De baby’s hebben Ria Blom niet bepaald gelezen. Intussen is mijn zwangerschaps/bevallingsverlof voorbij, en gaat mijn ouderschapsverlof in. De baby’s eten nog acht keer per 24 uur. Grote zus kan slapen van 20u tot bijna 4. Kleine zus eet ook om 22u en 1u, en met een beetje pech zijn er nog nachten dat ik elk uur wakker ben. Omdat ze bijvoorbeeld liefst bij mij slapen, er krampjes zijn, huiltjes, kreuntjes.
Ook overdag is het nog wat aanpoten. Ik probeer ze te laten slapen in hun bedjes, door goed op hun vermoeidheidssignalen te letten. Maar het gaat nog alle kanten op. Hazeslaapjes, en een enkele keer een dutje van maar liefst twee uur. Maar vooral korte slaapjes, die mij te weinig ruimte geven om tussendoor iets te doen.
Met de flow mee kunnen gaan is een goede eigenschap. Hier is even alleen maar de flow. Ik ben sowieso niet zo goed in sturen en organiseren, maar met een tweeling word ik echt geleefd. Van borstvoeding tot borstvoeding. Ik slaap als zij ’s nachts slapen en niet als ze dat niet doen. De kleinste is de baas in huis met haar humeurtjes, hikjes en pijntjes.
Ik wil dingen maar kom er even niet toe en dat is nu maar even zo. Het is een beetje hobbelen doorheen de dagen en blij zijn als ik gedoucht heb of een goede maaltijd heb gekookt.
Een tweeling zien opgroeien is heel bijzonder. De motor die ontwikkeling is, waardoor ze in dezelfde periode gelijkaardige dingen doen. Zoals hun knuistjes in hun mond stoppen. Belletjes blazen. Plots lachen met geluid. Op hun zij proberen draaien. Sommige dingen doet Kleine zus eerst (motorische dingen), andere dingen (relationele) doet Grote zus eerder. En ze zijn zo ontzettend verschillend. Laatst las ik ergens dat een kind nog alles kan worden. Nou, vergeet het. Met een tweeling zie je dat mensen al iemand zijn en niet zomaar kunnen omgekneed worden tot iemand anders. Grote zus is kleine zus niet en omgekeerd. Dat zie je uiteraard ook als je maar 1 baby hebt, maar met twee kindjes is het allemaal veel duidelijker. Ze zijn op dezelfde dag geboren, leven in dezelfde omgeving met dezelfde ouders, en toch is Grote zus relaxed en goedig, en Kleine zus pittig, onrustig, vinnig.
En verder. Verder hakte een stevige borstontsteking er zwaar in (was ik ooit zo ziek?), staan de Man en ik wel eens schreeuwend tegenover elkaar – maar even goed zijn we een team want er is geen enkele andere optie, is alles met de broers wat gestabiliseerd (in het begin vond ik het bijvoorbeeld heel naar om aangeraakt te worden door de zonen, naast al dat aanraken met de kleine baby’s, nu voelt het weer gewoon) en verglijdt de tijd. Ik weet dat dit een fase is, en dat het leven weer groter gaat worden. Ooit. Tot die tijd is het goed zo.