Enkele momenten, samen met een kleine update van hoe het hier gaat. (De vorige update kan je hier vinden…)
Leven voor tien
Een tijdje geleden was ik bij een organisatie met een mooi motivatieschema op de muur. Er waren drie categorieën: tandje erbij (spreekt voor zich), biertje erbij (voor alles dat relax kan) en working on it. In elke categorie kon men post-its hangen. Er was ook een high-five-pot voor de verwerkte post-its. Medewerkers konden hun naam plaatsen bij wat ze gedaan hadden en elke maand werd er een winnend post-itje getrokken en kreeg die medewerker iets leuks.
Thuis op een bezige avond bedenk ik een eigen variant, en palm ik een muur in met de volgende categorieën:
– Twee minuten: alles dat zomaar even moet. Denk aan: declaraties, iemand bellen (met telnr op de post it!), …
– Kopje koffie erbij: alles wat de komende weken eens moet, maar nu nog geen gillende sirenes oproept in mijn hoofd.
– Wekelijks: dit is er eentje met twee kolommen voor ‘te doen’ en ‘gedaan’. Wat altijd moet: voedselteam bestellen en ophalen, een keer de administratie verwerken, het afval buiten zetten, een weekly review doen van mijn werk en weekplannen.
– Tandje bij: alles wat NU ONMIDDELLIJK LIEFST GISTEREN moet.
Uiteraard is de laatste categorie goed beplakt met post-itjes. Ik werk een paar uur, plak ongeveer 100 briefjes en bedenk dat ik leef voor tien. Dat, in combinatie met het fragiele waar ik over schreef, maakt dat ik vaak enorm moe ben.
Kreupel
Een vriendin op bezoek. Ik te kreupel om kaneelbroodjes te halen voor bij de thee. Moe, pijn. Ik ruim het ontbijt nog snel op. Boterhammen met honing. Euhm, hoe raar is het dat ik geen energie heb? Ik geef mezelf een imaginaire schop onder mijn kont. Kan beter. ’s Avonds snijd ik alvast een paprika en twee wortels in reepjes. Die gaan in een doosje voor in de auto morgen. En het lukt me vast ook wel om een appel te eten. Bij het avondlijk werk eet ik een trosje druiven. Beter zo. Soms, als ik een beetje energie heb, doe ik best goede dingen.
Hulp
Ik had nergens meer op gehoopt. Ik verwachtte dat ik in het gesprek met Familiehulp mezelf zou moeten verantwoorden omdat ik het niet aan kan, alleen. Niets daarvan. Een constructief gesprek. Ik moest bijna huilen toen ik het lijstje zag met aangevinkte taakjes waarbij ik hulp kan krijgen. De uurprijs viel ook beter mee dan ik dacht, en ik kan zo lang Familiehulp krijgen als ik nodig heb. ’s Avonds bekijk ik mijn agenda en vraag ik tweewekelijks vier uur op mijn vrije vrijdag, zodat ik samen met de familiehelpster wat bergjes kan verzetten in da house. Vol verwachting.
Daarnaast helpt de sociaal werker van het OCMW me wat dingen op orde te krijgen. Een wereld van verschil. Op zich zou ik alles zelf moeten kunnen, alleen ben ik daar nu te moe voor. Alleen al het idee dat je er niet meer alleen voor staat, maakt 200% verschil.
Kinderen
De kleinste is een protmachien en een moppentrommel in één. Vreemd genoeg begint hij ondeugend te worden (hij was altijd erg lief) en daagt hij uit. Als ik hem in de hoek zet, staat hij daar in zijn vuistje te lachen. O jee. Heb hem laatst in bed moeten leggen zonder verhaal om duidelijk te maken dat ik boos en verdrietig ben. Moederhart gekneusd. Hij niet erg onder indruk.
De grootste heeft een rustige fase, waarin hij me blijft bestoken met vragen over leven, dood, het heelal en God. We hebben het fijn, als ik maar zo duidelijk mogelijk ben over alles en als we het allemaal rustig aan doen. Vandaag vroeg hij trouwens of ik vroeger een aap was. Tijdens het rijden. Dat is tegelijk schateren en denken: ‘hoe ga ik die evolutietheorie nu eens duidelijk uitleggen?‘.
Soms is het grappig om in hun interacties (als ze even geen ruzie hebben) mezelf terug te horen. Ze zijn mijn alles, die twee. *Ping ping, hartjes stromen uit mijn oren en ogen.*
Dirk
Ik kan goed afstand houden. Hij probeert elke kans aan te grijpen weer invloed op me uit te oefenen. Het is op dit moment allemaal zo doorzichtig.
De spanning stijgt. In april weer rechtszaak. Voor die tijd moet duidelijk worden of jij positief getest is op persoonlijkheidsstoornissen. Nou ja, ééntje is al genoeg.
De baan
Zie ook het stukje over de post-its. Het is de job van mijn leven, maar het is elke dag vechten om energie te vinden het ook te doen en om mezelf zo te organiseren dat ik het red. Wisselend succes. Ik denk dat ik vooral erg gefrustreerd ben. De uitdaging van de baan is net groot genoeg om het boeiend te houden voor mezelf. Maar de energie ontbreekt te vaak om de uitdaging aan te gaan en de boel op orde te houden. Soms wou ik ook dat ik eens gewoon kon werken in mijn eigen ritme, zonder al dat geregel, de schooltijden, de uren van de opvang, het halen, het brengen, het plannen, … Pfoe.
Het bijberoep
Euhm. Ik wou dat er een pilletje bestond waarmee je eindeloos energie kan genereren. O, wacht, dat bestaat vast, maar het is zeer waarschijnlijk illegaal. Wat trouwens helpt om energie te creëren en wel legaal is, zijn de podcasts van Getting Things Done. Dat geneuzel over efficiëntie dat ik opzet tijdens de afwas of het opruimen zet me altijd op scherp. Het is vast dat sausje Amerikaans enthousiasme (amaaaaaaazing!) dat het ‘m doet. Als ik niet te moe ben om een podcast op te zetten natuurlijk.
De liefde
Haha. Geen prinsen op witte paarden, witte pony’s of witte fietsen. Tja. Zucht. Laatst dacht ik dat ik er wel nog eens aan toe ben bemind te worden. Zo een zinderende aanraking, blikken die spreken, de warmte van een ander lijf waar iemand fijns in woont. Maar goed, de nood is nu ook weer niet zo hoog dat we de ondeugdelijke man terug opzoeken of een andere ondeugdelijke man inschakelen. En waar is mijn epileerapparaat ook weer gebleven? Om maar te zeggen, ik ben er ook niet zo op voorbereid. Laat maar. Het oude-vrijster-dom lonkt. Nu er wat lente in de lucht hangt, dacht ik laatst eens terug aan hoe het begonnen was met de ondeugdelijke, vorig jaar, deze tijd. Ik moest er om glimlachen en kon heel mild met mezelf zijn over wat er gebeurd is, ook al is het niet gegaan zoals ik het wou en bleek hij nog ondeugdelijker dan ik al vermoedde.