Prinses is een struisvogel

Het is laat en ik zou nu niet wakker moeten zijn. Ik zit te werken. Aan een voorstel dat drie weken geleden de deur al uit zou moeten zijn.

Nu ik bezig ben, neem ik de ravage op. 153 onbeantwoorde mails. Heel veel mails voor het bijberoep gewoon niet geopend. Allerlei taken voor het werk in mapjes op de to do-stapel, minstens vijf dingen hadden al lang af moeten zijn.

Een bemiddelingsproces met mijn ouders. Stil gelegd door mezelf omdat ik het er niet bij kon hebben.

Mails van mijn advocate in verband met de rechtszaak. Ik opende het verweerschrift, maar sloot het na één paragraaf omdat ik het niet aan kon het te lezen.

Allemaal rode taakjes in Outlook. Rood betekent dat je het al gedaan had moeten hebben.

Een mapje waarin een schriftje zit, allerlei a4-tjes, en nog honderd post-its met taken. Minddumpen kan ik wel al intussen.

Plannen voor het zelfstandige-in-bijberoep zijn die ik in een schuif heb gestopt. Nooit uitgewerkt.

Andere leuke ideeën, genre 2daysoff. Begonnen maar vooralsnog niet voor elkaar gekregen.

Literatuur (interessante en zinvolle artikels) die ik in mapjes stop om te lezen. Ik open de mapjes nooit.

Boeken die ik in de bib heb gehaald en die mijn leven moeten redden. Over organisatie. Ze liggen op een stapeltje. Ik had al boete.

Administratie die ik moet doen. Al maanden.

Sommige kasten in mijn huis durf ik niet meer openen.

Over vriendschappen gaan we het even niet hebben. Of ja, toch. Ik ben de meest onbetrouwbare vriend ever. Vergeet antwoorden op smsjes en mails. Je bent er aan voor de moeite.

Ik heb al weken een telefoonnummer van een natuurarts liggen die ik wil bellen over mijn fibro. Het gaat van kwaad naar erger. Ik moet bewegen, gezonder eten en leven, dagelijks de yogamat op. Maar ik teer weg tot oude-stramme-vrouwtjes-staat.

Ok, ik schrijf het eindelijk op. Hier gaan we dan. Een onafgewerkt doctoraat in de kast. In een doos eigenlijk. (Mijn wangen kleuren nu rood van schaamte en verdriet. Toen Dirk weg ging, had ik nog een jaar om het af te werken. I did not make it. Soms denk ik dat hij me dat afgepakt heeft, maar dat is een te makkelijke gedachte. Soms denk ik dat het afwerken de ultieme overwinning is. Op hem, op mezelf, op die hele mannetjesuniversiteit. En soms denk ik dat ik het gewoon moet afwerken omdat ik weet dat het waard is opgeschreven te worden.)

Dit is dramatisch. Vooral omdat het niet zo ver is gekomen omdat ik de bloemetjes al jaren buiten zet. Maar wel omdat ik in voortdurende struggle ben met mezelf, mijn faalangst. Met de tijd, de gelegenheid. Ik ontspan me nooit, maar ik doe blijkbaar ook nooit de juiste dingen of de dingen op een goede, efficiënte manier. Wat is er mis met me? Is het wilskracht? Een totaal gebrek aan efficiëntie? Luiheid? Energietekort? …

Ik denk exemplarisch aan het voorbije weekend. Hoe had ik tijd kunnen maken te werken? Er was bezoek van vrijdag tot zaterdagavond. De jongens en ik gingen uit logeren omdat er geluidsoverlast dreigde door een feestje in de buurt. Ik reed zondag gesloopt terug omdat ik koorts had gehad ’s nachts en de Peuter flink ziek was. De zondag vulde zich met kinderen, een vriendin die langskwam, een bespreking ’s avonds. Daarna was de energie en zin op om nog aan mijn computer te gaan zitten en wat te doen.

Wat moet ik doen? Alles wat geen werk is schrappen? Ijzeren discipline houden? Nog meer ’s nachts werken? De kinderen in het weekend ook telkens een halve dag toevertrouwen aan iemand anders? De peuter is immers nog van het soort dat als je twee seconden niet kijkt (ik zweer het) zijn handen in zijn diarree-luier doopt en de thermometer erbij. Als ze wakker zijn en in huis, heb ik niet alleen mijn handen vol aan hen. Ik heb zelfs handen tekort.

Een kleine troost is dat ik de bordjes wel in de lucht houd. De keuken is opgeruimd, de mat gestofzuigd. Ik haal op het werk succesjes en de baas is tevreden. Op absurde wijze doe ik het eigenlijk wel best goed op het werk. De koelkast zit vol. De was heb ik vanavond in de kasten gelegd. Mijn kinderen zijn gewassen. Ik heb een nieuwe opdracht als zelfstandige en de uitkomst van mijn eerste grote opdracht is werkelijk om trots op te zijn (ik had het struisvogelgewijs een tijdje laten liggen, en als je het werk dat je ontwikkeld hebt dan terug krijgt van de drukker denk je: ‘o, wow, heb ik dat gemaakt?’).

Er is alleen zo veel dat trekt aan me, dat niet lukt, dat ik niet afkrijg. Dat ik wil, maar dat niet is. Zo veel ook dat moet. Zo veel ook dat zou moeten kunnen. Dat is zo slopend. En dat maakt dat ik liefst mijn kop in het zand steek en doe alsof het allemaal niet bestaat. Alleen is dat de slechts denkbare techniek. Dat weet ik alvast. Nu nog de best denkbare techniek vinden. Iemand suggesties?