De laatste dagen heb ik gelezen in het boek van Helene Etminan: ‘Crisis en spiritualiteit’. Een uitgangspunt van het boek is dat je door een crisis in je leven iets kan leren, dat de dingen anders worden, nooit meer zullen zijn zoals ze geweest zijn. En dat dat lijden veroorzaakt. Ze beschrijft heel treffend een aantal elementen die ik heb ervaren de laatste tijd: de ‘sociale dood’ (er niet meer bij horen, overal naast lijken te vallen, ik heb het ervaren als achter een glazen muur zitten in de werkelijkheid), het ongeduld dat mensen die ‘dicht’ bij je staan hebben met je crisis (je moet er maar eens over geraken, je wil vast niet, …) wat leidt tot conflicten. Maar ook de intense vermoeidheid (niet zozeer op fysiek vlak, maar op ‘zielsniveau’), de neiging je af te sluiten, de angst, en het lijden onder het lijden dat je vreest (en niet zozeer onder het lijden dat er hier en nu is). En het feit dat je leven zo piepklein wordt, dat je ook enkel (en vooral) oog hebt voor je eigen situatie, omdat het al je aandacht en energie opslokt daarmee om te gaan.
Twee gedachten in het boek lijken me sleutels tot het veranderen van hoe ik met mijn situatie om ga, maar ik kan ze moeilijk naast elkaar leggen. Ik geef ze eerst weer, en dan enkele gedachten erbij
1. Slachtoffer of dader?
In het boek wordt het onderscheid gemaakt tussen slachtoffertypen en dadertypen. Slachtoffers voelen zich afhankelijk van anderen (ik heb verdriet omdat jij mij geen aandacht geeft) en daders houden vast aan zichzelf, geven anderen geen macht over de eigen stemmingen en situaties. En zij gaan aan de slag met een situatie.
2. Aanvaarding
Een andere gedachte in het boek, wat op deze blog ook al vaker aan bod kwam in wat ik schreef of in de reacties van anderen, is het aanvaarden dat de situatie is zoals ze nu is. En daar rust in vinden. Het is niet anders. Niet meer vechten, schoppen, janken, brullen, trappen. Maar weten dat het nu is zoals het is. Hoewel je het graag anders had gehad.
Enkele gedachten daarbij:
1. Ik denk dat ik nogal de neiging heb een slachtoffertype te zijn. En goh, wat haat ik dat. Ik laat zo snel over mijn eigen grenzen walsen, ik stel me vaak te afhankelijk op van anderen. Maar tegelijk ‘ben’ ik in deze situatie ook min of meer een slachtoffer, want ik wou graag een intact gezinnetje en heb er veel, zo niet alles, aan gedaan om ons gezin te doen ‘draaien’. En Dirk heeft een hele hoop problemen veroorzaakt en is er dan tussenuit gepiept. Ik probeer mijn ogen te openen voor patronen, voor mijn eigen aandeel, voor Dirk zijn kant (het is me vrij duidelijk dat hij geen verantwoordelijkheid en stabiliteit kan verdragen, en ik weet ook wel hoe dat komt). Dus ik probeer vooral niet in het slachtofferhoekje te blijven zitten. Maar het is nu ook eenmaal zo dat de situatie waarin ik zit erg moeilijk ‘uit te houden’ is, voor mij. Er is schaarste op allerlei vlakken (tijd, energie, geld, rust, slaap, …). En er lijkt telkens ook weer iets nieuws te gebeuren waardoor ik al rechtkrabbelend weer neergemept word (bijvoorbeeld kind wordt ziek waardoor ik nachten op rij niet kan slapen). Dus zelfs al wil ik echt uit alle macht geen slachtoffer zijn, het lijkt ook erg moeilijk om het niet te zijn. Ik heb vaak het gevoel dat ik heel hard mijn best doe er wat van te maken, maar telkens weer tegen dingen aanloop.
2. Het maken van mijn masterplan, was een soort ‘klik’ in mijn hoofd. Van slachtoffer naar dader. Van treuren naar veranderen. Alleen zitten de omstandigheden niet altijd mee. De touwtjes in handen nemen, zoals ik nogal rigide probeer met mijn masterplan, is daarom gewoon niet makkelijk. Bijvoorbeeld: ik wil wel werken, maar door een aantal gebroken nachten op rij door de ziekte van Babybroer, vind ik het een waar gevecht om me te concentreren en mijn deadlines te halen. Zit ik dan weer aan de kant van het slachtoffer? Ik weet het niet. Ik kan ook geen ijzer met handen smeden. Mijn inkomen is bijvoorbeeld echt te krap op dit moment. Ik wil heel graag wat meer leuke dingen gaan doen, en ik weet dat dat mentaal ook gezond zou zijn voor me, maar eerlijkgezegd vind ik dat op dit moment ook erg stresserend omdat het vaak geld kost, net als de babysit die ik dan moet nemen. Zo vond ik bijvoorbeeld afgelopen weekend dat ik eindelijk maar eens op babybezoek moest bij een vriendin, en ik had dat afgesproken en keek er naar uit. Maar een cadeautje kopen, een treinticket, een hele reis maken met de twee kinderen… Was me eerlijk gezegd wat te veel stress. En toen bleek Babybroer ook nog ziek, dus kon het niet doorgaan. Waardoor we weer een heel weekend ‘thuis’ zaten, waarvan ik weet dat het niet goed is voor mij.
3. Ik vind aanvaarding van de situatie waar je nu in zit, op gespannen voet staan met de omslag maken van ‘slachtoffer’ naar ‘dader’. Het daderschap veronderstelt dat je meester wordt over een situatie. Maar als je ‘berust’ in wat is, ontbreekt toch de impuls om meesterschap te verwerven? Of moet je eerst door de aanvaarding heen, om tot daderschap te kunnen overgaan?
4. Door het boek heb ik ingezien dat starten als zelfstandige begeleider/coach op middellange termijn, een opbrengst zou kunnen zijn van deze crisis. Dat ik wat ik meegemaakt en doorgemaakt heb, daarin zou kunnen transformeren tot iets ‘vruchtbaars’, ook voor anderen. Maar het is best beangstigend om in een situatie waarin je ‘verzwakt’ bent, grote stappen te nemen.
5. Waar ligt de grens tussen een redelijke verwachting ten opzichte van anderen en daaruit voortkomende teleurstelling, en slachtofferschap? Dirk wist bijvoorbeeld dat Babybroer flink ziek was, dat er nachten lang gehuild werd, dat het moeilijk was. Hij heeft aangegeven meer betrokken te willen zijn, maar nadat ik hem op de hoogte bracht van de situatie, belde hij geen enkele keer om te horen of het al beter was, vroeg hij ook niet naar de precieze diagnose bij de dokter enzovoort. Ik was daar eerlijk gezegd flink van ontdaan. Ik vond het gebrek aan interesse voor de gezondheid van Babybroer onbegrijpelijk, en daarnaast vond ik het on het zacht uit te drukken vrij lullig van hem dat hij zijn gemakkelijke leventje verder zet en het maar normaal vind dat ik nachtenlang niet slaap, me naar de dokter spoed op zaterdag met twee kinderen, een halve dag met een ziek en jengelend kind op mijn heup loop terwijl ik zelf ook niet lekker ben enzovoort. Zijn dat nu slachtoffergedachten, of is het gerechtvaardigd dat ik dat niet ok vind? Waar zijn mijn grenzen ‘legitiem’, en waar zijn het slachtofferburchten?
6. Hoe verhouden daderschap en zelfzorg zich tot elkaar? Of misschien eerder: wat is zelfzorg? Is zelfzorg jezelf dat zetje geven om beter te doen, om een stap te zetten, om wat moeilijk is te overwinnen? Of is zelfzorg in een hoekje op de bank kruipen met een dekentje en maar even vinden dat je niets moet omdat je verdriet hebt?
Tot slot een citaat van Etty Hillesum. Het doet me glimlachen van herkenning:
‘Dat is je ziekte: je wilt het leven vangen in eigen formules. Je wilt alle verschijnselen van dit leven omvatten met je geest in plaats van je zelf te laten omvatten door het leven. Hoe was het ook nog maar: je hoofd in de hemel steken, dat gaat. Maar de hemel in je hoofd steken, dat gaat niet. Je wilt iedere keer zelf de wereld opnieuw scheppen, in plaats van de wereld te genieten zoals ze is. Daar zit iets dwingelandijachtigs in.’
[E. Hillesum, Dat onverwoestbare in mij, Balans, 2011.
En H. Etminan, Crisis en spiritualiteit. Gids voor zelfmanagement in moeilijke tijden, Lannoo, 2007.]