Terugkijken. Voelen. Vooruit kijken.

Als alles goed gaat, vertrek ik binnen een weekje op vakantie.

Als alles goed gaat. 

Ik ben vast niet de enige die rekening houdt met allerlei scenario’s die corona-gerelateerd roet in het eten strooien.

Ik kijk terug op bijzondere maanden.
Van september tot maart was ik druk bezig mijn bedrijven op te bouwen naar het model dat ik kende van mijn vorige baan, dus gericht op organisaties. Ik zat vaak in de auto en deed wat anderen mij vroegen.
Op mijn kantoortje, mijn Tiny Office, had ik een kast staan. Vol ideeën die ik zou uitwerken als ik ooit eens tijd had.

En toen kwam de corona.
Op enkele dagen tijd waren niet alleen mijn moeizaam verworven klussen allemaal geannuleerd maar was er ook geen school en opvang meer.

Wat het meest logisch was om te doen: me overgeven aan het leven thuis en alles on hold zetten.

Maar die kast.
Die kas vol ideeën riep.

Ik zette de wekker om 5 uur.

Maandenlang, elke dag. Een viertal uitzonderingen daar gelaten.

En terwijl iedereen nog sliep maakte ik mijn eerste online cursus. De corona cursus.
Een poging om in business te blijven.

Naar het model van mijn favoriete restaurant, die een afhaalmenu aanboden wat wij onder het motto ‘support your locals’ regelmatig afnamen.

In een opwelling begon ik podcasts te maken.
Elke weekdag een kleine gedachte.
Vorige vrijdag publiceerde ik mijn 85ste kleine gedachte.

En hier deel ik graag de podcast die ik vandaag publiceerde.
Waar ik terugkijk.
Naar wat gelukt is. En wat niet.
(Hier schrijven bijvoorbeeld.)

En ik maak plannen.
Zoals deze:

Wat ik na de vakantie ook weer meer wil doen, is schrijven.
Iets dat er de laatste tijd op over geschoten is.
Omdat het leven een loopje nam.
Omdat mijn tijd om dingen voor elkaar te krijgen vaak ergens tussen 5 en 8u30 was.
Omdat het wel eens stormde. Thuis, in mijn relatie, in mijn hoofd. 
Omdat creëren zalig is, maar ook veel energie vraagt.
Omdat ik soms niets meer te vertellen had.

Luister hier:
https://soundcloud.com/hade-wouters/de-tiny-podcast-van-20-juli-2020

I’ll be back.

Over energie, zelftwijfel en waar ik naar toe wil

Een tijdje geleden vroeg iemand of ze me mocht interviewen in het kader van een loopbaanoriëntatiegesprek. Ik vond het een bijzondere ervaring. Meestal ben ik immers degene die interviewt. Geïnterviewd worden maakt dat een aantal dingen die je wel weet over jezelf, plots in woorden zitten en daarmee meer helder en afgebakend zijn. Ik deel graag een stukje uit het interview.

Wat geeft jou zoveel energie dat je zo vroeg kunt opstaan, lange dagen kunt maken, en werk en 4 kinderen kunt combineren?

Grappige vraag :). Ik heb het gevoel dat ik al heel mijn leven veel te weinig energie heb. Dat ik meer dan een gemiddeld mens moe ben en rust nodig heb.

Maar als je het zo bekijkt dan heb ik sinds ik zelfstandige ben inderdaad meer energie. En dat heeft te maken met het creëren van mijn eigen omstandigheden. Ik hoef geen vergaderingen uit te zitten die vooral draaien om de profileringsdrang van een informeel leider. Ik zit niet meer in een kantoortuin waar ik door alle prikkels om me heen amper een vijfde kon doen op een dag van wat ik nu doe. Ik maak mijn eigen keuzes. Ik ben introvert en ik breng tijd alleen door: tijd om te schrijven, dingen te bedenken, … En dat levert alleen maar veel energie op. Ik doe nu meer dingen die me energie geven op een manier die me geen energie kost.

Hoe ga je om met zelftwijfel, bijvoorbeeld in een creatief proces?

Ik ervaar dat als extreem pijnlijk. Eerst is er de flow van iets maken, iets creëren. Met die energie kan ik het in de wereld zetten. En dan is het plots out in the open, en twijfel ik aan wat ik gedaan heb. Voel ik me stom, schaam ik me, denk ik dat niemand er op zit te wachten. Dat ging bijvoorbeeld zo bij de Tiny Podcast, waarin ik elke weekdag een gedachte deel. Op een bepaald moment was ik echt kapot van zelftwijfel. Wat had ik nu weer gedaan?
Dan komt er een fase waarin ik me heel erg ga richten op prikkels van buitenaf: hoeveel luisteraars zijn er? Laten ze reacties achter? Tot ik daar bijna gek van word en me herinner dat het me daar nooit om te doen was. In het geval van de Podcast wou ik graag iets maken, iets  in de wereld zetten. Mijn doel was nooit een bepaald aantal luisteraars bereiken.

Dan komt het besef dat het voor mij dus al ‘geslaagd’ is. Dat het work in progress mag zijn. Dat ik er van mezelf in mag groeien. Dat dat ook is wat ik mijn studenten zeg. Dan wordt het rustiger in mijn hoofd en ontspan ik meer. En gek genoeg beginnen er dan leuke reacties binnen te druppelen die bevestigen dat de Podcast voor sommigen een meerwaarde is. Dat raakt me dan, maar ik ben er niet meer afhankelijk van. 

Ik denk dat zelftwijfel ook een functie heeft maar dat je moet proberen je er niet door te laten verlammen. Iets maken, iets in de wereld zetten, zoals een bedrijf, een cursus, een podcast, een tekst, is altijd akelig kwetsbaar. Daar kom ik niet onderuit. Ik groei in me manifesteren, in van mezelf mogen besluiten dat ik er mag zijn en dat ik dingen mag maken en delen. Een mooi voorbeeld daarvan is dat ik in het begin van de Tiny Podcast snel praatte en vaak afklokte op 7 minuten of minder. Een vriendin sprak me aan en herinnerde me dat de podcast bedoeld is voor bij een kopje koffie of de was opvouwen. Ze zei letterlijk: je wil die koffie toch ook niet naar binnen kappen? 

Vond ik zo grappig en waar. En ik realiseerde me dat ik snel praatte omdat ik bang was mensen hun tijd te verspillen. Terwijl ik nu probeer er te zijn vanuit rust en de ruimte gewoon in te nemen. Het is aan anderen om te beslissen of ze daarnaar willen luisteren of niet.

Waar wil je nog verder komen, in je ontwikkeling?

Ik wil heel graag nog meer werken vanuit mijn intuïtie, vanuit wat mij te doen staat. Ik neem nu vaak nog opdrachten aan vanuit angst. Of zoektocht naar een bepaald prestige (een grote opdracht bijvoorbeeld, of een opdracht voor een hippe organisatie). Terwijl dat misschien net te ver van me af ligt en me verstrikt doet geraken in allerlei processen die stroperig zijn en niet bij mij passen.

Ik zou graag vanuit vertrouwen vertrekken, de kleine dingen doen die bij mij passen. Tijd overhouden om tijdens mijn lunchpauze te gaan wandelen of naar de film te gaan. Goed voor mezelf zorgen in plaats van er een hardloopwedstrijd van te maken.


Vrijdag vertelde ik in de Tiny Podcast over de observatie van een ander gezin in Amsterdam: ‘De oudste wil niet poseren. Ze wil niet lachen. Misschien wil ze gewoon haar taart opeten. Misschien is ze het spuugzat dat ze de hele tijd gefotografeerd wordt door haar vader. Misschien is ze onzeker over dat beginnende puberlijf en die paar kilo’s te veel en vindt ze het confronterend om op de foto te staan.’ (…) Luister hier.

Maandag mocht ik een magisch verhaal vertellen. Als je wil weten waarom je je soms op sleeptouw moet laten nemen, kan je dat hier horen.

En vandaag lees ik voor, over een bijzonder boek in mijn leven. En het gaat ook even over de wolsfvrouw!

En tot slot. Maandag start ik een avondclubje, rond het temmen van de innerlijke criticus. Meer info kan je hier vinden. Een clubje is een cursus waarin je dagelijks een online opdracht doet en van maandag 27 april tot en met 3 mei telkens van 20u30 tot 21u30 deelneemt aan een meeting via zoom, om met elkaar het proces te bespreken. Ik merkte bij het vorige clubje, dat dit een soort oplossing is voor de valkuil van de online cursus, die je vaak met enthousiasme start en dan vervolgens laat liggen en nooit meer afwerkt. De mensen die het vorige clubje hebben gevolgd, hebben veel gehad aan de combinatie zelf opdrachten doen en met elkaar optrekken in het proces. Tot en met morgen kan je nog inschrijven met een korting van 25% met de code ‘nachtuil’. Ik hoop je daar te zien!

De corona cursus

De crisis brak uit.
Snel beloofde de regering steun voor ondernemers.
Snel vulde ik een formulier in, er op vertrouwend dat het wel goed zou komen.
Ik was immers nét op het punt dat ik genoeg opdrachten had mijzelf een eerste keer echt een maandloon te betalen. Maar met de corona crisis werd binnen enkele dagen het meeste geannuleerd.

We zijn drie weken verder.
Ik heb al twee mailtjes van de gemeente gekregen. Dat ze het nog niet rond hebben. Maar dat we alvast een kopietje moeten maken van ons identiteitsbewijs.
Ik heb geen idee wanneer het wel rond zal zijn en op welke steun ik mag rekenen.

En toen gingen Pieter en ik naar ons favoriete restaurant. Ze waren twee weken dicht geweest, en toen waren ze weer open gegaan met een leuk afhaalmenu.
Voor een schijntje van wat we normaal betalen zaten we heerlijke Melanzane di Parmigiani te eten aan onze eigen keukentafel, voor de gelegenheid maar tot restaurant omgedoopt.

Het voelde goed.
Win-win.
Wij aten lekker, en we steunen ons favoriete restaurant.

En toen besloot ik ook een afhaalmenu te maken.
Normaal geef ik cursussen in een lokaal, met echte mensen en een bord en veel materiaal.

Nu heb ik een afhaalcursus gemaakt.
En mijn vraag is: wil jij me steunen en mijn afhaalcursus kopen?

De cursus bevat 12 ‘gangen’: opdrachten om specifiek in deze coronatijd te reflecteren, je creativiteit lichtjes wakker te kriebelen.

Op mijn menu staat de cursus. Zonder meer. Voor 24,95 euro. Dat is inclusief btw.
Je kan ook voor de steunvariant gaan: corona cursus plus. Dan betaal je 45 euro inclusief btw voor dezelfde cursus.
En tenslotte kan je ook de XL-variant kiezen voor 199 euro. Dan doen we drie keer een coachingsgesprek via Zoom, na elke vier lessen die jij hebt gedaan. Als je je aanmeldt, contacteer ik jou om de gesprekken in te plannen.

De corona cursus vind je hier.
De corona cursus plus (de steunvariant) vind je hier.
En de XL-cursus vind je hier.

Je helpt me door dit door te geven aan mensen die hier mogelijk zin in hebben.

Alvast dankjewel.


Uit de kast

Ik weet nog steeds niet of dit een goed idee is.
Maar ik ga het wel doen.

Slik.

Ik schrijf hier al een aantal jaren. Anoniem. Zodat ik vrij was in wat ik kon schrijven. In het delen van mijn hersenspinsels. Zodat ik gespaard was van het idee dat mijn collega’s of mijn klanten mij konden aanspreken over wat ik hier schreef.

Zoals jullie weten ben ik intussen gestart als zelfstandige. En denk ik de hele tijd dat ik jullie graag wil meenemen. Naar wat ik doe. Want dat zijn ook stukjes van mezelf.

Dus nu neem ik jullie mee.

Deze idioot heeft twee bedrijfjes gestart.
HAHAHA.

(Idioot? Ja. Omdat één al veel is en ik maar drie dagen per week werk en ook nog kinderen heb enzo.
Maar goed.)

Eén van mijn bedrijfjes gaat over The Artist’s Way. Ik heb jullie hier meegenomen in mijn ontdekking van het programma, in wat het voor en met me deed.
Dat transformerende effect wil ik graag met anderen delen. Nu was ik toevallig al jaren aan het werk met groepen in organisaties, dus heb ik besloten het programma te faciliteren in kleine groepen én ben ik bezig aan een online variant.

Kijk, hier kan je meer vinden: https://theartistswayonline.com/
En ik heb daar ook een blogje: https://theartistswayonline.com/blog/
En binnenkort komt de Zsazsalmanak uit en daar staat ook een maandelijkse tip/oefening in van mij.

(En er is ook een instagrampagine, @theartistswayonline)

Het zou me echt superveel plezier doen als jullie op mijn mailinglijst kwamen en ik jullie af en toe, niet te vaak, wat nieuws kon sturen. Een tekst. Een oefening. Een nieuwtje over de online cursus.
Op de website kan je je e-mailadres doorgeven.

Zo.
Doodeng, dit. Het is toch een soort van uit de kast komen.

Mijn volgende post gaat over mijn andere bedrijf.
Wait & see :).

P.s. Ik apprecieer comments, en zeker ook constructief kritische dingen enzo. Maar mag ik nu vragen zeker voorzichtig te zijn? Ik voel me erg kwetsbaar in dat ondernemen, ben heel de tijd zo bang dat het niet lukt, het is best raar mijn anonimiteit op te geven, … Het is dus allemaal wat raar en ik ben wat wiebelig.


Starten met ondernemen zoals het is: de kwallenclub

Het is een dag zoals ze vroeger allemaal waren. Ik stap uit de auto, 300 km op de teller en weet dat ik ongeveer 40 minuten thuis kan zijn voor ik weer vertrek. Naar een bijeenkomst, over succesvol ondernemen.

Ik weet dat ik ‘goed’ ben in mijn vak. Het is geen verhaal van de allerbeste ooit zijn ofzo, maar daar geloof ik niet in. Ik geloof meer dat je op sommige plekken de juiste persoon op de juiste plaats bent om stappen te zetten met een organisatie, en dat je daarvoor dan een gevuld koffertje hebt met ideeën en tools. Ik heb de laatste maanden hard aan dat koffertje gewerkt en geïnvesteerd in opleidingen. Maar, zo leer ik op de avond over succesvol ondernemen, inhoudelijk goed zijn in je vak is maar een deel van het verhaal. Je moet jezelf ook kunnen verkopen en ondernemersvaardigheden hebben, wil je succesvol worden.

Het klinkt allemaal niet heel onlogisch, maar mijn aversie tegenover de gladde jongen vooraan groeit en groeit en groeit. Hij blaast ons omver – op een overigens heel Amerikaanse manier – met allerlei oneliners (je kan alles leren! Het duurste is ontdekken wat niet werkt!). Ik zit de bijeenkomst uit, schrijf wat dingen op en realiseer me dat ik niets nieuws of verrassend leer. Er wordt gegoocheld met termen als leads, sales, merkbeloftes, bottlenecks, … Er komen nog wat makkelijke schema’s voorbij over mindsets (oud nieuws volgens mij). En op het einde kopt hij in: als ondernemers moet je dus niet enkel goed zijn in je vak, maar als je naar de next level wil moet je je ondernemings-skills aanscherpen en daar heeft hij net een opleiding van 10 000 euro voor bedacht waarbij hij ons allemaal persoonlijk gaat coachen in groepen van vijftig. Knap, ik zou het hem graag willen doen. De succes-cijfers van de uitstromers zijn indrukwekkend, maar als hij vertelt dat hij selecteert bij de instroom en mensen die ‘het’ niet hebben weigert, verbaast me dat niet echt. Als we vandaag nog intekenen krijgen we korting maar dat is natuurlijk alleen maar voor de durvers. Want twijfelaars, dat zijn natuurlijk geen echte ondernemers. En als je geen geld hebt maar je gaat wel op vakantie, zou ik die vakantie maar afzeggen, raadt hij ons aan.

Ik kijk rond. Er zitten wat van die types in de groep. Kwallenclub, denk ik. Dan zie ik ook wat ondernemers die gewoon niet weten waar beginnen of al lang ploeteren. Ik veronderstel dat zij niet in het programma mogen meedoen. Het heeft iets sneu. Ook de fotograaf die aan de lopende band plaatjes schiet van de succesvolle opleider, die stralend in het middelpunt van zijn eigen personencultus staat.

Ik weet niet hoe snel ik weg moet zijn. In de auto komt dit liedje voorbij. Mijn bekken doet pijn van te veel te rijden. Ik heb een eerste opdracht binnen gehaald, en heb een aantal potentiële andere opdrachten besproken. Ik vind het fijn dat het eindelijk niet meer over mij gaat: hoe wil ik me profileren, wat wil ik in de wereld zetten. Ik, ik ik. Nu gaat het over wat de organisaties in kwestie nodig hebben en hoe we daar vorm aan kunnen geven. Een betere focus wat mij betreft.

Het hele hoera-sfeertje van de kwallenclub maakt me triest en doet me twijfelen aan mijn keuze. Ik wil graag echt zijn. En eerlijk. En zichtbaar waar nodig en verder onzichtbaar. Ik wil mezelf niet opblazen tot ik uit elkaar spat. Ik wil gewoon werk doen dat zinvol is, daarvan leven in een soort van ‘balans’ met de Man en de kinderen.

Iets nieuws beginnen

Ik onderhandelde al een tijdje (met mezelf). Als ik een startbudget vind, dan neem ik ontslag. (Mijn bankrekening is best leeg doordat ik al een half jaar in onbetaald ouderschapsverlof ben en voordien natuurlijk lang alleenstaand ouder geweest ben.) Ik nam boeken mee van de bib over methodes om je leven op te schonen in de hoop dat daar duidelijk in zou staan dat ik moest springen. Ik praatte met verschillende mensen. Ik nam een besluit (ik ga terug in dienstverband en werk dan achter de schermen een eigen bedrijfje uit). Ik bleef piekeren. Ik sprak met allerlei mensen die de sprong gewaagd hadden.

Ik wist dat het wagen van de sprong, zonder zekerheid, zonder duidelijkheid, zonder 15000 euro in de pocket, zonder garanties, zonder beloftes, een wezenlijk deel was van de onderneming. Het komt allemaal weer neer op de tegenstelling tussen de wolvin en de trut. Leven volgens wat je voelt dat goed is, of leven volgens angst en vanuit zekerheden. Ik wil graag iemand zijn met een vrije ziel, en intussen was ik iemand die ik helemaal niet wou zijn: afhankelijk, moe, mopperig, bang.

Ik was bang om te blijven hangen in het durfde-ik-maar om dan op een gegeven moment te belanden in het had-ik-maar. Over te gaan van het nog-niet naar het niet-meer. Ik ben bang om financieel afhankelijk te blijven van de Man. Ik ben bang dat mijn plannen mislukken. Bang dat ik onze dure nanny niet kan betalen. Bang dat ik geen enkele opdracht zou krijgen. Bang dat ik niets kan, dat niemand op me zit te wachten. Dat iedereen me keihard gaat uitlachen.

Dus ik kniesde maar en vond mezelf een behoorlijke mieperd. Dat ik zou terug gaan naar een baan waar ze eigenlijk hadden geprobeerd van me af te komen, deed mijn zelfrespect geen deugd. Ik werd misselijk als ik er aan dacht.

En plots wist ik het. Ik ga niet terug. Ik volgde nog een familie-opstelling (maar toen had ik het besluit al genomen, dus daar werd het alleen maar bevestigd). De dag na het besluit lag er een tijdschrift op de mat dat kopte met ‘EEN NIEUW BEGIN’. Ik moest erg lachen. En een mooi cadeautje van een vriendin over je-vleugels-uitslaan. Het leek even alsof ze telepathisch begaafd was ofzo. (Ze is heel begaafd en bijzonder, dus dat boekje was geen toeval.)

De doorslag kwam van Clarissa Pinkola Estes. Een stukje over gezonde wolven en ongezonde vrouwenzielen. En van The Artist’s Way. Ik ben nu maanden bezig met het schrijven van morning pages, het doen van oefeningen, het onderzoeken van wat me dwars zit en wat ik echt wil. Het stuwt me naar handelen. En tenslotte zijn er mijn dochters. De grootste die me aankijkt en dol op me is, om wie ik nu al ben. De jongste die een soort hardnekkige bad-ass is geworden die al weken oefent met kruipen op de meest koppige manier en nooit opgeeft (bij het herwerken van dit stuk de update: ze kruipt). Natuurlijk hou ik ook ontzettend van mijn zonen, maar de puurheid van de baby’s en de spiegel die ze voor mij zijn, zetten me in beweging.

Het gekke is dat ik geen afgelijnd plan heb. Alleen veel ideeën en een soort urgent gevoel van wat ik wil betekenen in de wereld.

Sinds het besluit genomen is, voel ik me lichter & vrijer. Ik ben onderweg naar iemand die ik wel wil zijn, al heb ik nog geen enkele klant gehad, nog niets verwezenlijkt. Hell yeah. (Overigens ook niet helemaal waar. Ik heb als zelfstandige in bijberoep opdrachten, zij het niet om van te leven.)

P.s. Dit ging vooraf aan het schrijven van dit. Het is een beetje de weg er naar toe.

Prinses is toevallig zelfstandige in bijberoep geworden

image

Geheel in de lijn van wat ik in mijn vorige post vertelde, namelijk dat de wonderen de wereld niet uit zijn, deel ik met enige trots dat ik zelfstandige in bijberoep ben geworden.

Ik zou jullie graag een stappenplan aanbieden dat navolgbaar is voor diegenen die gelijkaardige ambities koesteren, maar eigenlijk was het stom toeval.

Echt.

Hoe dat stomme toeval tot stand is gekomen, deel ik graag. In stappen!

1. De ‘zak-en-as-periode’

In de ‘zak-en-as’-periode, de eerste periode na het vertrek van Dirk, had ik al gedachten rond werken als zelfstandige in bijberoep. De voordelen zouden meervoudig zijn:

a. Het zou een creatieve uitlaatklep zijn.
b. Het zou iets helemaal-van-mezelf zijn. Geen bazen die over mijn schouders meekijken. Gewoon ik en mijn opdrachten!
c. Het zou financieel wat broodnodige marge kunnen scheppen.
en d. Het zou op termijn een deel van mijn vaste aanstelling kunnen vervangen waardoor ik een meer flexibel evenwicht zou kunnen zoeken tussen werk en privé.

Zo bedacht, maar niet zo gedaan (naar analogie met ‘zo gezegd, zo gedaan’). Ik had uiteraard meteen een stappenplan in mijn hoofd, en verzamelde een lade (neem dat maar letterlijk) vol ideeën en voorbeelden van flyers en visitekaartjes. Ik ging zelfs wat netwerken en praten met mensen die de stap al gezet hadden. Maar er gebeurde niets.

2. De latente fase

Het plan zat ergens in mijn hoofd, zorgde regelmatige voor verzuchtingen (‘och, als ik dat gerealiseerd krijg zijn een deel van mijn problemen van de baan!’) en schuldgevoelens (‘waarom heb ik het lef niet er voor te gaan?’).

Verder laat de latente fase zich best samenvatten door: ‘er gebeurde niets‘.

3. Een opdracht die uit de lucht komt vallen

Ik weet begot niet meer van waar die opdracht plots kwam, maar er is – echt serieus – vanzelf een opdracht op mijn pad gekomen, in mijn schoot geworpen. Plots zat ik een offerte te maken en kwam ik uit op maar liefst 60 uren werk (en dan heb ik er uiteraard 20 niet in de offerte gezet, de reële inschatting is wel 80 uren), waarmee ik ongeveer al voor de rest van het jaar het aantal uren invul die ik voor mijn bijberoep vrij kan maken. De offerte werd aanvaard, en intussen deed ik al gedeeltes van de opdracht, waarbij de mensen in de organisatie naar mij kijken alsof ik een adviseur ben. Net echt, allemaal!

De directeur van de organisatie heeft me intussen een deeltijdse baan aangeboden (die ik niet aangenomen heb), en voor dezelfde organisatie heb ik een extra opdracht gekregen – ook vanzelf – waarvoor ik de (minder spectaculaire) offerte eigenlijk zo gauw mogelijk moet maken.

4. Officieel

En intussen ben ik dan maar eens langs gegaan mij Xerius om me te laten registreren. Dat duurde niet lang, gelukkig. Toen ik handtekende en me realiseerde dat ik een droom waar maak, had ik plots het citaat van Chris McCandless in mijn hoofd. ‘Happiness is only real when shared‘. Awel, voor mij ging dat op dat moment niet op. Het was een heel feestelijk moment met mezelf. Ik ben op wolkjes het Xerius-gebouw uitgelopen.

Tot zover het stomme toeval. Tot het einde van het jaar heb ik alvast genoeg aan deze opdracht. Daarna moet ik de lade vol ideeën maar eens opentrekken, en een stappenplan maken. Er moet een website komen, ik moet acquisitie doen, visitekaartjes… Want de volgende opdracht komt vast niet vanzelf aangewaaid. Of zou ik plots zo veel geluk hebben?

Hello, is it me you’re looking for?

Ik mis Dirk niet meer. In het begin toen hij weg was, ging ik dood van het gemis. Daarna was er een periode van weemoed, want alle ‘mooie’ herinneringen kwamen bovendrijven. Intussen, na amper een half jaartje, weet ik al niet meer hoe het was: wij, hier, samen. Soms piept er een flardje herinnering door de gordijnen van mijn geheugen. Meestal geen erg fraaie dingen.

Op de eerste rij!

Om één of andere redenen speelt nu ‘Hello’ van Lionel Richie in mijn hoofd. Haha.

Wat ik nu wel mis, is ‘iemand’. Hoe vaag wil je het hebben? (Om één of andere redenen speelt nu ‘Hello’ van Lionel Richie in mijn hoofd. Haha.)

Ik heb de neiging altijd wat te steunen op anderen. Borst vooruit en ergens voor gaan staan, vind ik spannend. Of een situatie inschatten en de verantwoordelijkheid nemen.

Dat ben ik aan het leren. Een soort spoedcursus. Kind ziek? Niemand om mee te overleggen of er medicatie moet toegediend worden of naar de dokter moet gegaan worden. Dus zelf beslissen. Wat gaan we eten vanavond? Nou, de koelkast opentrekken en kiezen. Fietsband plat? Euh… Waar staat de pomp en hoe werkt dat ding?

Ik sta voor het eerst op de eerste rij in mijn leven. Niet altijd meer achter de rug van iemand anders. Dirk, mijn ouders, leidinggevenden, collega’s, vrienden. Gewoon, op de eerste rij. Handen uit de mouwen.

Klinkt eenvoudiger dan het is. Ik vind het best spannend en ik ben vaak bang dat ik het ‘fout’ doe. Dan probeer ik mezelf te sussen met de gedachte dat er in het leven niet altijd zoiets is als ‘goed’ of ‘fout’. Dat je gewoon een situatie moet inschatten en het best mogelijke doen. Toch?

Klankbord gezocht

Ik had het zelf niet leuker kunnen bedenken.

Maar nu mis ik iemand. Iemand die zich even mee om de functieomschrijving van de nieuwe baan buigt. De nieuwe baan die een soort aanbod was, maar waarvoor wel gesprekken zullen gevoerd worden. [Leve mijn nieuwe jurk, instant zelfvertrouwen!] Toen ik de omschrijving las, begon mijn hart te razen. Wow, dit is ab-so-luut wat ik wil doen. Ik had het zelf niet leuker kunnen bedenken. Maar tegelijk: O MY GOD, kan ik dit? Kan ik voldoen aan de eisen?

En ook. Wil ik starten op 1 januari? Of ga ik vragen of het later kan, zodat er een gat valt tussen mijn huidige baan en de nieuwe. Een gat. Tijd. Voor mij, voor de kinderen. Maar wat ga ik doen in dat gat? Wil ik een gat omdat ik het spannend vind, en een gat uitstel betekent? Of wil ik een gat omdat het zo’n heftige tijd geweest is en alles wat me deugd kan doen, kan helpen?

In mijn plan wou ik ook op 1 januari starten als zelfstandige in bijberoep. Daarvoor zet ik stappen, stilaan krijgen dingen vorm. Maar ik twijfel plots. Is het een absurd idee? Gaat het werken? Euh… Help!?

Meestal bespreek je zo’n dingen met je partner. Ik besprak zo’n dingen met Dirk. Als ik nu terugkijk, zie ik dat hij niet zo’n verdraaid sterke inhoudelijke antwoorden gaf. Maar wel wat aanmoedigde. En dat dat vaak genoeg was. Om er voor te gaan.

Zelfvertrouwen bij elkaar schrapen

Nu word ik terug geworpen op mijzelf. Moet ik ergens zelfvertrouwen bij elkaar schrapen, goede inschattingen maken en knopen doorhakken.  Ik weet wel dat ik er alleen maar sterker en zelfstandiger van word en dat deze crisis druk bezig is met allerlei onvolkomenheden uit mijn karakter te meppen om me te doen groeien. En die groei ervaar ik al, die is al waarneembaar. Maar het is verdorie spannend, bij momenten.

Kunnen we even afspreken dat ik dit nog even flink zelf doe, om te bewijzen dat ik het kan. En dat er daarna een leuke partner langskomt waarop ik mag steunen?

Paradoxen

De laatste dagen heb ik gelezen in het boek van Helene Etminan: ‘Crisis en spiritualiteit’. Een uitgangspunt van het boek is dat je door een crisis in je leven iets kan leren, dat de dingen anders worden, nooit meer zullen zijn zoals ze geweest zijn. En dat dat lijden veroorzaakt. Ze beschrijft heel treffend een aantal elementen die ik heb ervaren de laatste tijd: de ‘sociale dood’ (er niet meer bij horen, overal naast lijken te vallen, ik heb het ervaren als achter een glazen muur zitten in de werkelijkheid), het ongeduld dat mensen die ‘dicht’ bij je staan hebben met je crisis (je moet er maar eens over geraken, je wil vast niet, …) wat leidt tot conflicten. Maar ook de intense vermoeidheid (niet zozeer op fysiek vlak, maar op ‘zielsniveau’), de neiging je af te sluiten, de angst, en het lijden onder het lijden dat je vreest (en niet zozeer onder het lijden dat er hier en nu is). En het feit dat je leven zo piepklein wordt, dat je ook enkel (en vooral) oog hebt voor je eigen situatie, omdat het al je aandacht en energie opslokt daarmee om te gaan.

Twee gedachten in het boek lijken me sleutels tot het veranderen van hoe ik met mijn situatie om ga, maar ik kan ze moeilijk naast elkaar leggen. Ik geef ze eerst weer, en dan enkele gedachten erbij

1. Slachtoffer of dader?

In het boek wordt het onderscheid gemaakt tussen slachtoffertypen en dadertypen. Slachtoffers voelen zich afhankelijk van anderen (ik heb verdriet omdat jij mij geen aandacht geeft) en daders houden vast aan zichzelf, geven anderen geen macht over de eigen stemmingen en situaties. En zij gaan aan de slag met een situatie.

2. Aanvaarding

Een andere gedachte in het boek, wat op deze blog ook al vaker aan bod kwam in wat ik schreef of in de reacties van anderen, is het aanvaarden dat de situatie is zoals ze nu is. En daar rust in vinden. Het is niet anders. Niet meer vechten, schoppen, janken, brullen, trappen. Maar weten dat het nu is zoals het is. Hoewel je het graag anders had gehad.

Enkele gedachten daarbij:

1. Ik denk dat ik nogal de neiging heb een slachtoffertype te zijn. En goh, wat haat ik dat. Ik laat zo snel over mijn eigen grenzen walsen, ik stel me vaak te afhankelijk op van anderen. Maar tegelijk ‘ben’ ik in deze situatie ook min of meer een slachtoffer, want ik wou graag een intact gezinnetje en heb er veel, zo niet alles, aan gedaan om ons gezin te doen ‘draaien’. En Dirk heeft een hele hoop problemen veroorzaakt en is er dan tussenuit gepiept. Ik probeer mijn ogen te openen voor patronen, voor mijn eigen aandeel, voor Dirk zijn kant (het is me vrij duidelijk dat hij geen verantwoordelijkheid en stabiliteit kan verdragen, en ik weet ook wel hoe dat komt). Dus ik probeer vooral niet in het slachtofferhoekje te blijven zitten. Maar het is nu ook eenmaal zo dat de situatie waarin ik zit erg moeilijk ‘uit te houden’ is, voor mij. Er is schaarste op allerlei vlakken (tijd, energie, geld, rust, slaap, …). En er lijkt telkens ook weer iets nieuws te gebeuren waardoor ik al rechtkrabbelend weer neergemept word (bijvoorbeeld kind wordt ziek waardoor ik nachten op rij niet kan slapen). Dus zelfs al wil ik echt uit alle macht geen slachtoffer zijn, het lijkt ook erg moeilijk om het niet te zijn. Ik heb vaak het gevoel dat ik heel hard mijn best doe er wat van te maken, maar telkens weer tegen dingen aanloop.

2. Het maken van mijn masterplan, was een soort ‘klik’ in mijn hoofd. Van slachtoffer naar dader. Van treuren naar veranderen. Alleen zitten de omstandigheden niet altijd mee. De touwtjes in handen nemen, zoals ik nogal rigide probeer met mijn masterplan, is daarom gewoon niet makkelijk. Bijvoorbeeld: ik wil wel werken, maar door een aantal gebroken nachten op rij door de ziekte van Babybroer, vind ik het een waar gevecht om me te concentreren en mijn deadlines te halen. Zit ik dan weer aan de kant van het slachtoffer? Ik weet het niet. Ik kan ook geen ijzer met handen smeden. Mijn inkomen is bijvoorbeeld echt te krap op dit moment. Ik wil heel graag wat meer leuke dingen gaan doen, en ik weet dat dat mentaal ook gezond zou zijn voor me, maar eerlijkgezegd vind ik dat op dit moment ook erg stresserend omdat het vaak geld kost, net als de babysit die ik dan moet nemen. Zo vond ik bijvoorbeeld afgelopen weekend dat ik eindelijk maar eens op babybezoek moest bij een vriendin, en ik had dat afgesproken en keek er naar uit. Maar een cadeautje kopen, een treinticket, een hele reis maken met de twee kinderen… Was me eerlijk gezegd wat te veel stress. En toen bleek Babybroer ook nog ziek, dus kon het niet doorgaan. Waardoor we weer een heel weekend ‘thuis’ zaten, waarvan ik weet dat het niet goed is voor mij.

3. Ik vind aanvaarding van de situatie waar je nu in zit, op gespannen voet staan met de omslag maken van ‘slachtoffer’ naar ‘dader’. Het daderschap veronderstelt dat je meester wordt over een situatie. Maar als je ‘berust’ in wat is, ontbreekt toch de impuls om meesterschap te verwerven? Of moet je eerst door de aanvaarding heen, om tot daderschap te kunnen overgaan?

4. Door het boek heb ik ingezien dat starten als zelfstandige begeleider/coach op middellange termijn, een opbrengst zou kunnen zijn van deze crisis. Dat ik wat ik meegemaakt en doorgemaakt heb, daarin zou kunnen transformeren tot iets ‘vruchtbaars’, ook voor anderen. Maar het is best beangstigend om in een situatie waarin je ‘verzwakt’ bent, grote stappen te nemen.

5. Waar ligt de grens tussen een redelijke verwachting ten opzichte van anderen en daaruit voortkomende teleurstelling, en slachtofferschap? Dirk wist bijvoorbeeld dat Babybroer flink ziek was, dat er nachten lang gehuild werd, dat het moeilijk was. Hij heeft aangegeven meer betrokken te willen zijn, maar nadat ik hem op de hoogte bracht van de situatie, belde hij geen enkele keer om te horen of het al beter was, vroeg hij ook niet naar de precieze diagnose bij de dokter enzovoort. Ik was daar eerlijk gezegd flink van ontdaan. Ik vond het gebrek aan interesse voor de gezondheid van Babybroer onbegrijpelijk, en daarnaast vond ik het on het zacht uit te drukken vrij lullig van hem dat hij zijn gemakkelijke leventje verder zet en het maar normaal vind dat ik nachtenlang niet slaap, me naar de dokter spoed op zaterdag met twee kinderen, een halve dag met een ziek en jengelend kind op mijn heup loop terwijl ik zelf ook niet lekker ben enzovoort. Zijn dat nu slachtoffergedachten, of is het gerechtvaardigd dat ik dat niet ok vind? Waar zijn mijn grenzen ‘legitiem’, en waar zijn het slachtofferburchten?

6. Hoe verhouden daderschap en zelfzorg zich tot elkaar? Of misschien eerder: wat is zelfzorg? Is zelfzorg jezelf dat zetje geven om beter te doen, om een stap te zetten, om wat moeilijk is te overwinnen? Of is zelfzorg in een hoekje op de bank kruipen met een dekentje en maar even vinden dat je niets moet omdat je verdriet hebt?

Tot slot een citaat van Etty Hillesum. Het doet me glimlachen van herkenning:
‘Dat is je ziekte: je wilt het leven vangen in eigen formules. Je wilt alle verschijnselen van dit leven omvatten met je geest in plaats van je zelf te laten omvatten door het leven. Hoe was het ook nog maar: je hoofd in de hemel steken, dat gaat. Maar de hemel in je hoofd steken, dat gaat niet. Je wilt iedere keer zelf de wereld opnieuw scheppen, in plaats van de wereld te genieten zoals ze is. Daar zit iets dwingelandijachtigs in.’

[E. Hillesum, Dat onverwoestbare in mij, Balans, 2011.
En H. Etminan, Crisis en spiritualiteit. Gids voor zelfmanagement in moeilijke tijden, Lannoo, 2007.]

Over Dirk voor de deur en met een boek op de bank

Dit weekend is het alweer twee weken geleden dat Babybroer één werd, de crisis ontspoorde en ik het besluit nam dat de dingen beter moesten gaan, voor mezelf, voor de kinderen. Even een update van hoe het nu gaat.

1. Werk. Ik ben terug beginnen werken. Makkelijk is het niet helemaal, en de regelingen die ik heb moeten treffen omtrent de jongens om te kunnen gaan werken zijn heel erg gebaseerd op vriendschap (zijnde: vriendendiensten). Wat ik niet als structurele oplossingen beschouw, maar waar ik wel heel dankbaar om ben.

Daarnaast heb ik plannen om als zelfstandige in bijberoep te werken en misschien zo ons gezinsbudget wat te vergroten en een soort eigen speeltuin voor mezelf te creëren. Die plannen zitten in een mapje. Ik stop er regelmatig ideeën bij. En ik heb een afspraak gemaakt met iemand die doet wat ik wil gaan doen, ongeveer. Om te vragen hoe je er aan begint.

2. Ontspanning. Ik heb tentoonstellingen opgezocht die ik wou zien (maar nog niet ingepland), het besluit genomen maandelijks één film te zien (deze maand wordt het er één met Kleuterzoon: Hert & Haas), en ik ben een leesclub aan het opstarten. Op het verlanglijstje staat nog: concerten, yoga, leuke dingen met vrienden, iets leuks voor mezelf. Maar dat is erg veel voor een moeder, laat staan een alleenstaande moeder. Toch?

3. Huishouden. Het huishouden geraakt terug onder controle. De wasmanden zijn zowaar leeg. De strijkmand niet, maar het strijken heb ik gehalveerd door wat direct opgevouwen kan worden meteen op te vouwen en in de kast te doen (met dank aan tips van lezers!). Ik heb besloten elke avond even mijn FlyLady bedtime routine te doen, wat een uurtje opruimen etc is. En het werkt. En ik vind het leuk. De tuin daarentegen is een oerwoud, dat ik bewust negeer.

4. Kinderen. Dat gaat een pak beter. Ik merk dat ik veel vaker een relaxte mama ben, zelfs als ze allebei in bad moeten (echt man, ik leid nog liever een vergadering met tien mannen in pak dan mijn beide kinderen van school te moeten halen, voor hen te koken, hen te laten eten, hen in bad te doen en dan na het avondritueel in bed, en dat alles liefst voor 19u30) of als Babyzoon jengelt terwijl ik moet koken. Zelfs als ze om 5u30 wakker zijn. Ik probeer nu ook van ‘gewone’ activiteiten, zoals naar de supermarkt gaan, iets gezelligs te maken, door stil te staan bij hun verwondering en het kalmkes aan te doen. En dat werkt. Ik heb nu ook een nieuw truukje: ze op de mat laten spelen en zelf op de bank een boek lezen terwijl. Dat vinden ze prima, iedereen blij. Soms zijn de weekends echter nog erg lang en leeg, maar beter en meer plannen staat op de planning ;).

5. Rouw/rauw. Het gaat iets beter. Ik heb de knop omgezet. Ik probeer nu gewoon in te zien dat Dirk niet iemand is die stabiliteit en verantwoordelijkheid verdraagt en kan bieden. Ik wil ook niet meer dat hij terug komt. En verdorie aan toe, dat voelt hij, want hij zoekt weer toenadering. Ik probeer me niet te veel meer af te vragen ‘waarom ik‘, ‘waarom nu‘ enzovoort. En als de gedachte in mijn hoofd opspringt dat ik niet wil dat het leven blijft zoals het nu is, dat ik het niet fijn vind vaak alleen te zijn met de kinderen, dat ik het soms spuugzat ben om altijd verantwoordelijk te zijn, en altijd op te letten op wat ik uitgeef, dat ik het beu ben weinig tijd te hebben voor mezelf (vanochtend had ik bedacht dat ik een abonnement wou op ‘ongestoord naar toilet gaan‘), … probeer ik dat gevoel of die gedachte gewoon te ‘klasseren’ en in ‘het nu’ te blijven. Klinkt zweverig, helpt wel. Wat wel moeilijk blijft, is de confrontatie met zwangere mensen of mensen die net een kleine baby hebben. Ik wil ook zo graag nog ééntje… En liefst twee. Maar ik weet niet of ik ooit het vertrouwen vind. En de juiste man :). Echt gelukkige koppels zie ik trouwens niet vaak, dus dat ‘steekt’ minder. Maar ook daar denk ik wel eens aan, als ik via facebook gezinsfoto’s zie, of een bos bloemen die een vriendin van haar man heeft gekregen.

6. Familie. Ik heb om rust en tijd verzocht. Ik heb gevraagd de dingen niet verder te laten escaleren, kalmte te bewaren, vooral geen verwijten gaan maken om verwijten te maken. Bij de feiten te blijven. Geen antwoord.

7. Budget. Ik red het wel want ik ben slim met geld (daar zal ik ooit eens iets over posten), maar soms heb ik het totaal gehad met slim zijn. Dan wil ik gewoon een leuke nieuwe jurk (liefst een hele kast vol nieuwe jurken. Zei Barry Atsma het niet in ‘Komt een vrouw bij de dokter‘? ‘Shopping is healthy!’) en een paar laarzen. Dan wil ik in de supermarkt kopen waar we zin in hebben en niet wat binnen mijn strakke weekbudget past. Dan wil ik een avondje weg zonder dat het kopen van een ticket én het nemen van een babysit een week twijfelen is op voorhand. … Ik zoek nog steeds een bijverdienste (tips zijn nog steeds erg welkom!). Ik heb even bij Lilith van www.talesfromthecrib.be geïnformeerd naar hoe je een column te pakken krijgt. En ik heb mijn stoute schoenen aangetrokken en een tijdschrift gemaild daarover. Dingen als bijlessen geven en proeflezen moet ik nog uitzoeken.

8. Gezondheid. Volgende week een MRI-scan. Dan weten we weer meer over de pijn in mijn gewrichten. Ik denk dat yoga goed zou zijn voor me. En een consultatie bij een soort voedseldeskundige. En voor mijn mentale gezondheid moet ik de stap naar meer hulp nog zetten. Maar dat is gemasterpland.

8. Dirk. Wie? … O ja, Dirk ;). Grapje. Ik wil niet meer dat hij terugkomt. En net dan staat hij voor de deur. Niet gepakt en gezakt, maar wel met enige intenties. Ach. Intussen zitten we op het spoor van bemiddeling. Daar praten we binnenkort verder over. Hij wil opnieuw zorg opnemen als ik weg ben, en dat zou een structurele oplossing zijn voor wat ik nu met vriendendiensten oplos. Maar ik weet niet goed wat ik moet doen, en ik stel het denken er over wat uit. Ik merk dat ik in het geheel niet meer geneigd ben tot snelle acties. Ik laat het gewoon een beetje betijen. En de open wonde is dicht. Waar ik enkele weken terug nog de neiging had hem te vertellen over veel verdriet, hou ik het nu liever wat zakelijker.

Conclusie. Er is nog niet heel veel veranderd buiten mij, of in de omstandigheden. Vanbinnen is er wel wat veranderd. In mijn hoofd. Maar vaak ga ik puur op wilskracht door. En soms heb ik een terugval. Maar sinds twee weken terug heb ik geen nieuwe verdieping meer onder de bodem ontdekt (zelfs het vreselijke zusbezoek kon ik relativeren, tijdens het huilen dacht ik: ook dit gaat over) en houdt de wanhoop zich koest.
Wat fijn is, is dat ik door de blog nieuwe mensen heb leren kennen. Fijne mensen, lieve mensen. En ook dat ik geniet van het schrijven, en het fijn vind gelezen te worden. Daar ben ik dankbaar om.

Dank voor meedenken. Dank voor supporteren. Dank voor duimen.

Toch wat dichter bij de vlaggetjes die er volgend jaar zullen hangen. Vinden jullie niet?