Na een ochtend koortsachtig werken, wandel ik naar een lunchafspraak. Vroeger deed ik alles met de fiets, nu wandel ik zo veel mogelijk. Om de stappenteller te voeden, die me akelig snel duidelijk maakte dat ik wel naar de sportschool kan willen, maar dat ik misschien eerste die 3000 stapjes per dag maar eens moet uitbreiden naar 10 000.
Ik wandel. Nog onder indruk van wat ik net gedaan heb. Ik heb een irrationele beslissing genomen. Een kans om snel via anderen aan werk te komen en dus snel te gaan verdienen, afgeslagen. (Er was een investering aan verbonden, en bij elke opdracht zou ik een flink percentage afdragen.) Iedereen juichte dat ik het moest doen, en ik was er zelf bijna ingesprongen, tot een vriend me gisteren vroeg of ik dat echt wou. Snel geld. Of ik daarom als ZZP-er ben begonnen. Maar nee, dacht ik. Nee begot. Het is niets voor mij.
Ik wil iets doen waar ik in geloof.
Dus knip ik het draadje door en vraag ik me af hoe ik het aan de Man ga uitleggen. En tegelijk voel ik zo goed dat ik het juiste heb gedaan.
Ik lunch met een vriendin. Wandel terug. Stop bij een nieuwe kledingzaak, waar ik schoorvoetend aan het enthousiaste meisje uitleg dat ik een beetje raar in mijn lijf zit na die tweelingzwangerschap. Ik voel me onzeker. Ik wil kleding die past bij mijn huidige lijf.
Ik voel me zo klein.
Zo klein.
En tegelijkertijd te groot, te grof, te uitgedijd, te mals.
Ik pas rokjes en blouses en kies en kijk in de spiegel naar de mooie nieuwe dingen waarvan ik me vraag of mijn buik er echt niet te zichtbaar in is. En ik kijk ook naar mijn oude kleding, snel-snel aangeschoten vanochtend omdat ik een kantoordag had. Naar het gaatje in mijn panty. Ik voel me zo armoedig in mijn lijf, in dat post-zwangerschapslijf, in dat lijf dat al die grote ZZP-plannen moet gaan belichamen. Dat lijf dat ik niet goed verzorg, omdat ik al blij ben als ik mijn tanden twee keer per dag kan poetsen. Waar is de tijd dat ik opgemaakt naar kantoor ging? Op hoge hakken? Ik moet naar de kapper. Van alles epileren. Crème op mijn gezicht smeren. Die wallen wegwerken.
Ik koop drie rokjes en twee blouses. In mijn oude kloffie wandel ik weg met een tasje kleding waarvan ik hoop dat ik ze durf dragen. Ik ga weer aan het werk. Een deel van het werk is het social media-gebeuren, waar ik (buiten deze blog) altijd zo ver vanaf gebleven ben, omdat ik bang was dat het zo veel tijd zo opslokken, en dat ik permanent met de blik van een buitenstaander naar mezelf zou kijken. Geen foto’s meer zou maken omdat ik ze mooi vond, maar omdat ze instagramwaardig zijn. Geen boeken meer lezen voor mezelf, maar om er slim over te doen op LinkedIn.
Ik voel me zo klein.
Ik voel me vaak zo klein.
(En waarom, waarom heb ik geen doos chocolaatjes in een kastje in mijn kantoor? O ja, omdat ik ze op zo een moment allemaal tegelijk zou opeten.)
En stiekem ben je ook groot, groot voor je tweeling… 😉
Vaak wel. Maar soms wil ik graag in mijn kast kruipen met een doos chocolaatjes.
Heel herkenbaar hoor. Denk dat iedere moeder dat (soms) heeft
Is er een plekje waar je klein mag zijn?
(bij je man?)
Iedereen moet soms eens klein kunnen zijn. Tussen al die grote mensen dingen door.
O, wat herkenbaar ❤️. En wat zul je je weer groot mens voelen met je nieuwe kleren aan. Je zult merken, dat het net werkt als met dat verhaaltje van die bos bloemen, die iemand krijgt. Daardoor moet de vaas afgewassen, en het staat eigenlijk wel shabby op die stoffige tafel, etc….aan het einde van het liedje is heel het huis spic en span. Al doe je maar weer eerst epileren, dat voelt al zo lekker.
Super dat je ook die opdracht hebt laten liggen en naar je buik hebt geluisterd. Wat zei de Man ervan?
Tsjaa, het leven is niet altijd makkelijk.
Nee, en tegelijk is het heel relatief allemaal. Ik schrik er gewoon van hoe anders je je in je lijf kan voelen doorheen verschillende fases in je leven. En hoeveel impact dat ook kan hebben.
hoe ik me in mijn lijf voel kan enorm snel wisselen. ik probeer me nu op de zelfkritische momenten bewust terug te sturen naar positieve gedachten van even eerder. goed kleden helpt daar voor mij ook zeker bij, maar pashokjes leveren daarentegen over het algemeen acute zelfhaat op.
kortom: herkenbaar! val jezelf niet te hard
Ik ben al een paar dagen aan het kauwen op een reactie waar je wat aan hebt. Langs de ene kant wil ik je laten geloven dat je er prima uitziet, echt waar, en dat je bovendien totaal niet verplicht bent verantwoording af te leggen over al dan niet geschoren benen. Langs de andere kant: zeggen dat iemand niets moet, is ook best een moetens opleggen, besef ik. Langs de derde kant: bij anderen zie ik het wel allemaal duidelijk, maar zelf raak ik in bijna net dezelfde vragen verstrikt van tijd tot tijd, dus: “herkenbaar” is zeker ook een valide reactie.
Weet je wat, toch nog? Wat mij vaak helpt is mezelf voorhouden dat er echt nog een tijd komt. Om er goed uit te zien. Maar dat ik ook graag lees, ook graag werk, ook graag blog, ook graag niets doe op internet, en reacties typ bij interessante blogs. En dat de tijd dikwijls dan al op is, meestal eigenlijk zelf. Misschien schrijf ik bvb. dit, terwijl er toch echt nog een keuken op te ruimen is, en begrijp ik mezelf tegelijk absoluut wel en absoluut niet dat ik dat doe-werk altijd maar uitstel.
Allez, nog één cliché dat ik toch ook een eye opener vond:
ik merkte dat ik mezelf een stuk mooier vond en vind als ik gewoon thuis ben, zonder de drukte van me te moeten vergelijken met anderen. Terwijl ik toch dezelfde persoon ben, en vaak hetzelfde draag. Nu probeer ik me in onzekere momenten voor te houden dat (a) waarschijnlijk niemand écht kijkt, (b) ik inderdaad niet het mooist geklede of best gekapte meisje van de zaal ben, (c) dat 95% van de aanwezigen dat eveneens niet is, terwijl ik echt niet van al die mensen denk: ‘oei, gij ziet er slecht uit’ (d) de spiegel thuis, alleen, me helemaal niet zo vaak zwaar teleurstelt.
Hopelijk heb je hier iets aan, en kan je met goesting en hernieuwde drive die nieuwe kleren aan 🙂
Pingback: Nog meer onthullingen | En ze leefden nog groen en gelukkig