Schermtijd

Ok, ik weet het. Het is afgezaagd en iedereen weet het intussen wel, maar ik doe dus het programma ‘The Artist’s Way’. Er zit één opdracht in week vier die heel prehistorisch aandoet. Je wordt namelijk uitgedaagd je lezen te beperken. Haha, stamt dus uit de tijd dat mensen afleiding zochten in boeken, tijdschriften en andere dingen van die categorie. Iets waar veel mensen nu de concentratie voor missen doordat we overgegaan zijn op een nieuwe afleiding, namelijk de smartphone en tablet.

Ik herinner me trouwens wel dat ik in de klas op schoot vaak een boek had liggen om stiekem te lezen als ik klaar was met wat ik moest doen. Vaak betrapt en ruzie gekregen. Toen bestond er nog geen differentiatie ;), en ik weet nog hoe misselijk ik werd van de twee ‘zwaksten’ van de klas die hakkelend lazen en er een eeuwigheid over deden, terwijl wij niets anders mochten doen. Klinkt niet aardig en ik beschouwde hen ook niet als ‘zwak’ natuurlijk, maar als kind wist ik dat het lang zou duren als C. of K. aan de beurt waren, en ik had het leesboek waar we mee bezig waren al drie keer uit ofzo. Ik zat echt op een school waar normaal de norm was en je gestraft werd als je sneller was op een bepaald vlak, en ik ben daar retrospectief kwaad om.

Anyway. Ik heb de uitdaging in een nieuw jasje gestopt, want ik wil liever meer dan minder lezen :). Ik heb mijn schermtijd dus beperkt. Het ziekige is dat iphone daar zelf een toepassing voor heeft bij de instellingen. Je kan dus instellen welke apps je wel of niet wil gebruiken, of hoeveel tijd je maximum met een app of categorie wil bezig zijn (bv categorie social media) of vanaf wanneer tot wanneer je je schermtijd beperkt en in die tijd kan je enkel de apps gebruiken die je zelf toestaat, in mijn geval de bank, het weer, mijn agenda. De Man zegt dat android ook zoiets heeft, maar daar kan ik niet over adviseren.

Wat valt me nu op in dit experiment?

  • Het geeft ZO VEEL RUST. Ik was meteen cold turkey gegaan en had een avondlijk uurtje schermtijd ingesteld, dus heb ik een hele dag zonder telefoon geleefd. Het was zo rustig om niet te willen kijken of er nog wat gestuurd was door iemand, iets snel op te zoeken dat toch niet zo belangrijk is als je er over nadenkt of even door wat blogs te scrollen. Dat het niet kon was zo tof. En toen wist ik dat om 21u het slot er af ging. De Man en ik zaten naar een goede film te kijken, maar klokslag 21u was mijn aandacht afgeleid, zelfs al heb ik mijn telefoon niet aangeraakt voor het einde van de film.
  • Je ziet pas hoeveel anderen met hun telefoon bezig zijn als je er zelf geen gebruikt. Tja, daar zat ik een kwartier voor de film in het filmhuis, met mijn cappuccino, omringd door mensen met schermen. Of daar zat ik aan tafel met bezoek die snel even beiden wat te regelen hadden op hun telefoon.
  • Het is verdraaid lastig :), sociaal gezien. Ik besef nu pas hoeveel dingen er via what’s app gaan, zoals afspraken met andere mama’s over samen koffie en speeldates, afstemming met de Man over het huishouden of allerlei dingen, de buurvrouw die even wil langskomen, een oppas regelen. 1 uur per dag is in mijn geval beter drie keer 20 min, anders moet je bv 23 uur wachten op de reactie van je oppas.
  • Ik voelde me bij momenten, hier thuis met de poppies, behoorlijk eenzaam. Vooral omdat de kleinste echt een heel moeilijke periode heeft en ik wel eens stoom wou aflaten bij de Man.
  • Ik vind een uur schermtijd per dag nog steeds belachelijk veel als ik er over nadenk , en dat is dus al een beperking.
  • Als je jezelf beperkt, vermindert alles. Je verwacht dat je 200 nieuwe appjes hebt als je dan toch het ding aanzet, en dat blijken er dan zes te zijn ofzo. Maw: we zitten elkaar er maar stevig mee op te jagen, vrees ik.

In TAW staat dat ik dit een weekje moet doen. Ik ben nog wat aan het puzzelen over hoe ik dat maximale uurtje wil verdelen over een dag, en ik merk dat het wel eens rommelig wordt (bv de oppas is er niet op het afgesproken uur, of je wil de oppas even vragen of je avondeten voor haar moet voorzien, en in dat soort gevallen kan je natuurlijk heel snel het slot ervan halen). Ook vind ik dat ik het niet kan maken onbereikbaar te zijn als ik niet bij de baby’s ben. Maar voor mij is het duidelijk dat ik dit experiment verder ga zetten, ook als deze week voorbij is.

Hoe zou het nog met die twinnies zijn?

De tweeling is intussen alweer zeven maanden. ZEVEN. Ik vind het indrukwekkend hoe zo een eerste jaar gaat. Van mini wormpjes zijn ze nu zelfbewuste dames geworden, maar tegelijkertijd zijn ze natuurlijk nog niet goed ‘afgesteld’. Lees: midden in de nacht wakker worden, ’s nachts POEPEN (echt seriously), tien keer poepen op een dag (van waar blijft dat komen?), …

Ik vind het heel leuk dat ze zo verschillend zijn. Dezelfde dag geboren, dezelfde ouders, dezelfde context waarin ze opgroeien, en toch hebben we twee totaal verschillende kinderen.

De oudste is sociaal. Ze is lief, ze is er graag bij, ze knuffelt graag. Ze heeft een gezellig figuur (lees: dikke billen, lekkere baby-spekjes). Ze lacht vaak en breed. Haar focus is echt prutsen met dingetjes. Ze kan behoorlijk lang op haar rug iets bestuderen, of zittend in een stoeltje een speelgoedje rustig van alle kanten bekijken.

De jongste is mevrouwtje Woelwater die alles gedaan krijgt van iedereen. Ze is super beweeglijk tot en met dat ze erg onrustig is, ze heeft voortdurend input en prikkels nodig, ze heeft alles snel door. Ze weegt een kilo minder dan haar zus maar eet meer, om maar even te zeggen wat lichaamsbeweging blijkbaar doet. Ze drinkt al zelf uit een beker. ’s Avonds zorgt ze dat ze nog eens uit bed mag en lekker mee met ons even tv kan kijken (niet dagelijks, maar ze heeft er een gevoel voor wanneer wij even toe zijn aan een brainless avondje). En als ik ga slapen ligt ze binnen een kwartier bij mij, waarbij ze zich gedurende de hele nacht tegen mij aan schurkt.

Vorig jaar deze tijd moest ik gezien de zwaarte van mijn zwangerschap bijna mijn werk opgeven. De weken en maanden die volgden waren donker en leken zo eindeloos. Sinds de dames er zijn vliegt de tijd. De Man en ik zijn vaak best moe, het is echt niet niets, vier kinderen waaronder een tweeling in baby-formaat. Ik zou het niemand aanraden en iedereen gunnen ;).

No woman no cry

Eerder schreef ik al dat ik een naar gesprek had rond mijn terugkeer op het werk na ziekteverlof, zwangerschapsverlof en ouderschapsverlof. Ik schreef ook over de boosheid.

As we speak zit ik er nog midden in. Dat betekent dat er een tweede gesprek is geweest (waarover in deze blog meer), en dat ik hulp zoek (daarover later meer).

Eerst twee dingen. Namelijk: ik vind het een heel vervelend proces. Ik heb het idee dat ik in een soort positie ben gebracht waarin ik stappen moet zetten die ik niet graag wil zetten (zoals juridische hulp zoeken), maar sommige spelletjes worden op een bepaalde manier gespeeld en je bent naïef en kwetsbaar als je het spel niet speelt volgens de gebruikelijke regels.

En ten tweede: ik kan best geloven dat ik niet de perfecte werknemer ben (geweest) en dat een afwezigheid van een jaar erg lang is voor een werkgever, maar wat er gebeurde (nl. het ontmoedigen om terug te komen door te vragen of ik nog wel pas, mij onzeker te maken en te suggereren dat ik beter als zzp-er zou werken want dat dat beter bij mij past – een oplossing die de organisatie niets zou kosten en waardoor ik geen recht op uitkering zou hebben) mag gewoon niet met een vrouw die terugkomt van haar verlof. Het is te zeggen: je kan het altijd proberen natuurlijk, maar ik ben beschermd tegen ontslag en er zijn ook geen redenen (zoals slechte beoordelingen) om mij te ontslaan. Lees dit anders.

Dus. Ik had een tweede gesprek met mijn werkgever. Dat had ik goed voorbereid. In het vorige gesprek hadden we het scenario: oudere man, jonge vrouw, man brengt boodschap, vrouw zit een uur te snikken, gesprek wordt opgeschort. Ik kon mezelf wel voor de kop slaan dat ik gehuild had, maar tegelijkertijd snap ik ook van mezelf waarom (het was zo onverwacht terwijl ik happy happy terug wou komen én zoals een lieve vriendin zei: de baas had eigenlijk moeten zeggen ‘welkom terug, wat goed dat je er weer bent! Hoe gaan we dit goed opstarten?’).

Een deel van de voorbereiding was het voornemen om niet te huilen dus. Vorige keer waren we (door de bril van transactionele analyse bekeken) in een kritische ouder – aanhankelijk kind- situatie terecht gekomen, en mijn voornemen was alleszins om nu een volwassene – volwassene- interactie te hebben.

Verder heb ik het inhoudelijk voorbereid. Wat ik heb gezegd waren de volgende dingen:

(1) Mijn baas had de vorige keer gezegd dat ik niet zo goed in een team pas omdat ik meer op mezelf ben. Hij had ook gezegd dat ik te perfectionistisch ben en dat hij vragen had bij mijn belastbaarheid gezien het feit dat ik kinderen heb. Daar ben ik op terug gekomen. Ik heb hem criteria gevraagd waaraan ik moet voldoen, en heb hem ook gezegd dat ik graag wil uitzoomen als het over sommige dingen gaat. Gedrag vindt altijd plaats in een context (een reden waarom ik bv niet zo uitblonk in samenwerking, is dat ik een hele tijd lang geen collega heb gehad om mee samen te werken in mijn afdeling) en ik wou heel graag de context mee bespreken (zoals bv de spanning tussen formeel en informeel leiderschap in het team). Dat leidde o.a. tot de absurde dialoog die als volgt ging:
Je had collega S. om mee samen te werken maar hij was niet goed genoeg voor jou!
– Euhm. Voor jou ook niet, want je hebt hem zelf ontslagen.

(2) Het niet-gevoerde gesprek. Er zit altijd zo veel onder en achter de dingen die we uitspreken. Misschien blijft het wezenlijke ongezegd. Dat heb ik benoemd. En ook dat het ongezegde zou kunnen zijn dat een bepaalde collega met veel invloed liever niet heeft dat ik terug kom; dat ik misschien wel te kritisch was in het verleden; dat ik me twijfelend en soms kwetsbaar heb opgesteld en dat ik daar nu op afgerekend word (twijfelend over wat we als organisatie doen en hoe); dat er te veel nieuwe mensen zijn aangenomen die kunnen blijven als ik niet terug kom. Of misschien wel onbewuste overtuigingen: een jonge vrouw met kinderen werkt beter niet. Of werkt beter niet in deze baan. Of de mannelijke vervangers die gezinshoofd zijn hebben meer recht op de uren?
Kortom: er zit zo veel onder en achter en ik ga niet doen alsof dat niet bestaat.

(3) Mijn vertrouwen is beschadigd door de manier waarop dit gebeurt, de timing. Maar vooral: omdat zijn voornaamste argument is dat ik zelf andere taken heb gevraagd. Wat inderdaad zo was, in het begin van mijn risico-zwangerschap. Hij heeft het me niet toegestaan en ik ben ziek geworden. Nu blijkt dat ik recht had op een aangepast takenpakket. Het feit dat hij me dit recht niet toegestaan heeft én het nu gebruikt als argument om me zelf te doen opstappen, vind ik schaamteloos.

Ik was kalm en heb geen traan gelaten. De baas? Die is woest de kamer uitgelopen, is teruggekomen om te zeggen dat hij niet meer met mij wou praten en dat hij zoiets nog nooit meegemaakt had, en dat we nu een arbeidsconflict hebben. Volgens het juridisch loket zou hij dit in elk geval gezegd hebben, en is de volgende stap dat ze me proberen weg te sturen met wat geld omdat we door het conflict niet meer kunnen samenwerken. We’ll see.

20 dingen die ik graag doe

Zoals jullie intussen vast wel weten, doe ik ‘The Artist’s Way’. Naast elke dag morning pages schrijven (lukt me 6 dagen op 7!), een keer per week met mezelf uit gaan (zie hier en hier), is de basis natuurlijk een boek met 12 hoofdstukken die je leest en waar je oefeningen bij maakt.

Eerlijk gezegd haperde dat nogal. Elke dag een oefening bleek niet echt haalbaar (te versnipperd), dus wat ik nu doe (ik – wil – dit – echt – doen!) is tijd nemen op locatie en dan met mijn boek en schrift gedurende een langere tijd de oefeningen gaan doen. Dus bv 1,5 uur in een koffiebar gaan zitten en ervoor gaan.

Eerst had ik een soort faalangst, wat echt onnozel is, want er is geen goed en fout bij de oefeningen. Verder had ik ook een soortement koudwatervrees. Het lijkt alsof starten met TAW een soort uitnodiging is aan het universum om je leven op zijn kop te zetten. Sinds ik begonnen ben is er zo veel gebeurd en dat lijkt te komen door TAW – alsof ik het over mezelf afgeroepen heb. Een greep uit wat er gebeurd is: ik heb een vulpen gekocht en een tweede gekregen (lijkt onnozel, maar wat een schrijfgenot)/ ik heb een inleiding geschreven voor een boek dat al een tijdje in mijn mouw zit/ mijn baas heeft me gevraagd of ik wel binnen de organisatie pas – in een tweede gesprek ben ik voor mezelf opgekomen waarover later meer/ ik heb plannen uitgewerkt voor een eigen bedrijf/ ik ben bijna wekelijks een uitstapje gaan maken met mezelf/ ik lees weer bijna dagelijks/ ik kijk amper nog netflix/ ik heb een knallende ruzie gehad met de Man/ ik ben voor het eerste sinds de baby’s 8 uur van huis geweest/ ik heb een leger babysits die ik zonder schuldgevoel inzet/ ik heb connectie gemaakt met een aantal mensen/ ik heb de buren uitgenodigd voor een etentje/ terug regelmatig beginnen bloggen.

Eén van de oefeningen wil ik graag met jullie delen. Omdat het zo een eye-opener was. Mijn vraag aan jullie: neem de oefening over, schrijf er een stukje over en zet in de comments een linkje zodat ik eens kan komen kijken.

De oefening hoort bij ‘een gevoel van identiteit terug vinden’, en het is simpelweg een lijst maken van 20 dingen die je graag doet. En vervolgens schrijf je daarnaast hoe lang je ze niet meer gedaan hebt. En tenslotte plan je er twee in om deze week nog te doen.

Het was best moeilijk om 20 dingen te verzinnen, tot ik op dreef was en plots had ik er 21 :). Mijn lijstje (niet persé in volgorde van belangrijkheid en met tussen haakjes hoe lang het geleden is):

  1. Lezen (een dag)
  2. Film kijken in de alternatieve cinema (omwille van het soort films en omwille van het feit dat ik helemaal in de film zit en niet tussendoor ga snoepen/bij de kinderen kijken/appen) (gisteren)
  3. Wandelen in het bos, de duinen of een erg geliefd landgoed van me (twee weken)
  4. Koffie drinken (as we speak)
  5. Dingen kopen (ok, dat klinkt superfout) bij Dille en Kamille (dus geen plastic troep) (weken/maanden) – vooral SCHRIFTJES kopen zonder lijnen (een week)
  6. Fietsen in Zeeland of de duinen (jaren/maanden)
  7. Vrijen (vind ik gênant om te schrijven terwijl het mij best normaal lijkt – hier even geen tijdsindicatie 🙂 )
  8. Schrijven (uren) en bloggen (as we speak)
  9. Sauna (een jaar)
  10. Dingen met leren of zelf-ontwikkeling (dagen)
  11. Koken/soep maken (uren)
  12. Uit eten (weken – en als ik het goed voor heb was de laatste keer een sterrenrestaurant-etentje, luxe luxe luxe)
  13. Museum bezoeken (maanden, foei)
  14. Hardlopen als het lekker gaat (15 maanden ofzo)
  15. Snuisteren in bib of boekenwinkel (maanden, niet erg easy met een dubbele kinderwagen)
  16. Op vrijdag biogroenten halen op de markt (twee weken)
  17. Op zaterdag de krant lezen (twee tot drie weken)
  18. Dingen bedenken en ontwikkelen (week)
  19. Iets attents doen zoals soep brengen aan een zieke buur, iets opsturen (uren, dit heb ik echt geleerd door de komst van de baby’s, ik vond het zo hartverwarmend dat sommige mensen de moeite nemen iets uit te zoeken en te geven, of een mooie kaart te schrijven, wil daar zelf nu ook beter mijn best voor doen)
  20. Naar het Betere Boerenbed gaan (bijna een jaar)
  21. Auto rijden (twee weken)

Wat ik deze week ga doen: een museum bezoeken en hardlopen.

Ik ben ontzettend benieuwd naar jullie lijstje. 🙂

Heilige colère

Een tijdje terug schreef ik over de vraag die ik kreeg op het werk (toen ik mijn terugkeer ging bespreken) ‘of ik nog wel binnen de organisatie pas’.

Intussen is er veel gebeurd. Ik heb met een aantal mensen gepraat, ik heb morning pages geschreven, ik heb nagedacht, ik ben bij een coach geweest. Er waren dagen dat ik mezelf heel rustig en beheerst vond. Vandaag is een dag dat ik ontzettend slecht in mijn vel zit.

Binnenkort is er het vervolggesprek. Voor mezelf heb ik besloten dat ik daar op een volwassen manier mee wil omgaan. Wat betekent dat ik me niet meer wil laten overmannen door mijn emoties zoals vorige week, maar ook: ik ga voor mezelf opkomen. Niet om mijn baan te behouden, maar wel omdat ik dingen die gezegd en gebeurd zijn als onfatsoenlijk of oneerlijk beschouw. Daar wil ik ‘liefdevol’ en rustig op terug komen. Ik maak al dagen lijstjes van wat ik wil zeggen en hoe. Ik wil mijn recht van antwoord nemen. Het zal me veel oefening kosten om dat op een goede manier te doen.

Dat dus voor het geplande gesprek binnen acht dagen.

Tot die tijd mag ik van mezelf boos zijn. En verdrietig. Ik zag een Ted talk over boosheid en vrouwen, en dat dat sociaal niet aanvaard is en dat vrouwen zo vaak hun boosheid inslikken of maskeren. Het is niet leuk om boos te zijn. Het kost energie, het stoort me en verstoort me. Maar ik ben het wel. Ik ben het, om de oneerlijke argumentatie. Ik ben het, omdat ik geen enkele vrouw inclusief mezelf toewens om zo terug te komen na een het krijgen van één of meerdere kinderen. Ik ben het, omdat er meer aan de hand is waar ik geen zicht op krijg. Ik ben het, omdat maar een deel van de realiteit bekeken wordt (ja, ik ben lang weg geweest, maar ook: ja, ik heb heel hard en goed gewerkt voor de betreffende organisatie).

Heilige colère.

En verdriet. Dat ook.

Do’s voor de kersverse (twin)mom

In de comments kwam laatst een vrouw langs die zwanger is van een meisjestweeling. Dat vond ik zooo leuk! Tijdens mijn zwangerschap las ik alle blogs van wolferien telkens maar opnieuw. Ze had zo’n leuke wekelijkse blog over hoe haar zwangerschap vorderde. Daar heb ik best veel aan gehad.
Gisteren wandelde ik met de twinnies door de stad. Achter mij stopte een fietster. ‘Even kijken hoor,’ zei ze. Daar ben ik intussen al aan gewend. En toen zei ze: ‘Het wordt beter! Die van mij zijn negen. Het eerste anderhalf jaar is hel, maar het wordt echt beter.’
Dat deed me zo’n deugd. Dus hier draag ik mijn steentje bij. Een blog voor de zwangere van een meisjestweeling en ook voor alle andere mama’s (to be) van 1, 2, 3, 4, 5 of 10 kindjes. Nonspon trouwens, zoals altijd.

  1. We waren er schromelijk laat mee, maar ik had graag voor de geboorte van de tweeling een COOKING BLENDER gehad. (Of zoals kleine broer zegt: een koekie bjender). Dat is een apparaat dat niet enkel een blender is, maar ook kan koken. Als in: babyhapjes maken! In grote porties, dus voor twee baby’s voor twee of zelfs drie dagen. Wat het apparaat ook kan en ik in die eerste intensieve periode graag gehad had, is vrijwel zelfstandig soep maken met een programma van 25 minuten. Je mikt er ongeveer 700 g groenten in en 800 ml water, wat kruiden en bouillon. Je zet het soep-programma aan, en na 25 minuten krijg je een piepje en staat er een heerlijk soepje klaar. Verder kan het apparaat natuurlijk nog allerlei toepassingen en variaties (er zit een kookboekje bij), maar de vegan chocomousse-applicatie is voor mij ook echt een trooooost op zware dagen. Het apparaat smelt de chocolade en mixt het dan met zijden tofoe en dan nog even laten opstijven (of niet, ik eet het ook zo) en je hebt heerlijk chocoladespul.
  2. Ik ben een beetje boos op de triptrap-stoelen, want ik vind dat bv de babyset schandalig duur is. Twee stukjes plastic voor 50 euro, maal twee baby’s dus 100 euro?! Maarrrr de newborn-sets zijn echter hier een uitkomst geweest voor de vele dagen alleen thuis met twee kleine pupkes. Zo kon ik er één eten geven, en de ander kon in de newborn-set naast mij, waardoor ik haar tutje kon geven, spuug weg kon vegen en het kindje in kwestie dus rechtop kon zitten na het eten. Want dat is dus één van de stomste dingen met tweelingen: je kan je kindje wel een boertje laten doen, maar daarna moet je hem/haar toch ergens kwijt om broer/zus te kunnen voeden. En de meeste kindjes worden na de maaltijd best een tijdje rechtop gehouden. Exact wat de newbornset van triptrap doet.
  3. Elke dag naar buiten gaan. Zeker nu is het een hoop gedoe om iedereen aan te kleden en in te pakken en mutsjes op en warme berepakken aan, maar het is zo belangrijk voor je mentale gesteldheid om even weg te zijn, lekker even naar buiten.
  4. Dat geldt natuurlijk niet voor de kraamweek. Ik ben verwend tijdens mijn kraamweek. Niet zozeer door mijn kraamhulp, wel door de lieve meter van de oudste dochter, die voor ons kwam koken. (Ik denk nog vaak terug aan die home-made-falafel.) Dankzij dat met liefde bereide voedsel, ben ik er goed bovenop gekomen na die bloeding. Als ik echter terug kijk, ben ik (op dat aspect na dan) te snel te flink geweest. Ik wou al gauw weer vanalles. Buiten komen, het huishouden doen, boodschappen halen, … Een tip voor elke nieuwe mama: je maakt het maar één of enkele keren mee. Maak een mooie kraamkamer voor jezelf, en blijf ook na de kraamweek nog twee tot drie weken elke middag of ochtend in de kraamkamer, met je baby. Je hebt de rust (of slaap) echt nodig en de wereld vergaat niet op een paar weken tijd. Hier hoort ook bij dat je gewoon hulp vraagt van andere mensen, voor bv het opvangen van oudere kinderen of het doen van huishoudelijk werk. (En laat je boodschappen bezorgen. Dat doe ik intussen en ik ben elke week weer even verliefd op de bezorger die me telkens vraagt waar ik de boodschappen graag wil hebben.)
  5. Hou de mogelijkheid open langer thuis te blijven dan de weken die wettelijk gezien voorzien zijn. De baby’s zijn hier ruim zes maanden, ik ben moe tot in mijn botten. Mijn nachtrust is nog steeds onvoorspelbaar en mijn dagen zijn nog steeds meer dan druk. Voor mij zou het een garantie op burn-out of ziekte geweest zijn als ik terug was gaan werken, terwijl ik op een bepaald moment wel nood kreeg aan ruimte voor mezelf en om wat te freelancen, wat ik dan ook genomen heb door regelmatig een oppas in te huren. Meteen ook belangrijk voor de moeilijke momenten: het besef dat ik er ongeveer twee keer per week enkele uurtjes uit ben.

En allez, nog een bonustip.
Rooming in, met de baby’s! In plaats van met de baby’s in de ouderlijke slaapkamer te liggen en dus ’s nachts elke keer het licht aan te knippen en je partner wakker te maken (en na een jaar je baby’s plots verbannen naar hun eigen kamertje met een hoop gehuil en ge-wen tot gevolg), kan je dus een bed op de babykamer zetten. Even investeren, maar het voordeel is dat één partner kan slapen. Je kan ook midden in de nacht wisselen van bed met je partner en vanaf dat moment ONGESTOORD slapen. Of ’s ochtends om vijf uur. Hahaha. En als je weer gewoon als ouders samen slaapt, maar je kind/eren is/zijn eens ziek of hebben nachtmerries of whatever, dan kan je besluiten om dus weer even mee in de kinderkamer te gaan liggen in plaats van het grut heel de tijd in het grote bed te hebben. Heel romantisch is het allemaal niet (ook daar is een goede planning voor de meer romantische momenten een niet zo romantische oplossing, maar dat moet je sowieso omdat het time-window waarin iedereen slaapt behalve jij en je partner heel klein is), maar wel heel slim.

Andere (tweeling)mama’s hebben zeker ook een do of don’t. We lezen ze graag in de comments!

Team Kikkererwt

In de reacties komt wel eens verontwaardiging omdat het blijkbaar lijkt alsof de Man zijn snor drukt als het over de kinderen gaat. Dat hij zijn leventje verder leeft en mij met de kids laat zitten.

Wel, dat is niet zo.
We zijn een Team. Dat betekent dat we enerzijds taken verdelen, en anderzijds dingen samen doen.

Wat we bijvoorbeeld verdelen: hij is momenteel de kostwinner, dus ik sta ’s nachts op voor de baby’s. Op weekendochtenden neemt hij het vanaf 5 uur over, en slaap ik wat langer en ongestoord.

Wat we samen doen: bijvoorbeeld het avondgebeuren. Er moet voorgelezen worden, de baby’s moeten beiden verschoond worden, pyjama aan, flesje en dan nog wat slaap-begeleiding en rond die tijd moet ook de keuken opgeruimd worden. De Man en ik zijn daarin stilaan een geoliede machine, met één van ons die al met een baby naar boven gaat en de andere die een flesje brengt en de tafel al afruimt en tralala, een hele fabriek hier. Als ik de baby’s in bed stop, kom ik daarna beneden en is de keuken schoon en is er een verhaal voorgelezen. Omgekeerd idem.

In een team laat je elkaar liefst niet alleen op de moeilijke momenten. De avonden zijn bij uitstek het zwaarste, vooral dat uurtje waarin er gekookt en gegeten moet worden maar beide baby’s vermoeid zijn en huilen, en ook daarna als iedereen naar bed moet. Dan weg gaan, is de ander echt opzadelen met een hoop gedoe. Dat vermijden we allebei en heeft niets te maken met dat hij of ik niet voor onze eigen kinderen willen zorgen, maar wel dat we als enigen in de wereld weten wat het vraagt aan energie om de avond goed in te koppen, en dat we dat liefst als geoliede machine doen. Als ik laat ’s avonds (dus na kinderbedtijd) zou weg gaan, zou ik a. in slaap vallen en b. verhinder ik de Man die vroeg op moet zelf tijdig te gaan slapen omdat hij dan voor de baby’s moet zorgen tot ik terug kom en hij dus niet zomaar zelf met oordopjes in kan gaan slapen. Lijkt mij geen ramp, maar voor hem is het een stressfactor want hij heeft al jaren een slaapprobleem en hij kan niet relaxed gaan slapen als hij tegelijkertijd moet luisteren of er iemand huilt en of ik al thuis ben.

Daarnaast is het zo dat de Man sport en nog andere hobby’s heeft. Ik doe momenteel The Artist’s Way en ben daar wat tijd mee kwijt. Ik heb een tijdje in standje Chagrijn gestaan. De Man was eens een hele zaterdagmiddag weg, de kleine baby huilde de hele middag, ik heb hem woest opgebeld. Je kan je de scene voorstellen. In de supermarkt kwam ik een vriendin tegen bij wie ik mijn gelijk wou halen, en die me streng toesprak dat de Man en ik geen concurrenten mochten worden met tijd voor dingen. Ze vond dat ik maar twee uurtjes een oppas had moeten laten komen in plaats van hem naar huis te sommeren.
Eerst vond ik dat onnozel. Alsof het geld op mijn rug groeit. Later vond ik het wijs. Ik wil niet met de Man concurreren om tijd. Ik wil ook niet opgebeld worden en naar huis gevraagd als ik net lekker naar de film ga. Het leukste in onze relatie is als we elkaar dingen gunnen. Hij mij, ik hem. Zonder de meetlat ernaast. Soms heb ik meer nodig, soms hij.

Elkaar iets gunnen is gezonder voor een relatie dan elkaar achter de tralies zetten. Zeker als je een stel lieve doch intensieve baby’s hebt (baby’s zijn echt een andere categorie dan andere kinderen, de zorg is zo omvattend!). Sinds ik weer weg kan af en toe voel ik me zo veel meer mezelf. Ik kan me alleen maar voorstellen dat dat voor hem ook zo voelt, en dat het heel gezond is dat we beiden zo’n momenten hebben. Zonder dat ik heel precies ga meten wie er het meeste heeft.

Anyway. Ik ben (bijna) altijd blij met de reacties, maar ik vind van die reacties van ‘wat voor Man heb jij nu’ nogal ongepast en veroordelend. Hij heeft ook niet bepaald een blog met zijn kant van het verhaal :). (Zou ZOOOO grappig zijn – een zakelijk feitenverslag van ons leven.) We zijn een Team. Een team dat taken verdeelt en dat taken samen oppakt. En we gunnen elkaar dingen. Tijd, eigen ruimte. Dat gaat twee kanten op. Ik geef de Man ruimte om in zijn vaderrol te komen. Hij geeft me ruimte om mijn moederrol niet te hoeven combineren met een baan als ik daar nog niet klaar voor ben (even verondersteld dat ik nog een baan heb, maar daarover later meer). Zo kan ik veel voorbeelden geven. Niet alles is altijd in evenwicht, maar dat is het leven.

We zijn een Team. We zijn hier goed in. Ik had met niemand anders een tweeling willen hebben dan met hem. Gisteren was alles klaar & opgeruimd en zaten we lekker samen ‘Friends from college’ te kijken. De kleine baby miepte, dus de Man viste haar uit bed. Toen zat ze zo gezellig bij ons op de bank te glunderen, en ik vond – ondanks het feit dat er nog steeds en altijd pijn en verdriet en frustratie en vermoeidheid in het leven zijn en ondanks het gegeven dat we de kleine baby niet willen leren dat ze lekker mee op de bank mag als ze niet wil slapen – het leven even echt helemaal zoals het hoorde te zijn.

Chaos en gewoontes

Soms denk ik dat ik gewoon heel moe ben geworden de voorbije jaren. Op spirituele momenten geloof ik dat ik een uitvloeiend persoon ben: dat ik moeilijk bij mezelf kan blijven en voortdurend afgeleid word door de energie of prikkels van anderen. Soms denk ik dat ik een HSP ben. Ik ben wel eens bang een vrouwelijke autist te zijn. En soms is ADD het label waar ik me bij neerleg, vooral omdat ik medicatie (die ik door zwangerschap en borstvoeding al heel lang niet meer neem) helpt.

Zaak is dat ik chaotisch ben, mijn hoofd vaak erg onrustig is. Dingen snel in een puinhoop veranderen. Ik vaak niet weet waar te beginnen.

Net daarom is structuur (wat ik overigens haat) van levensbelang voor mij. Door de nare zwangerschap en in de eerste periode met de baby’s heb ik die structuur volledig los moeten laten. In de eerste periode met de baby’s realiseerde ik me dat ik een voordeeltje had op de Man (dan toch!). Want mijn gestructureerde Man veranderde postnataal in een soort krampachtige autist die wanhopig controle probeerde krijgen over die baby’s, dat huis vol bezoek, een vrouw die af en toe om niets zat te snikken, de troep die twee baby’s en een meute bezoek met zich meebrengt. Ik kon daar allemaal iets flexibeler mee omgaan.

Anyway. Ik sprak laatst met twee prachtige en wijze dames en realiseerde me dat het stuurloze leven zonder goed na te denken wat ik voor mezelf wil, ook niets is. Ok, er valt weinig te willen (ik neem me dagelijks voor om 6u30, dus als de Man nog thuis is, zingend onder de douche te gaan, maar na een crappy nacht pak ik elke minuut slaap die ik kan krijgen en verspil ik dus tijd tijdens het middagdutje van de baby’s om te douchen), maar als je niets wilt, gebeurt er ook niets. Eva legt het veel beter uit.

Ik heb dus een soort jaarplan gemaakt. (Dank Eva, je bent mijn groot voorbeeld maar dat wist je al). Daarover later meer. Maar een klein bouwsteentje van het realiseren van mijn plannen, is het onderhouden van gewoontes. En dat wil ik alvast graag delen.

Elke dag 20 minuten lezen is een manier om uiteindelijk per jaar x aantal boeken te lezen. Elke dag morning pages schrijven en een opdracht uit The Artist’s Way te doen, is een manier om dat programma waar ik in geloof ook echt te doen werken. Vijf keer per week een was insteken en er één vouwen, is de enige manier om de wasmanden onder controle te houden. (…)

Ik leerde dat al van de zeer intrigerende FLY-lady die met morning en evening routines structuur in het huishouden van de hopelozen probeert te brengen. En ik leer het van de Man, die tot irritatie toe gestructureerd is (maar wel zijn shit op orde heeft).

Vast niets nieuws voor jullie. De kans dat jullie ook gezonde structuurtjes hebben is relatief groot. Wat misschien wel nieuw is, is het gebruik van Habitify (app). Ik heb al mijn wenselijke habits ingegeven. Het mooie is dat sommige habits dagelijks terugkomen, en andere alleen op bepaalde dagen. Elke dag krijg ik een aangepast lijstje en kan ik afvinken wat ik gedaan heb. Ik vrees dat ik een beetje ambitieus ben en dat is vaak mijn valkuil. Maar met mijn app, slaag ik er wel in om dingen die voor mij belangrijk zijn (waar ik jaarplangewijs over nagedacht heb) in te plannen en uit te voeren.

Exemplarisch, mijn habits voor vandaag: een was insteken/ een was vouwen/ spelen met de kinderen (vergeet ik vaak!) / yoga doen / 20 min lezen / een TED-talk kijken / een blog schrijven (tadaa) / drie stukken fruit eten / de dag beginnen met een douche om 6u30 (failed) / de bedjes van de baby’s verschonen / morning pages schrijven / oefening van TAW maken / mijn vitamines nemen.

In grafiekjes krijg je je vooruitgang. Wat leuk is om te zien. Er is ook een soort top drie van de gewoontes waar je dan blijkbaar het best in bent.

Ik kan er alleszins weer ééntje afvinken. Bloggen. 🙂