Het is november. Een donkere avond. Ik haal de jongens op van school. Mijn werkdag heeft exact van 9u10 tot 15u10 geduurd. Dat zijn zes uren, waarvan ik minstens een veertig minuten heb besteed aan naar toilet gaan, lunchen, en koffie zetten. Het gaat zoals zo vaak weer eens mis. De opvoedingsondersteunster is er, de oudste zoon krijgt weer eens een crisis waarin hij allemaal verschrikkelijke dingen tegen me zegt. De avond wordt weer eens wrang. Tijd om te koken is er niet, crises kosten tijd. Ik heb niet gegeten. De jongens hebben een croque gekregen. In opdracht van de opvoedingsondersteunster doe ik nu aparte bedrituelen voor beide kinderen waardoor ik dubbel zo veel tijd kwijt ben. Ik merk dat ik mentaal op ben, dat ik niets meer te geven heb. Dat ik koud en afstandelijk word naar de jongens toe. Ik sluit me af na de rotdingen die de oudste heeft gezegd. Geen goed plan volgens de opvoedingsondersteunster, maar ik ben ook maar een mens.
Ik moet nog werken. Uiteraard. Ik moet de was doen en de afwas. Ik moet twee studiedagen voorbereiden voor respectievelijk morgen en overmorgen. Mijn mails tikken aan. Ik heb al drie maanden geen uren meer kunnen doorgeven voor mijn projecten en verschillende organisaties wachten op een afspraak, verslag of voorstel. Ik moet nog zes mensen bellen in een poging de opvang van de kinderen de komende dagen te verzekeren. Dat gesmeek en geregel, ik word er gek van. Moet bijna kotsen als ik er aan denk.
Het lief, M., krijgt de volle lading via app. Als ik even heel eerlijk ben, maar dat zeg ik hem niet, kost een nieuwe relatie me vooral tijd op dit moment. Met de afstand tussen ons is het nog steeds zo dat ik mijn eigen huishouden draai en elke dag mijn eigen problemen moet oplossen. Terwijl hij gaat sporten.
Als ik moet doen wat iedereen vindt, moet ik nog meer en beter. Maar ik ben al lang voorbij het punt dat meer en beter een optie is. Ik verzuip al. Aparte avondrituelen kosten me tijd en energie die ik nergens vandaan kan schrapen. Met de oudste zoon aparte activiteiten ondernemen kost me nog meer planning, geregel, geld, babysit betalen voor de jongste. Het water staat me al aan de lippen met al het geregel en geplan om mijn werk te kunnen doen. Laat staan dat ik het kan opbrengen om het ook nog eens geregeld te krijgen dat ik de jongste ergens achterlaat om met de oudste wat te gaan doen, op een moment dat ik ook wel even de krant zou willen lezen of de was van de week wil wegwerken. Overdag of ’s avonds alvast koken zodat het niet moet in kinderspitsuur is nog zoiets. Ja, een slimme moeder zou dat doen. Maar moet ik van mijn te krappe werktijd nog eens een half uur afpitsen om ook dat nog voor elkaar te krijgen? Of moet ik niet alleen om 1 uur gaan slapen maar ook nog om 5 uur opstaan? Mogen er ook grenzen zijn aan wat mogelijk is voor me?
Het lief en ik praten veel over minder werken. Maar verdomme, ik wil niet minder werken. De voorbije jaren heb ik niet één dag acht uren kunnen werken zonder geregel, gedoe, zooi, tijdsdruk, schoolpoortgedoe. Mijn bijberoep interfereert met mijn vaste baan. Het zou goed zijn dat helder te scheiden en beter te balanceren, maar met wat ik verdien op de echte baan kan ik niet rondkomen dus moet dat geschipper met dat bijberoep er ook nog bij. Schuldgevoelens gegarandeerd.
Ik wil niet minder werken. Ik wil meer werken. Ik wil ongestoord en met een vrije kop meer werken zonder al die combinatiestress. En daarvoor heb ik structurele, betrouwbare en betaalbare oplossingen nodig. Die ik nog altijd niet gevonden heb.