
Ok, ik geef het toe. Ik heb een aantal problemen door het alleenstaande-moederschap, die opgelost zouden kunnen zijn als ik een nieuwe relatie zou hebben. Dan zou ik de rekeningen op termijn niet meer alleen moeten betalen, dan zou ik niet meer alleen zijn en wat minder geïsoleerd, dan zou ik misschien iets meer tijd voor mezelf hebben (verondersteld dat die nieuwe partner een jeugdbewegingsverleden heeft en mijn twee jongens aan kan), dan zou ik nog een kindje of twee (twee! twee! twee! drie! drie! drie!) kunnen krijgen als die nieuwe partner dat ook wil, dan zou ik de vuilniszakken niet meer buiten moeten zetten en ook de rest van het huishouden niet meer alleen moeten doen (want ja, ik zou deze keer een goede keuze maken, een nieuwe man zeg maar), en dan zou er ook weer toegang zijn tot het niet te versmaden domein van liefde en affectie (ja, met dat laatste bedoel ik o.a. seks).
Nou.
Maar dat, dames en heren, betekent niet dat ik om het even welke man zou nemen.
En gek genoeg lijkt iedereen dat nu wel aan te nemen. Dat ik dat maar zou moeten doen.
Voorbeelden? Lees vooral verder.
Verrast in bed
door Man 1
Dat dacht hij blijkbaar ook, toen hij twee weken geleden er maar even van uit ging dat ik er op lag te wachten dat hij een keer bij mij in bed zou kruipen.
Man 1 is al jaar en dag een goede vriend. We hebben samen gestudeerd, we zijn elkaar doorheen de jaren nooit uit het oog verloren, het is altijd erg gezellig als we samen zijn, het voelt erg vertrouwd, hij is hier ‘thuis’, zet bijvoorbeeld koffie in mijn keuken en doet zijn schoenen uit alvorens hij onder een dekentje op mijn bank gaat zitten. We hebben een gemeenschappelijke vriendenkring, gemeenschappelijke interesses, hij heeft een rijbewijs én een baan, hij kan met mijn kinderen omgaan, we zijn beiden single. Kortom: het zou ideaal zijn.
Dat dacht hij blijkbaar ook, toen hij twee weken geleden er maar even van uit ging dat ik er op lag te wachten dat hij een keer bij mij in bed zou kruipen. Ik ben tegen het plafond gegaan van de schrik en de stress. ‘Neen! Neen!’ Dat riep ik. En ik mompelde er iets bij over te veel verdriet, en er niet aan toe zijn.
Toen ik even later alleen met een luid bonzend hart in bed lag en uiteraard van de stress niet meer kon slapen, voegde ik daar voor mezelf aan toe dat ik ook gewoon niet verliefd ben op Man 1. Dat is erg jammer, en vast ook heel stom en onlogisch, maar zo is het. Er zijn ook dingen aan hem die ik persoonlijk niet zo goed zie zitten in een relatie, en ik vind hem fysiek niet aantrekkelijk. Hij is een beetje de anti-Dirk op fysiek gebied. En ook al deugde Dirk niet erg, ik vond hem erg aantrekkelijk.
Blij zijn met wat je kan krijgen
Of niet?
Toen ik het er met een gemeenschappelijke vriendin over had, snoof ze verontwaardigd. Ik hoorde haar denken dat ik arrogant ben, dat ik niet bepaald de luxe van het kiezen heb met die twee schaapkes van mij, en met mijn berg problemen. Dat ik al blij mag zijn dat er iemand geïnteresseerd is, en dat die 25 kilo overgewicht toch relatief zijn. Of desnoods weggewerkt kunnen worden. (Bij iemand die elke gezonde schotel van mij overgiet met olie? I don’t think so.)
Ik weet het, ik weet het. Het komt heel slecht uit, want (ongeveer) al mijn problemen zouden in één klap opgelost zijn als ik wel verliefd zou kunnen zijn, en als we een relatie zouden kunnen beginnen. Man 1 is ook werkelijk een heel lieve en goedhartige man. Maar niet de mijne. Mi scusi!
Gefrustreerde echtgenoot tast af
Over Man 2 – no way
Is er een mogelijkheid dat hij rechtstreeks van de nieuwbouwvilla naar mijn nederige huurhuisje kan verkassen?
Man 2 tenslotte (ja, hoor, meer opties zijn er voorlopig niet). Man 2 bevindt zich in een wat je zou kunnen noemen, ongelukkige relatie. Doch, hij is getrouwd, woont in een grote nieuwbouw, hij en zijn vrouw hebben drie kleine kinderen samen. Hij klaagt steen en been over zijn vrouw, en hun verzuurde relatie. Verder maakt hij ook vrij subtiele, en soms wat minder subtiele avances. En stuurt hij me van die erg emotionele plakkerige mails. Alles samen is het duidelijk dat hij wacht op een soort signaal. Vinden zijn avances ingang? Is er een mogelijkheid dat hij rechtstreeks van de nieuwbouwvilla naar mijn nederige huurhuisje kan verkassen? Als hij dat signaal krijgt, is hij waarschijnlijk weg. Uit die nieuwbouwvilla bedoel ik. En dan is dit huis terug bemand.
Alleen… Denkt die nu écht dat ik daar op zit te wachten (*lichte hysterische toon*)? Dat ik wacht op een ontevreden getrouwde man die de liefde die kwijt is in zijn huwelijk, wat uiteraard volledig op het conto van zijn vrouw te schrijven is, ergens anders wil zoeken, en dan – o ja, makkelijk! – liefst even bij een alleenstaande moeder die toch zit te smachten naar een man, om het even welke?
Het antwoord is, waarschijnlijk tot zijn grote verbazing want hij vindt dat ik het groot lot heb gewonnen met zijn mogelijke komst, ‘nee’. Neen dus. Zelfs zonder overgewicht en olie in dit geval, ben ik niet verliefd. En zelfs al was ik het, dan zou ik hopen dat ik zo verstandig zou zijn om niets met een ontevreden getrouwde man te beginnen. Want het duurt vast geen vijf jaar vooraleer hij een weg uit zijn nieuwe liefdeloze relatie wil zoeken, uiteraard allemaal mijn schuld, in de armen van de volgende.
(Un)happy single
Uiteraard zou ik liever niet alleen zijn. Maar ik weet ook dat ik nog niet toe ben aan een nieuwe relatie. Ik heb nog te veel werk met mezelf. In evenwicht komen, de situatie met Dirk een plaats geven, werken aan mezelf zodat ik nooit meer in een destructieve relatie verzeild geraak.
Ik weet ook dat het een moeilijke evenwichtsoefening zou worden, een partner die ergens in dit plaatje past. Dit plaatje waar kindervingertjes op staan, dat behoorlijk vol zit. En dan wil ik ook heel graag in zijn plaatje passen, wat ook niet vanzelfsprekend is. Ik wil ook niet meer gaan voor minder dan goed. Ik ben de naïviteit voorbij dat iemand wel kan veranderen, als je elkaar maar graag genoeg ziet. Dus dat het écht geen probleem is dat iemand niet wil werken, schimmel op zijn aanrecht heeft of bij ruzies er in slaagt vijf dagen lang zijn mond niet meer open te doen.
Soms vraag ik me af of het ooit nog zal gebeuren. En hoe. Hoe ik iemand leer kennen, met dit kleine doch propvolle leventje. Met al die zorgen, al die moeite om de dingen rond te krijgen, al die vermoeidheid, al die energie die naar de kindjes gaat. Er is niet bepaald veel lucht in dit leven, veel vrolijks, veel leuks. Ik zou er eerlijk gezegd ook niet voor gaan, als ik mocht kiezen.
En toch. En toch zou het wel nog eens mogen gebeuren. De eerste stap ken ik, geloof ik, al: een happy single proberen worden.