De man en ik gaan naar de film. Het is altijd twijfelen. Enerzijds ben je er een hele avond aan kwijt (o help, niets ‘nuttigs’ doen?!), anderzijds is het altijd wel stof tot nadenken.
We zagen deze. Over een vrouw die te horen krijgt dat haar vader haar vader niet is en dat haar moeder stervende is. Maar daar gaat het niet eens echt over. Het is een kluwen van lijntjes door elkaar, waarbij je de vrouw ziet worstelen met haar huwelijk en niet-zo-deugdelijke echtgenoot, het moederschap, het beroep dat haar labiele vader op haar doet, de strijd met haar moeder, haar ambitie om te schrijven, de nood om brood op de plank te krijgen, een halfzusje dat op haar bank beland, haar eigen emoties, de aantrekkingskracht tot een andere man.
Het is een kluwen. In het kluwen zit veel codetaal verborgen omtrent vrouw-zijn. Op een bepaald moment wordt verwezen naar de moeder als zij die niet weet, wat natuurlijk een knipoog is naar Pinkola Estes, ‘zij die weet’. Vaak genoeg geeft het hoofdpersonage blijk van intelligentie. Ze is mooi. Haar intuïtie werkt goed. Ze ‘weet’. Maar ze is verstrikt in een kluwen en daar is ze zelf ook debet aan, door haar ambities op te bergen en daarover kwaad te zijn op de ander, en dan met name haar wat luizige echtgenoot en haar moeder.
De Man (de mijne) en ik hadden een gesprek achteraf. Hij vond de film chaotisch. Te veel thema’s door elkaar. Ik dacht dat de chaos net bedoeld was om net als de vrouw zelf ergens wel te weten waar het naar toe moest, maar die draad heel de tijd te verliezen in het appel van de 1001 dingen die voorbij komen. Scherp je ambities maar eens aan, zet je man maar eens buiten als terwijl je moeder sterft, je dochters puberen en de rekeningen betaald moeten worden. En dan nog, wat is het alternatief?
De Man vond de man uit de film fout begrepen. En inderdaad, hij deed vaak zijn best. En de vrouw onthield hem seks (logisch om dan vreemd te gaan? …), en erkende zijn inspanningen voor het gezin niet echt. Maar dan stel ik me de vraag naar gelijkwaardigheid. Elkaar zien en erkennen is belangrijk, maar als zij zijn slordige pogingen wat verantwoordelijkheid op te nemen thuis moest honoreren, krijg je toch nog steeds een zeer asymmetrische relatie.
De film was enerzijds erg herkenbaar, en anderzijds totaal niet. Het gedeelte totaal niet gaat over onze thuissituatie. Mijn Man doet meer dan zijn deel in het huishouden, genereert een goed inkomen, biedt bedding en stabiliteit. We hebben eigenlijk nooit man/vrouw-issues in onze relatie, als in: wat is een taak van de man, wat is een taak van de vrouw. Hij werkt meer dan ik, maar dat zal voor hem nooit een reden zijn om bijvoorbeeld de kinderen niet in bad te doen of het afval niet weg te brengen.
Tegelijkertijd is er het element herkenbaarheid. Namelijk: zelf beschikken over een vorm van (jong) talent en enige ambitie, en dat ondergesneeuwd zien worden in de duizend dingen van elke dag. Werken aan een verhaal waarvan ik nog niet eens heel goed weet wat ik er dan mee moet als ik het echt opschrijf, verbleekt bij boodschappen doen en avondmaal koken voor het gezin en vervolgens honderd e-mails beantwoorden en op tijd in bed want morgen weer vroeg dag. Het ontwikkelen van een eigen praktijkje waarvoor ik nu een schamel stappenplannetje heb, krijgt de lakmoesproef wie-wacht-er-op-en-wat-brengt-het-op-dus-moet-ik-het-wel-doen-en-me-niet-gewoon-richten-op-hier-nu-de-dingen-die-ik-al-doe. Ik schrijf mijn plannen op, kom uit de flow en vraag me dan weer af of ik mezelf niet wat wijs maak. Zoiets.
Ik heb al weken ‘Playing big’ van Tara Mohr op mijn bureau. ‘Vind je stem, je missie en kom in actie!’. Een boek voor vrouwen die wat kunnen en willen en ondergesneeuwd geraken, niet alleen door alles rondom, maar ook door hun eigen innerlijke twijfels. (Ladies out there, KOOP DAT BOEK). Ik leer het onderscheid maken tussen mijn innerlijke criticus en mijn innerlijke mentor. Bij een visualisatie-oefening ontmoet ik mijn zelf, binnen twintig jaar, hier in dit huis, nog steeds balancerend tussen werk en kinderen met een doos vol opgeborgen plannen onder het stof. Dat, dat gaan we dus niet doen, denk ik. En nu weer over tot het kluwen van de dag.