Dat ik blij mag zijn met mijn kinderen.
Ja, natuurlijk.
En dat ik werk heb. Ook al weet ik op dit moment echt niet meer hoe ik het gecombineerd kan krijgen met de zorg voor de kinderen, voel ik me permanent schuldig ten opzichte van mijn kinderen maar meestal ten opzichte van mijn werkgever.
…
Maar die momenten…
Die momenten dat ik met de jongens aan tafel zit, Babybroer zijn bord omkeert en Kleuterzoon zeurt dat hij het niet lust en ik totaal oververmoeid uit mijn slof schiet, meteen spijt heb en in tranen uitbarst…
Die momenten waarop we uit de auto stappen en aan de voordeur moeten geraken, waarbij ik armen vol tassen heb en Babybroer de straat probeert op te rennen…
Die momenten dat ik een kopje koffie probeer te drinken met een vriendin en de jongens om de beurt krijsen en de jongste in zijn pamper doet…
Die momenten waarop ik met moegehuilde ogen een lijstje taken zit te bekijken die ik nog moet doen, maar waar ik in geen hoekje van mezelf nog moed of kracht voor kan vinden…
Die momenten waarop ik tegelijkertijd moet koken, één kind moet troosten en één kind terecht moet wijzen…
Die momenten dat ik steeds maar oplossingen zoek, voor zo veel dingen die niet op te lossen zijn…
Die momenten waarop ik de dokter probeer te verstaan terwijl mijn kinderen zijn kabinet afbreken…
Die momenten dat ik mijn internetbankieren niet durf openen, omdat ik geen zin heb in de confrontatie met de beroerde financiële toestand…
Die momenten dat ik het spuugzat ben te moeten bedenken dat dit allemaal gebeurt om mij een fundamentele levensles te leren en dat ik hier sterker moet uitkomen…
Die momenten waarop ze me midden in de nacht wakker maken en ik misselijk ben van vermoeidheid, ik daardoor erg kwaad word en twee snikkende kinderen moet troosten…
Die momenten waarop ik alleen maar een uur lang gewoon op toilet wil zitten met de deur op slot, om een boekje te lezen en alleen te zijn.
Die momenten waarop ik besef dat ze nog in bad moeten, en in bed, en dat ik dan beneden kom en het huis kan beginnen opruimen, en dat als ik het niet doe, niemand het doet…
Die momenten dat ik besef dat ik de baan heb aangenomen die ik echt wou, maar dat ik het bijna in mijn broek doe omdat ik het gewoon niet gerealiseerd ga krijgen om ze ook echt te doen…
Die momenten dat ik bij de opvang andere moeders bekijk, die wel een partner hebben, en me afvraag of die dan zo veel beter, zo veel wijzer, zo veel aantrekkelijker, zo veel relatievaardiger zijn, dat zij gewoon zel een gezin kunnen hebben en ik niet.
Het snoeit me zo. Er blijft niets over voor mezelf.
Ik kan inderdaad heel hard mijn best doen om dankbaar te zijn om vanalles en nog wat. Om te kijken naar de kinderen die ik heb, naar de baan die ik heb, om te denken dat het beter zal gaan, met tijd, moed, heel hard werken en wat geluk.
Maar even vaak denk ik dat ik mijn leven haat. Dat ik leeg ben.
En dan vraag ik me af of de rust van Dirk dit allemaal waard is. En of hij lekker slaapt, naast zijn getrouwde liefje.