Stoer

Ik zit aan de kant en luister naar het slotwoord van de studiedag. Ze komt naast mij zitten. Ze is een stoer wijf, mooi, sterk, krachtig. Ik heb een poppig jurkje aan, heb mijn haar los opgestoken en ben voor de gelegenheid vrij grondig opgemaakt. Concealer en foundation tegen de vlekkerigheid, de bleekheid, de jankerigheid. Het hielp. Ik stond er, ik heb gedaan wat moest. Op zo’n momenten, voor een groep, is het alsof ik uit één stuk besta. Mensen luisteren, ik praat, maak een grapje, zet ze aan het werk, nodig hen uit tot inzichten te komen, naar binnen te kijken, iets te delen met elkaar. Ik ben daar goed in. Het gaat vanzelf.

Ze vertelt me over haar kind, dat ze alleen opvoedt. Of er contact is met de vader, vraag ik. Ze zucht. Ze vertelt me over de man die ze buiten gezet heeft toen ze zwanger was, omdat ze zichzelf niet meer was bij hem. Ze ging kapot, terwijl hij floreerde. ‘Ik werd geen beter mens van die relatie,’ zei ze. En ik zie aan haar dat het een understatement is. Het contact met het kind? Hij probeert haar te raken, via het kind. Door het kind niet op te halen, door dingen te beloven en ze niet na te komen waardoor het kind volledig overstuur geraakt bij de moeder. Soms staat het kind daar als hij het moet ophalen. Met een boekentasje op de rug, op een leeg schoolplein. Huilend, wachtend. Zij lijmt de scherven dan.

Dat ze hulp heeft gezocht, vertelt ze. Want ze weet niet wat ze moet kiezen. Het contact met de vader blijven stimuleren, of het verbreken? Ik hoor dat ze oprecht zoekt naar wat het beste is, wat recht doet aan de betrokkenen, wat best is voor het kind.

Dat ze soms totaal uit haar dak gaat, vertelt ze. Waar het kind bij is, ja. Om hem, om de zoveelste frats. Om weken waarin alles goed ging en ze een beetje vertrouwen opgebouwd heeft. Net als ze wat achtelozer is geworden, gebeurt er weer wat. En dat het door haar ziel snijdt, om het kind dat het niet verdient om te staan wachten op een leeg schoolplein op iemand die niet komt .

We zitten naast elkaar. Ik met mijn poppig jurkje, zij een stoer wijf. Ze is vijftien jaar ouder dan ik. Ze staat er, helemaal. Ze straalt kracht uit. Ik vraag me af hoe ze prooi is geworden van die man, maar ik durf de vraag niet luidop stellen. Ik ben niet zo krachtig, ik ben zo popperig dat een collega me straks onder zijn hoede neemt en mij richting de juiste autostrade escorteert (en ja, ik kan dat zelf, maar ik kan vaak niet tegen mensen op). Zij is zo stoer dat ik denk dat ze alles voor elkaar heeft. Ze beantwoordt mijn vraag, zonder dat ik ‘m gesteld heb. Dat er geen liefde en erkenning was van haar vader. Dat ze die nodig had gehad.

Ik geloof oprecht dat de man waar ze het over heeft een persoonlijkheidsstoornis heeft. Net als ik geloof dat Dirk er één heeft. Het complexe aan persoonlijkheidsstoornissen is dat ze heel onbevattelijk zijn. Ik ben vast zwak en dom en ik heb een behoorlijke kwetsuur waardoor ik een prachtige prooi ben voor Dirk en als ik er niets aan doe, ook voor anderen. Maar ik heb wel een levende ziel. En dat maakt dat ik niet kan doorgronden hoe Dirk in elkaar zit. En dat maakt dat ik nooit voorbereid ben op wat er gaat volgen. Met mensen met een persoonlijkheidsstoornis maak je dingen mee die zo extreem zijn, dat je je afvraagt wie er nu eigenlijk gek is. Jij of die ander.

Met de woorden van Jan Storms:
‘Er is waarschijnlijk geen geestelijke afwijking zo vernietigend voor het web van menselijke relaties als psychopathie. Met zekerheid is het voor hen die met een psychopaat in aanraking komen de gevaarlijkste vorm van krankzinnigheid. De geestesziekte van de psychopaat heeft ogenschijnlijk alle kenmerken van gezondheid. Het is het bedrieglijk gewone dat ons geruststelt, vleit, inhaalt als een vriend of een geliefde, met als enig doel ons leeg te halen en te vernietigen. Psychopathie is parasitisme dat vermomd kan gaan als menslievendheid, onschuld, goedheid, superioriteit, hulp en hulpbehoevendheid. (…)
Wanneer iemand in de ware aard schouwt van een psychopaat, iemand die misschien al jaren met deze mens samenleeft, wanneer het masker valt, dan kan dit een schokkende realisatie zijn, een ervaring die ons hele beeld van de mensheid omverhaalt. Zo geperfectioneerd kan het masker van de psychopaat zijn, dat zie de psychopathische misleiding ontdekt, gaat twijfelen aan zijn verstand of zelfs in een crisis terecht komt die hem verlamt, ontreddert en – wellicht tijdelijk –  nog meer verstrikt in de destructieve relatie.
De prooien van psychopaten geraken vaak alles kwijt: hun relaties en bezittingen, hun gezondheid en hun baan, hun vertrouwen in de anderen, hun bereidheid om relaties aan te gaan, en hun goede naam.
Niettegenstaande de verschrikkingen die zij meemaken, staan zij vrijwel alleen. Wat zij moeten doorstaan is zo bizar en zo in tegenstelling met het gelikte masker dat de psychopaat aan de buitenwereld vertoont, dat zij niet geloofd worden wanneer zij erover vertellen.’

Eerlijk? Ik hoop elke dag dat het niet waar is. Elke dag. Daarom zoek ik hem op, kijk ik of er wat verandert, put ik hoop uit het feit dat hij eindelijk een thuisje voor elkaar heeft en wat werk, praat ik met hem, blijf ik proberen dat innerlijk te schouwen, coherentie te vinden in de persoon die hij is, een blijk te zien van echte empathie, of een geweten dat werkt. Zijn maskers werken perfect, en ik vind het moeilijk daar doorheen te kijken.
Bij Dirk zijn laatste frats kwam ik weer in een enorme crisis terecht, omdat het me terug wierp op die vraag: ben ik nu gek of is hij het? Er ontstond een vreselijk complexe mix in mij, van twijfel aan mezelf, van plots elk houvast missen. Maar ook: van hoop. Hoop dat het waar is, dat hij een gefrustreerde homoseksueel is met een functionerend geweten en echte empathie, die er een zootje van gemaakt heeft maar nu in het reine wil komen met zichzelf en anderen. Ik hoopte dat het zo zou zijn. Het zou zo tragisch zijn als de pest. Maar wel beter dan de realiteit. Mijn realiteit en die van het stoer wijf.  En die realiteit is dat we te maken hebben met iemand die ogenschijnlijk gezond (of zelfs charmant is – het stoer wijf zei over haar ex: ‘komt hij hier binnen, hij pakt je zo in‘), maar uiterst en ongeneeslijk destructief en onlosmakelijk met ons leven verbonden – want vader.

P.s. Ik heb jullie reacties gelezen. Ja, het enige dat ik kan doen is mijn eigen kracht ontwikkelen, de wonden helen, zorgen dat hij geen ingang meer heeft via mijn zwaktes. Ik weet intussen heel exact wat er met me aan de hand is, en volgende vrijdag doe ik maar weer eens een poging hulp te vinden bij het helen van mijn achillesziel en – hart. Ik beloof dat ik me niet meer laat gaan en geen instructies voor anusspoelingen meer tot mij neem.

P.s.2. Of ik dom ben? Vast wel. De enige verklaringen die ik heb voor de dingen die ik doe, is liefde en passie. Ik heb intens veel en oprecht van Dirk gehouden. Vandaar dat het zo moeilijk is van hem los te komen. Vandaar dat ik wel eens koffie dronk bij hem en hoopte een teken te zien van een echt mens die in staat is tot liefde, empathie, brokken lijmen, man en vader zijn. En ik doe mijn werk, niet omdat ik één of ander superdiploma heb (integendeel: ik heb een diploma waar ze op de arbeidsmarkt niet op zitten te wachten), maar omdat het mijn passie is, omdat ik het kan, omdat ik me goed voel in de organisatie. Dat is een domein van mijn leven dat niet besmet is door Dirk, en daarom ultiem belangrijk voor me.

 

14 gedachtes over “Stoer

  1. Je bent niet alleen prinses, helaas hoor ik te vaak zulke verhalen van mensen die me zeer dierbaar en nabij zijn. Ik, die tot voor kort helemaal niet wist wat een psychopaat nu eigenlijk is… Jouw verhaal geeft me inzicht in wat er bij mijn oudste aan de hand was (en nog steeds een beetje is, elke week wel wat minder en zij heeft gelukkig geen kind met hem, hoewel hij nog steeds zegt er een te willen samen… zucht)
    Ik hoop echt voor jou dat je er stilaan uitraakt, uit dat moeras.
    Ik bewonder je oprecht (al heb je daar niks aan…) en ben blij met je rustige antwoord op de reacties van gisteren, want eerlijk gezegd, ik schrok behoorlijk van wat mijn naamgenote schreef en vroeg me bezorgd af wat het met je deed en hoe ik hier in jouw plaats zou op reageren.
    Ik wil je bedanken voor je moedige openhartigheid en ik wens je elke dag wat meer beterschap toe.

  2. Zo is het helemaal. Het boek van Jan Storms is erg goed. Het zou verplichte lectuur moeten zijn in middelbare scholen. Eigenlijk zou werkelijk iedereen dit boek moeten lezen. Ik zal het mijn kinderen laten lezen wanneer de tijd daar rijp voor is. Hoeveel ellende zou er kunnen worden vermeden wanneer er wat meer kennis zou zijn rond psychopathie en persoonlijkheidsstoornissen, is een vraag die ik me voortdurend stel. Ik ben zo blij met dit stuk. Je doet wat ik zelf eigenlijk al zo lang wil doen maar waar ik de moed en de manier niet voor vind: kennis verspreiden rond deze vreselijke onzichtbare ziekte die zoveel mensen kapot maakt. Ik ben uit deze hel ontsnapt (niet volledig, met kinderen lukt het nooit volledig, maar toch wel wat mezelf betreft), jij bent goed bezig met eraan te ontsnappen (volhouden, prinses, je bent heel goed bezig, vooral niet meer twijfelen hoezeer je dit ook wil), maar hoeveel mensen blijven er niet hun hele leven lang hangen in het web van deze giftige spinnen en gaan er tenslotte aan kapot, helemaal leeggezogen en zichzelf verloren? Veel meer dan wij denken. En inderdaad, als je blog ook maar één iemand de kracht geeft om uit een dergelijke relatie te ontsnappen, dan is dat al fantastisch. Echt.

  3. Je schreef ergens dat Dirk gezegd had dat hij jouw drama als reactie op zijn bekentenis prachtig vond… Dat zegt genoeg denk ik. Volgens mij zag hij hoe jij sterker en sterker werd en zocht hij een manier om je te raken, aan het wankelen te brengen. Laat je niet van je stuk brengen! Ik wens je veel kracht toe.

    • Ja, hij heeft dat nog een paar keer gezegd. Dat het prachtig was. En dan vroeg hij hoe lang het geleden was dat ik nog zooo dicht bij mijn gevoel was. Alweer een twijfelmoment voor mij, want de insinuatie was dat ik niet tegen mijn eigen emoties kan.

      • Hé ho, stop! Alsof je alleen maar dicht bij je gevoel bent als er drama is.

        Al die momenten dat jij tot in je tenen geniet van muziek, van wind door je haren, van iets te eten of te drinken, van iets wat je kinderen doen of gewoon omdat ze er zijn; van als het vliegt op het werk: dat is OOK jouw gevoel en daar ben je dan OOK dichtbij.

        Darling, jij kunt prima tegen je eigen emoties. En dat je niet constant ZO diep langs de bodem gaat, is heel gezond. Zowel omdat je voor jezelf moet zorgen als omdat je twee jongetjes hebt waar je ook nog voor zorgt.

        Jij bent niet gek.

        Zachte klemknuffel.

  4. Als je ouder wordt, wordt alles makkelijker. Trust me. En houd je vast aan dat wat vanzelf gaat – en aan een stoere lotgenoot. Je bent niet alleen (maar dat wist je hopelijk al!)

  5. Dat zinnetje “komt hij hier binnen, hij pakt je zo in” vind ik zo raak. Omdat het zo op mijn ex slaat… En omdat ik nog altijd twijfel aan mezelf… me afvraag of het niet gewoon ik ben die zot geworden is… Die types “mensen” doen ons altijd aan onszelf en onze intuïtie twijfelen. Meer nog, ze zijn zo verstorend dat onze intuïtie niet goed meer werkt…

    • Natalie, heb je het boek van Jan Storms gelezen? Mijn ex pakt me nog steeds in, en soms zoek ik het zelfs op ingepakt te worden. Hij is Mr Charming himself als hij er zijn best voor doet (heb hem helaas ook te vaak gezien op momenten dat hij het niet kon opbrengen), maar ik realiseer me ook dat ik altijd onbevredigd achterblijf. Hij wekt zo veel verwachtingen (troost, zorg, aandacht, …) maar hij biedt het nooit echt.

Geef een reactie op Lies Reactie annuleren