Over energie, zelftwijfel en waar ik naar toe wil

Een tijdje geleden vroeg iemand of ze me mocht interviewen in het kader van een loopbaanoriëntatiegesprek. Ik vond het een bijzondere ervaring. Meestal ben ik immers degene die interviewt. Geïnterviewd worden maakt dat een aantal dingen die je wel weet over jezelf, plots in woorden zitten en daarmee meer helder en afgebakend zijn. Ik deel graag een stukje uit het interview.

Wat geeft jou zoveel energie dat je zo vroeg kunt opstaan, lange dagen kunt maken, en werk en 4 kinderen kunt combineren?

Grappige vraag :). Ik heb het gevoel dat ik al heel mijn leven veel te weinig energie heb. Dat ik meer dan een gemiddeld mens moe ben en rust nodig heb.

Maar als je het zo bekijkt dan heb ik sinds ik zelfstandige ben inderdaad meer energie. En dat heeft te maken met het creëren van mijn eigen omstandigheden. Ik hoef geen vergaderingen uit te zitten die vooral draaien om de profileringsdrang van een informeel leider. Ik zit niet meer in een kantoortuin waar ik door alle prikkels om me heen amper een vijfde kon doen op een dag van wat ik nu doe. Ik maak mijn eigen keuzes. Ik ben introvert en ik breng tijd alleen door: tijd om te schrijven, dingen te bedenken, … En dat levert alleen maar veel energie op. Ik doe nu meer dingen die me energie geven op een manier die me geen energie kost.

Hoe ga je om met zelftwijfel, bijvoorbeeld in een creatief proces?

Ik ervaar dat als extreem pijnlijk. Eerst is er de flow van iets maken, iets creëren. Met die energie kan ik het in de wereld zetten. En dan is het plots out in the open, en twijfel ik aan wat ik gedaan heb. Voel ik me stom, schaam ik me, denk ik dat niemand er op zit te wachten. Dat ging bijvoorbeeld zo bij de Tiny Podcast, waarin ik elke weekdag een gedachte deel. Op een bepaald moment was ik echt kapot van zelftwijfel. Wat had ik nu weer gedaan?
Dan komt er een fase waarin ik me heel erg ga richten op prikkels van buitenaf: hoeveel luisteraars zijn er? Laten ze reacties achter? Tot ik daar bijna gek van word en me herinner dat het me daar nooit om te doen was. In het geval van de Podcast wou ik graag iets maken, iets  in de wereld zetten. Mijn doel was nooit een bepaald aantal luisteraars bereiken.

Dan komt het besef dat het voor mij dus al ‘geslaagd’ is. Dat het work in progress mag zijn. Dat ik er van mezelf in mag groeien. Dat dat ook is wat ik mijn studenten zeg. Dan wordt het rustiger in mijn hoofd en ontspan ik meer. En gek genoeg beginnen er dan leuke reacties binnen te druppelen die bevestigen dat de Podcast voor sommigen een meerwaarde is. Dat raakt me dan, maar ik ben er niet meer afhankelijk van. 

Ik denk dat zelftwijfel ook een functie heeft maar dat je moet proberen je er niet door te laten verlammen. Iets maken, iets in de wereld zetten, zoals een bedrijf, een cursus, een podcast, een tekst, is altijd akelig kwetsbaar. Daar kom ik niet onderuit. Ik groei in me manifesteren, in van mezelf mogen besluiten dat ik er mag zijn en dat ik dingen mag maken en delen. Een mooi voorbeeld daarvan is dat ik in het begin van de Tiny Podcast snel praatte en vaak afklokte op 7 minuten of minder. Een vriendin sprak me aan en herinnerde me dat de podcast bedoeld is voor bij een kopje koffie of de was opvouwen. Ze zei letterlijk: je wil die koffie toch ook niet naar binnen kappen? 

Vond ik zo grappig en waar. En ik realiseerde me dat ik snel praatte omdat ik bang was mensen hun tijd te verspillen. Terwijl ik nu probeer er te zijn vanuit rust en de ruimte gewoon in te nemen. Het is aan anderen om te beslissen of ze daarnaar willen luisteren of niet.

Waar wil je nog verder komen, in je ontwikkeling?

Ik wil heel graag nog meer werken vanuit mijn intuïtie, vanuit wat mij te doen staat. Ik neem nu vaak nog opdrachten aan vanuit angst. Of zoektocht naar een bepaald prestige (een grote opdracht bijvoorbeeld, of een opdracht voor een hippe organisatie). Terwijl dat misschien net te ver van me af ligt en me verstrikt doet geraken in allerlei processen die stroperig zijn en niet bij mij passen.

Ik zou graag vanuit vertrouwen vertrekken, de kleine dingen doen die bij mij passen. Tijd overhouden om tijdens mijn lunchpauze te gaan wandelen of naar de film te gaan. Goed voor mezelf zorgen in plaats van er een hardloopwedstrijd van te maken.


Vrijdag vertelde ik in de Tiny Podcast over de observatie van een ander gezin in Amsterdam: ‘De oudste wil niet poseren. Ze wil niet lachen. Misschien wil ze gewoon haar taart opeten. Misschien is ze het spuugzat dat ze de hele tijd gefotografeerd wordt door haar vader. Misschien is ze onzeker over dat beginnende puberlijf en die paar kilo’s te veel en vindt ze het confronterend om op de foto te staan.’ (…) Luister hier.

Maandag mocht ik een magisch verhaal vertellen. Als je wil weten waarom je je soms op sleeptouw moet laten nemen, kan je dat hier horen.

En vandaag lees ik voor, over een bijzonder boek in mijn leven. En het gaat ook even over de wolsfvrouw!

En tot slot. Maandag start ik een avondclubje, rond het temmen van de innerlijke criticus. Meer info kan je hier vinden. Een clubje is een cursus waarin je dagelijks een online opdracht doet en van maandag 27 april tot en met 3 mei telkens van 20u30 tot 21u30 deelneemt aan een meeting via zoom, om met elkaar het proces te bespreken. Ik merkte bij het vorige clubje, dat dit een soort oplossing is voor de valkuil van de online cursus, die je vaak met enthousiasme start en dan vervolgens laat liggen en nooit meer afwerkt. De mensen die het vorige clubje hebben gevolgd, hebben veel gehad aan de combinatie zelf opdrachten doen en met elkaar optrekken in het proces. Tot en met morgen kan je nog inschrijven met een korting van 25% met de code ‘nachtuil’. Ik hoop je daar te zien!

De cruise control-man en de stresstest

Hij heeft al vijftien jaar meer geleefd om zijn huis op te ruimen en zijn leven op orde te krijgen,’ mompel ik. En ik vraag hem met trillende benen of hij een weekend bij ons langs wil komen.

Een goed geregisseerd weekend. Ik heb nog tijd om mijn keukenkastjes uit te kuisen en we kunnen een herfstwandeling in het bos maken en pompoensoep eten.

En dan krijgen we een stresstest. De jongste zoon valt ongelukkig en daar hebben we onmiddellijk de mallemolen: hotel ziekenhuis, toestanden. Ik heb een opdracht als zelfstandige in bijberoep die ik niet zo makkelijk kan afzeggen. Ik zit in het ziekenhuisbed naast de zoon waarvan ik dacht dat ik hem kwijt was documenten te tikken voor organisaties tot 2 uur ’s nachts. Dirk komt ruzie maken. Kortom: volledig circus zoals alleen ik dat lijk aan te trekken in mijn bestaan. Really.

Om half 7 belt Marinus me wakker. We praten kort, ik ben moe en kan het even niet overzien. Ik kijk naar mijn slapend mannetje, weet dat ik in de namiddag moet presteren. Hij vertrekt, zegt hij. Meteen. Hij gaat niet naar het werk, hij komt naar me toe.

Ik ben verlegen als hij uren later het ziekenhuiskamertje binnen stapt. Ik had de verpleegster gevraagd twee minuten bij mijn zoon te blijven zodat ik me minstens kon douchen, vond gelukkig ook mijn make-uptasje in mijn werktas. Ik ben net één en ander aan het camoufleren met concealer als hij op de deur klopt. We knuffelen elkaar onhandig. En hij neemt mijn gezin over die middag zodat ik de klus kan gaan doen met zweet in mijn handen (improvisatie it is!). Als ik thuis kom is iedereen blij en is hij moe.

Daar gaat het geregisseerd weekend waarmee ik een goede indruk wou maken, denk ik. Hij is midden in de zooi van ons dagelijks leven gestapt. Op een moment dat de zooi eigenlijk op ontploffen stond. Hij heeft zijn weg moeten zoeken in mijn keukenkastjes, het potje van de kleine zoon uitgekiept, boterhammetjes gemaakt, verhaaltjes gelezen. Hij heeft in de family-bedroom geslapen op het kleine plekje dat over was nadat het bed gevuld was met twee zonen en mezelf, ondanks mijn voorstel dat hij voor een goede nachtrust ook in het bed van de oudste zoon de privacy kon opzoeken.

De grootste schaamte komt met het idee dat hij in mijn garage vast gezien heeft dat er eten staat dat we in een zeer slechte periode via de voedselbedeling van het OCMW hebben gekregen. Ik denk dat ik het hier nooit heb vermeld omdat ik me er te pletter voor schaam. Er zit een stempel op de dozen met appelmoes en corn flakes: voedselhulp. Ik vermoed dat hij het gezien heeft, ik wil niet dat hij er over begint. Pijnplek, schaamte.

Na ongeveer 36 uur vertrekt hij weer naar zijn leven. Hij kust me, ik kijk hem vragend aan. Hij is ‘in’, nog steeds.

Bij de heerlijkste vriendinnen die ik heb sluit ik de week af. Ik vertel over hem. Het is wat onsamenhangend. ‘Als hij voor ons zorgt zoals voor zijn kat, komt het helemaal goed,’ zeg ik. Hij weekt immers brokjes voor zijn kat zodat ze makkelijker verteert en hij koopt gehakt voor haar. De dames lachen. Mooie quote voor op je blog, zeggen ze. Bij deze.

De stresstest voor de cruise control-man is geslaagd. Nu nog even geloven dat het echt is.

 

 

Een prinsessenleven

Dat ik een cool leven heb. Er gebeurt wat, ik leef een pak meer dan een tijdje terug. Sneller ook. Dieper. Intenser.

De voorbije zeven dagen was ik o.a. op een theaterfestival waar ik ijsjes at en in de zon zat. Uit logeren. In Brussel voor een bespreking met daar aan geplakt een thee in het park met een vriendin en dan een spurt naar de schoolpoort. In een fijne koffiebar voor een goed gesprek met iemand waar ik in de toekomst mee wil samenwerken. In dezelfde fijne koffiebar bereikte ik de bodem van mijn werk-e-mailbox en daar had ik maar liefst vijf uur en zeker vier dopio’s voor nodig. Ik krabbelde bladzijden vol to-do’s en projecten. (Hoe was het zo ver kunnen komen? En nog beter: hoe was het zover kunnen worden zonder dat iemand mij aanspreekt op disfunctioneren of zonder dat iemand me ontslaat?) Ik was in een Noord-Brabantse stad voor enkele gesprekken en reed kalm op de middag naar huis, gedeeltelijk door de bossen. Thuis deed ik een dutje (power nap) want ik was supersuf en at ik home made soep alvorens verder te werken. We gingen naar het speelbos en aten daar op een dekentje blauwe besjes. Dat was kalm en lui en goed. Ik reed kriskras door Zeeland, had gesprekken met allemaal trotse professionals, werd bijna gek van de smalle straatjes van Zierikzee die niet voor automobilisten zijn ontworpen, sliep in een lief B&B-tje en maakte een fijn praatje met een schat van een mevrouw (de eigenares) die begreep dat ik geen lunchtijd zou hebben en een boterhammetje voor me smeerde voor in de auto tussen de afspraken door. Ik had een avondvergadering waar ik een deal beslechte en maakte een lange wandeling met een dierbare vriendin. En ik haalde de mannetjes op en kwam thuis en na hun bedtijd werkte ik een nieuwe resem mails weg. De komende dagen staan er een fietstocht-in-Zeeland op het programma en een date met vrienden met complementaire kinderen.

Dat is Leven. Veel leven. Veel om dankbaar om te zijn. Zo veel meegemaakt, zo veel echt contact gehad, zo veel om over na te denken, zo veel geleerd.

Maar de voorbije week was ook: schuldgevoel omdat ik de jongens uit logeren deed. Met stress in de auto om op twee uur tijd van Middelburg naar de opvang in Leuven te rijden – en dan aanschuivend op de Antwerpse ring de stand-by-optie aanspreken, helemaal opgefokt van schuld en schaamte – daar om kwart na zes toekomen en de kleinste die in huilen uitbarst omdat hij me gemist heeft. Rommel eten uit tankstations wegens niet voldoende georganiseerd om het wat proactiever aan te pakken. En eerlijk? Ook echt geen tijd. Bijna onpasselijk worden in de auto bij het luisteren naar deze podcast (goede reeks trouwens!). Twee avonden op rij om half negen in bed want niets meer waard. Geen lichaamsbeweging gehad. Maar één keer gekookt. Lege koelkast en geen energie om over een menu voor de komende dagen na te denken. Zo veel dat niet af is en waarvan ik me afvraag waar en wanneer ik het ga doen. Overprikkeld geraken in een gesprek omdat heel veel intensieve en lange gesprekken na elkaar gewoon een beetje onmenselijk zijn. De privé-inbox die aantikt tot 500 ongelezen mails. Naar de garage bellen en zeggen dat ik toch echt wel meer dan 30 000 km heb gereden op minder dan vier maanden, dat ik me echt niet vergis en dat ik dus echt heel graag nog eens naar de auto wil laten kijken. Stress bij het kijken naar de week die komt want er moet weer zo veel geregeld en gereden worden en ik ben wat oververzadigd. Struisvogelgedrag om naderende rechtszaak. Stress om betaling van bijberoep die niet komt maar waar ik wel op rekende. (…)

Het is allemaal waar en echt. De sleutel zit in mijn hoofd, in hoe ik denk. Als ik dat onder controle kan houden, gaat het goed. (Het zou beter gaan als ik talent had voor organisatie en praktisch ingesteld was.) Om dat onder controle te kunnen houden, moet ik voor mezelf zorgen. Mezelf slaap geven, goed eten, en stoppen met me vast te denken, schuldig te voelen, te piekeren, alle beren op de weg uitgebreid te bestuderen.