze daar kijken naar heel mijn zijn. Lichaam en geest, één geheel. Nierproblemen worden dan gelinkt met een emotioneel zware periode en mijn spier- en gewrichtspijn wordt in verband gebracht met een lever die niet zo goed zijn werk doet als het op afvalstoffen verwijderen aankomt. Verder weet ik niet zo heel goed wat ik er van moet denken. Baat het? Het schaadt alleszins niet, tenzij financieel. Een overzichtje van de dingen waar ik ooit mee in aanraking ben geweest:

  1. Healings. Het is een tijdje geleden, maar ik had een therapeute (psychologe) die ook healings deed. Ik weet niet wat het effect op lange termijn ervan was, maar het was erg bijzonder om mee te maken. Ze raakte me niet aan, bewoog met haar handen boven mijn lichaam. Ik geraakte ervan in een soort fijne trance, waarbij ik allerlei kleuren zag (vooral zwart en paars). Na een sessie was ik zo draaierig als wat en moest ik altijd heel lang wachten voor ik weer veilig kon fietsen.
  2. Shiatsu. Ik weet begot niet wat het is, maar toen een studente shiatsu-beoefening een proefpersoon zocht, ging ik. Wat een intense fysieke gewaarwording! Ik moest liggen, met mijn kleding aan. Ze drukte op bepaalde punten. Ik geraakte dan in een soort andere bewustzijnsstaat, wat meestal heel prettig was. Alsof je zweeft in de diepte. Daarna ook telkens ontzettend draaierig. Wat het met mij gedaan heeft op de lange termijn? Ik weet het niet, maar eigenlijk was het op een heel bijzondere manier heel fijn.
  3. Cranio-sacraal-therapie en osteopathie. Ok, osteopathie is al een klein stukje terugbetaald door de CM, dus in die zin niet zo alternatief. Over de cranio-sacraal kan ik kort zijn. Daar heb ik volgens mij mijn onverwachte/ongeplande zwangerschap van de peuter aan te danken. Osteopathie heeft mijn bekken gered. Toen ik met mijn gammel bekken enkele maanden na de bevalling bij de osteopaat kwam, stond alles scheef. Dat heeft hij mooi recht gezet. Jammer genoeg was ik na verloop van tijd uitbehandeld en de restpijn (spieren, gewrichten, bekken) kon niet meer behandeld worden. Dit is trouwens niet de leukste alternatieve therapie om mee te maken, gezien het kraken (altijd schrikken en pijn). En het blijft een beetje awkward om in je ondergoed op een tafel te liggen in het volle daglicht, terwijl een man je knie in zijn kruis klemt en in zijn oksel je bekken kraakt – of iets dergelijks. Het ligt vast aan mij, en zeker ook aan de aantrekkelijke osteopaat in kwestie, maar ik moest per ongeluk altijd een beetje aan seks denken, daar op zijn tafel. En hoe meer ik probeerde dat niet te doen… Nou ja, you get the picture.
  4. Homeopathie. Geen fan. De Kleuter zat als minibaby al slecht in zijn vel, dus ging ik met hem naar een homeopaat. Die gaf zonder uitleg een aantal remedies, maar ik merkte geen enkel verschil en het irriteerde me ook wel dat ik er geen toelichting bij kreeg.
  5. Voetreflexologie. Waarom o waarom heb ik pas zo laat ontdekt dat er hier om de hoek een voetreflexologe woont met een kachel? Ik ben intussen enkele keren bij haar geweest, in een ik-probeer-maar-wat-stadium nadat ik uitbehandeld was bij de osteo waar ik al mijn hoop op had gevestigd. Ik weet niet of het door de voetreflexologie komt, maar ik heb al een maand heel weinig pijn en sta niet meer op als een oud vrouwtje – ik lijk wel gewoon 31! De voetreflexologe zegt dat dat komt omdat ze de toxines uit mijn lever verwijdert. Ze is een heel heksig vrouwtje, met een mooie stabiele energie die altijd zo rustig over macrobiotische voeding praat en me tips geeft, dat ik elke keer denk dat ik mezelf kan genezen door beter te eten en meer in balans te komen. Dat zeg ik dan, en dan antwoordt ze dat ik ervan moet uitgaan dat het prima met me gaat, dat ik gezond ben. Het is iemand die heel geaard lijkt (nu klink ik zelf heel alternatief) en heel goed in het leven staat.

Wetenschappelijke bewijzen zijn er niet voor die alternatieve dingen en ik kan niet met zekerheid zeggen welk effect ze hebben. Wat ik wel heel zeker weet is dat een uurtje in de ligstoel van het heksje, in de stralingswarmte van haar kachel, terwijl ze mijn voeten behandelt (bestaat er iets heerlijkers dan dat?) en recepten met pompoen prevelt, ongelooflijk goed is om te ontspannen en voor mijn welbevinden. En dat, dat heeft mijn schat van mijn huisdokter nog nooit met me gedaan.

 

 

 

 

Stoer

Ik zit aan de kant en luister naar het slotwoord van de studiedag. Ze komt naast mij zitten. Ze is een stoer wijf, mooi, sterk, krachtig. Ik heb een poppig jurkje aan, heb mijn haar los opgestoken en ben voor de gelegenheid vrij grondig opgemaakt. Concealer en foundation tegen de vlekkerigheid, de bleekheid, de jankerigheid. Het hielp. Ik stond er, ik heb gedaan wat moest. Op zo’n momenten, voor een groep, is het alsof ik uit één stuk besta. Mensen luisteren, ik praat, maak een grapje, zet ze aan het werk, nodig hen uit tot inzichten te komen, naar binnen te kijken, iets te delen met elkaar. Ik ben daar goed in. Het gaat vanzelf.

Ze vertelt me over haar kind, dat ze alleen opvoedt. Of er contact is met de vader, vraag ik. Ze zucht. Ze vertelt me over de man die ze buiten gezet heeft toen ze zwanger was, omdat ze zichzelf niet meer was bij hem. Ze ging kapot, terwijl hij floreerde. ‘Ik werd geen beter mens van die relatie,’ zei ze. En ik zie aan haar dat het een understatement is. Het contact met het kind? Hij probeert haar te raken, via het kind. Door het kind niet op te halen, door dingen te beloven en ze niet na te komen waardoor het kind volledig overstuur geraakt bij de moeder. Soms staat het kind daar als hij het moet ophalen. Met een boekentasje op de rug, op een leeg schoolplein. Huilend, wachtend. Zij lijmt de scherven dan.

Dat ze hulp heeft gezocht, vertelt ze. Want ze weet niet wat ze moet kiezen. Het contact met de vader blijven stimuleren, of het verbreken? Ik hoor dat ze oprecht zoekt naar wat het beste is, wat recht doet aan de betrokkenen, wat best is voor het kind.

Dat ze soms totaal uit haar dak gaat, vertelt ze. Waar het kind bij is, ja. Om hem, om de zoveelste frats. Om weken waarin alles goed ging en ze een beetje vertrouwen opgebouwd heeft. Net als ze wat achtelozer is geworden, gebeurt er weer wat. En dat het door haar ziel snijdt, om het kind dat het niet verdient om te staan wachten op een leeg schoolplein op iemand die niet komt .

We zitten naast elkaar. Ik met mijn poppig jurkje, zij een stoer wijf. Ze is vijftien jaar ouder dan ik. Ze staat er, helemaal. Ze straalt kracht uit. Ik vraag me af hoe ze prooi is geworden van die man, maar ik durf de vraag niet luidop stellen. Ik ben niet zo krachtig, ik ben zo popperig dat een collega me straks onder zijn hoede neemt en mij richting de juiste autostrade escorteert (en ja, ik kan dat zelf, maar ik kan vaak niet tegen mensen op). Zij is zo stoer dat ik denk dat ze alles voor elkaar heeft. Ze beantwoordt mijn vraag, zonder dat ik ‘m gesteld heb. Dat er geen liefde en erkenning was van haar vader. Dat ze die nodig had gehad.

Ik geloof oprecht dat de man waar ze het over heeft een persoonlijkheidsstoornis heeft. Net als ik geloof dat Dirk er één heeft. Het complexe aan persoonlijkheidsstoornissen is dat ze heel onbevattelijk zijn. Ik ben vast zwak en dom en ik heb een behoorlijke kwetsuur waardoor ik een prachtige prooi ben voor Dirk en als ik er niets aan doe, ook voor anderen. Maar ik heb wel een levende ziel. En dat maakt dat ik niet kan doorgronden hoe Dirk in elkaar zit. En dat maakt dat ik nooit voorbereid ben op wat er gaat volgen. Met mensen met een persoonlijkheidsstoornis maak je dingen mee die zo extreem zijn, dat je je afvraagt wie er nu eigenlijk gek is. Jij of die ander.

Met de woorden van Jan Storms:
‘Er is waarschijnlijk geen geestelijke afwijking zo vernietigend voor het web van menselijke relaties als psychopathie. Met zekerheid is het voor hen die met een psychopaat in aanraking komen de gevaarlijkste vorm van krankzinnigheid. De geestesziekte van de psychopaat heeft ogenschijnlijk alle kenmerken van gezondheid. Het is het bedrieglijk gewone dat ons geruststelt, vleit, inhaalt als een vriend of een geliefde, met als enig doel ons leeg te halen en te vernietigen. Psychopathie is parasitisme dat vermomd kan gaan als menslievendheid, onschuld, goedheid, superioriteit, hulp en hulpbehoevendheid. (…)
Wanneer iemand in de ware aard schouwt van een psychopaat, iemand die misschien al jaren met deze mens samenleeft, wanneer het masker valt, dan kan dit een schokkende realisatie zijn, een ervaring die ons hele beeld van de mensheid omverhaalt. Zo geperfectioneerd kan het masker van de psychopaat zijn, dat zie de psychopathische misleiding ontdekt, gaat twijfelen aan zijn verstand of zelfs in een crisis terecht komt die hem verlamt, ontreddert en – wellicht tijdelijk –  nog meer verstrikt in de destructieve relatie.
De prooien van psychopaten geraken vaak alles kwijt: hun relaties en bezittingen, hun gezondheid en hun baan, hun vertrouwen in de anderen, hun bereidheid om relaties aan te gaan, en hun goede naam.
Niettegenstaande de verschrikkingen die zij meemaken, staan zij vrijwel alleen. Wat zij moeten doorstaan is zo bizar en zo in tegenstelling met het gelikte masker dat de psychopaat aan de buitenwereld vertoont, dat zij niet geloofd worden wanneer zij erover vertellen.’

Eerlijk? Ik hoop elke dag dat het niet waar is. Elke dag. Daarom zoek ik hem op, kijk ik of er wat verandert, put ik hoop uit het feit dat hij eindelijk een thuisje voor elkaar heeft en wat werk, praat ik met hem, blijf ik proberen dat innerlijk te schouwen, coherentie te vinden in de persoon die hij is, een blijk te zien van echte empathie, of een geweten dat werkt. Zijn maskers werken perfect, en ik vind het moeilijk daar doorheen te kijken.
Bij Dirk zijn laatste frats kwam ik weer in een enorme crisis terecht, omdat het me terug wierp op die vraag: ben ik nu gek of is hij het? Er ontstond een vreselijk complexe mix in mij, van twijfel aan mezelf, van plots elk houvast missen. Maar ook: van hoop. Hoop dat het waar is, dat hij een gefrustreerde homoseksueel is met een functionerend geweten en echte empathie, die er een zootje van gemaakt heeft maar nu in het reine wil komen met zichzelf en anderen. Ik hoopte dat het zo zou zijn. Het zou zo tragisch zijn als de pest. Maar wel beter dan de realiteit. Mijn realiteit en die van het stoer wijf.  En die realiteit is dat we te maken hebben met iemand die ogenschijnlijk gezond (of zelfs charmant is – het stoer wijf zei over haar ex: ‘komt hij hier binnen, hij pakt je zo in‘), maar uiterst en ongeneeslijk destructief en onlosmakelijk met ons leven verbonden – want vader.

P.s. Ik heb jullie reacties gelezen. Ja, het enige dat ik kan doen is mijn eigen kracht ontwikkelen, de wonden helen, zorgen dat hij geen ingang meer heeft via mijn zwaktes. Ik weet intussen heel exact wat er met me aan de hand is, en volgende vrijdag doe ik maar weer eens een poging hulp te vinden bij het helen van mijn achillesziel en – hart. Ik beloof dat ik me niet meer laat gaan en geen instructies voor anusspoelingen meer tot mij neem.

P.s.2. Of ik dom ben? Vast wel. De enige verklaringen die ik heb voor de dingen die ik doe, is liefde en passie. Ik heb intens veel en oprecht van Dirk gehouden. Vandaar dat het zo moeilijk is van hem los te komen. Vandaar dat ik wel eens koffie dronk bij hem en hoopte een teken te zien van een echt mens die in staat is tot liefde, empathie, brokken lijmen, man en vader zijn. En ik doe mijn werk, niet omdat ik één of ander superdiploma heb (integendeel: ik heb een diploma waar ze op de arbeidsmarkt niet op zitten te wachten), maar omdat het mijn passie is, omdat ik het kan, omdat ik me goed voel in de organisatie. Dat is een domein van mijn leven dat niet besmet is door Dirk, en daarom ultiem belangrijk voor me.

 

The days after the day after

Wat vooraf ging

Het is bijna twee jaar geleden dat mijn partner weg ging, na een moeizame relatie waarin hij geen verantwoordelijkheid nam, schulden maakte, … Heel mijn karakter werkt tegen mij in dit soort gevallen, en ik bleef hardnekkig van hem houden, diep lijden, analyseren tot in het oneindige, terugverlangen naar vroeger, na veel overweging besluiten dat Dirk een persoonlijkheidsstoornis heeft en desondanks – uit diepe eenzaamheid – toch contact met hem zoeken (want liever met de gestoorde ex een kop koffie drinken dan weer eens een middag alleen met de jongens). En ploeteren, alleen met twee kinderen en de baan van mijn leven. Ik kreeg nooit een antwoord op de vraag waarom Dirk weg gegaan is. Tot vorige week, toen hij me bekende homoseksueel te zijn. U kan zich het drama vast voorstellen.

Nu

Er is geen lijn te trekken in de laatste dagen. Daarom: momentopnames.

Gek
Ik heb het gevoel dat ik gek word. Alsof ik in de foute film zit. Nachtmerrie, nachtmerrie.

Tragiek
Op maandag wist ik 1000% zeker dat Dirk mij en zichzelf belazerde. Ik praatte met een collega die zelf homoseksueel is, die me begon te vertellen over een lange relatie met een vrouw. Het hele verhaal sneed door mijn ziel en verwarde me tot in het oneindige. De jaloezie van hem toen zij een andere partner had (deed me hieraan denken), het verlangen van de collega naar zijn vriendin dat niet ophield – maar zijn vriendin kon niet meer met hem naar bed omdat ze te verdrietig was (ok, kan iemand me even uitleggen waarom een homo innig verlangt naar seks met een vrouw?). Hoe hij net als Dirk zei hoeveel hij van haar hield en hoe pijn het deed. Van de collega kan ik me heel goed veel authenticiteit in de geschifte situatie voorstellen. Dat het dus kon, dat hij innig van die vrouw hield en tegelijkertijd ook homobars bezocht. Dat hij al lang een vriend had maar hij ziek werd toen zij kwam vertellen dat ze ging trouwen. Plots twijfelde ik aan mijn hele stelling dat Dirk zich vergist, overviel de schrijnende tragiek me van het idee dat Dirk jarenlang niet kon functioneren omdat hij godganse dagen innerlijke robbertjes vocht met zijn homoseksualiteit. De tragiek van zo graag willen en niet kunnen. Volgende week gaan de collega en ik uit eten, even praten. Ik wil liefst afzeggen. Ik wil het eigenlijk niet horen, het roept alle empathie in me op die ik nu niet kan verdragen.

Woest
Ik ben woest, woest. Op het leven, dat ik echt niet meer leuk vind. Het is genoeg, het was al genoeg, dit is alleen maar pijn en het gaat nergens naar toe. Op Dirk. Omdat het zo’n lullig idee is dat hij dit al jaren wist en mij in mijn domme naïviteit liet. Omdat het onverdraaglijk is dat hij me zag lijden onder het niet-weten-waarom, en toch niets zei. Ik zou hem liefst castreren.
Woest zijn is niet goed voor me. Ik rijd 140, draai luide beats in de auto die me fysiek pijn doen, ben opgefokt. Mijn kaken zijn stijf van het klemmen. Ik zou willen huilen maar kan het niet. Mijn efficiëntie vaart er wel bij, want ik ram achterstallige e-mails op mijn toetsenbord en doe eindelijk wat dingen die waren blijven liggen, maar dan is het boos op en stort ik in en ben ik moe en wil ik niets meer. Het is een wonder dat ik nog niets stuk gemaakt heb, mijn auto niet in de prak gereden heb en/of nog niemand geslagen heb.

Opnieuw beginnen
Ik heb het kutgevoel dat ik door de mededeling van Dirk opnieuw moet beginnen, met heel dat rottige verwerkingsproces waar ik niet eens klaar mee was. Ik had het wel geapprecieerd vanuit efficiëntiestandpunt dat hij dit eerder had verteld, dan had ik wat rouwverwerking kunnen combineren. Lul.

Slecht plan (i)
Een babysit nemen om vervolgens in wanhoop naar de ex te rijden en twee uur lang te huilen op zijn bank is een slecht plan. Dat doen we dus niet meer en ik heb een contactstop doorgevoerd waar ik mezelf trouw aan houd.

Slecht plan (ii)
Het is een heel slecht plan om te googelen rond homoseksualiteit en met een mengeling van nieuwsgierigheid en afschuw op wat zoekresultaten door te klikken. Sommige dingen wil je niet weten. Echt niet. Dus nee, ik zal niet met jullie delen hoe je je anus moet spoelen in de voorbereiding op bepaalde huiselijke bezigheden. En ja, er zijn nog ergere dingen (*). Dit helpt overigens heel goed om de contactstop vol te houden.

(*) Ik ben niet preuts en iedereen moet vooral doen waar ie zin in heeft, maar het is best lastig je je ex waar je belachelijk veel van houdt en waar je je nog steeds vreselijk toe aangetrokken voelt, voor te stellen druk in de weer met een doucheslang.

Belazerd
Any case. Als het waar is, heeft hij me jaren belazerd en is niets van wat voor mij echt was, echt geweest. Als het niet waar is, sta ik nu weer eens op mijn kop voor niets. Maar op dit moment geloof ik dat het niet waar is maar hij het wel zelf gelooft omdat het de makkelijkste manier is om zichzelf te rechtvaardigen. Misschien moet ik hem de instructies om zijn anus te reinigen doorsturen om hem wakker te schudden. Euh, nee, contactstop. Dus.

Twijfel
Mijn karakter keert zich weer eens tegen me. Mijn sterke analytische vermogens die me op het werk geweldig dienen, zijn een blok aan mijn been. Ik heb de meest complexe verklaringsmodellen ontwikkeld, terwijl ik er eigenlijk gewoon niet aan wil denken. Ik wil mijn hoofd leeg, nu.

Hulp
Ja, ik ben al geruime tijd bezig met hulp zoeken. Ik ben er van overtuigd dat ik aan mezelf moet werken, maar tegelijkertijd vind ik het precies ook wat extreem, wat ik meemaak (hoeveel aan-jezelf-werken heb je nodig om hier zen bij te blijven?). Ik kan zo hard aan mezelf werken als ik wil, maar ik blijf dit nogal een nachtmerrie vinden.
Anyway, na verschillende therapeuten en ook de holistische therapeute, en na craniosacraal, osteopathie, shiatsu, voetreflexologie, energetisch werk, healings, yoga, pillekes van dr Vogel, allerlei voedingssupplementen, stenen onder mijn hoofdkussen, bachbloesems, ayurveda… heb ik nu een afspraak gemaakt bij iemand die emotioneel lichaamswerk doet, op advies van iemand wiens advies ik in deze aanneem. Ik heb alles geanalyseerd, ik weet perfect wat er met mij zelf aan de hand is en dat van Dirk zal ik mogelijk nooit weten. Maar het blijft wat steken als het om verwerken en verder gaan gaat (wat ook niet makkelijk is in deze zotte situatie). Emotioneel lichaamswerk dus. Ik zou mijn schoenen opeten op dit moment, als ik daarmee de garantie krijg dat het verdriet ophoudt. Het kan me niet schelen wat ik moet doen, als het maar stopt. Het is lijden dat ik amper kan verdragen, en ik ben het spuugzat, Ik wil verder, ik wil dat het ophoudt, ik wil dat er iets leuks gebeurt, ik wil dat dit echt het allerlaatste was. Ik wil een relatie met die leuke collega die ik ontmoet heb aan de koffie-apparaat en die zo degelijk leek en zo aardig en zo betrouwbaar en die een leuk brilletje maar ook een vriendin had. Kom op, mag er eens iets gewoon goed gaan? Verdomme.

@ work
Ik voel me bijna schizofreen, omdat ik gewoon verder functioneer. Blij dat ik kan werken, dat zorgt voor wat afleiding.

Flashbacks
Honderd momenten. Die keer dat ik hem in Ikea zei dat er een man naar hem zat te loeren – dat gebeurde overigens achteraf gezien wel vaker. De dag dat hij helemaal bleek weg getrokken was na de twintig weken echo en niet mee wou doen met het plannen van de benodigdheden voor de baby. Het briefje dat hij op de tafel achter gelaten had bij één van de verdwijntruken: ‘Beter één groot verdriet dan vele kleine.’ (Waarom is hij toen eigenlijk niet definitief van de radar verdwenen? Kan dat alsnog? Kunnen mensen opgeslokt worden door een zwart gat? Kan ik dat ergens bestellen?) De dag in de zomer nadat hij weg gegaan was waarop hij me zei dat er iets met hem aan de hand was dat hij niet kon vertellen (mietje!). De woorden ‘nicht’ en ‘flikker’ die hij gebruikte over zichzelf in de dramatische nacht van de bekentenis (moest dat echt?). Ik die hem huilend op zijn bank vroeg voorzichtig te zijn omdat hij een vader is (jeetje, heb ik dat echt gezegd?).

 

Behoorlijk verknipt dus, ik, nu. Dadelijk mezelf tot yoga dwingen, om iets constructievers te doen dan chips en chocola door elkaar eten en kijken naar instructiefilmpjes voor anusspoeling.

Verdraaid nog aan toe, hij heeft zelfs mijn foutste guilty pleasure ooit totaal verpest (cfr. kijken naar filmpjes van ‘niet lullen maar poetsen’ met Koen en Gigi).

Ik heb al dagen het gevoel dat ik wou dat ik niet bestond. Verdomme.

 

 

 

 

 

 

 

 

Dirk & de ultieme verrassing

Dirk en ik maken ruzie. De gemoederen lopen behoorlijk hoog op. Maar ergens is het ook heilzaam (alsof je pas kan helen in het gesprek tussen dader en slachtoffer), en in momenten lijkt er een soort doorbraak. Of hij beseft hoe bang ik van hem was? Of hij weet wat het voor me betekend heeft om die rotbevalling alleen te moeten betalen? Dat hij me verwoest heeft door weg te gaan, maar ook door de tijd daarvoor. Hij schreeuwt dat hij dat weet, dat hij het niet wil horen. Ik huil met lange halen. Hij vertrekt, ik loop achter hem aan en schreeuw dat hij het weer doet. Me alleen laten op een moment dat ik er niet alleen voor wil staan.

Tien minuten later is hij terug. Ik zit huilend en trillend aan de keukentafel, ver weg van de Peuter die een filmpje kijkt op de bank. De Kleuter is er niet, maar goed ook.

Dan zeg ik het. Wat ik al ongeveer 20 jaar weet maar waarin alles samen komt dat er met mij aan de hand is, dat me belemmert, waar al die onevenwichtigheden van dit leven, al dat zotte en grenzeloze en absurde en uitgeputte vandaan komt.
Ik moet al heel mijn leven meer doen dan ik kan. Jij bent de eerste die ooit echt voor me gezorgd heeft en toen werd het alleen maar erger en liet je me in de steek.’

Ik huil en tril en ben tegelijk beyond reason en behoorlijk scherp, want in mijn hoofd komt alles samen. De moeder met manische buien en altijd overstuur. De vader die zich kapot werkte. De opdracht uit te rekenen hoeveel uren mijn vader had moeten werken voor nieuwe spullen die ik kreeg. Het feit dat ik een brusje ben, een zus van meerdere kinderen met een handicap. Dat ik als kind al wist dat er geen draagkracht genoeg was om het normale kind, ik dus, ook nog te geven wat het nodig was. Dus ik verstopte me in boeken, hield me op de achtergrond, vroeg weinig, kreeg weinig, deed mijn best om te helpen, verantwoordelijkheden te nemen, te koken voor het gezin, te luisteren naar mijn moeder en haar problemen, op te ruimen, de was te doen, onzichtbaar te zijn. Ik deed als klein kind al wat ik niet kon. Ik had elke dag buikpijn waar ik niets over durfde zeggen, ik dacht altijd altijd altijd dat ik moest overgeven, ik was godganse dagen doodsbang dat ik moest overgeven. Ik voelde me nooit gewoon goed. Ik speelde niet, ik las. Ik voelde me ouder dan andere kinderen. Ik probeerde alles goed te maken thuis, maar het werd nooit beter – wat ik ook deed of liet.
En later, het onvermogen om een goede wederkerige relatie te hebben. De angsten die gepaard gaan met moeder zijn. Het grenzeloze in werk. De hoge eisen aan mezelf. Dirk die even voor me zorgde. Ik die finaal voor hem viel. De verandering, de hel, zijn vertrek. Elke dag de opdracht meer te doen dan ik kan. Het gevecht met faalangst en uitstelgedrag en werk en gezin en huishouden. Dat dagelijkse gevecht met mezelf – over mijn recht op verdriet en op rust en op dat het soms genoeg mag zijn. Dat ik al heel mijn leven moe ben. Dat ik niet voor mezelf kan zorgen, dat ik gewoon niet voel of ik honger of dorst heb. Ik voel alleen pijn en vermoeidheid en kou.

Dirk kijkt me aan en zegt dat hij me iets gaat vertellen. Ik hoor hem amper maar kijk hem aan, en hoor dan het woord ‘homoseksueel’. Hij heeft me verteld dat hij homoseksueel is.

Het huilen houdt op. Ik stel hem vragen. Nee, hij heeft geen relatie met een man gehad en ja, hij hield van me en … Ik ben volkomen verbluft. Ik had alles verwacht, alles al eens gedacht. Maar dit nooit.

De crisis is totaal. Een uur later lig ik uitgeput op de bank, rillend van de kou. Dirk is doodkalm, praat tegen me, besluit bij me te slapen, houdt me heel de nacht vast terwijl mijn hoofd duizend kringetjes draait en ik niets begrijp, niets meer begrijp. Ook niet mijn eigen reactie.

Het is alsof de hemel op mijn kop gevallen is, alsof de wereld ingestort is.

Omdat het nu uitgesloten is dat hij ooit terug komt? Nee, dat wil ik immers toch niet? Ik denk dat de verwarring er eerder in zit dat dit een ander licht werpt op alles dat was. Ik ga er al een tijd vanuit dat ik te maken heb met een ex-partner met een persoonlijkheidsstoornis. Daarom ben ik een rechtszaak begonnen, om bescherming te zoeken. De persoonlijkheidsstoornis zou verklaren waarom de relatie zo destructief is geweest voor mij en hij me in puin heeft achtergelaten, duizenden euro’s armer, zonder ooit echte verantwoordelijkheid genomen te hebben voor om het even wat. Ik snap er niets van. Maar hij ligt  naast me en houdt me vast en zegt dat hij nu eindelijk eerlijk is met me en dat hij nu mijn man weer kan zijn en dat hij vanaf nu voor me gaat zorgen en dat we nog een kind kunnen krijgen samen. Dat gaat op in de enorme soep in mijn hoofd. Pas de volgende dag realiseer ik me hoe absurd het is.

The day after

Ik zet de peuter af om 7u. Hij huilt. Ik huil. Ik moet naar Duitsland rijden om daar een studieochtend te geven. Ik heb geen letter op papier, ik heb niets voorbereid. Niets. Ik heb geen tien minuten geslapen. Ik ben mezelf niet en ik herken mezelf niet.

Hoe verder ik rijd, hoe witter de omgeving wordt. Ik bel een vriend die zelf homoseksueel is. Ik hoor hem bijna fronsen. ‘Hee, meid, too little, too late,’ zegt hij. Ik krijg een smsje van een vriendin die me vraagt waarom ik hier zo van overstuur ben, dat het toch niets verandert aan wat me te doen staat. Ik bel Amber, die spontaan in lachen uitbarst. ‘Nee, niet Dirk,’ zegt ze.

Ik geef een studieochtend zonder een letter voorbereiding op papier. Er is een bord. Ik luister naar het organisatieprobleem, zet heel oldschool het model dat ik ontwikkeld heb op het bord en licht toe hoe het werkt en waarom ik geloof dat het een antwoord kan zijn op hun problemen. Vervolgens laat ik heb kennis maken met methodes en werkvormen uit het model. Het is heftig, enkele teamleden huilen tijdens de werkvormen waarin ze uitgenodigd worden perspectieven te verbreden, te veranderen, en te vertellen hoe ze bepaalde zaken ervaren en duiden. Als ik weer vertrek zijn ze dankbaar, er is wat gebeurd, ze zijn in beweging gekomen. Ik zet mijn zonnebril op, ga de baan op, schud mijn hoofd uit ongeloof, en dan begint het. De lange rit, waarin ik mijn ziel uit mijn lijf huil, waarna ik hees ben van het janken. Bij momenten hoor ik mezelf diep en wanhopig brullen als een gewond dier. Mijn tranen zijn zwart van de mascara, ik krijs van ellende. Ik wou dat ik dit niet moest meemaken, het is zo genoeg voor me.

Dan krijg ik een sms van een vriendin die me vraagt of Dirk ziek is of aandacht nodig heeft. Ik schud mijn hoofd. Het lijkt alsof ik plots wakker word. Dirk zijn bekentenis deed geen enkel puzzelstukje op zijn plaats vallen, het verklaarde helemaal niets. Bovendien heb ik geen enkele aanwijzing gehad om dit ooit te vermoeden en de vrienden die Dirk kennen en die ik in vertrouwen heb genomen, vallen even hard uit de lucht. Ik realiseer me plots dat ik mezelf niet ben. Onvoorbereid en zonder een minuut slaap naar Duitsland rijden en daar een studiedag gaan geven? Dat is helemaal niets voor mij, dat ben ik niet. Dit gevoel van vervreemding van mezelf herken ik van vroegere crises met Dirk. Ik herinner me plots hoe hij genoot van mijn crisis gisteren, hoe het aanleiding was voor hem om de boel over te nemen. Hoe zwak ik me voelde, hoe weerloos tegenover zijn besluit bij me in bed te komen. Hoe afhankelijk ik werd van hem. Hoe willoos. Ijskoud en glashelder weet ik plots dat het niet waar is. Het is niet waar. Dirk is een psychopaat en dit is zijn ultieme manipulatie. Wat niet wegneemt dat ik geloof dat hij het zelf gelooft, dat hij homo is.

Enige achtergrond. Ik heb altijd het gevoel al gehad dat Dirk zijn buitenkant en binnenkant niet met elkaar in verbinding stonden. Hij gebruikt maskers. Dingen die hij zei en deed correspondeerden niet met zijn innerlijk. Een heel duidelijk teken daarvan is dat hij heel betekenisvolle momenten uit onze relatie niet meer weet. Hij heeft daar met zijn buitenkant gehandeld, maar hij was daar innerlijk niet eens bij.

We hebben het hier over gehad en hij heeft dit toegegeven. Ik heb het boek van Jan Storms (‘Destructieve relaties op de schop. Psychopathie herkennen en hanteren’) tientallen keren gelezen en alles herkend: de dode ziel vanbinnen, verborgen achter verfijnde overtuigende maskers, de binnenkant en de buitenkant die niets met elkaar te maken hebben.

Ik realiseer me dat hij verborgen homoseksualiteit aanhaalt als verklaring om die kloof tussen zijn buiten- en binnenkant te verklaren, en alle ellende die daaruit voor gekomen is.  Maar het is niet waar. 

Dat hij homoseksuele gevoelens heeft, kan best. Homoseksuele fantasieën, homo-erotische verlangens. Mij best, daar sta ik niet van te kijken. Ik ben er zelf van overtuigd dat seksualiteit niet zwart of wit is, maar dat je ergens op een lijn zit tussen hetero- en homoseksualiteit. Ik ben zelf twee keer tot achter mijn oren verliefd geweest op een vrouw. No big deal, ik geloof dat dat kan. Ik geloof niet zo in de etiketjes homo, hetero, lesbo. En ik wil best aannemen dat Dirk altijd al en nu homoseksuele gevoelens koestert. Maar het is niet waar dat dat de oorzaak is van de kloof tussen zijn binnen- en buitenkant. Ik denk terug over de avond en de nacht, en zie hoe hij me bewust in crisis heeft gebracht om vervolgens te kunnen floreren, invloed uitoefenen. Hij schakelt mij uit, doet me vervreemden van mezelf en slaat dan toe. Psychopaten zijn mensen die anderen kopje onder moeten duwen om zelf boven water te komen. Dat is Dirk.

Ik haal de kinderen op, ben plots doodkalm. De avond verloopt normaal. Ik bel nog even met Amber. Ik vertel dat ik al een tijdje op zoek ben naar hulp, dat ik te uitgeput ben geworden, dat ik zodanig verzwakt was dat Dirk vrij spel heeft gekregen en de boel weer eens totaal op stelten heeft gezet, mij van mezelf heeft vervreemd.

Dirk belt. Ik stel de grenzen. Dat dit noch voor mij noch voor de kinderen goed was. Dat er afstand nodig is. En dat hij niet homoseksueel is, al geloof ik dat hij wel homoseksuele gevoelens kan hebben. Dat moet hij vooral uitzoeken als hij dat nodig vindt, maar het verandert niets aan het onrecht, de pijn, alles wat er gebeurd is dat niet had mogen gebeuren. En nee, hij komt niet terug om voor me te zorgen, nieuwe kinderen te maken of mijn man te zijn. Wat een absurd idee was dat ook.

The day after the day after

Ik voel me sterk en rustig, neem een aantal maatregelen. Alles is glashelder in mijn hoofd, van de parentificatie waar ik net over schreef, tot hoe alles geworden is vandaag en wat me te doen staat, namelijk mezelf beschermen en in mijn kracht komen om voor eens en altijd een einde te stellen aan de zooi met Dirk en ondeugdelijke mannen en al die pijn en dat grenzeloze in mijn bestaan. Maar het erge is dat ik al vaker op een punt van absoluut bewustzijn ben geweest en dat bewustzijn, weten wat er aan de hand is, niet altijd genoeg is om de stappen te zetten die nodig zijn om te helen en te veranderen. Daarom schrijf ik dit nu op, hier. En druk ik dadelijk op ‘publiceren’. Als ik het nu niet opschrijf, geraak ik het kwijt. Ga ik twijfelen. Word ik moe. Wurmt Dirk zich hier weer binnen omdat ik geen wapens heb en ik te moe ben om te denken, te kijken, de burcht te verdedigen.

De vriend die homoseksueel is komt langs. Het gesprek resulteert in een sms aan Dirk. Dat hij zelf de knoop maar moet ontwarren die gevormd is door realiteit, illusie en rechtvaardiging. Dat ik afstand neem van hem om in mijn kracht te kunnen zijn.

Dat het een nachtmerrie is, denk ik. En tegelijk heeft het alles op scherp gezet. Scherper dan ooit. Ik hoop, ik hoop dat dit de doorbraak is. Dat ik nu eindelijk al mijn eigen k**patronen kan veranderen, orde op zaken stellen, Dirk buiten houden, de moeder zijn die ik moet en wil zijn.

 

 

 

 

Fuck fake

Femma is een eigentijdse en eigenzinnige vrouwenorganisatie met een duidelijke visie op mens & samenleving. Femma praat mee over wat vrouwen vandaag denken, voelen & beleven. Femma verdedigt de belangen van vrouwen met minder kansen en in het bijzonder alleenstaande vrouwen. De organisatie ijvert voor emancipatie van vrouwen en gendergelijkheid, o.a. via het informeren en sensibiliseren van vrouwen, beleidsmakers en andere actoren.

Ik ben vereerd dat ik voor Femma tweewekelijks een blokstukje mag schrijven. Onderstaand stukje is geschreven voor Femma en verschenen op hun website.

Meer over Femma? Neem hier een kijkje!

 

Fuck fake

Het is enkele jaren geleden. Ik ervaarde met mijn toenmalige partner de geneugten van het prille tweeverdieners-zonder-kinderen-schap, die samen te vatten zijn in: elke week op restaurant, maandelijks nieuwe kleding, op reis naar Italië, niet nadenken in de supermarkt en toch maandelijks 500 euro op de spaarrekening kunnen plaatsen. Het was kerstvakantie en we verveelden ons. We besloten een bezoekje te brengen aan een vriendin, die sinds de zomer alleenstaande mama was.

Amber zag er slecht uit. Het kind dreinde. Ik vond dat ze niet consequent genoeg was met haar zoon, en wierp mijn toenmalige partner een betekenisvolle blik toe. Zo zouden wij het nooit doen.

Er was geen eten in huis dus gingen we samen naar de supermarkt. Amber had de komkommer niet gewogen en kon die dus niet inscannen bij de zelf-kassa. Ik bood aan om even terug te lopen, maar ze zei dat ik dat maar moest laten en stopte de komkommer in haar boodschappentas. Onbetaald. En ook nog iets anders, ik herinner me even niet meer wat. Ik wierp mijn toenmalige partner een betekenisvolle blik toe. Beneden alle peil.

We kookten samen. Amber zei niet veel. We voelden ons niet erg welkom en gezellig werd het niet. Het kind was lastig, Amber kon het niet hebben, we vertrokken na het eten. Lieten we haar echt achter met de afwas en een lastig kind?

In de auto naar huis analyseerden we de situatie. Ze had maar niet weg moeten gaan bij die man. Hij was overigens een opperbeste kerel. Zo zie je maar waar te vlug opgeven toe leidt. Waarschijnlijk kon ze het moederschap gewoon niet aan, dat zag je immers ook aan hoe ze met dat kind omging. Maar ja, zij was het die koste wat kost een kind wou. Ze had het dus zelf gezocht.

Intussen ben ik zelf alleenstaande ouder geworden. Tegen wil en dank. Wat ik toen niet wist, maar nu wel, is het volgende:

  1. Amber was doodmoe. Er bestaat een soort moe waarin je voorbij het redelijke bent. Een moe waarin je niet vooruit kan plannen wat je gaat eten, waarin je koelkast leeg is, en waarin je zeker niet consequent met een peuter kan omgaan.
  2. Amber was moe omdat het verschrikkelijk zwaar is om alles alleen te doen, met een peuter.
  3. Amber was moe omdat ze verdriet had. Zij had de scheiding geïnitieerd, maar niemand gaat weg van zijn/haar partner voor de lol. Het is altijd een schrijnende keuze die gemaakt wordt en niemand wint erbij. Je doet het enkel als het echt niet anders kan(*).
  4. Amber had waarschijnlijk slechts een paar tientjes op haar rekening zoals ik meestal. Mogelijk was het niet betalen van enkele producten in de supermarkt een noodzaak.
  5. Als je moe en verdrietig bent, is gezellig ver weg. En voel je je lichtjaren verwijderd van tweeverdieners die geen flauw idee hebben welke gevechten je aan het leveren bent.

Wat zou ik anders gedaan hebben, als ik terug kon naar die dag met wat ik nu weet?

Ik hoop dat ik haar voorgesteld zou hebben een paar uurtjes te bekomen terwijl ik met haar kind naar de supermarkt ging, maar ik weet nu ook dat de band tussen alleenstaande ouders en kinderen heel hecht is. Ook ik heb verschillende keren het aanbod gekregen dat anderen een paar uur voor mijn kinderen willen zorgen, maar mijn hart breekt al bij het idee. Ik voel me al zo schuldig, ik ben er al zo vaak niet, ik zou veel meer moeder willen zijn met meer aandacht en energie en liefde en zorg…

Ik hoop dat ik de rekening in de supermarkt zou betaald hebben, inclusief komkommer. Maar ik weet hoe erg de schaamte is en hoe voorzichtig je met zo een gebaar moet zijn om iemand niet volledig te vernederen.

Ik hoop dat ik niet vertrokken zou geweest zijn zonder dat het kind in bed lag, de afwas gedaan was en zij met een kopje thee op de bank zat. Maar ik weet nu ook hoe bedreigend het is als anderen het even overnemen als je defensiemechanisme is dat je de boel alleen redt.

Het enige waar ik zeker over ben, is dat ik niet zou geoordeeld hebben zoals ik wel deed die dag. Ik heb geoordeeld over een vriendin op een dieptepunt in haar leven. Ik heb gedacht dat ze slecht met haar kind omging, dat ze zichzelf slecht verzorgde, dat ze stom was geweest door haar relatie op de klippen te laten lopen en dat het ongepast was dat ze dingen uit de supermarkt meenam zonder te betalen. Dat laatste heb ik nooit gedaan, maar de eerste dingen zijn waarschijnlijk ook door anderen hun hoofd gegaan over mij, de laatste twee jaar.

Ik schrijf op mijn blog over mijn situatie. Ik vind dat niet altijd tof. Ik wil liefst een verhaal van kracht vertellen, maar meestal schrijf ik over eindeloos moe zijn, over ontploffende huishoudens, kleuters en takenlijstjes. Over moeten maar niet meer kunnen. Over die ex waarvan ik tegelijkertijd hoop dat hij terugkomt en dat ik hem nooit meer zie. Soms voel ik me de zeur van blogland. En toch schrijf ik, en blijf ik schrijven. Waarom dan? Om het verhaal van Amber. Omdat anderen te behoeden voor de fouten die ik die dag gemaakt heb. Fuck fake.

(*) Behalve Dirk. Die had beter moeten nadenken.

De noordwester, het kastje en de muur

Het stormt. Het stormt echt. De storm heet ‘noordwester’ en rukt aan mijn bescheiden autootje. Het is donker, de regen striemt op mijn voorruit. Soms zie ik niets als ik een vrachtwagen inhaal. Ik heb twee uur in de file gestaan en nu rijd ik een lang donker stuk tussen Rotterdam en Bergen-op-Zoom. Mijn avondmaal bestaat uit een twix en een kitkat, net rillend in een tankstation in de middle of nowhere gekocht.

Ik ben alleen. De angst houdt me scherp en alert. Er is niemand naar wie ik kan bellen om me hier uit te redden. Het is mij en de duisternis, de striemende regen, het autootje om tussen de witte lijnen te houden hoe hard de wind ook stoot, de opdracht naar huis te gaan, de kinderen op te halen, ze kalm, beheerst in bed te leggen met verhaaltjes, knuffels en liefde voor ik zelf kan rusten. Kunnen we in een half uur inhalen wat ik vandaag weer gemist heb?

Ik ben in het hier en nu, in de storm.

Als ik Antwerpen nader en het weer wat rustiger is, denk ik aan het gesprek met de crisishulpdienst. Het was absurd. Ik legde uit wat er aan de hand was, en de vrouw aan de andere kant zei dat ze niet kon rusten in mijn plaats. Ik vertelde dat ik moeite heb met beslissingen nemen, bv over de school van de kinderen of over wat we vanavond eten. Voor mij is dat een symptoom van mijn vermoeidheid, het feit dat ik het overzicht niet meer heb. De vrouw aan de andere kant zei dat zij niet kon beslissen wat ik vanavond zou eten. Hahaha. Vervolgens verwees ze me door naar alle diensten waar ik al geweest ben, sommige meermaals, en die me op hun beurt weer doorverwijzen naar elkaar. Het kastje en de muur. Ik zeg tien keer dat ik dat al geprobeerd heb en daar al geweest ben. Ze blijft hameren. ‘Ik bel naar u omdat ik alles al geprobeerd heb!‘, zeg ik kwaad. Ik geef haar het voorbeeld van mijn zoektocht naar kraamhulp. ‘Aah, juist ja, dat heb je nodig! Regel dat dan maar voor jezelf, he mevrouw,’ is het antwoord. Uhm, dat dat dus niet bestaat, zeg ik. Hulp voor mensen die in de alarmfase zitten maar er nog niet onderdoor zijn. Er is geen kraamzorg voor alleenstaande vermoeide te drukbezette ouders. ‘O,’ zegt ze. En vervolgens vraagt ze of ik mijn vriendinnen niet kan bellen. Moet ik haar echt uitleggen wat structurele hulp is? Ze stelt ook nog voor het probleem in stukjes te hakken en voor elk probleem een aparte hulpverlener te zoeken. Uhm, integrale benadering, duurzame oplossingen, haalbaarheid voor mezelf. Iemand? Als ze ook nog voorstelt dat ik eens een lijstje kan maken met alles wat er aan de hand is, snauw ik dat ik al honderd lijstjes heb, dat ik ze allemaal kan tonen. Ik vraag haar mijn gegevens te wissen en mijn naam te vergeten, en beëindig het gesprek.

Twee dingen. Het klinkt arrogant, maar ik ben verstandiger dan sommige hulpverleners, waardoor ik te moeilijk te helpen ben. Ik ben te kritisch. En het tweede: er is geen hulp voor de fase waarin je weet dat je uitgeput bent en afstevent op iets ergers. Het stomme is dat de schade veel groter is als je eerst moet crashen voor er wat gebeurt. Ik geloof niet dat ik mijn kinderen iets zou aandoen, maar ik kan me voorstellen dat veel (familiale) dramatische dingen vermeden kunnen worden als er hulp is voor die laatste rechte lijn richting crash.

Via de reactie van Storm op een vorige post, kwam ik bij Maaike terecht. Een soort boost, zo veel wijsheid. Ik hoop dat ik binnen tien jaar Maaike ben. Maar tegelijkertijd ook elke keer weer die vraag of het echt zo is dat de realiteit gevormd wordt door hoe je denkt en dat anders denken, of anders kijken, alles kan veranderen. Ik geloof dat niet helemaal. Het helpt altijd als ik positief kan blijven, maar sommige dingen zijn gewoon te veel. Zoals alleenmoederen en werken en een boos kind en veel kilometers en issues en pfoe.

Het is avond. Ik scheur door de noordwester. Alleen. Er is niemand om op te bellen. Just me & the car. En een twix. En de radio. En de striemende regen. En twee zieltjes die op me wachten. En ik denk aan Roos, die me altijd vertelde dat je zelf weet wat te doen. En ik denk aan wat ik aan mijn holistisch therapeute vertelde, over al die vreselijke patronen die me ongelukkig maken. Ze vroeg me een nieuw patroon te noemen dat ik kan creëren en dat mij kan helpen. De wolfsvrouw, besef ik weer. Vertrouwend op innerlijke kracht & wijsheid. Dicht bij intuïtie en eigen natuur. Stoppen met rondbellen en verwachten dat iemand anders het gaat oplossen. Niet meer het kastje, niet meer de muur. Gewoon, contact krijgen met mijn innerlijk weten.

Ik zet de wagen stil. Bereid me voor op twee oversture kinderen omdat ik laat ben, en een vriendin die me subtiel zal duidelijk maken dat ik dit werk niet moet willen als moeder met twee kinderen. Maar niemand is overstuur of maakt verwijten, iedereen is blij me te zien. Op weg naar huis vertel ik de zoon over de noordwester, ik doe na hoe de noordwester tegen mijn auto blies en dat ik in een school ben geweest die naast het strand lag en we lezen een boekje en nemen ons voor op te zoeken hoe snel een vliegtuig vliegt en of we naar een planetarium kunnen, en even later slapen ze en het schuldgevoel slaapt ook en ik denk dat het allemaal maar even een noordwester is, deze fase. En dat ik er dwars doorheen scheur.

 

 

 

 

 

Een dag uit het leven van Prinses en cO: januari 2016

Woordje vooraf: deze post stond al gepland voor deze. Op het einde van de post ‘het leven zoals het is: single mom (ii)’ vertel ik over de ‘gewone’ dagen. Lees deze dag maar als een ‘gewone’ (goede) dag.

Update: na de leven-zoals-het-is-post heb ik een paar knopen doorgehakt. Zoals de pauzeknop indrukken voor minstens drie maanden met betrekking tot de leesclub, mijn therapieproces en mijn gezondheidsaanpak. De pauzeknop van mijn doctoraat is al ingedrukt. Verder ga ik even uitzoeken hoe ik tijdelijk facebook off line kan halen, even een digitale detox. Niet dat ik er zo veel tijd aan spendeer, maar ik bleef er wel eens op ‘hangen’ als ik al moe/op was. Ten slotte heb ik een crisisbegeleiding aangevraagd, waarbij een hulpverlener een periode zeer intensief mee komt puzzelen. Naast jullie reacties en een zeer concreet vijf-puntenplan van een zeer efficiënte lezer, las ik dit en voelde ik me wat minder alleen (alle liefs voor Bridget!), en las ik ook dit, een sterke post van Lieve VW. Wat ze schrijft helpt niet alleen voor mama’s van pasgeborenen… Ook keek ik naar vacatures, hoewel ik niet zeker weet of het helpt om nu grote veranderingen te gaan doorvoeren en mijn huidige droomjob op te geven.

Elke maand beschrijf ik een banale dag uit ons leven. Het leven zoals het is – Prinses & cO. (Co= kleuterzoon en peuterzoon).

Een dag uit januari, alsjeblief!

0800
Het voelt alsof ik de lotto gewonnen heb. Een cadeau! Ik word wakker in mijn eigen bed, naast de peuter die genoeglijk ‘mijn moeke!’ zegt. O-ow, een beetje laat wel… Even doorwerken om op tijd aan mijn bureau te zitten. Normaal zou ik op een plek wakker geworden zijn 400 km noordwaarts, maar het lot besliste anders. Dus reed ik gisteren naar huis en kreeg ik extra tijd met de kinderen cadeau, en een lonkende lange thuiswerkdag.

0930
Hum, ja, allemaal goed en wel, maar waar is mijn concentratie? Na wat vruchteloze pogingen iets slims te doen, besluit ik mijn werkkamer op te ruimen en alle lopende dossiers te checken. Zo gezegd zo gedaan. Wat ongelooflijk heerlijk om alles op een rijtje te zetten. Ik stop mijn dvd’s en cd’s die in de open kast staan in dozen van IKEA. Ik sta mezelf amper twee keer per jaar toe een film te kijken, waarom moeten ze zo’n prominente plaats innemen? Al doende bedenk ik dat ik een stellingkast wil en bepaalde categorieën van spullen wil opbergen in dozen. Het huis wat vrijer van spullen maken. Het idee alleen al geeft me energie. Ik snap soms echt niet waar al die spullen vandaan komen. Ik koop nog weinig, maar mijn hele huis lijkt zich vanzelf te vullen met allerlei dingen die ik te weinig gebruik. … Ik check alle lopende zaken, en heb een lange en complete to do-lijst op het einde van de rit.

1200
Lunch. Ik eet terwijl ik naar het nieuws kijk, in de makkelijke stoel op mijn opgeruimde werkkamer.

1230
Nu kan ik het niet langer uitstellen, maar het voelt alsof ik een examen moet maken. Ik heb een opdracht gekregen van een organisatie waarbij ik niet meteen beelden had wat ik met die opdracht zou doen. Een vraagstuk waarvan ik niet meteen wist hoe het op te lossen. Normaal gezien heb ik altijd wel ideeën, plannen en inzichten, maar nu? Nada, rien, niets. De voorbije nacht had ik een akelige droom over een bespreking waarbij ik geen voorbereiding bij had. Het vervelendste aspect van de zaak is dat de organisatie waarvoor ik een advies moet geven één van de grotere organisaties is waarmee we werken. We willen ze aan boord houden en dus kwaliteit afleveren. En verder is het ook zo dat ik de mensen daar ongelooflijk apprecieer. Ik kom van elke bespreking enthousiast terug. Vrienden noem ik de stafmedewerkers daar niet, maar het zijn wel mensen waar ik een heel fijn contact mee heb en waarvoor ik dus graag werk. Ik ga aan de slag, en enkele uren later heb ik een aantal scherpe ideeën op papier. Oef.

1635
O-ow, kinderen ophalen. In de opvang tref ik een peuter aan met een knalrood hoofd. Hij heeft een beetje koorts. Alle alarmbellen gaan af in mijn hoofd, want help, wat ga ik doen! In de auto snauw ik, omdat ik zo hard aan het nadenken ben. CM-oppas?  Te laat! Een vriendin vragen? Het logeergezin? … Even rustig afwachten? … Paniek!!! Ik moet mezelf echt dwingen om kalm te blijven en uit mijn doppen te kijken in de auto.

1705
De koelkast is helemaal leeg, dus we moeten naar de supermarkt. Fruit, groenten, soja-yoghurt, wat vegetarische burgers, een brood en broodbeleg. En gember, veel gember. Goede gezondheidsvoornemens, jawel.

1801
Rush naar de apotheker, om daar te zien dat hij eigenlijk tot 19u open is. Nou ja. Ik koop een oorthermometer. Het ding is pokkeduur, maar de peuter wordt woest als ik zijn koorts anaal meet. Het werkt ook voor volwassenen, dus we kunnen het ding nog wel enkele jaren gebruiken. Ik koop ook alvast een koortswerend medicament. Een voorbereide moeder is er jammer genoeg geen twee waard, maar toch.

1815
Thuis. Ik ben misselijk en heb maagkrampen. Ben ik ziek? Is het stress? Komt het omdat ik twee energiedrankjes heb gedronken vandaag? Heb ik een overdosis ijzersupplement genomen? Dit is zo’n moment waarop ik wou dat iemand het een minuut kon overnemen. Alles moet nu tegelijk gebeuren: boodschappen uitladen, koken, peuter verversen en temperatuur nemen, … De pamper heeft prioriteit, temperatuur blijkt weer normaal te zijn. Ik haal opgelucht adem. Dan zet ik een youtube-filmpje op, begin een afwasje, maak pannenkoekendeeg en vervolgens ook pannenkoeken en voor mezelf een bordje met groenten, brood, kaas en soep. We eten, dan is het tijd voor bad en bed.

1951
Ok. Klaar. Ik scan het huishouden. Minstens een half uur dringend werk. Ik zet mijn keukenwekkertje en begin er aan. Afwas afwerken, wasmachine uitladen, afwasmachine uitladen, afval sorteren, was ophangen, was sorteren, … Als het wekkertje piept ben ik net klaar met het hoogstnodige.

2025
Verwenmoment. Ik pers drie appelsientjes, verwarm het sap een beetje met een lepeltje honing en wat geraspte gember. Dat warme appelsiensap neem ik mee naar de yogamat. Ik moet bekennen dat ik mijn vriendin Adriene een tijdje in de steek heb gelaten. Dat was behoorlijk dom van me, want na slechts 3 dagen opnieuw yoga doen, merk ik het fysieke en mentale effect alweer. Dit is zo belangrijk voor me, waarom ben ik hiermee gestopt? Het nieuwe programma dat Adriene heeft, heet yogacamp. Het werkt met affirmaties (bijvoorbeeld: ‘I accept’), en beweert een bootcamp te zijn voor ‘mind, body & soul’. Reken maar. Ik ben alweer een pak gelukkiger, meer dankbaar en ik zie het leven opnieuw meer als een proces, een weg. Het maakt zo veel uit of ik mezelf zie als iemand op een plek waar ze niet wil zijn en niet thuis hoort, of als ik mezelf zie als iemand op een bepaald punt op het levenspad. Een punt waar ik dingen kan leren en van waaruit ik verder zal evolueren. Yoga helpt me om op de laatste manier naar het (mijn) leven te kijken. Er waait een frisse wind door mijn hoofd, ik maak contact met mijn lichaam. Ik adem beter.

2115
Klaar met het bootcamp voor vandaag. Ik verzeil op een website en doe mezelf een jurkje in de solden cadeau, omdat ik de laatste betaling binnen heb van een grote opdracht die ik als zelfstandige heb gedaan en die me bloed, zweet, tranen en nachtrust heeft gekost. Het is vast niet slim om geld uit te geven aan kleding als je in een soort permanente stress met geld zit, maar … Maar… Nou ja, alle excuses die vrouwen daarvoor kunnen verzinnen. Ik wou dat ik dit kon zonder het schuldgevoel dat er bij komt kijken. Zonder te denken dat het belangrijk is om iets netjes aan te hebben als ik presentaties geef of les geef, dus dat het daarom mag. Misschien mag het gewoon voor mezelf, omdat ik het wil.

2324
Waar is de tijd naar toe? Ik heb nog wat gewerkt, zit deze post te schrijven. Bedtijd. Morgen moet ik om 0710 richting Rotterdam rijden, voor een lange dag met veel kilometers en veel besprekingen. Ik voel me zo fris als wat. Omdat ik een nachtmens ben, maar ook door de yoga en de gember. Had ik dit vorig jaar deze periode allemaal maar geweten, toen het zo slecht ging en ik me enkel vooruit kon slepen…

Epiloog

Rotterdam, 0950. De stafmedewerker legt zijn hand op het document dat ik heb aangeleverd voor de bespreking van vandaag. ‘Dit,’ zegt hij, ‘is goud.’

Later die dag heb ik een vergadering op kantoor. Ik schrijf een lijstje met ideeën op waar ik echt iets mee wil doen. Omdat ik weet dat het goede ideeën zijn. Mijn hoofd is steeds vaker in hyper-status. Alsof er geen grenzen zijn aan ideeën en inzichten die ik heb, en mogelijkheden die ik zie. ‘FRUSTRATIE!!!’, schrijf ik in de kantlijn. Want naast het feit dat een idee ook werkelijk realiseren niet mijn sterkste kant is, is er zo weinig ruimte in tijd en energie om alles te doen wat ik zou willen kunnen doen.

Op de terugweg sta ik stil op de ring van Rotterdam. In plaats van om 1915 ben ik om 2030 terug. Hoe erg is het om een slapend kind weg te plukken en van bed te verkassen?

De goede dingen uit mijn leven staan elkaar vreselijk in de weg.

 

 

Het leven zoals het is: single mom (ii)

We belden lang, de coördinator van het cliëntoverleg en ik. Ik vertelde enkele dingen, die ik voor het eerst luidop zei. Ik realiseerde me onmiddellijk hoe absurd alles geworden is.

‘Soms ben ik blij als Dirk hier is en wil ik dat hij niet weg gaat, omdat ik dan weer alleen ben en er alleen voor sta. Ook al weet ik dat hij niet deugt en dat ik hem niet meer binnen zou mogen laten hier.’

‘Met de Kleuterzoon verval ik te vaak in het patroon van boos zijn en ruzie versus cadeautjes/snoep/andere dingen geven. Ik wil dat niet, maar om één of andere reden is het zover gekomen, door schaamte en schuld en moe en alleen. Het gekke is dat het met de Peuter helemaal anders gaat, dat ik helemaal geen moeite moet doen om een vrij evenwichtige en verantwoordelijke moeder te zijn voor hem. De Peuter krijgt nooit cadeautjes.’

‘Ik heb een jurk gekocht in de solden en pieker er al een week over of ik dat wel had mogen doen.’

‘Ik ga een keer per maand naar een voetreflexologe, terwijl ik niet eens weet of ik er wel in geloof, maar ze is zo moederlijk en ik voel mij daar een uurtje verzorgd en ontspannen. Vervolgens word ik weer gek van schuldgevoel omdat ik daar geld aan uit geef terwijl ik op elke euro moet letten.’

‘Ik lees mijn mails niet meer, ik kan het niet meer.’

‘Laatst was ik weg met de kinderen. Toen ik terug kwam in de ondergrondse parking na een date met twee schatten waarvan ik zo blij ben ze te hebben leren kennen, zag ik dat mijn portier wagenwijd open stond. Al uren, dus.’

‘Ik word moe van mensen zien.’

‘Ik snap niet hoe ik nog functioneer op mijn werk. In de dingen die ik doe, functioneer ik zelfs uitermate goed.’

‘Ik word gek van de gedachten die ik heb. Elke avond loop ik dezelfde kringetjes in mijn hoofd. Schaamte en schuld over wat voor moeder ik ben, schaamte en schuld om geld dat ik heb  uitgegeven aan de voetreflexologe, een keer naar de film of een jurk. Schaamte en schuld omdat ik Dirk binnen gelaten of opgebeld heb.’

‘Ik eet elke dag rommel omdat ik zo moe ben dat ik daar naar snak. Ik kan het mezelf niet ontzeggen, soms eet ik me bijna ziek.’

‘Ik moet morgen 500 km rijden en ben van huis van kwart voor 7 tot 9 uur ’s avonds.’

‘Ik heb bijna elke dag maagpijn van de pepdrankjes die ik drink om de dag door te komen.’

‘Ik heb geroepen tegen de kinderen omdat ik niets meer kon verdragen.Ik moest de neiging om ze weg te duwen toen ze troost bij me zochten, weerstaan.’

‘Ik heb een jurk gekocht terwijl ik niet weet hoe ik de elektriciteitsrekening ga betalen. Ik weet hoe stom dat is. Hoe komt het nu dat ik dat gedaan heb?’

‘Ik neem elke dag een overdosis aan ijzertabletten in de hoop dat ik er wat bovenop kom.’

‘Kleine dingen brengen me verschrikkelijk uit evenwicht, zoals geluiden, of de Peuter die koorts heeft, of de Kleuter die diarree heeft.’

‘Ik heb iets gehad met een man waarvan ik wist dat hij niet deugde. Hij had verschillende relaties tegelijkertijd en dat wist ik. Ik wou dat niet, maar ik liet het wel gebeuren.’

‘De kleuter is altijd kwaad op me, altijd.’

In november besloot ik dat ik hulp nodig had. Ik heb er even mijn schouders onder gezet, maar de mogelijkheden zijn nogal beperkt en mijn voornemen om nu echt te zorgen dat ik hulp zou krijgen, strandde.

Intussen ploeterde ik door, met ups en downs. Met een kerstvakantie waar ik letterlijk doodziek werd van de stress omdat er bezoek zou komen, zodat ik dat bezoek ook moest afzeggen en ik dus helemaal niets heb gedaan, anderhalve week lang. Toen ik had overgegeven van de stress omdat er bezoek zou komen, heb ik de kinderen filmpjes laten kijken op de tablet naast me in bed, zodat ik verder kon slapen. Ik heb hen pas om 11u ontbijt gegeven. Door een comment over zelfmedelijden op deze blog nam mijn gepieker in die periode nog toe en mijn schaamte en schuld zijn ongeveer verdubbeld.

Intussen trok ik weer aan de alarmbel, bij de coördinator van het cliëntoverleg. Hopelijk verandert er nu iets.

En verder denk ik vooral: what the fuck is wrong with me? Ik heb het gevoel dat ik alleen maar controle moet krijgen over mijn eigen denken, om de situatie terug in de hand te hebben. Om de stress van alleen/eenzaam, uitdagende combi werk & gezin, beperkt budget, boze Kleuter, Peuterachtige peuter, huishouden, rechtszaak tegen ex, onafgewerkt doctoraat, achterstallig werk en achterstallig huishouden, geen contact meer met mijn  familie, fysieke pijn… de baas te kunnen. Maar blijkbaar wegen net al die dingen  zo zwaar door op mijn mentale vermogens, dat ik de oplossing maar niet vind.

En in heel dit zootje zijn er ook nog heel normale dagen waarop ik content ben en alles onder controle lijk te hebben en we het gewoon leuk hebben samen.

 

 

 

 

 

Over betekenis, maskers en seks

‘Ja’, zeg ik. ‘Ja, uiteraard ben ik met hem naar bed geweest.’

De ogen van Dirk worden vochtig. Ik kijk er naar met enige verbazing. Wat krijgen we nu?

De laatste tijd was er een lichte toenadering. We hadden een gesprek dat betekenis had voor mij, omdat het leek alsof Dirk me wat inzicht gaf in zijn terugblik op onze relatie en het einde ervan.

Voor mij hebben woorden, gebaren en gebeurtenissen betekenis. Mijn wereld bulkt van de betekenissen. Het feit dat Dirk en ik dit gesprek hebben gevoerd, deed dus wat met me. Het deed me hopen dat alles een boze droom was geweest en dat alles goed zou komen. Het deed me denken dat ik het bij het foute eind heb met mijn vermoedens dat Dirk een zo zwaar beschadigd kind is geweest dat hij noch kan liefhebben, noch kan functioneren en aarden in een gezinscontext. Dat hij willens nillens destructief en parasitair leeft.

Ik vertelde Dirk dat ik wat heb gehad met de Ondeugdelijk Man. Dirk heeft in de verre verste geen rekening gehouden met de mogelijkheid dat ik eens wat anders zou doen in mijn leven dan met tranende ogen naar hem smachten, de narcist. Hij valt uit de lucht. Later zegt hij me misselijk geweest te zijn bij het idee van mij met een andere man. Omdat ik zijn vrouw ben.

Pardon? Zijn vrouw die hij verlaten heeft, om precies te zijn.

In het contact met Dirk voel ik weer dat de betekenis die ik geef aan alles, niet gedeeld is. Er is iets onechts, iets dat niet klopt. Het lijkt alsof er bij Dirk nooit een echte verbinding is tussen innerlijk en uiterlijk, tussen wat hij zegt en wat hij voelt. Dirk is een man met maskers, heb ik geleerd. Hoe echt is die traan?

Toch heb ik de blik van een buitenstaander nodig om in te zien wat een nietig en beperkt iemand hij is, en hoe beïnvloedbaar ik ben. Hoe weinig ik mezelf ben met hem in de buurt. Hoe vreselijk ik me laat domineren door een op zich vrij oninteressante man. Ik schaam me, ik erger me aan mezelf. Hoe lang nog, verdorie? Hoe vaak nog tot inzicht komen? Hoe vaak nog ga ik hopen dat het masker echt is?

Er ontstaat een gevoel van ergernis. Wat is hij toch een vreselijk complex en destructief mannetje. Ik wil eigenlijk niets meer met hem te maken hebben, hij is te ziek voor me. En heel onze verhouding is gestoord. Bah.

Ik denk nog even aan de traan. En aan de Ondeugdelijke Man. Om eerlijk te zijn was de seks met de Ondeugdelijke … Ondeugdelijk te noemen. Jeetje, wat was die man een egoïst in bed. Ik denk terug aan de good times met Dirk. Dirk die een attente bedpartner was. Na het naar bed gaan met Dirk voelde ik me duizelig, loom, rozig en roezig, op en top vrouw. Dirk heeft me seksueel wakker gemaakt en heeft me geleerd wat er aan zinnelijks is. Een dierbare herinnering van me is de dag dat hij me aanmoedigde om de zon, die door het open raam scheen, op mijn naakte huid te voelen. Er was een briesje en de lakens waren zacht. Dirk was een man die zo’n moment kon cultiveren, mij in contact kon brengen met het brede spectrum aan zinnelijkheid die ik kan ervaren. Het contrast met de Ondeugdelijke kon niet groter zijn. De Ondeugdelijke die een hele resem bedpartners had gehad en waarvan ik onterecht veronderstelde dat hij attent en aandachtig zou zijn (wat overigens iets heel anders is dan soft en klef, spaar me daarvan). De Ondeugdelijke had ondermeer nog nooit van het vrouwelijke orgasme gehoord vrees ik, beschikte niet over enig uithoudingsvermogen en was absoluut incapabel over seks te praten. Zelfs een ja-nee-vraag was er te veel aan (‘vind je dit fijn?’). De paar keer dat ik met hem naar bed ben geweest, voelde ik me achteraf telkens vies en ongelukkig. De ervaring maakte me bang dat ik nooit meer iemand ga kennen waarmee het seksueel zo klikt als met Dirk. Geen seks – zoals nu – sucks. Maar stel je voor dat je een lieve partner hebt waar je dol op bent maar waarmee je alleen slechte seks hebt… Ik probeer de irrationele gedachten los te laten. De situatie doet zich niet voor, even niet aan denken nu.

Ik vertelde tegen Dirk dat ik het niet fijn had gevonden, met de Ondeugdelijke. Probeerde ik hem zo te troosten? Was dat mijn antwoord op de traan? Hij kijkt naar me. Ik glimlach triest. Ik heb geen flauw idee wat er zich in hem afspeelt. Ik kan zijn innerlijke ravage niet peilen. Ik heb de neiging mijn hand op de zijne te leggen. Hij trekt zijn hand weg en vertrekt.

 

 

Koester de kwetsbaarheid

Femma is een eigentijdse en eigenzinnige vrouwenorganisatie met een duidelijke visie op mens & samenleving. Femma praat mee over wat vrouwen vandaag denken, voelen & beleven. Femma verdedigt de belangen van vrouwen met minder kansen en in het bijzonder alleenstaande vrouwen. De organisatie ijvert voor emancipatie van vrouwen en gendergelijkheid, o.a. via het informeren en sensibiliseren van vrouwen, beleidsmakers en andere actoren.

Ik ben vereerd dat ik voor Femma tweewekelijks een blokstukje mag schrijven. Onderstaand stukje is geschreven voor Femma en verschenen op hun website.

Meer over Femma? Neem hier een kijkje!

Mooie mensen

Als kind had ik telkens hoofdpijn op kerst. Dat lag niet zozeer aan de ruzies thuis ten gevolge van het feit dat we allemaal naar de kerk moesten en vervolgens allemaal gewassen en met onze mooiste kleding aan op tijd in de auto moesten zitten om naar het familiefeest te gaan. Het lag aan die autorit. Mijn moeder droeg wel vaker een vleugje parfum, maar mijn vader droeg enkel parfum op kerst. Ik zat op kerst dus op de achterbank met twee zwaar geparfumeerde ouders, waardoor ik naast mijn standaard-wagenziekte ook nog eens een enorme hoofdpijn kreeg. En dat niet bepaald in een sfeer van vrede op aarde.

Toen ik voor het eerst in de organisatie kwam waar ik werk, kreeg ik een kerstgevoel. Allemaal mooie mensen met mooie kleding aan en een vleugje parfum. De mannen in pak. De weinige vrouwen in een jurk met bijpassende sieraden. Iedereen hoffelijk, beleefd, warm-hartelijk. Mooie mensen.

Waar een man met een hemd en een pak altijd netjes is, moet een vrouw ietsje creatiever zijn. Gelukkig hangen er een aantal nette jurken in de kast, leerde ik wat bij over make-up en probeerde ik af en toe mijn schoenen te poetsen, waardoor ik niet erg opval in de mooie mensenclub die de organisatie waar ik werk is.

Ik ben niet meer wagenziek en krijg ook geen hoofdpijn meer van geurtjes, maar ik voelde me steeds vaker een beetje schizofreen. Mijn wereld thuis en de mooie-mensen-wereld op het werk, lagen niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk, mijlenver uit elkaar. Soms kwam ik thuis in een koud huis, meer dan zwaar vermoeid, met huilende en hongerige kinderen na een veel te lange dag, om dan de koelkast open te trekken en niets aan te treffen. Auw. Ze moesten eens weten,’ dacht ik dan.

Soms reed ik naar mijn werk, met een papieren zakdoekje deppend onder mijn ogen – o help, als de mascara maar niet uitloopt! – na een weekend waarin ik onredelijk kwaad was geworden op mijn kinderen, omdat ik niet meer kon. Uitstappen, handtas nemen, glimlachen. Ze moesten eens weten.

Elke laatste anderhalve week van de maand snak ik naar de komst van mijn loon, omdat er dan meestal nog maar enkel tientjes op mijn rekening staan. Dan ben ik bang dat er iemand ziek wordt en dat we naar de dokter moeten. Ze moesten eens weten, denk ik als ik dan tijdens een vergadering op het werk in een stijlvolle stoel zit, met mijn iPhone voor me, terwijl er iemand broodjes en fruit op tafel zet als lunch.

Ze moesten eens weten.

Een tijdje terug gingen we op uitstap. Tijd om die mooie mensen van dichterbij te bekijken.

Ik sprak met een collega, die me vertelde dat zijn vrouw in de psychiatrie zit. Dat zijn kinderen huilen van zodra hij de kamer uit gaat, omdat ze bang zijn dat ook hij van het toneel gaat verdwijnen.

Ik sprak met een collega die gescheiden was, maar zijn ex-vrouw consequent zijn ‘vrouw’ blijft noemen en al vijf jaar wacht op haar terugkeer.

Ik sprak met een collega die haar zieke moeder verzorgt, en die niet weet hoe de komende weken, maanden en jaren er uit zullen zien.

Ik keek naar de anderen, en ik dacht: ‘ik moest eens weten’.

Deze maand is het thema van Femma Magazine ‘Echt’ of wat scherper: ‘fuck fake’. Dat klinkt hard en stoer.

Het is niet opportuun om altijd en overal onze zielen bij elkaar bloot te leggen, denk ik. Maar wat is het waardevol om soms een stukje van je eigen  kwetsbaarheid, worsteling en verdriet te laten zien, en heel voorzichtig een stukje van dat van de andere te mogen aanschouwen. Fuck fake, zeg ik stoer. Dat vertaal ik als: ‘koester de kwetsbaarheid’. Die van jezelf en van anderen.