Als ik nu terug kijk naar de alleenstaande-moederperiode, weet ik echt niet meer hoe ik ‘het’ toen gedaan heb. Flarden. Er was gelukkig hulp (het logeergezin), maar ik weet dat ik altijd op het randje van de uitputting balanceerde, en dat ik regelmatig in totale paniek was omdat de dingen gewoon niet te combineren waren.
Intussen is er de Man. Die veel doet. Maar er is ook de zwangerschap die veel vraagt. En het werk dat uitblinkt in onregelmaat.
Vannacht werd de kleinste zoon weer eens ziek, dus belde ik vanochtend alles af en hier zitten we. Hij loopt als een hondje achter me aan, ik wil graag ook wel dingen kunnen doen om de boel niet verder in het honderd te laten lopen, ik kan slecht tegen onverwachte omstandigheden dus ik ben wat snibbig. En ik ben gefrustreerd omdat het leven lijkt op navigeren door de onstuimige golven van de onvoorziene omstandigheden, in plaats van doen wat er gedaan moet worden op een beetje een beheerste manier.
Binnen enkele weken mag ik nog maar vier uur per dag werken, vanaf 28 weken zwangerschap moet ik stoppen. Stiekem wil ik al vroeger helemaal stoppen, om eindelijk te ontsnappen uit die vervelende situatie van wel willen maar niet kunnen. Niet kunnen omdat de zoon ziek is, omdat kinderen weg gebracht en opgehaald moeten worden, omdat ik wekelijks soms wel vier zwangerschapsgerelateerde afspraken heb die er ook allemaal ergens tussenin gepland moeten worden (het is een job op zich, ik zeg het je), en omdat ik misselijk ben, extreem moe, of verga van de bekkenpijn of duf ben na al die slapeloze nachten op rij.
Dus. Stoppen met werken, hoera?
Ik vrees ervoor. Vandaag ben ik ‘gewoon’ thuis (ok, met een ziek kind), maar daar zit weinig bevrediging in. Ik wil even alleen zijn, maar dat lukt niet. Ik wil wat gedaan krijgen, lukt niet. Het is 14u ’s middags en ik heb mij nog niet aangekleed. Zucht. Ik kijk niet echt uit naar de bolle-buikendagen alleen thuis, of de dagen met twee baby’s en maar twee handen. Ook al kijk ik wel uit naar de baby’s, moge dat duidelijk zijn.
Ik merk dat ik aan oplossingen begin te denken zoals mijn job opgeven. Een job zoeken die niet uitdagend is, niet ver rijden en extreem regelmatig. (…) Maar voor me ontrolt zich een leven dat bepaald wordt door het voortdurend buigen naar de noden van anderen, en ik heb gezien wat dat met mijn moeder deed. Ik vind haar vaak onvolwassen, on-ontwikkeld en gefrustreerd, en ik wil niet dat mijn kinderen later ook zo over mij denken. Of beter: dat wil ik niet voor mezelf.
Het lijkt alleen zo een ongelooflijke onmogelijkheid, om een baan en een gezin met elkaar te combineren. Zelfs als je met twee bent. Seriously, hoe doen anderen dat?
Latere gedachten
Ik lees dit en de herkenbaarheid is enorm voor me. Niet alleen heb ik in een zeer gelijkaardige situatie gezeten als Kleine Atlas, ook heb ik een talent om geen mentale ruimte te voelen, zelfs nu nog in een andere situatie. Het idee dat allerlei dingen moeten en ik het bos door de bomen maar zelden zie, gecombineerd met mijn enorme prikkelgevoeligheid (hsp?) die bijna ondraaglijk is tijdens deze zwangerschap (er is geen koptelefoon bestand tegen prikkels van pijn, moe en misselijk die in jezelf zitten), maakt dat ik vaak met het water aan de lippen sta.
Sinds ik in Nederland voel, zie ik heel vaak mensen die mentale ruimte scheppen. Een single mama die maar halftijds werkt en elke ochtend voor zichzelf gaat sporten. Ouders die gewoon nog reizen en uitgaan en oplossingen zoeken voor hun kinderen. Mijn eigen Man die zijn week volgebouwd heeft met goede routines (hobby’s: hardlopen, schaken; maar ook vaste taken op vaste momenten) en na werktijd zijn pc in principe niet open klapt.
Ik wou dat ik dat ook kon. Ik zou het ook moeten kunnen. Maar als je al in een stresstoestand bent, is het heel moeilijk om mentale ruimte te hebben om mentale ruimte te scheppen. Ik denk dat het slim is om je leven zo in te richten dat je toekomt aan wat je zelf belangrijk vindt, maar het kost altijd moeite en geregel en het druist zo vaak in tegen wat je hart je influistert of dat eeuwige stemmetje van de innerlijke criticus. (En je hebt er een grote portie zelfwaardering voor nodig – jezelf belangrijk genoeg vinden om dingen te doen die mogelijk geld en tijd kosten.) De laatste periode als single mom had ik een paar keer een mama-dag: naar de sauna met een vriendin. Mijn hele innerlijke criticus maakte daar brandhout van (dat kost geld, het kost tijd, mijn moeder heeft nog nooit een sauna van binnen gezien, het is een luxe van de moderne vrouw, …), maar het was zo wezenlijk om dat gewoon wel te doen. Ook nu nog vind ik het zo moeilijk om te doen waar ik echt zin in heb/behoefte aan heb: enkele dagen alleen weg met een tas vol boeken, bijvoorbeeld, voor ik het niet meer kan/voor de baby’s komen.
Er is een enorm verschil tussen wat ik vind dat ik zou moeten kunnen en wat ik echt kan. Om één of andere reden heb ik ook geleerd dat je altijd ongeveer het maximum van je kunnen moet nastreven. Mijn ouders waren altijd bezig. Mijn eerste vriendje zijn mama zat op zaterdagmiddag gewoon op de bank een boek te lezen met een kop thee, en het feit dat ik dat na 20 jaar nog weet, zegt genoeg.
Kortom.
Er zijn situaties (bv het hebben van kleine kinderen, al dan niet alleen) en er zijn denkbeelden. De situatie kan je niet veranderen, de denkbeelden (wat gun je jezelf?) wel. Dat hoeven geen luxe-momenten zijn als je al bij elkaar te vegen bent, maar structureel gaan voor bv 70% van je capaciteit gebruiken in plaats van 120% van jezelf te vragen. Het is echter eenvoudiger gezegd dan gedaan. Hier blijkt bijvoorbeeld het effect van een aanstelling van 90% omzetten in een aanstelling van 70% meer stress gebracht te hebben dan rust, omdat het erg moeilijk blijkt een woensdag alternerend wel en niet te werken en dit ook echt te bewaken.