Tijd zat
Over een week om alles te doen wat het afgelopen half jaar niet gelukt is
De week die was is voorbij gevlogen. Ik had vrij, om even tijd te nemen voor mezelf, voor dingen die moesten gebeuren, voor rust. Met een kindje op school en één in de opvang, zou er tijd zat zijn. Om bij te slapen. Om duizend achterstallige taakjes te doen. Om het vervolgboek van Getting things done te lezen. Om de garage op te ruimen. Om elke dag te oefenen met auto rijden (ja hoor, ik heb mijn voorlopig rijbewijs, de rij-instructeur zei me wel dat hij daarvoor zijn licentie kon kwijt geraken, erg bemoedigend). Om een nieuw bed mét glijbaan voor Kleuterzoon te kopen (wat nog een hele historie op zich werd, met het kopen van een bed van een malafide Rus via een tweedehandssite, waarbij er essentiële onderdelen ontbraken om het in elkaar te zetten). Om koffie te drinken met een dekentje op de stoel voor het raam, en naar de regen te kijken. Om Borgen III te zien (o jee, wat confronterend, die verhaallijn van Katrine die alleenstaande moeder wordt!). …
Nou, je ziet het waarschijnlijk al van ver aankomen: je kan niet alles in één week proppen. Zo werkt dat niet. Zeker niet met twee kinderen waarvan er ééntje op donderdag gloeide van de koorts.
Terug aan de slag
… Met gemengde gevoelens
Morgen ga ik terug werken. Met gemengde gevoelens. Ik zou nog veel meer tijd kunnen gebruiken. Hoeveel uren mijmerend voor het raam heb je nodig om te helen na een zware periode? Hoeveel momenten alleen met jezelf? Hoeveel dagdelen waarin niets en tegelijk vanalles moet? Hoeveel tijd die van jezelf is? Meer dan een weekje, alleszins.
Maar ook: houdt het ooit op? Zal ik – moeder zijnde, werknemer zijnde – niet altijd moe zijn, behoefte hebben aan rust, aan tijd voor mezelf? En is het nu éénmaal niet eigen aan deze tijden dat dat een enorme schaarste is, ook voor mensen die er wél met twee voor staan?
Bergen verzetten
… of regendruppels tellen?
De week is niet geworden wat ik er van had verwacht. Ik heb geen bergen verzet, heb geen uur extra geslapen en ik sta aan het eind ervan niet trappelend van energie aan de start.
Maar ik ben wel thuis gekomen na het wegbrengen van de kinderen, en ik kon rustig de afwasmachine leeg halen en daarna nadenken over wat ik eens zou gaan doen, in plaats van me naar mijn bureau te haasten.
Ik had wel tijd voor het klooien met het bed voor Kleuterzoon, met Staf die naast erg huishoudelijk ook erg praktisch en nauwkeurig blijkt te zijn. Zoeken naar onbestaande schroeven of waardige varianten, en met die queeste erg content zijn.
Ik had dagen waarop ik niet meer wist wat ik gisteren had gedaan, en ook niet wat ik morgen zou doen.
Ik had het inzicht dat die duizend achterstallige taakjes ook niet bepaald weglopen, en ze best ook nog een dagje kunnen wachten. Of twee.
Ik heb een lampje hersteld.
Ik heb voor het raam gezeten en de regen zien vallen.
Ik heb koffie gedronken bij die éne vriendin, en geluncht bij die andere.
Ik heb momenten gehad waarop ik geen flauw idee had hoe laat het was.
Ik heb afstand genomen, van de kinderen, van mijn werk, wat ruimte gaf voor mezelf.
Ik heb uren in de auto gezeten, met Klara luid op, en was dan helemaal in het moment en besefte dat mijn actieradius door het rijden behoorlijk uitgebreid is.
Ik heb alleen door IKEA gelopen, na er volledig zelfstandig en zonder ongelukken naar toe gereden te zijn, en plots gedacht: ‘Dirk, ik ben zo gelukkig zonder je’. En daar heb ik met mezelf een kopje koffie op gedronken, op dat feestelijke besef. Met een taartje, uiteraard.
Maar morgen is er weer het ‘echte leven’. Ik ben bang om weer verpletterd te geraken in die mallemolen, van huishouden, kinderen, werk. Om na twee dagen niet meer te weten hoe het ook alweer voelde om naar de regen te kijken. Maar tegelijk vind ik dat ik ‘flink’ moet zijn, dat vakantie niet het echte leven is, en dat het al gortig genoeg is geweest na drie weken vrij… Ik ga mijn tas maar eens klaar zetten, geloof ik.