Wat je wel kan doen als het even niet meer lukt

Vannacht las ik dit. Ik herkende zo veel van mijn eigen tijd als single mom. Ik bedacht allemaal dingen om te zeggen. En toen bedacht ik een blogje te schrijven.

Voor mij is het echt heel raar om te bedenken dat ik nu bijna even lang met de Man samen ben, dan dat ik alleen was. De jaren met de Man zijn gevlogen: we gingen samenwonen, kregen een tweeling, ik raakte mijn baan kwijt, startte iets nieuws. Daar zitten we ongeveer. De jaren daarvoor sleepten zich voort. Ik was vaak heel wanhopig en ik vond alles zo moeilijk alleen. Wat er aan de hand was, was dat ik enorm vastliep in mijn eigen hoofd en gedachten. Tot en met dat ik zo vastliep dat ik er ook niet meer uit kon, hoewel ik slim genoeg ben/was. Vaak waren praktische dingen het moeilijkste (besluiten nemen, overzicht krijgen, ergens aan beginnen). Er gingen dagen voorbij dat ik een heel mentaal proces had doorlopen, geen flikker had gedaan (behalve voor de kinderen gezorgd en al die 1001 kleine prutsdingen van een normale dag) en dat ik DOOOOODMOE was. Omdat ik mezelf mentaal uitputte met al mijn gedachten en gevoelens. Ik dacht: a. dat het nooit beter zou worden; b. dat iedereen beter was in alles dan ik; c. dat er iets vreselijk mis was met me. Intussen is er zo veel anders. Er zijn veel dingen waar ik geen grip op had en die gebeurden, maar er zijn ook dingen waar ik wel grip op heb. Ik haat tips en tricks, maar ik wil terugkijkend wel graag mijn ervaringen delen.

  • Samen zijn met iemand die het eenvoudiger maakt, helpt mij enorm. De Man en ik hebben soms relationeel gedoe omdat zijn hoofd zo anders werkt dan het mijne (hij denkt heel logisch, ik heel kronkelig), maar hij leerde me dingen als KISS en als ik een hersenkronkel aan hem vertel, kan ie vaak empathisch helderheid scheppen. Nu heb ik geluk dat ik hem ontmoet heb, maar sommige vrienden hebben ook die eigenschappen. Door af en toe met iemand een kronkel te delen, en een nuchter antwoord terug te krijgen, leer je uiteindelijk zelf ook je kronkels wat gladstrijken. Het is alsof je simpele weggetjes in je hoofd kan aanleggen en kan inoefenen, waardoor je minder verdwaalt in het bos in je hoofd (ik denk dat dat ook neuroplasticiteit is). Moest ik de Man niet hebben, zou ik denk ik teruggrijpen naar een RET-boek of therapeut. Wat me daarin aanspreekt, is het simpel maken van dingen. De vier vragen van Byron Katie kunnen ook een klein truukje zijn voor bepaalde kronkels.
  • De ochtenden. Ik ben geen ochtendmens, maar de energie van de ochtend is vaak beter voor een bosrijk hoofd dat wel eens een oerwoud wordt. In mijn tijd alleen was ik altijd moe, stond ik te laat op en rende ik achter de feiten aan. Aaaarghl. Intussen heb ik een ochtendritueel waarbij ik belachelijk vroeg opsta (5u30 of 6) en al heel veel dingen heb gedaan voor de rest van het gezin wakker is. Daarmee heb ik een voorsprong op de dag en hang ik niet om 9u al in de touwen van de stress en de ergernis. Ik ben echt minder moe als ik een voorsprong heb genomen, dan als ik langer slaap en het een toestand wordt.
  • Morning pages. Ik zou iedereen The Artist’s Way aanraden, maar zelfs al doe je het programma niet (dat ook goed helpt met alles-of-niets-denken etc), zou ik iemand die verstrikt geraakt in zijn/haar hoofd de morning pages aanraden (bv daar vroeger voor opstaan of eerst doen op kantoor). Drie pagina’s beschrijven, uit de losse pols. Ik houd ze bij, deel ze met niemand. Vaak komen er eerst allerlei kronkels op papier die op die manier wat helderder worden (of die ik daarmee dump!), en daarna kom ik tot een soort structuurtje (gaat vanzelf): wat wil ik vandaag doen, wat zeker niet, hoe kan ik het anders aanpakken, … Dat helpt me dan doorheen de dag, en schrijven beklijft.
  • Als je hoofd echt heel druk is en je er heel moe van wordt, zou ik een experiment doen met methylfenidaat. Toen ik het van mijn dokter kreeg (heb nog steeds geen echte diagnose ADD), werden al die kronkels in mijn hoofd plots stappenplannetjes, en kreeg ik ook wat meer daadkracht om ze te doen. Ik vind het niet erg om medicatie te nemen om mijn hoofd te structureren. Ik kan me goed voorstellen dat onder invloed van trauma of vermoeidheid neurotransmitters verminderen en de prefrontale cortex die je nodig hebt voor structuur, planning, overzicht slechter functioneert, en ik hou er rekening mee dat ik daar mogelijk aanleg voor heb en dat het alleenstaand moederen bij mij een trigger was voor add-achtige klachten.
  • Ik twijfelde veel over mijn werk en hoe ik dingen moest aanpakken. Soms werd ik er gek van en kon ik niets meer voor elkaar krijgen omdat ik alleen maar meer kronkels maakte en er niet meer uit kwam. Wat dan hielp was: ’s ochtends (fris hoofd!) een klein lijstje maken van drie dingen, en afspreken met mezelf niet meer te twijfelen maar die gewoon te doen (ik maakte per ding ook een stappenplannetje). Zo kreeg ik soms toch iets gedaan. Voorbeeld: studiedag voorbereiden: 1. nota’s lezen van gesprek; 2. ideeën opschrijven; 3. kijken naar drie vorige studiedagen wat ik kan gebruiken; 4. ideeën en resultaten van (3+2) in mijn standaard dagindeling plaatsen; 5. agenda maken en intro schrijven en 6. doorsturen aan opdrachtgever voor feedback.
  • Op een gegeven moment ben ik procedures gaan maken voor dingen die ik vaak moest doen (bv studiedag geven, offerte opstellen, …). Zelfs voor het schrijven van een e-mail! Met die procedures in een map (mij helpt het om fysiek dingen te hebben), kon ik dan makkelijker aan een taak beginnen en ze tot een goed einde brengen. Natuurlijk zat alle kennis al in mijn hoofd, maar het was makkelijker een stappenplannetje te hebben om een gevoel van houvast te hebben.
  • Rituelen maken. Als ik heel moe ben, word ik wazig en heel kip-zonder-kop-achtig. Ik heb een vast ochtend-ritueel en een vast avond-ritueel van dingen die ik moet doen, zodat ik niet telkens terug een keuze of besluit moet maken. (bv: was insteken en aanzetten, douchen, ontbijten, MP schrijven, dertig minuten e-mails beantwoorden, twee uur aan één project werken).
  • Iets fysieks. Lopen of yoga with Adriene zijn manieren om even in mijn lijf te zijn en daarmee en makkelijker hoofd te krijgen.
  • Stoppen met nadenken over anderen. Ik heb de neiging enorm naar anderen op te kijken en te denken dat ze hun leven op orde hebben, maar ik ontdek steeds vaker dat dat dus niet zo is en dat mensen allemaal dingen hebben waar ze het niet over hebben maar die hen wel bezig houden/storen/remmen/ …
  • Tot slot: je idee over werk bijsturen. Ik dacht dat ik alles moest weten en meteen alles goed moest doen, maar de meeste mensen doen maar wat. Echt. Met wisselend succes. En dat is denk ik waarvoor we betaald worden.

Nog tips, tricks, ideeën? Benieuwd!

En nee, het is niet simpel. Maar ja, je kan gelukkig wel iets doen, naast lief zijn voor jezelf. En soms aanvaarden dat het leven is wat het is en dat je zelf bent wie je bent.

Schermtijd

Ok, ik weet het. Het is afgezaagd en iedereen weet het intussen wel, maar ik doe dus het programma ‘The Artist’s Way’. Er zit één opdracht in week vier die heel prehistorisch aandoet. Je wordt namelijk uitgedaagd je lezen te beperken. Haha, stamt dus uit de tijd dat mensen afleiding zochten in boeken, tijdschriften en andere dingen van die categorie. Iets waar veel mensen nu de concentratie voor missen doordat we overgegaan zijn op een nieuwe afleiding, namelijk de smartphone en tablet.

Ik herinner me trouwens wel dat ik in de klas op schoot vaak een boek had liggen om stiekem te lezen als ik klaar was met wat ik moest doen. Vaak betrapt en ruzie gekregen. Toen bestond er nog geen differentiatie ;), en ik weet nog hoe misselijk ik werd van de twee ‘zwaksten’ van de klas die hakkelend lazen en er een eeuwigheid over deden, terwijl wij niets anders mochten doen. Klinkt niet aardig en ik beschouwde hen ook niet als ‘zwak’ natuurlijk, maar als kind wist ik dat het lang zou duren als C. of K. aan de beurt waren, en ik had het leesboek waar we mee bezig waren al drie keer uit ofzo. Ik zat echt op een school waar normaal de norm was en je gestraft werd als je sneller was op een bepaald vlak, en ik ben daar retrospectief kwaad om.

Anyway. Ik heb de uitdaging in een nieuw jasje gestopt, want ik wil liever meer dan minder lezen :). Ik heb mijn schermtijd dus beperkt. Het ziekige is dat iphone daar zelf een toepassing voor heeft bij de instellingen. Je kan dus instellen welke apps je wel of niet wil gebruiken, of hoeveel tijd je maximum met een app of categorie wil bezig zijn (bv categorie social media) of vanaf wanneer tot wanneer je je schermtijd beperkt en in die tijd kan je enkel de apps gebruiken die je zelf toestaat, in mijn geval de bank, het weer, mijn agenda. De Man zegt dat android ook zoiets heeft, maar daar kan ik niet over adviseren.

Wat valt me nu op in dit experiment?

  • Het geeft ZO VEEL RUST. Ik was meteen cold turkey gegaan en had een avondlijk uurtje schermtijd ingesteld, dus heb ik een hele dag zonder telefoon geleefd. Het was zo rustig om niet te willen kijken of er nog wat gestuurd was door iemand, iets snel op te zoeken dat toch niet zo belangrijk is als je er over nadenkt of even door wat blogs te scrollen. Dat het niet kon was zo tof. En toen wist ik dat om 21u het slot er af ging. De Man en ik zaten naar een goede film te kijken, maar klokslag 21u was mijn aandacht afgeleid, zelfs al heb ik mijn telefoon niet aangeraakt voor het einde van de film.
  • Je ziet pas hoeveel anderen met hun telefoon bezig zijn als je er zelf geen gebruikt. Tja, daar zat ik een kwartier voor de film in het filmhuis, met mijn cappuccino, omringd door mensen met schermen. Of daar zat ik aan tafel met bezoek die snel even beiden wat te regelen hadden op hun telefoon.
  • Het is verdraaid lastig :), sociaal gezien. Ik besef nu pas hoeveel dingen er via what’s app gaan, zoals afspraken met andere mama’s over samen koffie en speeldates, afstemming met de Man over het huishouden of allerlei dingen, de buurvrouw die even wil langskomen, een oppas regelen. 1 uur per dag is in mijn geval beter drie keer 20 min, anders moet je bv 23 uur wachten op de reactie van je oppas.
  • Ik voelde me bij momenten, hier thuis met de poppies, behoorlijk eenzaam. Vooral omdat de kleinste echt een heel moeilijke periode heeft en ik wel eens stoom wou aflaten bij de Man.
  • Ik vind een uur schermtijd per dag nog steeds belachelijk veel als ik er over nadenk , en dat is dus al een beperking.
  • Als je jezelf beperkt, vermindert alles. Je verwacht dat je 200 nieuwe appjes hebt als je dan toch het ding aanzet, en dat blijken er dan zes te zijn ofzo. Maw: we zitten elkaar er maar stevig mee op te jagen, vrees ik.

In TAW staat dat ik dit een weekje moet doen. Ik ben nog wat aan het puzzelen over hoe ik dat maximale uurtje wil verdelen over een dag, en ik merk dat het wel eens rommelig wordt (bv de oppas is er niet op het afgesproken uur, of je wil de oppas even vragen of je avondeten voor haar moet voorzien, en in dat soort gevallen kan je natuurlijk heel snel het slot ervan halen). Ook vind ik dat ik het niet kan maken onbereikbaar te zijn als ik niet bij de baby’s ben. Maar voor mij is het duidelijk dat ik dit experiment verder ga zetten, ook als deze week voorbij is.

Chaos en gewoontes

Soms denk ik dat ik gewoon heel moe ben geworden de voorbije jaren. Op spirituele momenten geloof ik dat ik een uitvloeiend persoon ben: dat ik moeilijk bij mezelf kan blijven en voortdurend afgeleid word door de energie of prikkels van anderen. Soms denk ik dat ik een HSP ben. Ik ben wel eens bang een vrouwelijke autist te zijn. En soms is ADD het label waar ik me bij neerleg, vooral omdat ik medicatie (die ik door zwangerschap en borstvoeding al heel lang niet meer neem) helpt.

Zaak is dat ik chaotisch ben, mijn hoofd vaak erg onrustig is. Dingen snel in een puinhoop veranderen. Ik vaak niet weet waar te beginnen.

Net daarom is structuur (wat ik overigens haat) van levensbelang voor mij. Door de nare zwangerschap en in de eerste periode met de baby’s heb ik die structuur volledig los moeten laten. In de eerste periode met de baby’s realiseerde ik me dat ik een voordeeltje had op de Man (dan toch!). Want mijn gestructureerde Man veranderde postnataal in een soort krampachtige autist die wanhopig controle probeerde krijgen over die baby’s, dat huis vol bezoek, een vrouw die af en toe om niets zat te snikken, de troep die twee baby’s en een meute bezoek met zich meebrengt. Ik kon daar allemaal iets flexibeler mee omgaan.

Anyway. Ik sprak laatst met twee prachtige en wijze dames en realiseerde me dat het stuurloze leven zonder goed na te denken wat ik voor mezelf wil, ook niets is. Ok, er valt weinig te willen (ik neem me dagelijks voor om 6u30, dus als de Man nog thuis is, zingend onder de douche te gaan, maar na een crappy nacht pak ik elke minuut slaap die ik kan krijgen en verspil ik dus tijd tijdens het middagdutje van de baby’s om te douchen), maar als je niets wilt, gebeurt er ook niets. Eva legt het veel beter uit.

Ik heb dus een soort jaarplan gemaakt. (Dank Eva, je bent mijn groot voorbeeld maar dat wist je al). Daarover later meer. Maar een klein bouwsteentje van het realiseren van mijn plannen, is het onderhouden van gewoontes. En dat wil ik alvast graag delen.

Elke dag 20 minuten lezen is een manier om uiteindelijk per jaar x aantal boeken te lezen. Elke dag morning pages schrijven en een opdracht uit The Artist’s Way te doen, is een manier om dat programma waar ik in geloof ook echt te doen werken. Vijf keer per week een was insteken en er één vouwen, is de enige manier om de wasmanden onder controle te houden. (…)

Ik leerde dat al van de zeer intrigerende FLY-lady die met morning en evening routines structuur in het huishouden van de hopelozen probeert te brengen. En ik leer het van de Man, die tot irritatie toe gestructureerd is (maar wel zijn shit op orde heeft).

Vast niets nieuws voor jullie. De kans dat jullie ook gezonde structuurtjes hebben is relatief groot. Wat misschien wel nieuw is, is het gebruik van Habitify (app). Ik heb al mijn wenselijke habits ingegeven. Het mooie is dat sommige habits dagelijks terugkomen, en andere alleen op bepaalde dagen. Elke dag krijg ik een aangepast lijstje en kan ik afvinken wat ik gedaan heb. Ik vrees dat ik een beetje ambitieus ben en dat is vaak mijn valkuil. Maar met mijn app, slaag ik er wel in om dingen die voor mij belangrijk zijn (waar ik jaarplangewijs over nagedacht heb) in te plannen en uit te voeren.

Exemplarisch, mijn habits voor vandaag: een was insteken/ een was vouwen/ spelen met de kinderen (vergeet ik vaak!) / yoga doen / 20 min lezen / een TED-talk kijken / een blog schrijven (tadaa) / drie stukken fruit eten / de dag beginnen met een douche om 6u30 (failed) / de bedjes van de baby’s verschonen / morning pages schrijven / oefening van TAW maken / mijn vitamines nemen.

In grafiekjes krijg je je vooruitgang. Wat leuk is om te zien. Er is ook een soort top drie van de gewoontes waar je dan blijkbaar het best in bent.

Ik kan er alleszins weer ééntje afvinken. Bloggen. 🙂

Moeke op de kikkererwt

Op emoshit las ik dit: ‘Voor mij was mijn mama vanzelfsprekend altijd mijn mama. In mijn ogen was het dé job van haar leven, de enige. Het heeft lang geduurd voor ik besefte dat ze nog iets anders deed dan mijn mama zijn. Herinner je je dat nog? Dat je meer en meer dingen over je ouders ontdekte, dat je stilaan tot het besef kwam dat ook ouders échte mensen zijn. Dat ze een heel leven hadden voor ze jou kregen en dat ze heel dat leven ook gewoon verder aan het leven zijn. Dat ze niet op de aarde gezet zijn met als eerste en enige bedoeling om jou te dienen. Dat ze kind geweest zijn, jongere, geliefde. Dat ze niet alles weten.’

Meer dan een jaar was ik op de wereld om de baby’s te dienen. Eerst door in bed te liggen wachten op hun geboorte. Daarna door ze dag en nacht te voeden en te verzorgen.

Ik was bang dat het nooit terug zou komen. De goesting om andere dingen te doen. Het zelfvertrouwen om andere dingen te zijn. Ik heb 100 % bewondering voor thuisblijfmoeders en zie dat ze vaak bijzonder creatief en geëngageerd zijn. En een tijd lang heb ik gedacht dat ik zou thuis blijven en moederen, omdat ik me met de beste wil ter wereld niet kon voorstellen dat ik ooit terug naar kantoor zou willen, dat ik ooit terug klaar zou zijn voor iets, dat ik ooit terug iets belangrijk genoeg zou vinden om mijn best voor te doen, dat ik ooit terug gedoucht zou zijn voor acht uur ’s ochtends. Dat laatste is nog een twijfelgeval en ik ben er intussen vrij zeker van dat een volledige nacht slapen er niet meer in zit.

De Man noemt mij schertsend ‘moeke op de kikkererwt’. Dan begint hij van die dramatische verhaaltjes: ‘Het was alsof moeke op de kikkererwt altijd al in de straat gewoond had, niemand wist waar ze vandaan kwam of hoe oud ze precies was‘. Maar geloof het of niet, moeke op de kikkererwt wil weer werken. Een aantal dingen:

  • Gestart! Ik ben terug gestart met mijn bijberoep. Eerst was dat een vreselijke chaos, omdat ik wel opdrachten aannam, en er dan van uit ging dat ik dat wel eens tussen de borstvoedingen spontaan zou klaren. Maar het werd duidelijk dat dat niet helemaal zou lukken, met alle toestanden van dien. Intussen heb ik een systeem met vooral één oppas die goud waard is. Ze is liefdevol en enthousiast en pedagoge in opleiding. Ik laat haar ongeveer zes uur per week oppassen, verspreid over twee keer (dus 2 x 3 uur). Die uren ga ik dan werken op locatie, en als je mij bezig ziet zou je niet denken dat ik add heb :). Ik ben elke minuut van die uren in hyperfocus. Waar ik vroeger werkdagen had van acht uren die gedeeltelijk verlummeld werden (zitten twijfelen, praatjes met collega’s, lang over taken doen omdat het kon, …), is nu elke minuut optimaal benut. Ik geloof overigens enorm in het 30-urenproject van Femma, omdat ik nu ervaar dat meer uren niet perse meer opleveren.
  • Op locatie. Ik heb een plek gevonden waar ik voor 5 euro per uur kan werken, koffie & thee inbegrepen. Het is er een komen en gaan van freelancers en andere vrije vogels (hoewel ik nu naast een leraar zit die testen verbetert). De cappuccino is heerlijk en ik heb bijna altijd een latte art hartje. Ik werkte graag thuis, maar ik realiseer me ook dat ik de komende tijd (wegens aanwezigheid van de baby’s) waarschijnlijk nog weinig thuis zal kunnen werken. Die heerlijke dagen die ik ooit had waarbij iedereen de deur uit was en ik als enige thuis op zolder zat… Aaah. Voorbij. Voor minstens vier jaar. Buitenshuis werken heeft echter ook voordelen (zoals: je komt makkelijk in de hyperfocus-mood). Ik heb een aantal systemen en plekken uitgetest, maar deze relatief vrije plek (geen abonnement nodig en je betaalt per kwartier en belangrijk: er staat geen radio op!), bevalt me uitstekend.
  • Operatie Schoon Schip. Mijn depressie was niet alleen verwoestend voor mijn zelfvertrouwen, maar ook voor de orde en het overzicht in mijn leven. Ik heb heel veel losse eindjes die ik nu probeer af te hechten in operatie Schoon Schip. Het is schaamte-werk: dingen die ik al lang had moeten doen of te lang heb laten liggen, en die ik nu moet oppakken. Maar dat is de enige manier om het af te sluiten.
  • Betaalde arbeid. De fantastische oppas kost me 7 euro per uur. Een uurtje werken op locatie 5 euro. Een uur werken kost me dus 12 euro. Dat is absurd en staat niet echt in verhouding tot het aantal opdrachten dat ik nu heb (en met bv operatie Schoon Schip verdien ik niets, behalve zelfrespect opbouwen en herstel). Het is een keuze, om te investeren in mezelf. Om weer op de rails te geraken.
  • Kinderopvang. We zijn nog steeds bezig met de zoektocht naar kinderopvang. Ik blijf erbij dat dat in Nederland duur en complex is (lees ook het stukje van deze mede-twinmoeder). Omdat de regels in de kinderopvang veranderen (1 opvoedster per 3 ipv 4 baby’s nodig), nemen opvanglocaties ofwel meer personeel aan, ofwel weigeren ze baby’s omdat peuters goedkoper zijn om te verzorgen. Kortom: de Nederlandse vrouw heeft het echt niet zo makkelijk. Het ziet er naar uit dat we geen oplossing gaan vinden (een oppas aan huis, is goedkoper omdat we dan per uur en niet per kind betalen) voor het einde van mijn ouderschapsverlof, dus ik ga volgende week met de baas praten om mijn onbetaalde verlof te verlengen. Daarna kan ik max 3 dagen per week terug, want een oppas aan huis kan je maar voor 3 dagen in een voordelig stelsel. Ik zou niet terug naar België willen, maar dat is in België toch een pak beter geregeld én je krijgt (oud of nieuw systeem) meer kindergeld (in Nl: 200 euro per drie maanden per kind). Maar even terug over opvang: de jaren tot de kinderen naar school gaan, ga ik letterlijk voor een paar honderd euro per maand werken. Daar moet je al flink gemotiveerd voor zijn, en dan is dat alleen nog maar zo omdat ik hoogopgeleid en dus relatief goed betaald word. Ik vraag me eerlijk gezegd oprecht af hoe onze eventuele oppas haar kinderopvang regelt en het stoot me ook tegen de borst om iemand als een soort ‘huispersoneel’ aan te nemen en van haar te vragen haar leven te plooien naar de uren dat wij werken, voor de kids te zorgen, de was op te vouwen en te zorgen dat er eten op tafel staat als we thuis komen (en tegelijkertijd lijkt het me het feestelijkste ever).
  • Organisatie. Vanochtend appte ik de Man dat ik een #evaatje gedaan had. Eva staat hier voor mijn grote voorbeeld: iemand die sterk en gevoelig tegelijk is, iemand die een boek geschreven heeft, iemand die creatief en boss lady tegelijk is, iemand voor wie productiviteit niet clean en mannelijk is (als in: jezelf managen en werken in een bubbel waar geen was, afwas en zieke kinderen bestaan), maar iets is van het echte modderige en rommelige (familie) leven. Mijn #evaatje was een verbetering in ons leven, dat de boel wat makkelijker en efficiënter maakt. Ik had een weekmenu gemaakt en de boodschappen laten bezorgen… IN MIJN KEUKEN. Dat is iets dat Nederland voor heeft op België begreep ik. Door onze straten scheuren autootjes van verschillende supermarkten, met aardige bezorgers die je boodschappen met liefde even op je aanrecht zetten. Had ik het gevraagd, hij had de frigo nog even monter gevuld, geloof ik. Dit #evaatje past in het ‘wakker worden’. Ik ben precies zo lang niet wakker geweest, door de moeilijke zwangerschap, de depressie, de tijd met twee mini’s. En nu word ik wakker en wil ik weer wat en ben ik hard bezig met het leven efficiënter en handiger te organiseren en heb ik daar nog lol in ook.

Misschien maakt de Man binnenkort een nieuw verhaaltje: ‘Moeke op de kikkererwt. Niemand wist precies waar ze vandaan kwam, hoewel haar Belgische tongval iets verraadde. Naast de zorg voor haar lieve kindjes, managede ze het huishouden als een professional en was ze ook nog eens bijzonder succesvol in haar werk.’

Haha. Wishful thinking mag, toch?

Ugly bujo’en // over gewoontes

Heel veel dingen hebben voor mij een drempel. Omdat ik het graag goed wil doen, dus meteen heel groots wil aanpakken. Het is een absolute denkfout. Je kan immers beter elke dag een kwartier opruimen dan een keer een grootse opruimactie plannen van een dag waarna alles voor eeuwig netjes zal zijn (die dag héb je ook nooit). Je kan beter elke dag een half uurtje mails beantwoorden dan alles eens heel grondig doen als je eens veel tijd en zin hebt.

Toen ik nog alleen was, kon ik mijn huishouden bij momenten goed op de rails houden met de FLY-lady, omdat dat net op het principe gebaseerd is dat je elke dag een beetje moet doen, ergens moet beginnen en jezelf goede gewoontes moet aanleren. Afhankelijk van mijn energie-level, kon ik het volhouden of niet. (Eerlijk: een tweeling hebben is pittig, maar na drie jaar single-mum zijn met een baan, ben ik hier prima op voorbereid. Ik geef al 16 weken om de drie uur eten aan twee kinderen, en ik ben nog lang niet zo moe als toen ik single mum was. Laatst zei de buurvrouw dat ze zo met me te doen heeft. Zij is single met een dochtertje. Ik zei dat ik met haar te doen heb, omdat zij er dus alleen voor staat. En ja, een tweeling is een 24/7-job, maar ik moet het niet alleen doen, en ik moet nog even niet gaan werken.)

Intussen is de Man de vleesgeworden FLY-lady. Ik heb gewoon de FLY-man gevonden! Ik word soms wel eens knetter van hem, maar eerlijk is eerlijk: onze keuken is elke dag opgeruimd en dat doet hij meestal. Verder houdt hij alles heel goed onder controle. Dat is voor mij nu ook een gewoonte aan het worden, dus op wat achterstallige taken na, is ons huishouden best georganiseerd.

Maar ik dwaal af. 
Ik doe dingen graag groots en goed, en daarom doe ik veel dingen niet.

Zoals een bujo.
Tot ik besloten heb toch maar een ugly bujo bij te houden. Hoezeer ik me ook kan verliezen in het scrollen door prachtige instagram-plaatjes van mensen die mooi kunnen tekenen én schrijven en plaatjes van bujo’s maken.

De ugly bujo komt met een andere tool, de purpuz-planner. ALs ugly bujo-er ga ik immers niet zelf mooie week- en maandspreads maken, ben je gek? In de planner komen de afspraken, de dagtaakjes, de doelen, de reflecties. In mijn bujo komen lijstjes met wat ik moet kopen, doen, betalen. Er zit een bagagelijst in voor als we weg gaan. Onze weekmenu’s komen er in (we eten tegenwoordig vaak uit dit boek, ook leuke ontbijt-ideeën!), en dan zijn er nog de habit-trackers.

Want ja, ik probeer mezelf weer gewoontes aan te leren. Elke dag yoga thuis, met onze goede vriendin Adriene (check youtube). De oefeningen van de fysio ook echt doen. Vitamines nemen. Vitamines aan de baby’s geven. Dertig minuten lezen, dertig minuten mailen, twintig minuten opruimen. Een wasje doen en dat ook opvouwen (zodat ik geen stapels vuile en stapels schone was heb). Wekelijks de lakens wassen van deze hele club en rekeningen betalen en weken en menu’s plannen. Het ambitie-niveau is niet heel hoog, maar ik heb een tweeling van nog geen vier maanden hé.

Er is geen enkele dag waarop ik alles kan afvinken so far, daar zorgt onze kleine girl boss wel voor. De kleinste van de dametjes is hier een kleine dictator die bepaalt of ik op een dag in de douche geraak (FYI: ik zit nog in pyjama – heb geïnvesteerd in twee flanellen pyjama-broeken en ik heb zelden iets anders aan – vast slecht voor mijn sex-appeal). De grootste is een lieverd, de ideale baby, een lachebekje. Ik vrees dat ik haar chronisch verwaarloos omdat haar zus zo’n pittig ding is.

Anyway.
Tot slot. Mijn bujo helpt me ook met het afval-plan. Mijn gewicht is gestagneerd, vijf kilo boven mijn pre-zwangerschapsgewicht. Dankzij deze geweldige blog  vond ik het Levenslank-boek, met alweer… Gewoontes. Geen gekke diëten, niet nooit-meer-suiker en nooit-meer-koekjes. Maar wel: jezelf aanleren om regels te volgen. Ik kies er elke week drie, die in mijn bujo gaan. En probeer me die dan eigen te maken. En te tracken. Zoals daar zijn: geen zoets meer (taart dus, en ferrero’s) behalve op leuke gelegenheden (verjaardagen, de buurvrouw die thee komt drinken). Eén bord en niet meer bijscheppen. Geen honing meer in de thee. En opschrijven wat ik eet, waarvoor ik dan weer de lifesum-app heb.

Mooi is het allemaal niet, maar het is houvast in deze dubbele rozige wolk, waar ik soms behoorlijk in verstrikt geraak.

 

Normaal

Drie sessies bij de psychiater hebben me niet alleen 255 euro gekost, maar ook een medicament opgeleverd dat helemaal werkt voor mij. De rilatine is vervangen door een groot broertje dat meer dan tien uur werkt. Ik heb minder bijwerkingen en ben stabiel. In plaats van twee boogjes van energie en een rustig hoofd doorheen de dag, met telkens een rebound-effectje aan het eind ervan, heb ik nu een mooie boog van 10 tot 12 uur. Waar de boog eindigt volgt een half uurtje misselijk en niet helemaal lekker en daarna kan ik er nog een paar uurtjes normaal functioneren bij doen, maar dan op een minder hoog niveau dan overdag. Lijkt me niet gek. Ook normale mensen zijn ’s avonds moe, toch?

De psychiater vraagt me terug te komen als ik hypomaan, psychotisch of manisch word. Hoe ik dat dan weet, vraag ik. Hij monkelt. Als ik relaties met verschillende mannen tegelijk heb bijvoorbeeld. Gniffel.

Mannen. Het is een hoofdstuk apart. Ik kwam de Ondeugdelijke nog eens tegen. Ik vond het fijn hem te zien, zie nu dat hij ook maar een soortement zoekende schurk is. Een leuke man, maar ik had niet zo wanhopig mogen verlangen naar een echte relatie met hem. Dat mijn verlangen gestopt is, triggert hem big time. Hij stuurt me smsjes waar ik rode oortjes van krijg (over hoe hij traag mijn jurkje wil uitrekken). Ik voel me niet beledigd, ik moet alleen even gniffelen. Overweeg even nuchter terug te sturen ‘nou, doe je best’. En dan bedenk ik hoe oneerlijk het is dat je van een leuke man zoiets kan hebben, terwijl je bij een minder leuke man bij wijze van spreke naar de politie rent met zo’n bericht.

De Onwillige Vader is intussen zijn leven aan het beteren om verantwoordelijkheid te kunnen nemen en ons iets te bieden te hebben. We zien het wel, zeg ik, terwijl we koffie drinken in het donker op de stoep.

En tussen het werken door krijg ik een smsje van een collega dat mijn haar zo leuk zit, maar dat hij het niet luidop wil zeggen. Nou. Zo kan ie wel weer.

Het is fijn dat ik ok ben. Ik voel me goed. Ik heb geen pijn, mijn energie is terug, mijn kop is kalm, ik kan weer fietsen en opruimen en leven en werken. En ik ben euforisch, bij momenten. Diep intens gelukkige momenten. Door de medicatie of omdat het beter gaat na een lange tijd slecht? Ik weet het niet, maar het is genieten, als ik door Amsterdam fiets en alles in mij schreeuwt van geluk. Of als ik luid zingend van een klus terug kom. Of als ik hypergeconcentreerd aan een tekst werk. Of als de Peuter me in bed vertelt dat ik een lieve moeke ben en mijn hand neemt. Of als ik met de Kleuter een stom grapje maak, in de categorie jouw-yoghurt-is-vogelpoep-haha-dan-is-jouw-cornflakes-muizekak!

Ik sprak er over met een vriendin. Ze bracht me op het idee dat deze uitzonderlijke staat-van-zijn misschien wel is hoe normale mensen door het leven gaan. Normale mensen wiens neurotransmitters het gewoon allemaal prima doen. Normale mensen die geluk ervaren op gewone dagen, die niet in paniek geraken als ze drie dingen na elkaar moeten doen en die niet elke dag wenen en slapen. Ik ben even verbluft, denk aan al het geluk dat ik zo misschien gemist heb, en voel me vooral weer diep dankbaar dat er een oplossing is voor mensen wiens neurotransmitters verstoppertje spelen. Met dank aan Essie, met wie het allemaal begon.

 

 

 

 

Werk 2.0

 

Ik heb het geluk bijna altijd werk te mogen doen dat ik zinvol vind. Mogelijk ben ik als persoon ook heel erg geneigd zin te vinden in mijn werk, en op een manier te werken die mij als persoon heel erg met mijn werk verbindt.

Ik denk dat wat ik doe uitmaakt en ik probeer het ook op een manier te doen dat het uitmaakt. En ik denk dat het uitmaakt dat ik het ben die het doet. Dat is soms erg vervelend omdat ik moeilijk kan samen werken of iets waar ik erg om geef moeilijk in de handen van een collega kan leggen. Ik ben er vrij zeker van dat mijn nieuwe collega me een soort van wantrouwende bitch vindt omdat ik het niet makkelijk vind om projecten met hem te delen.

Als werk meer is dan gewoon werk, maak je het voor jezelf ook wel erg complex. Ik ben helemaal involved. Hoewel iedereen vervangbaar is en ikzelf dus ook, wil ik liefst niet vervangen worden en de touwtjes strak in handen hebben.

Maar dat betekent dus ook dat het slecht gaat met mijn werk als het slecht gaat met mij. Als ik het te druk heb, de dingen niet goed organiseer, te moe ben of verdrietig ben. Dat heeft sowieso invloed op de kwaliteit van mijn werk.

Eigenlijk vond ik werken nooit leuk. In mijn hoofd was het altijd belangrijk en zinvol, maar in de realiteit slaagde ik er nooit in er lekker in te duiken. Ik stelde dingen te lang uit, werd hypernerveus en enorm faalangstig, raffelde dingen soms een beetje af omdat ik bang was dat het te dichtbij zou komen en ik heel kwetsbaar zou worden als ik er echt voor zou gaan. In de ideale wereld kon ik teksten reviseren, nadenken over projecten, mindmappen, plannen, en kwam ik tot kwaliteit. In de echte wereld zat ik nagelbijtend voor mijn pc en stond het huilen me vaak nader dan het lachen.

De rilatine heeft dat veranderd. Werken is leuk als je het gelijkmatig doet en niet meer tegen deadlines aanschurkt in een blinde paniek. Een tekst schrijven is fijn als je een concept hebt, op tijd alle info verzamelt, tijd hebt om anderen te laten meelezen en feedback geven en een tweede, derde, en zelfs vierde revisie kan doen. In contact staan met mensen is een pak lekkerder als je je niet voortdurend moet verontschuldigen voor die onbeantwoorde mails of vergeten beloftes. Ik haal eindelijk de normen die ik mezelf al jaren opleg.

Het is een beetje een kip of ei-verhaal. Ben ik zo ongelukkig en chaotisch geworden omdat er een stofje te kort is in mijn hoofd (neurotransmitter, dopamine)? Maar dat stofje is erg gevoelig voor stress en slaaptekort, dus misschien was ik ongelukkig en chaotisch en heeft het stofje daardoor de benen genomen? Ik zat alleszins in een negatieve spiraal die ik uit alle macht wou ombuigen. Ik trok aan alle alarmbellen, betaalde uren familiehulp, schreeuwde en huilde, probeerde enerzijds te rusten en me anderzijds op te peppen, maar de spiraal ging steeds dieper. Met de rilatine krijg ik terug grip en buig ik de spiraal bijna moeiteloos om. Het mooie daarbij is dat het wapenstilstand is met mezelf. Ik hoef niet meer zwaar in strijd om mijn eigen chaos en vermoeidheid te bestrijden. Dingen lukken me niet meer ondanks mezelf, maar dankzij mezelf. En plots blijk ik beter in sommige dingen dan ik zelf dacht. En is het nog leuk ook.

 

Ping-pong

De vakantie heeft me veel gebracht, maar met name ook het heerlijke gebruik van de afwezigheidsassistent. Wat verrukkelijk om mails te horen binnen komen en te weten dat ze een mailtje terug gepingd krijgen waarin staat dat ik niet antwoord. Moehaha. Tenzij ik echt wil. Dat kan ik kiezen. Ik ben de baas! Goodbye schuldgevoel!

Nog grappiger vind ik het als mijn afwezigheidsassistent ping-pongt met een andere afwezigheidsassistent. Dat vind ik echt hilarisch, computers die elkaar mails sturen over de niet-aanwezigheid van de baasjes.

Ik ga mijn assistent vaker gebruiken, denk ik. Als ik studiedagen geef en het niet realistisch is dat ik ’s avonds nog de puf heb om te mailen. Als het weekend is. Als ik een dag vol vergaderingen heb.

Voorwaarde is dan natuurlijk ook wel dat ik de dagen dat de assistent niet aan staat, trouw wel mails beantwoord. Daar moet ik met mezelf nog even aan sleutelen.

Ik geloof dat ik wel de keuze heb gemaakt dat ik mails alleen/vooral nog professioneel gebruik en dat ook beperk. Als puber schreef ik brieven. Later eindeloze e-mails met jan en alleman. Leuke periode, maar voor nu echt niet meer haalbaar. Dat ik per dag een 10 tot 50 professionele mails moet weghappen (terwijl mijn baan niet mailen is!), is voldoende aanslag op dit leven. Hoe graag ik ook persoonlijke contacten wil onderhouden, elke dag een karrenvracht mails lezen en beantwoorden kan en wil ik niet meer.

Deze zomer was er een geniale week waarin ik elke avond op de bank lag om een boek te lezen. Ik was dan moe (maar niet meer dat eindeloze absurde uitgeput waardoor ik enkel maar kan slapen) en beloonde mezelf met een kopje koffie, een stukje chocola en een leuk boek. Een week lang moeiteloos gedaan wat mijn dokter me voorschreef: ’s avonds geen schermen meer om de kwaliteit van mijn slaap en dus ook van mijn leven te verbeteren. Een aanrader. Geloof me.

 

 

 

Rilatine: magie of miskleun?

Of het nu een magische oplossing is, die witte pilletjes, vraag ik me af.
Om één of andere reden is het alsnog complex geworden, rilatine gebruiken.

Toen ik de medicatie kreeg, dacht ik dat de strijd gestreden was. Dat ik controle kon terugnemen over mijn leven omdat mijn hoofd nu kalm was. Dat ik de dingen beter kon aanpakken en me uit het slop trekken. Dat is/lijkt ook zo. Maar het is natuurlijk niet alleen maar leuk. Enkele bedenkingen:

  1. Er zijn nevenwerkingen. Ik moet het gebruik goed ‘mikken’ anders slaap ik een hele nacht niet. Ik klem mijn tanden op elkaar. Ben bij momenten wat nerveus. Maar vooral ook: het geraakt uitgewerkt en dan kan ik wel eens erg chagrijnig worden.
  2. Structureren en plannen moet je nog steeds zelf doen, ook al ben je plots in de mogelijkheid omdat er een stofje in je kop geactiveerd is waarmee je dat goed kan. En eerlijk, op dat niveau moet ik geraken. Ik ben nu zover dat ik bergjes kan verzetten, maar dat kan ik beter wat gestructureerder gaan aanpakken.
  3. Ik moest naar de psychiater. Ik dacht dat het een gemakkelijk gesprekje ging worden, als in:
    – ‘ik was onrustig en chaotisch en doooooodmoe, en toen kreeg ik rilatine en ging alles beter‘.
    – ‘o ja? nou, dan geef ik je een voorschrift voor de rest van je leven. Dat is dan vijfentachtig euro. Doe-hoei.
    Zo ging het niet. (Alleen het stukje van die vijfentachtig (!!!) euro).
    De man in kwestie was een zeer eigenaardig individu die o.a. naar de band met mijn ouders informeerde, alsook naar het huwelijk van mijn ouders, jeugdervaringen allerhande, mijn seksuele fantasieën, het onderwerp van mijn thesis, … Hij goochelde met termen als hoogsensitief en parentificatie, maar jammer genoeg ook ‘hoogfunctionerend autisme’, wat hij allemaal wil uitzoeken. Dat is een beetje als een soort tank over me heen gewalst. Denk je dat je genezen bent, heb je plots mogelijk honderd nieuwe ziektes. Zoiets. De man in kwestie was in staat om het onderwerp van mijn thesis te koppelen aan mijn mentale staat en mijn werk aan mijn seksuele identiteit. Ofzo. Anyway, aaaarghl. Ik kreeg er instant een identiteitscrisis van, wat hij dan weer erg interessant vond.
  4. Het leven blijft het leven zoals het is. Het is niet omdat je het wat beter aanpakt, dat single-mom-zijn plots een wandelingetje in het park is. Er staat al dagen 1,36 euro op mijn rekening (door de onverwachte rekening van de psychiater), de peuter is hangerig, de kleuter is druk en ik mag nu wel wat energie hebben, ik heb nu ook een pilletje nodig waarmee ik tijd creëer. Iemand?
  5. Ik schrijf minder. Ik kan plots heel goed verslagen en management samenvattingen maken, maar een spontane gedachte die ik kan uitwerken tot een blogpost? Vergeet het.

Het is een magisch pilletje. Ik presteer beter. In de euforie van het eerste gebruik dacht ik dat alles daarmee opgelost was. En dat is nu jammer genoeg ook niet het geval. Maar het blijft zalig om energie te hebben om de dag door te komen.

 

Mijn hoofd in beelden

Ik lees stukjes van mijn eigen blog terug, en zie hoe vaak ik vermeld dat ik verstrikt geraak in mijn eigen hoofd. De eeuwige gedachte: als ik er nu in slaag beter voor mezelf te zorgen, dán ga ik alles onder controle krijgen. Maar die hele chaos, om niet te spreken over een constante zeer diepe vermoeidheid, zat natuurlijk het beter zorgen voor mezelf danig in de weg. Ik was zo druk bezig met zorgen voor de kinderen, de chaos te lijf gaan en mezelf heel de tijd bij mijn nekvel grijpen, dat het gewoon niet realistisch was, dat beter voor mezelf zorgen.

Op het moment dat ik dit schrijf is mijn rilatinegebruik nog geen week oud. Ik ben niet aangenomen door Novartis voor het voeren van promotie, maar ik wil wel graag tonen wat het met me doet.

Twee weken geleden was mijn hoofd zo:
(die aanleg had ik altijd al maar de omstandigheden alleen met de jongens maakten dat het volslagen buiten proportie is geraakt)

Chaoshoofd

In interactie met anderen was ik zoals op onderstaand plaatje, waardoor ik telkens de draad kwijt geraakt en en vaak heel verward overkwam. Als ik me heel erg moest focussen (bv belangrijk gesprek voor het werk) dan werd ik vaak misselijk van de inspanning:

Chaoshoofd gesprek

Met rilatine heb ik dit hoofd:

Rust in hoofd

Het lijkt wel alsof ik plots volwassen ben ofzo. Ik kan bv mijn eetgedrag beter beheersen, ik heb geen keuzestress meer in de supermarkt en ik denk niet elk uur honderd keer aan s…laap! (Je kan niet geloven hoe ik dag in dag uit alleen maar met mezelf zat te discussiëren of ik dutjes mocht gaan doen.)

Op onderstaand plaatje hoop ik. Reality ligt hopelijk achter me. Ik ben nu meer een soort van mens aan de expectations-kant. Het pijnlijke is dat ik op het einde van de rilatineloze periode heel veel steken ben gaan laten vallen. Ik heb dingen heel passief aangepakt, laten liggen of slecht gedaan omdat ik me echt niet meer vooruit kon branden. Daar moet ik nu een behoorlijke prijs voor betalen (herstellen, vertrouwen terug winnen). Wat alleszins zo is, is dat ik tien uur per week minder werk dan vroeger, maar dubbel zo veel werk verzet. Het ideaal is dat ik op termijn gewoon overdag kan werken voor de baan, daar een punt achter kan zetten, en dan de avond gebruiken voor mijn kinderen en mezelf zonder dat al die onafgewerkte taakjes rondtollen in mijn hoofd en ik me nog eens naar mijn bureau sleep voor een volgende uitputtingsslag met mezelf waarin ik altijd verlies.

Warhoofd in de praktijk

Tot mijn schande heb ik vaak een beetje inwendig geoordeeld over mensen die medicatie namen zoals antidepressiva. Dan dacht ik een klein beetje dat ze het niet aandurfden hun problemen in therapie aan te pakken. Of misschien dacht ik wel: ‘lekker makkelijk’. Nu weet ik dat er soms gewoon niets ergs aan de hand is, behalve dat je hersenen een stofje te veel of te weinig hebben. Dat daar pilletjes voor zijn, en dat je een betere versie kan zijn van jezelf als je die neemt.