Hoe ik de puzzel leg: werk en gezin voor alleenstaande ouders

Op mijn blog wordt er vaak naar ‘naakte moeders’ gezocht, maar bij de zoektermen zie ik ook vaak vragen staan over hoe je als alleenstaande ouder werk en gezin combineert.

Ik heb geluk. Niet gedacht dat ik dat nog eens zou schrijven, maar op dit moment is de puzzel haalbaar voor mij en lopen de dingen min of meer gesmeerd. Daarom geef ik jullie graag een inkijk in mijn puzzelstukjes en hoe ik ze leg.

  1. De baan
    Ik heb een leuke, flexibele baan waar ik een bepaalde vorm van vrijheid geniet, mijn eigen agenda in een bepaalde mate kan bepalen en thuis mag werken. Nog nooit heeft iemand gecontroleerd waar ik uithang of wat ik doe. Ik moet uiteraard wel bereikbaar zijn en resultaten afleveren. Het hebben van dit soort baan, helpt. De schaduwkant van dit soort baan, is dat je nooit klaar bent. En dat je dus thuis zit te werken op vrijdagochtend 11u maar ook op zaterdagavond 21u.
  2. De passie
    Laatst had ik het met een collega over energie. Dat ik nu een pak meer energie heb dan een jaar geleden. Of ik wist hoe dat kwam? Hij keek me lang aan, ik werd er wat ongemakkelijk van. ‘Je bent hier op je plek’, zei hij. Hij heeft gelijk. Voor een baan die je met passie doet, wil je wel eens 100 km meer rijden, lange dagen kloppen of op zaterdagavond om 21u thuis zitten werken.
  3. Het steungezin
    Omdat ik voor mijn baan een nachtje per week van huis ben, heb ik een steungezin met plek aan tafel en in de slaapkamer. Ik heb lang onderhandeld met pleegzorg om gebruik te kunnen maken van logeerzorg. Toen bleek dat dat bijna onmogelijk te regelen was, ben ik de mama van het logeergezin letterlijk een keer tegen het lijf gelopen. Ik kende haar van vroeger en wist dat ze een groot hart voor kinderen heeft, dus heb ik de vraag bij haar neergelegd. En zo geschiedde. Ik vind het nog steeds een wonder. Het logeergezin heeft vanalles te bieden dat ik niet in huis heb. Ik probeer het te zien als een verrijking voor iedereen. En het is het puzzelstukje bij uitstek waardoor de puzzel plots past.
  4. Kinderopvang
    Alle maten en soorten. De dagopvang voor de peuter, soms naschoolse opvang voor de kleuter, speelplein in de zomer. Je kan er vanalles van vinden en leuk vind ik het als ouder niet, maar het is een soort van onvermijdelijk. En als je je schuldgevoel daarover een keer parkeert, is het al een pak minder lastig. Ik vind het nog steeds tekenend dat ik de Kleuter een keer op tijd kon ophalen (zijnde: half vier – geef toe, wie kan er nu een hele werkdag hebben en om half vier aan de schoolpoort staan?!) en dat hij kwaad op me was omdat ik hem zo de kans ontnam met de fietsen te racen op de speelplaats. Dat relativeerde meteen een boel.
  5. De babysits
    Ooit schreef ik al over het clubje straffe madammen. Intussen zet ik ze nog iets uitgebreider in. Bijvoorbeeld op een woensdag als ik thuis werk, breng ik de kinderen relax weg, werk ik van 9 tot 12, haal ik ze weer op, eten we pannenkoeken en brengen we wat tijd samen door, komt de babysit om 14u30 zodat ik kan gaan werken. Ik werk dan tot 17u30 in mijn werkkamer boven, terwijl de jongens fijn thuis zijn en kunnen spelen met elkaar en met een heldin die een boekje heeft meegebracht en wel zin heeft in gezelschapsspelletjes (in tegenstelling tot hun moeder), of toch goed kan doen alsof. Daarna kook ik, stop ik ze in bad en bed met een zeer uitgebreid boekjesmoment dat we als über-quality-time met elkaar nemen. Het saldo werkuren is op dat moment 6 uren, maar ik word betaald voor 8. Dus zit ik van 20u30 tot 22u30 weer aan de computer. Het is een beetje raar om een babysit te hebben terwijl je zelf thuis bent, maar ik wil gewoon niet meer terug naar de stressmomenten waarbij ik iets af moest werken en ik de kinderen dan maar verplichtte te slapen/tv te kijken/stil te zijn/… Nu hebben zij een aanbod, ik kan werken, iedereen relax. (Dit gebeurt trouwens niet elke woensdag, hoor!) Ik neem ook regelmatig vrije uren op op woensdag, maar ik ben er wat van afgestapt vrij te nemen, om vervolgens toch nog twee avonden keihard door te werken om het werk af te krijgen, waardoor ik vier vakantieuren heb ingeleverd maar wel zes uren extra heb gewerkt die ik nergens kan ingeven.
  6. Noodlijnen
    Daarnaast heb ik ook een paar noodlijnen. Voor als ik het niet red. Voor de onverwachte momenten. Ik maak er zo weinig mogelijk gebruik van, maar het is wel goed twee nummers in je telefoon te hebben die je kan bellen als je op de Antwerpse ring staat en geen millimeter vooruit komt.

Het is haalbaar, maar ik had natuurlijk liever een rustiger nest gehad dat ik niet alleen moest onderhouden en warm stoken, in emotioneel en praktisch opzicht. Grote nadelen zijn op dit moment de volgende:

a. Ja, ik wil graag meer tijd met mijn kindjes doorbrengen en niets anders moeten dan gewoon spelen op de mat. Maar nee, dat zit er nu niet in. Ik besef maar al te goed dat mijn baan het enige is dat ons uit de armoede houdt, want als alleenstaande ouder ben je verdomd kwetsbaar. Dus moet ik zorgen dat ik de baan houd, er moet brood op de plank. Ik leer met die kwetsbaarheid leven, maar het gebeurt nog te vaak dat ik door een onverwachte kost zoals de milieubelasting, de laatste twee weken van de maand doorbreng met dertig euro. Intussen lukt me dat, maar ik verlang er zo naar gewoon eens met de jongens een hapje te gaan eten als ik geen zin heb om te koken, of een keer naar Ikea te rijden om iets leuks, of om zoals vroeger gewoon de krant te gaan lezen in een koffiebar, en zonder meer 10 euro uit te geven aan koffie, taart en sapjes voor de kinderen. In mijn hoofd ligt er een linkje tussen hard werken en het goed hebben (dus ook: ruimte voor leuke dingen), maar in de realiteit bestaat dat linkje niet. Ik vind het ook stom dat ik voor die ene keer dat ik per jaar naar de kapper ga, weken buikpijn en twijfel heb. Of stress als een vriendin vraagt mee naar de binnenspeeltuin te gaan (dat is pokkeduur!) of als de Kleuter naar het zwembad wil. Ik heb het gevoel dat ik hard werk, maar dat die kleine luxe- en glansmomentjes die vroeger zo gezellig waren, er echt niet meer in zitten. Uiteraard zijn ze niet levensnoodzakelijk. Maar toch.

b. Verdorie, babysit kost geld. Gelukkig krijg ik via een lezer van de blog babysitsponsoring, die ik wel gebruik voor babysitmomenten om wat tijd voor mezelf te hebben (zoals een film zien, naar de yoga gaan) en niet om tijd te kopen om te werken. Ondanks dat is 4 euro per uur best een investering. En dan vind ik het weer heel krom: als alleenstaande ouder heb je minder inkomsten dan een gezin met twee werkende ouders, maar doordat je geen andere ouder hebt om op te rekenen, heb je net die extra kosten voor babysit en kinderopvang.

c. Geeuw. Ik blijf het gevoel houden in het spitsuur van het leven te zitten en er zijn heel weinig rustpunten. Werk en gezin combineren is sowieso voor ouders van (jonge) kinderen een hele opgave, en als je het alleen bereddert is dat mogelijk nog net dat beetje uitdagender. De laatste weken verzuip ik ook in de deadlines. Op dit moment bijvoorbeeld tel ik de dagen af. Nog zo veel dagen keihard werken (studiedagen voorbereiden en geven) en dan mag de druk even van de ketel. Maar ik weet zelf ook dat een cursus die ik moet geven start op korte termijn, dat mijn huishouden verwaarloosd is en aandacht nodig heeft en dat het dus eigenlijk nooit rustig wordt. Ik heb geen talent voor rust, I guess. Dus is er koffie. En pepdrank. En maagzuur.

P.s. Ik lees de post zelf nog een keer door en voel zelf het verschil met vroeger. Vroeg had ik meer een slachtofferhouding (‘ik wil niet en ik kan het niet en iemand moet het voor me oplossen‘), terwijl ik nu gewoon probeer te doen wat kan en zorg dat wat moet lukken, lukt.