Bulldozer

Afgesneden zijn

Naar binnen gevouwen

Het gaat beter met je. Echt. Al een tijdje.
Als je terug denkt aan de moeilijke maanden, herinner je je slechts flarden. Het was alsof je doof maar vooral blind door de wereld ging. Alsof het verdriet je helemaal naar binnen had gevouwen.

Dat is nu beter. Het verdriet is minder scherp. Bovenstaande kaart (van Symposion, Brugge, http://www.symposion.be) kreeg je cadeau en heb je op je kamer gehangen. Je hebt al een paar keer gedacht ze weg te halen, want de pijn afgesneden te zijn van Dirk is over, omdat je nu inziet dat het echt beter is zo. Maar toen je ze wou weg halen, bleef je staan en aarzelde je. Je zag de figuurtjes, je beeldt je in dat je tussen die stoet verdrietigen staat. Dan realiseer je je dat je afgesneden bent van meer dan enkel van Dirk. Afgesneden van het leven dat je dacht te zullen hebben, van de dromen die je had, van toekomstperspectief, van plannen, van de mogelijkheid om nog kinderen te krijgen, en van al die mensen die wel vooraan staan als het geluk wordt uitgedeeld. Daarin heb je twee soorten. Diegenen die gelukkig zijn, maar empathisch, met een goede radar. Mensen die willen geven van wat ze genoeg hebben, en dat kan zowel materieel als symbolisch zijn. Tot je grote dankbaarheid heb je mogen leren ontvangen van wat zij te geven hadden, niet zelden via de blog. Maar de andere soort… Dat zijn mensen die alles hebben en desondanks meer willen. Mensen die zich daar blind op staren. Mensen die zeuren dat ze geen derde vakantie kunnen betalen dit jaar. En intussen is er een diepe kloof gegroeid tussen jou en die mensen, en eigenlijk zou je niet anders willen.

Balancerend geluksmomentjes rapen

Het gaat beter. Onderweg zijn er geluksmomentjes te rapen. Zoals alleen in de auto zitten met het begin van het Weihnachtsoratorium of Boys don’t cry van the Cure loeihard. Zoals het fijne bezoek van een vriendin die blijft logeren, wat heel vertrouwd en gezellig aanvoelt. Zoals de krant die op zaterdagochtend in de bus zit.

Maar het blijft balanceren. Tussen te weinig en te veel. Het dagelijkse leven met de kinderen en het werk blijft loodzwaar, ook al kan je het nu beter hebben. Er is geen enkele nacht waarin ze je gewoon laten slapen. Ze zijn echt om de haverklap ziek waar altijd een resem regelingen aan te pas komt. Je bent zelf ziek geweest en je hebt niet de kans gekregen wat uit te zieken of bij te komen. Het is een permanente uitputtingsslag om alle ballen in de lucht te houden, en tegelijkertijd heeft het leven zo weinig reliëf. Alsof je maar doormaalt: kinderen, werk, huishouden, boodschappen, … Niet elke dag is hetzelfde, integendeel. Dat maakt het erg chaotisch. Maar dezelfde dingen volgen elkaar op en op een drafje ren je door de dagen, met een kind onder elke arm bij wijze van spreken, een volle wasmand aan je been gebonden en een loodzware rugzak vol papieren van je werk op je rug.

Reliëf

Tegelijkertijd is het reliëf dat er is, snel te veel. Een bezoek van vrienden met hun zoontje is een leuke afwisseling, maar achteraf sta je beteuterd tussen bergen speelgoed met twee kinderen die overstuur zijn en vraag je je af waar jullie het ook alweer over gehad hebben, tussen het serveren van koffie, thee en taart voor iedereen en het zoet houden van de kinderen, waarbij je op een gegeven moment dacht flauw te vallen van de stress en vermoeidheid. Die leuke nieuwe jurk in de solden was een koopje en is een fijne extra, maar eigenlijk heb je helemaal geen budget voor extraatjes, ook niet als het leuke jurken zijn met veel korting. Een keer babysit vragen doet je deugd en geeft wat ruimte, maar het is ook best duur en je wil natuurlijk graag zelf voor de jongens zorgen.

De doorslakdag

En dan was het weer zo’n weekenddag, waarop je de uren aftelde. Een keer hard doorwerken, in het huishouden of aan iets voor het werk, ging niet met de kinderen. En een keer gewoon wat hangen, niets doen, of een tijdschrift lezen in bad, ging ook niet. Je was moe van de verschrikkelijke nacht met Babyzoon. Je was moe van de week waarin alles op z’n kop leek te staan. De kinderen waren lastig, omdat het te koud was om buiten te gaan en ze voelden dat je weinig energie had om iets te ondernemen. De wanhoop hield zich koest, dat stadium ben je gelukkig voorbij. Maar de dag slakte zich voort, alles leek zo vlak en je besefte weer eens dat dit niet is wat je wil. En dat je er zelf wat van kan maken, natuurlijk. Je begint weer wat meer plannen te maken de laatste tijd en zelfs een moestuin starten met de kinderen of met hen op reis gaan, lijkt niet zo’n gek idee, als je erg optimistisch bent. Maar sommige dagen, en dan bij uitstek die lange weekenddagen waarop je noch rust krijgt, noch iets gedaan krijgt, gaat het gewoon even helemaal niet, en tel je de minuten af naar kinderbedtijd.

Bulldozer

En dan belt een vriendin. Met groot nieuws. Ze heeft haar portie ook wel gehad, en ze begrijpt je beter dan wie ook. Je gunt haar alles. Als je het iemand gunt nieuw leven te verwachten en er niet alleen voor te staan, is het zij.

En toch. Toch zit je even later met de jongens aan tafel, en laat je het zoutvat drie keer vallen. Je borst doet pijn. Je voelt je alsof er een bulldozer over gereden is. Voorzichtig adem je, maan je jezelf aan blij te zijn, voor die vriendin. Die alle geluk ter wereld verdient. Probeer je er hoop aan te onttrekken: alles kan altijd veranderen. Maar je hand trilt, je voelt je in elkaar gedrukt. En het lijkt alsof de bulldozer die net over je heen is gedonderd ook meteen heel je leventje, dat je net weer wat onder controle kreeg, plat gereden heeft.