Ik ging er mee stoppen. Dat dacht ik verschillende keren. Waarom zou ik verder schrijven? Erg gezellig was het niet meer op mijn webplekje. Ik ben volwassen genoeg om te weten dat mensen hun mening mogen uiten en ventileren, maar het ging pijn doen en dat voelde vaak ongenuanceerd of onterecht. (Zonder de boel weer in de fik te willen steken, verwijs ik voor wat nuances naar dit.)
Toch voelde stoppen niet eerlijk. Voor mezelf zou het een verlies geweest zijn, want ik moet schrijven. Schrijven om mijn kop te ordenen, na te denken over dingen. Mijn eigen introverte manier van in de wereld staan. Met deze webplek kan ik in de wereld zijn. Maar eventueel kon ik ook wel een dagboek met een slotje er op kopen en dan was alles opgelost. Of gewoon elders opnieuw beginnen. Haha.
Maar het voelde niet eerlijk. Stoppen. Het offline- of delete-knopje zoeken. Omdat, zo besefte ik toen de lucht hier weer wat klaarde en toen een aantal mensen me hadden verteld dat ze iets hebben aan deze webplek, het hier een gemeenschap is. Een plek waar mensen komen lezen, zich betrokken voelen, reageren op mij of op elkaar, of gewoon wat gedachten meenemen in hun eigen leven. Een keer mailde iemand me dat deze plek een reminder was om te waarderen wat ze heeft, ook al was ze haar man en kinderen soms eens vierkant beu. Zoiets vergeet ik niet. Een andere keer smste iemand me over een stukje dat ik geschreven had toen mijn jongste naar school moest voor het eerst. Ze had er aan gedacht toen ze haar jongste kind voor het eerst naar school bracht. Schoon is dat. Ik had er kippevel van toen ze het me liet weten.
Een gemeenschap, dus. Eén waarbinnen ik weet dat ook de scherpste reacties, of misschien zeker de scherpste, voortkomen uit geraakt zijn, betrokken zijn.
En dan denk ik terug aan waarom ik met deze plek begon. Om een verhaal te schrijven dat ik zelf had willen lezen toen ik alleen was en verdriet had. En daarom schrijf ik verder. Omdat ik niet alleen de taaie jaren, maar ook de vonkjes happily ever after wil delen. Die behoorlijk alledaags en gewoon kunnen zijn. Maar saai, lieverds, wordt het nooit.