Over een ontembaar kind en mijn spirituele bereik

Ik heb een soort van ‘spiritueel bereik’. Er zijn dagen dat ik het gevoel heb dat alles is zoals het moet zijn, dat allerlei dingen op mijn pad komen, dat ik vertrouwen heb in de kant die het allemaal uitgaat. En er zijn dagen dat het donker is en dat ik boos en verongelijkt ben.

In mijn morning pages maakte ik een lijn, een boog. Ik tekende twee poppetjes bij de uitersten. De ene groot en blij, armen in de lucht. De andere met hangende schouders. Beiden ik.

De boog bestond uit woorden.
opendankbaarzachtconnectedonrustigboosjaloersverongelijkt

(Ik vergeet nog heel veel woorden, het is een beginnetje.)

De laatste dagen zijn er veel ervaringen waardoor ik me aan de linkerkant bevind. Een bijzondere ontmoeting met iemand waarmee de golflengte klopte. Een contact met een manager van mijn organisatie die hetzelfde meemaakt als ik, alleen was hij niet bevallen maar had hij een hartaanval (seriously). Een lange autorit alleen. Een gesprek dat borrelt van de ideeën. Even terug in Leuven zijn. Op bezoek zijn bij de mooiste mensen die ik ken en daar chocomousse voorgeschoteld krijgen. Langslopen bij een vriendin hier in de buurt en zelfs in de korte beschikbare tijd een geniaal gesprek voeren. Denken aan de dochters – intens ouderschap op dit moment want ze sukkelen met ziekte en steken elkaar heel de tijd weer aan. En me realiseren dat ik een ONTEMBAAR KIND heb gebaard (kleine zus). En een lieve koala (grote zus). Hoe heftig het ook is (de Man was ongeveer gesloopt na mijn tripje naar België, het ontembare kind had hem onvermoeid bezig gehouden – hij had zelfs voorgelezen en dat vond ik heel schattig), het blijft zo een wonder.

Veilig aan de linkerkant, voelt het even alsof alles goed is, niets zomaar gebeurt en alles goed zal komen. Ik denk dat ik hier maar even blijf.