Rare gedachten over alles wat moet

Het is zondag na heel veel week. Week met dagen de deur uit van 7 uur ’s ochtends tot 7 uur ’s avonds. Week met groepen, collega’s, een feestje, zelf een glas schuimwijn (hoe deed ik dat, vroeger dagelijks drinken?). Week met flink zijn en doorzetten. Week waarin vooral de Man aan de schoolpoort stond.

En dan is het weekend en moet ik weer gaan werken. Als ik tureluurs thuis kom, komen de mannen net terug van de cinema. Er zijn chocolaatjes voor mij, en de Man heeft voor het eerst ooit een kaartje voor me geschreven (dat is scoren!). De Mannen hebben kleding gekocht. Joggingbroekjes en truien met dino’s enzo, en ik moet lachen want ik vind het best grappig. (Mannen die kinderkleding kopen. Iemand?)

Op zondag gaat de Man 35 kilometers lopen. Ik doe de jongens in bad, we ruimen op, we verstouwen een weekportie aan was. Als de Man thuis komt doe ik boodschappen, we lunchen. Daarna geraken we in keuzestress. Want we moeten iets gaan doen met de kinderen. Maar wat? Het is geen weer voor strand. We kunnen niet kiezen tussen 6 speeltuinen. We kunnen geen kaarten meer kopen door de toneelvoorstelling van 15u en naar de film zijn we gisteren al geweest. Zelfoogsttuin met springkasteel dan maar? Wandelen op een landgoed? … Ik hoor mezelf zeggen dat ik gewoon iets wil waar de kinderen spelen en ik een boek kan lezen. En dan ontdek ik dat de kinderen aan het spelen zijn en ik een boek kan lezen als ik er nu gewoon één pak.

Ik ga kijken. Ze maken een treinspoor op hun kamer. Daarna gaan ze naar buiten  met hun joggingbroekjes aan. Ik hoor soms geschreeuw en geruzie maar ik blijf op de bank liggen en lees moois. Het geruzie maakt plaats voor samen spelen. Af en toe komen ze iets halen of iets vragen. Ze zijn gewoon lekker bezig en ik vind het mooi. De Man gaat rusten, ik schrijf dit blogje en verder zien we wel weer wat de dag brengt.

Vanochtend dacht ik weer eens hoe intens het leven met kinderen is. Ik had zo veel herkenning toen ik het artikel van Kelly las over introverte ouders in De Standaard van vorige week. En ja, die koters zijn luid en druk en maken ruzie en hebben elke twee uur wat te eten of te drinken nodig. Soms voel ik me slachtoffer van mijn eigen  kinderwens want ik wil er zo graag nog één, terwijl ik ook zo graag rust wil en op mijn eigen ritme en tempo kunnen leven en boeken lezen en slapen en denken en alles doen waarvan ik wou dat ik het kon doen maar wat ik nu even niet meer kan bedenken. Maar vrijdag zaten de Man en ik aan de ontbijttafel met twee vrije uren voor de boeg. En zonder de koters voelt het dan toch ook wel even als het zwarte gat. De doelen van ons leven zaten op school. Zoiets. En vanmiddag dacht ik dat het niet per se die koters zijn, maar wel de koters plus alles van elke dag. En al die rare gedachten over alles wat moet.

Zoals een zondagmiddag-activiteit. Waar we naar zochten, met tablets en boekjes over activiteiten met kinderen. Koortsachtig. Tot we beseften dat we geen kind aan ze hadden.