Prinses doet niets

Tussen Kerst en Nieuw hebben we collectieve sluiting op het werk. Dat is een pak beter dan een weekend, en ook beter dan een random vrije dag, want enkel mijn privé-e-mails blijven aantikken. Ik blijf ze negeren. Mijn werk-e-mail doet niets, geen piepje, geen zuchtje. Dus ik doe ook niets. Ik doe verbazend weinig. Geen plannen. Wat door het huis sloffen. Een wandelingetje. Een koffie in de stad. Een boekje op de bank. Wat knuffelen met de zonen in bed. Verhaaltjes lezen. Een heel voormiddag samen in bad zitten.

Als ik niets doe, gebeurt er best veel:

  1. Een kater. Ik heb nog nooit een kater gehad, dus ik kan er absoluut niet over meepraten. Maar ik lijk er één te hebben. Elke ochtend word ik doodziek wakker. Misselijk, hoofdpijn, ellendig, stijf & stram. Ik neem me steevast voor nooit meer een korrel suiker te eten en vanaf nu minstens een glas water per dag te dringen, liever nog een fles. Het ebt een beetje weg door niets te doen, en in de namiddag komt het weer opzetten in de vorm van een flinke hoofdpijn. Ik stel me voor dat al mijn stresshormonen de weg naar de uitgang zoeken nu ik stil gevallen ben en ik daar flink ellendig van word.
  2. Essentiële dingen. De zonen en ik gingen langs bij de ouders die we al sinds zomer 2014 niet gezien hebben. Later meer daarover. En Dirk en ik hadden plots een telefonisch gesprek van anderhalf uur, waarin ik o.a. optekende dat hij niet weg ging van mij maar van zichzelf, dat hij zich schaamt voor hoe het gegaan is en wie hij was. En ook een zinnetje met ‘misschien had ik meer man moeten zijn voor je en je gerust stellen’. De moment om te vragen of hij me zwak of onzelfstandig heeft gevonden. Nee, zei hij, twee keer. We deelden wat, over groeien en pijn en eenzaam. Ik weet niet of het oprecht was en ik heb niet de neiging me de vraag te stellen, maar ik voel me een beetje lichter.
  3. Ruimte. Ik vraag me altijd af hoe andere mensen hun huis netjes houden, of leuke creatieve dingen doen, of nieuwe ideeën bedenken. Mogelijk zijn dat mensen die de ruimte er in weten te houden, want ik doe plots spontaan allerlei dingetjes  – zoals de oude kranten weg gooien, kleding sorteren en lampen vervangen – waar ik nooit toe kom. Ook bedenk ik wat nieuwe dingen – die ik prompt weer vergeet, maak ik wat plannen voor een uitje, gaan we een keer wat kleins eten en besluit ik een alternatieve therapie te proberen voor mijn spier- en gewrichtspijnen.

Op zich is het beangstigend. Anderhalve week geleden kon ik een dagprogramma aan dat begon om half zes ’s ochtends, waarin ik vier afspraken in vier steden afwerkte, dus veel kilometers reed en ’s avonds twee kinderen voedde, in bed legde, mijn afwas deed en e-mails checkte. Nu lukt het me zelfs even niet te bedenken wat we morgen gaan eten. Maar het is prima zo. Even toch.