Het is als iets dat in me rond sluipt en weer toeslaat. Na maanden en alle veranderingen komen de symptomen weer terug van de ziekte die ik in de winter had. Ik krijg weer slappe benen, zo slap dat ik niet kan rijden. Ik heb geen kracht meer in mijn vingers en kan niet typen. Ik meld me een dag ziek. De volgende dag ga ik weer werken. Na die werkdag sleep ik me naar huis en eenmaal thuis ga ik recht naar bed, waar ik bang en ellendig blijf liggen. Zelfs een kopje thee maken voor mezelf is een niet te realiseren onderneming.
Ik ben boos omdat het terugkomt. Ik snap ook niet goed waarom. Ik heb gedaan wat ik moest doen om mijn leven een andere wending te geven. Ik ben verhuisd, ben minder gaan werken, heb andere keuzes gemaakt. Ik rust meer, ik probeer gezond te eten, ik loop, ik slik vitaminepillen en ijzer, ik werk niet meer ’s avonds. Wat moet ik nog doen?
Het loopt allemaal uit de hand, ook mentaal. Oude pijn wordt getriggerd door nieuwe gebeurtenissen, ik jank de ogen uit mijn kop, de man is boos op me en teleurgesteld, er is onbegrip en afstand, ik voel me verloren in deze stad en alleen.
Enerzijds wil ik toegeven aan die slappe benen. Rusten, slapen, niets doen. Ik wil verzorgd worden en een beetje zwelgen in gedachten aan tijden die te moeilijk en te eenzaam waren en hoe die een tol hebben geëist waar ik vandaag nog wankel van ben.
Anderzijds wil ik in mijn kracht zijn en blijven. Ik wil eigenaarschap nemen, geen speelbal zijn van mijn eigen vermoeidheid en beperkingen maar mezelf waarmaken.
Ik vind het zo complex. Ik heb kasten vol boeken maar soms lijk ik niets te weten. Alles lijkt twee kanten te hebben. Als de man kwaad weg beent na een onaangenaam gesprek, zoek ik verbondenheid. Ik wil geen kat en muisspelletjes meer. Ik bel hem en zeg hem dat ik het wil uitpraten. Mijn ego aan de kant, en de neiging om me zelf een dagje te gaan verstoppen met mijn pc en een stapel boeken overwonnen. Maar daar zit ik dan, te janken. Boos, verdrietig. We praten, maar er blijft afstand. Achteraf gezien was ik liever een dagje alleen geweest met mijn boeken en mijn pc. Kan ik verbonden zijn zonder afhankelijk te worden?
Ik ben moe dus moet ik ervoor kiezen te rusten. Maar in plaats van mezelf compassievol te geven wat ik nodig heb, ontaardt het rusten in een soort onaangename lethargie. Kan ik mezelf geven wat ik nodig heb zonder te ontsporen?
Ik moet mijn energie doseren, dus ik kan en wil gewoon niet meer mee in de ratrace van berichtjes, appjes en duizend mails. Maar intussen lijk ik iedereen in de steek te laten en mezelf enorm te isoleren. Kan ik mijn energie houden zonder van het toneel te verdwijnen?
Ik moet mijn werk afbakenen, want ik kan niet meer werken zoals ik het vroeger deed. Maar intussen stapelen dingen zich op. Kan ik afbakenen zonder onverantwoordelijk te zijn?
Ik heb een cursus gevolgd en er sluimert iets nieuws in me dat ik wil ontwikkelen. Alleen is de tijd niet rijp en de omstandigheden nog niet goed. Kan ik wachten zonder iemand te zijn met duizend plannen die er nooit eens wat van bakt?
Verdrijf ik de zwakte in mijn benen en handen met rust of met mezelf wat strakker aansturen? Misschien zijn ze niet eens een tegenstelling.