Mijn lepels

Vandaag kreeg ik als reactie dat ik de theorie van de lepels eens moest lezen. Dat was een prachtige tip en ik wil er daarom graag een blogje aan besteden.

Je kan de theorie hier lezen, maar heel kort door de bocht: als je chronisch ziek bent, maar volgens mij ook als je een burn-out hebt, depressief bent, … heb je – in tegenstelling tot ‘gezonde’ mensen – een beperkt aantal ‘lepels’ per dag die je kan inzetten. Elke activiteit kost je een lepel, en als je dan bedenkt dat een douche nemen bijvoorbeeld al een lepel kost, of een maaltijd koken misschien wel twee, dan besef je dat je niet ver komt met pakweg twaalf lepels.

Naast veel begrip krijg ik ook vaak onbegrip op mijn blog. Ik blijf koppig eerlijk schrijven hoe het gaat: zwanger van een tweeling en door de pijn en vermoeidheid best in de knoop met mezelf en vaak ook mijn omgeving. Mensen schrijven dan wel eens dat ik precies nooit gelukkig kan zijn. Of dat ik niet ‘alles’ moet willen.

Dus daarom. Mijn lepels.

Toen ik 20 was, waren mijn lepels niet onbeperkt, maar ik had er behoorlijk wat. Ik dacht toen dat dat voor iedereen zo was, en dat het altijd zo zou zijn. Mensen die minder konden of bv geen vrijwilligerswerk deden, vond ik al snel lui. Het was toch immers gewoon een kwestie van keuzes maken? Van niet alleen aan jezelf denken?

Het eerste kind kwam en hij huilde zo veel. Alles was anders dan ik ooit gedacht had. Op een dag moest ik naar mijn werk mailen dat ik niet meer kon, tot mijn eigen grote verbazing. Ik heb mijn ouders toen opgebeld. Het was een zondag. Ze bleven bij de zoon en ik ben naar de markt gegaan, en ik zat daar in het zonnetje op een bankje, en ik was zo moe en zo stomverbaasd dat mijn lepels op waren en dat je met wilskracht geen lepels bij kan maken.

Fast forward. Op een ochtend werd ik wakker, en realiseerde ik me dat mijn partner de vorige avond gemaild had dat hij definitief weg zou blijven. Kreun. Ik moest opstaan want de baby moest een flesje, en de broer moest naar school. Ik had toen heel veel lepels nodig, maar verdrietig zijn kostte al zo veel lepels. De zorgen. Het geregel. Ik gebruikte elke dag alle lepels die ik had. En soms ook de lepels van de volgende dag. Ik had elke dag pijn in mijn spieren en gewrichten. En toen kreeg ik van de dokter rilatine. Dat hielp om mijn hoofd rustiger te maken, maar het maakte ook lepels bij. Fictieve lepels, denk ik soms. Maar ik werkte als een paard tijdens die jaren. Ik heb achteraf gezien nooit zo goed gewerkt als toen, met of zonder rilatine.

Fast forward. Ik ontmoette de Man. Alles was plots happy en shiny en de kaarten werden opnieuw geschud. Er kwam een zwangerschap en een miskraam, en plots was de hele besteklade leeg. Ik kon mijn lepels nergens vinden. Mijn benen trilden bij alles wat ik deed. En ik snapte het niet. Waar waren mijn lepels naar toe? Ik was ook kwaad omdat de lepels weg waren en ik dat niet had zien aankomen. Ik bereidde me net voor op een rustigere, betere periode en plots had ik geen lepels meer.

Ik maakte keuzes, met het idee dat de lepels daarvan vanzelf zouden terugkomen. We verhuisden. Ik ging minder werken. Ik deelde het huishouden met de Man, en de zorg voor de kinderen. Ik rustte veel. Maar ik kon mijn lepels nooit meer opkrikken tot onbeperkt. Er waren dagen dat ik genoeg lepels had om te werken en voor de kinderen te zorgen en te koken, maar er waren ook dagen met enkele lepels te weinig. Sowieso had ik al heel lang geleerd dat ik aan bepaalde dingen geen of zeer beperkt lepels kan uitgeven: telefoontjes met vrienden, afspraken met vrienden, laat opblijven, ’s avonds activiteiten doen. Ik ging hardlopen omdat de Man beloofde dat je daar lepels van krijgt, maar dat wisselde zeer sterk. Ik ging op stilteweek om lepels bij te maken. We gingen op vakantie naar Denemarken en van het prikkelvrije daar kreeg ik plots wat extra lepels.

Maar goed, de situatie was stabiel, de Man en ik happy, ons gezin werkt, en we wilden graag nog een kindje. Ons realiserend dat dat lepels zou kosten, maar dat konden we wel hebben want samen hadden we immers genoeg lepels want de Man had zijn leven zo ingericht dat hij lepels over had.
Ik werd zwanger van twee kindjes en ik had geen enkele lepel meer gedurende 14 weken. Niets meer. Soms moest ik lepels gebruiken die ik niet had. Daar werd ik erg onzeker van. Niets lukte zoals ik het zou willen, en mijn zelfbeeld rammelde. De Man zette zijn lepels in en de boel bleef draaien, maar zijn lepels gingen op aan huishouden en zorg voor de kinderen, terwijl ik soms wou dat hij gewoon eens over mijn rug zou aaien of iets liefs zou zeggen.

Intussen zeiden de mensen: je hebt nu toch alles wat je wil. Wees dan gelukkig! Maar zelfs gelukkig zijn, kost lepels. Ik ben wel dankbaar. Dat zeker wel.

Na een tijdje kwamen er wat lepels terug, maar de lepels waren zo onbetrouwbaar. Soms had ik er nog 10, en als ik dan twee minuten later keek, waren ze plots weg. Soms spaarde ik lepels door dagen op de bank te liggen, maar er was nooit een garantie. Vaak snakte ik daar die fictieve rilatine-lepels en het rustige hoofd dat ik ervan krijg, maar uiteraard kan ik dat niet gebruiken tijdens de zwangerschap en borstvoeding. Sommige dagen heb ik 5 lepels. Sommige dagen 12. En ik kan ze niet goed managen, want dat vraagt zeer goede inschatting (hoeveel lepels kost elke activiteit?) en ik leef nu eenmaal niet alleen. Er is een Man, er zijn kinderen, er is een huishouden, er is een baan. Voor de baan probeer ik de lepels van mijn vervanger aan te spreken, maar de overdracht vraagt nog wat lepels van mij. Thuis zijn er situaties die ik niet kan voorzien en die lepels kosten, zoals zieke kinderen of een poetshulp die om de week afzegt. Dan slaat de paniek loeihard toe, want die lepels had ik niet ingecalculeerd in het al moeilijk te calculeren systeem.

Ik vraag me vaak af waarom ik niet iemand ben met genoeg lepels. Tenminste om gelukkig te zijn. Elke vraag die hier in de reacties gesteld wordt, heb ik mezelf al wel eens gesteld. Maar die vragen helpen me niet echt. Niets als ik ze zelf stel, niet als ik ze van anderen krijg.
Ik vraag me voortdurend af hoe ik meer lepels kan krijgen. Ik weet het nog niet. Soms is er iets dat helpt, vaak niet.
Ik kijk vaak naar andere mensen die misschien wel veel lepels hebben en die dan zeggen dat ik maar keuzes moet maken of niet alles kan willen. En dan vraag ik me echt af of ze weten dat mijn keuzes zijn: een douche nemen of niet. Om 20u of om 21u gaan slapen. Het gaat al lang niet meer om uitjes met vrienden, boeken lezen of een leuke daguitstap. Vaak wordt er gezegd dat je leuke dingen kan doen om zo je lepels aan te vullen, maar mijn besteklade is even zo leeg dat dat ook geen optie is. En ik heb bijna dagelijks lepels nodig voor de zwangerschapsafspraken bij dokters, verloskundigen, fysiotherapeuten, … dat ik er soms horendol van word.

De baby’s komen in de zomer, en ik weet dat ik me een half uur na de geboorte beter ga voelen. Ik kan niet goed zwanger zijn, ik kan wel goed baby’s hebben, hoewel ik niet weet hoe het is er twee te hebben. Zwanger zijn maakt me neerslachtig, het doet pijn, het verstoort mijn hele systeem van eten, slapen, werken. Dat is hormonaal en daar kan ik verder niet veel aan doen. Sommige vrouwen hebben dat, dat lees ik ook in andere blogs. Ik merk ook dat het vaak gepaard gaat met bekkeninstabiliteit, wat ik erg opvallend vind.

Maar ik ben wel bang. Voor de lepels en de jaren die komen. Ik vraag me af of mijn lepels definitief minder zijn dan bij andere mensen, of dat er nog mogelijkheden zijn om meer lepels te krijgen. Ik hoop het laatste en daar doe ik echt mijn best voor. Maar soms is je best doen: uithouden. Proberen accepteren dat je te weinig lepels hebt.

Wat ik wel heel moeilijk vind is dat ik aan mensen probeer uit te leggen dat ik geen lepels heb en dat ze het niet begrijpen. Dat ik bv geen uren kan rijden om naar hen toe te komen, dat ik geen afspraak meer kan maken omdat het me te veel is, dat ze niet kunnen komen logeren met heel hun gezin, dat ik ’s avonds de telefoon niet kan opnemen, dat ik niet de draagkracht heb om te reageren op dingen die ze me verwijten, dat ik geen wandelingetje kan maken met hen van twintig minuten, dat ik niet meer durf afspreken voor een kop koffie omdat ik gewoon niet op voorhand weet of ik dat ga redden met mijn lepels… Dezelfde mensen die roepen dat ik naar mijn lijf moet luisteren en aan mezelf moet denken, reageren dan geërgerd of gekwetst. Terwijl ik niemand wil ergeren of kwetsen en het zo zat ben mensen teleur te stellen, me te schamen of schuldig te voelen voor mijn gebrek aan lepels. Dat. Dat. Auw.

 

 

23 gedachtes over “Mijn lepels

  1. Mooi en herkenbaar geschreven! Ik sukkel al jaren met chronische rugpijn. Sommige dagen gaat het, sommige niet. Het is inderdaad heel onvoorspelbaar en daar heb ik het nog altijd moeilijk mee. Ik kan ’s morgens nog denken dat ik wel even naar de winkel zal gaan en uitgebreid zal koken en ’s avonds blijkt het toch niet te lukken … Ik heb niet het gevoel dat mijn omgeving het begrijpt. Mijn man doet zijn best, maar toch…

  2. Prinses, ik ontdekte je blog toevallig toen ik op zoek was naar vegan restaurants in Leuven 😉
    Ik las en ben blijven lezen, en ik leerde heel van jou en ben dankbaar om de inzichten die ik kreeg.
    Ik vind het prachtig dat je zo eerlijk durft zijn, dat is juist je sterkte.
    En nu zijn je lepels soms op en weet je niet hoe je ze moet inzetten, en hoewel ik zelf nooit in zo’n situatie zat (getrouwd met mijn soulmate, 5 zwangerschappen die me deden stralen en me op en top vrouw lieten voelen, een lieve zwangerschap die zachtjes uitmondde in een miskraam, 4 fantastische twintigers die hun weg zoeken in het leven en een dessertkindje van 10 met down, maar het mooiste geschenk in mijn leven…) voel ik zo met je mee, en zou ik je zo graag een besteklade vol zilveren lepels cadeau doen.
    (Ik zou het kunnen, heb er van mijn grootmoeder gekregen ooit…)
    Ik begrijp niet dat mensen die je blog lezen de behoefte voelen om je aan te vallen of over je te oordelen.
    Weet dat het van hen is, dat oordeel.
    Laat het bij hen.
    Vrienden die niet begrijpen dat je in de weer bent met te weinig lepels, ik hoop dat ze dit stukje lezen en zelf af en toe eens een lepeltje komen bijsteken.

    Veel liefs, doe rustig aan met de lepels die je hebt.

  3. Ik vind het een mooie metafoor en dat je m heel effectief gebruikt. Ik begrijp het nu beter. Zelf draaf ik vaak door met actie terwijl mijn bestekla al lang leeg is. Ik doe dat (denk ik) op de pof, want in de vrije tijd daarna kom ik tot niks. Dan zijn de lepels blijkbaar op. Als ik wat langer niks hoef, komen er weer wat lepels terug. Echt geen flauw idee wat ooit m’n start aantal is geweest. Ik probeer nu beter te kijken 8n de bestekla maar het zal altijd een valkuil blijven. Ik denk dat ik op heel veel punten onnoemelijk veel mazzel heb en voel me zeer dankbaar.
    Ik wens je toe dat je meer lepels krijgt!

  4. In periodes waar de lepels continu op of bijna op zijn, gaat het gewoon niet zoals anders. Ja, je kunt zo een boel vrienden kwijt raken en ja, dat kan best veel pijn doen. Maar vriendschappen kunnen net op dat moment ook verdiepen. Hier waren er kennissen die ons gebrek aan lepels zelf aanvulden, door zichzelf bij ons thuis uit te nodigen, zich niets aan te trekken van de rommel, voor ons allen te koken en tegen 21u of zo naar huis te gaan (of zelf bijna in slaap te vallen in onze zetel). Dat koppel rekenen we nu tot onze allerbeste vrienden.
    Ik wens jullie ook zo’n onverwacht geluk toe, want alles altijd alleen in je noodgedwongen cocon is loodzwaar.

      • Voorspelbaar wel, stabiel niet altijd. Meestal zijn er genoeg lepeltjes en kom ik mooi toe, soms moet ik er lenen om rond te geraken. Klein voordeel is dat ik nooit een eindeloze voorraad gehad heb en dus niet echt anders ken dan rekening houden met mijn grenzen. Na drukke periodes las ik ook altijd enkele dagen rusttijd in (of allez ja, tijd zonder deadlines, met zo weinig mogelijk afspraken op de dagen dat ik niet moet werken) en zo lukt het wel. Jezelf vergelijken met een ander blijft een dooddoener, want die ander lijkt altijd meer aan te kunnen. Maar natuurlijk zie ik ook vooral de momenten met energie bij anderen en niet die momenten waarop ze uitgeput in de zetel ploffen…

  5. Je hebt er een mooi stuk over geschreven en ik denk dat t voor veel mensen nu wellicht makkelijker te begrijpen is. Want voorstellingsvermogen, daar schort t gewoon aan bij de meesten. Mensen snappen niet dat je ook van leuke dingen doen moe wordt.
    Ik heb ME, mijn besteklade is chronisch leeg. Ik noem het zelf meestal wisselgeld. Gaat de telefoon op een slechte dag en neem ik op? Dan is mijn wisselgeld douchen of koken. Dat dus.
    Mijn kind is al een puber dus redelijk zelfredzaam maar de jaren met te weinig lepels en klein kind waren pittig.
    Wat mij helpt is dat ik niet te heftig zoek naar meer lepels. En dat ik ze niet alleen gebruik voor dingen die moeten. Dat heeft veel schuldgevoel gekost. Maar soms is de lepel die je voor jezelf uitwisselt meer waard en doet meer goed dan als je hem besteedt aan sociale contacten of zo. Dus ga ik heel af en toe gewoon lekker in mijn eentje overdag naar de film. Heerlijk. Daar teer ik maanden op.

  6. Jeetje wat heb je mijn tip goed opgepakt en geinterpreteerd. Heel mooi erover geschreven en maakt voor jou en andere zo te lezen veel duidelijk.
    Ik heb fibromyalgie en artrose, over het algemeen redelijk wat lepels in voorraad maar soms zijn ze echt allemaal op. Ik heb ook dagen dat de la bij opstaan al leeg is na een slapeloze nacht, maar vaak komen er dan wel weer bij in de loop vd ochtend.

    • Het brengt ook veel helderheid in mijn hoofd, dus erg veel dank voor het aanreiken van de metafoor en sterkte met jouw voorraad 😉. Ik kan nu beter snappen en uitleggen waarom ik boos of bits word van sommige reacties. Het lijkt soms of mensen zeggen dat ik maar lepels moet hebben of maar niet alle lepels moet willen, en dat is zo zinloos.

  7. Jup, heel herkenbaar.
    Hier ook iemand die al jaren elke ochtend wakker wordt met zeer weinig lepels in de lade en zich dan afvraagt of ze vandaag naar de supermarkt geraakt of het toch weer zal moeten uitstellen tot morgen.
    En dat klinkt alsof ik een geweldig lui persoon ben, maar dat is echt niet het geval. Ik heb een lange waslijst van alle dingen die ik zou willen doen als ik maar genoeg energie had. Ik ben niet lui, ik ben moe. En dat al van heel lang geleden.
    Het idee dat ik heb, is dat er ergens een energielek zit. Het loopt gewoon zo snel leeg. Een kapotte batterij. Zeer moeilijk te vatten voor mensen die het gevoel niet kennen.

  8. Mooi verwoord. En heel herkenbaar. Andere situaties, maar ook een chronisch tekort aan lepels. Terwijl ik vroeger kasten en lades vol leek te hebben. Ook ik vraag me af of ik weer reserve kan opbouwen, in mijn hoofd bang dat dat niet meer kan, dat ik vroeger te kwistig ben geweest met mijn mooie voorraad. Een goeie manier ook om aan de onbegripvollen uit te leggen hoe ik me voel. Al zullen ze dat gelepel ook maar quatsch vinden. Toch fijn om te lezen dat je niet alleen bent. Zou je ook lepels kunnen kopen op de rommelmarkt, van mensen die er op overschot hebben of nog ongebruikt op zolder hebben staan?

  9. Pingback: Dingen die ik deed toen ik geen veertig dagen bleef bloggen | Tales from the Crib

  10. IK las eerst aandachtig je tekst. Nu ga ik eens aan de theorie beginnen. Ik weet het ook niet. IK denk dat ik altijd beseft heb dat ik een beperkte hoeveelheid lepels heb en dat ik mezelf moet verplichten gericht lui te zijn om te vermijden dat ik lepelloos word.

  11. echt mooi gezegd die lepel metafoor. en zo herkenbaar allemaal, mensen die me niet begrijpen omdat ik geen lepels over heb om mijn telefoon op aan te zetten en op te nemen. Hij staat nu altijd op “stil” omdat ik het niet meer wil weten als iemand me belt, omdat ik dan toch geneigd zou zijn op te nemen. Ook van dat logeren, mensen die het niet begrijpen dat je geen zin hebt in logees, omdat je de rust en stilte nodig hebt om weer op te laden om de volgende dag door te komen….
    Het heeft me veel tijd gekost om te aanvaarden dat dit allemaal meer zegt over die mensen die me niet begrijpen en dat ik mezelf daarom niet moet “veroordelen”.
    Echt nog es bedankt voor je mooie post!

  12. Okee wow. Heel treffend. Voorgelezen aan manlief. Die is helemaal mee – het leunt aan bij ideeën die ik eerder hoorde en gebruikte, zoals ‘zegeltjes’ aanvaarden of weigeren als iemand je opjaagt/irriteert/iets vertelt dat je bezig houdt, en ook wel het f*ck budget (je kan maar aan zoveel dingen energie geven – ‘giving a f*ck’- dus je moet die dingen kiezen die voor jou waardevol zijn). Hoewel hier thuis dus wel eens klinkt: ‘dat past niet in mijn budget’ (energie, niet centjes), zijn de lepels ook een hele mooie manier om dat te verwoorden. Manlief ging naar de winkel en suggereerde me thuis te blijven, want ik ging die avond al uit eten en anders zou ik niet genoeg lepels meer over hebben voor dat leuke uitje. Hij had gelijk.

    Na een tijd van super onvoorspelbare lepels, de ene dag 1, de volgende dag een voorzichtige 8, en alle issues die je hierboven beschijft (mensen alleen op het laatste moment kunnen bevestigen, niks kunnen plannen, …) ben ik nu langzaam aan mijn lepels aan het opbouwen. Natuurlijk, niet meer onder behandeling staan is de grootste reden dat ik er nu meer heb. Ik probeer ook voldoende te rusten, gezond te eten, mijn vitamnientjes te nemen, en energie te halen uit sociale contacten (wat voor mij werkt, maar niet voor iedereen, en je moet er een lepel of wat insteken om er eentje uit te halen).

    Ik loop nog geregeld tegen de muur want ik overschat het aantal en ook verwachten veel mensen dat ik alweer op volle bestekla draai, maar dat is natuurlijk niet zo.

    Ik denk dat je ze zo veel sneller kwijt bent dan dat ze terug komen. Maar ik geloof ook wel dat je aantal kan en zal stijgen.

  13. Beste prinses. Ik heb net je artikel doorgekregen van een vriendin waarmee ik af en toe een reserve lepel mee uitwissel. Prachtig geschreven. Ik wou gewoon even zeggen dat, het weten en aanvaarden soms een koffielepel in de schuif legt. Want het proces naar aanvaarding schudt alle lepels door elkaar en meestal vallen ze dan ook nog uit de schuif. Maar tot aanvaarding komen en jezelf proberen graag te zien zoals je bent, met het beperkte aantal lepels, dat brengt in het geniep een koffielepeltje bij.
    Je mag trots zijn op jezelf en het gerust eens in de spiegel zeggen ook al kost dat ook wel eens een lepel. 💋

  14. Pingback: Het licht is gewoon even uit | En ze leefden nog groen en gelukkig

  15. Pingback: Op de valreep… 2019 | En ze leefden nog groen en gelukkig

  16. Pingback: Centrifugaal | En ze leefden nog groen en gelukkig

Plaats een reactie