Nooit gedacht

Het is hier even wat stiller, o.a. doordat mijn computer stuk was. Ik merk dat ik de toon weer even moet zoeken en mijn ritme vinden in het schrijven. Daarnaast zet ik op dit moment heel veel neer (echter: achter de scenes), dus is er minder de drang om te schrijven.

Maar op verzoek: wat over de tweeling.

Ze zijn bijna een jaar. Dat is schrikken.
Het is ook grappig om ze te zien rondkruipen, achter elkaar aan. Ze zijn partners in crime. Laat je bv de deur open, ontsnapt de ene razendsnel en als je die dan gevangen hebt, ontsnapt de andere en zo ben je altijd lekker bezig. Of ze stormen met twee op de magische vuilnisbak af en gaan daar op timmeren. Ze strooien eten in het rond, maken steevast een waterballet met hun drinkbeker en vreten alles wat ze tegenkomen.

Daarnaast zijn ze ook heel verschillend. De kleinste is een wild kind, onrustig, snel, altijd op zoek naar prikkels en uitdagingen. Ze heeft veel last van dingen nog niet kunnen en zoekt de grenzen op. Ze slaapt onrustig, eet onrustig, heeft alles gezien en gehoord. Ze is stoer en tegelijk ook klein en heel fijntjes en heeft veel bescherming nodig.

De grootste is rustig, blij. Kan zich bezig houden met dingetjes, zit te prutsen, lacht vaak breed, heeft wat meer geduld en doet alles wat trager. Ik vind het vaak gek dat ze mijn kind is, omdat ik niets in haar herken, noch uiterlijk, noch innerlijk. Ik hou zielsveel van beiden, maar het is ook gek dat het kleine spook als een soort stukje van mezelf voelt dat ergens dwarrelt, en dat het lijkt alsof de grootste meer het kind van de Man is omdat ze elkaar woordeloos begrijpen en duidelijk graag samen zijn.

Het eerste jaar zit er bijna op, en dat geeft wel een gevoel van ‘we made it!’. De schade is beperkt, maar er is wel schade natuurlijk. Relationeel, tijd voor de andere kinderen, voor onszelf, voor elkaar. Het huis is vol kinderspullen. We zijn moe. Mijn lijf wordt maar niet fitter en slanker, ondanks mijn pogingen (ben daar veel mee bezig en dat ergert me). Er zijn hopen was en massa’s werk.
En tegelijkertijd is er ook veel winst. Twee zelfbewuste dames, maar ook de Man die zo anders is geworden, zo aanwezig en gelukkig en connected met zijn dochters. Knopen die ik heb doorgehakt in mijn leven (mbt mijn baan bijvoorbeeld). Het gezinsgevoel dat erg sterk is. Nieuwe vrienden gemaakt (tweelingouders en mensen met kinderen). Een net rond ons (wij zijn die van ‘de baby’s).

In de gang hangt een foto van mezelf met die kanjer van een buik, vorig jaar. De dagen bestonden alleen maar uit wachten, pijn, traagheid, beperking. En nu hebben we een huis vol leven en ik had echt niet bedacht dat het zo leuk zou worden.

Koortsachtig

De zon schijnt. Ik kijk op de klok en zie dat het 15u is. De laatste keer dat ik keek, was het 10u. Ik heb uren gewerkt. Koortsachtig.

Ik neem mijn sleutel, wandel mijn kantoortje uit, sta midden in de stad. Ik scoor een makkelijke avondmaaltijd (hummus, heerlijke couscous, falafelballetjes en groenten), gooi twee boeken door de schuif in de bib en haal een koffie bij mijn favoriete zaakje. Mijn hakken tikken als ik terugwandel naar kantoor. Niet het kantoor, maar mijn eigen ini-mini-kantoortje.

Het is een rare tijd. Enerzijds heel dynamisch. Ik leer veel, volg opleidingen, creëer, installeer, denk na. Anderzijds gebeurt er ook niets. Ik ben nog niet echt uit de startblokken dus ben ik de hele tijd aan het droogzwemmen.

Enkele jaren geleden had ik ook een periode van grote dynamiek. Ik was net van baan veranderd, had een periode waarin ik me even wat beter settelde in het singlemomverhaal, deed trouw elke dag yoga. Het was mooi en intens en bijzonder en ik herinner me dat ik aan de zee stond en dat het leek alsof de sky de limit was en tegelijkertijd alsof ik heel goed diep in mezelf gezonken was.

Zo voelt het weer. Het gaat goed. De oppas is ingeburgerd, de kinderen doen het goed (al zou een nachtje slapen wel lekker zijn), de Man en ik hebben goede gesprekken én gezamenlijke projecten, ik verbreed mijn rol van enkel moeder thuis naar startend ondernemer. Ik leer en heb allerlei initiatieven. En ik ga naar de sportschool, waar ik de eerste keer stond te janken omdat ik het allemaal niet eerlijk vond dat mijn lijf zo geleden heeft onder mijn tweelingzwangerschap, maar waar ik nu vrolijk mee allerlei lesjes doe. (En weet je wat? Ik heb een lichaam! Van mezelf! En daar kan ik dingen mee!)

Natuurlijk is dit de veilige zone. De zone van stilte voor de storm. Van plannen maken zonder die te moeten toetsen aan de realiteit. Van tijd ter beschikking hebben. Van alles-wat-ik-nu-doe-is-winst. En het is ook wat angstig en ongemakkelijk en spannend.

Zo neem ik de nieuwe bakfiets, en fiets ik in twee minuten naar huis. Blij met hoe alles is geworden. En wordt.

Na het onweer

Het is avond. Het onweer is net voorbij. De straten zijn leeg.
Ik loop door de stad en trek een karretje met me mee. Een karretje met boeken, post-its en schriftjes.

Ik stap binnen in mijn kantoortje dat ik sinds gisteren officieel huur, maar waar ik al langer regelmatig werk. Het inrichten gaat traag. Eerst was er een tafel, een stoel en een bureaulamp. Nu zijn mijn boeken er. Ik schik ze in categorieën: voeding. Hart. Nodig voor project A, B en C. Te verwerken literatuur. Opvoeding. Productiviteit. Schriftjes (ik ben verslaafd aan schriftjes zonder lijnen). Vakliteratuur.
De avond is gevallen. De bliksem flitst. Ik zit aan mijn nieuwe bureau die eindelijk op de juiste plek staat. Ik ben omringd door mijn boeken. Boeken die er altijd waren en me altijd een soort rust gaven. Als kind omringde ik me er al mee. Bij verschillende verhuizingen als volwassene bleek mijn voornaamste bezit uit boeken te bestaan.

Er moeten nog dingen komen. Nog een stoel. Twee fauteuils voor gesprekken. Een afbeelding voor aan de muur. Een whiteboard. Koffiekopjes met hartjes er op. Bloemen.

De laatste weken had ik stress. Ik richtte me op allerlei kleine opdrachtjes om een inkomen te genereren. De echte plannen, het op te bouwen werk, hetgeen wat ik wil bedenken en ontwikkelen, bleef liggen. Het voelde net zoals in loondienst zijn. Heel veel doen, hard doorwerken, niet tot de essentie kunnen komen. Ik besluit dat het anders wordt en dat ik het er de komende tijd op waag. Zonder garanties op succes, zal ik tijd besteden aan het echte werk. En af en toe een boek lezen. Van het plankje Voeding.