Perfect day

Hear. Hear. 

Het is vroeg dag en ik mag langer in bed blijven. 
Ik trek mijn mooie, belachelijk dure, kraakwitte peignoir aan en voel me een madam.
Met mijn gekoesterde Dille & Kamille-dekentje ga ik naar beneden en nestel ik me op de bank, als een luie poes. Hij reikt me cappuccino aan. Niemand maakt die met zo veel zorg en liefde als hij. Niemand zie ik zo graag cappuccino maken. Ik ben content. De tijd drijft voorbij. De kleine man wil duizend filmpjes zien, maar we kijken er maar enkele.

Hij vult het bad. Ik neem een foto van hen samen in bad. Ik schuim in en vis uit bad. Kleine man wil na het bad een schildpadje zijn en ligt in een handdoek gewikkeld op het grote bed. Ik wrijf in met olie en er is tijd en er is liefde en het is goed. De mannen halen brood en ik douche en kleed me aan en kom beneden en mag aan tafel en we maken plannen. Alles kan.

Alles kan. We kunnen naar Amsterdam. We kunnen winkelen. We willen naar het museum en daar gaan we, dwars de stad door. De man geeft instructies. Tot de lantaarnpaal. Tot de blauwe auto. Tot de bakfiets. De zoon met de loopfiets stopt netjes op elk punt.

We wandelen door straten die ik ken, maar niet bij naam. Ik zoek zijn hand. Ik kijk naar hem, hij loopt naast me, hij is me zo lief. Het geeft me zo veel rust en vertrouwen bij hem te zijn. Ik kijk. Hij is groot, zijn blik is scherp, er zit wat grijs door zijn haar en daar word ik week van. Weekdiertje, ik.

We komen bij het museum en kijken rond. Deze stad verbaast me nog elke dag en deze plek is een pareltje. We kijken en ik leer bij en ik laat me raken en ik zie en ik geniet van mijn mannen. We drinken koffie en eten cakejes en er is een kinderhoekje in het café en ik vind het zo’n goede plek. Hier wil ik wel komen thuiswerken.

Ik koop een boek en we wandelen terug. Met omzwervingen. Ik haal wat voor het avondeten bij een Italiaans zaakje en we gaan naar huis. Thuis rusten we op de bank. Er gaat een film op van Thomas de trein. De man valt in slaap en ik volg. Veel later word ik wakker en dan is het al tijd om boodschappen te doen, te koken.

De mannen zijn in de tuin met kinderen en ouders uit de buurt, en ik glip de deur uit naar de Albert Heijn die op mini-loopafstand is. Ik kook en we eten en de man doet het bedritueel terwijl ik een traktatie voor mijn verjaardag ophaal bij een mama van een klasgenootje.

Ik kom thuis en er is veel werk te doen. Ik wil nog schrijven en koken voor morgen en dingen voorbereiden. Ook perfecte dagen zijn gevuld.

Ik denk aan vorige zondag. De dag die begon met Bikram yoga. Thuiskomen en zien dat mijn mannen in de tuin werken. Naar de bakker gaan met een bakfiets vol jongetjes. Buiten komen en kijken hoe ze de bakfiets in klauteren, de kleinste met zijn rode laarsjes. Denken dat ik altijd al gewild had dat het zo was: het leven, het moederschap, kinderen hebben. Naar de speeltuin gaan, zeven kilometer verderop. Bakfietsen met twee schaterende kinderen. De man die meeloopt en dat lijf zien, dat lange lijf, en het zo mooi vinden hoe soepel hij loopt. In het gras in de speeltuin slechte koffie drinken terwijl de jongens verdwijnen in hun plezier. Pannenkoeken eten bij kennissen en dan terug fietsen met twee vermoeide en gelukkige jongetjes, die onder mijn trui op het bakfietsbankje zitten en me aankijken met waterige oogjes vol plezier en spelen dat hun knuffels diarrre hebben in de bakfiets (tja). De man die meeloopt en het op het einde een spurtje trekt dat ik niet kan inhalen. De kinderen wassen onder de douche en terwijl ze hun zachte pyjama’s aandoen denken aan dat ene gedicht.

toen werd het langzaam weer te mooi
om waar te zijn, de dingen
van de dag verdwenen voor de geur
van hooi, er lag weer speelgoed
in het gras en ver weg in het huis
lachten de kinderen in het bad
tot waar ik zat, tot
onder de appelboom

(een stukje uit Onder de appelboom van Rutger Kopland)

Dat het te mooi werd om waar te zijn.
Hier en nu. Hier en nu.

 

 

10 gedachtes over “Perfect day

Geef een reactie op Kathleen Reactie annuleren