Voor mijn dochters/over eten

Het is een hectische dag als altijd. ’s Ochtends iedereen klaarstomen, naar school, terug via de winkel. Dan de baby’s hun tweede ontbijtje serveren, omkleden, in bed stoppen. Het gaat maar door: hapje maken, fruithapje klaarzetten, morning pages schrijven, was draaien tussendoor, vaatwasser uit- en inladen, soepje drinken met de buurvrouw, baby’s eten geven, oppas instrueren, paar uur werken (1 uur en drie kwartier om precies te zijn), rush naar de schoolpoort met nog een diarree-explosie tussendoor (de kleine baby, niet ik), en dan met vier kinderen naar de binnenspeeltuin. Onderweg ben ik trillerig. Haha, denk ik trots. Ik heb vandaag alleen nog maar een bordje mild en creamy met granola gegeten en een kopje soep. Het is vier uur. Oorlog aan de zwangerschapskilo’s!

’s Avonds lig ik totaal uitgeteld (en na avondmaal pizza – je kan immers niet tegelijkertijd in de keuken staan en in een binnenspeeltuin zijn) op de bank. Ik lees wat dingen, en kom op een artikel over intuïtief eten. Ik lees een tekst van een vrouw die cake eet als ontbijt en daarvan geniet. Ik lees over de koolhydraten eten die je lijf van je vragen. Ik klik door om de principes van intuitive eating te lezen, en ik begrijp nu pas hoe verstoord mijn relatie met eten en bij uitbreiding met mijn lijf is.

Wanneer heb ik geleerd dat honger hebben goed is en een teken van wilskracht?
Wanneer heb ik geleerd dat je verdriet of frustratie met chocola kan dempen?
Wanneer heb ik afgeleerd te stoppen met eten wanneer ik genoeg had? (I’ll tell you, bij mijn ouders waar de regel was dat je je bord moest leeg eten.)
Wanneer ben ik begonnen met stiekem lekkere dingen eten en ze dus schuldbewust weg te schrokken in plaats van ervan te genieten?

Ik heb nooit een eet-probleem gehad, maar als puber at ik vaak heel de dag niets (trots, wilskracht!) om me ’s avonds op de inhoud van de snoepkast te storten. (Wat niet echt uitmaakte, ik fietste elke dag een uur dus ik had een prima gewicht.)
Op kot deden we met alle meisjes samen wel eens uitdagingen om alleen maar groenten en fruit te eten gedurende dagen, tot een week, en bracht ik zo de 50,2 kilo die ik woog terug tot 47 in het ‘beste’ geval.

Toen ik zwanger was, was ik een intuïtieve eter. Tot in extremis: knolselderij (ijzer!), spinazie (ijzer!), veldsla (ijzer!), maar ook liters tomatensoep (kalium), aardappelpuree (?) en ook wel combi’s van zuurtjes met tomatensap in de auto. Of bananen met pepermunt en dan spugen op de pechstrook.

Intussen weet ik het even niet meer. Ten eerste ben ik zo afgeleid door het zorgen voor iedereen dat het heel moeilijk is om goed te voelen wat ik nodig heb. Ten tweede heb ik eindelijk consequent een systeem van weekmenuten geadopteerd, met boodschappen die aan huis gebracht worden. Efficiëntie ten top, maar ik kan natuurlijk niet voor een week intuïtief vooruit voelen wat ik op welke dag wil eten of nodig heb. En ten derde is mijn geest echt verziekt als het over eten gaat. Het denken in goed en fout, het ideaal van mager zijn (elke keer als iemand tegen me zegt dat ik er ‘goed’ uit zie, flap ik er uit dat ik nog niet op gewicht ben hoor), de angst om met overgewicht te kampen zoals mijn moeder, het onregelmatige (heel de dag bijna niets en vergeten lunchen, ’s avonds een bakje chips en een stuk chocola na het eten), het niet-genieten, het altijd schuldig, het benieuwd zijn hoeveel dat loopje waar ik ook gewoon van kan genieten in calorieën betekent.

Ik weet niet of je intuïtief kan eten als je een moeder bent van vier kinderen en altijd bezig en druk en met allemaal balletjes in de lucht. Maar ik wil het wel proberen. Wat ik thuis zag, was een moeder die met zakjes eiwitten twintig, dertig kilo afviel en ze er daarna weer bij at. De ups, de downs. De pilletjes die geslikt werden tegen eetlust. De avondlijke stops bij het frituur (‘niet tegen papa zeggen’). Wat ik mijn dochters wil tonen is wat anders. Eten is leuk, koken is heerlijk, voel wat je nodig hebt, geniet van wat je eet, stop als je genoeg hebt en wees nooit, nooit trots op jezelf als je een hele dag niets gegeten hebt, al schreeuwt je lijf om voedsel.