Prinses rehabiliteert het huishouden en denkt na over kwetsbaarheid en kracht

Mijn vorige post werd duchtig gelezen. Ik vond de reacties die er kwamen geweldig. Wat fijn dat mensen de tijd nemen ‘je’ te lezen, hun eigen gedachten over wat je schrijft te laten gaan en die gedachten dan ook willen delen. Merci daarvoor! Het heeft mij ook weer aan het denken gezet. Over het huishouden, met name. En over kracht en kwetsbaarheid.

Trut of wolvin?

In mijn vorige post had ik het over een vrouwbeeld: de perfecte vrouw die alle balletjes in de lucht kan houden. Ik vroeg me af waarom we met z’n allen zo hard voor dat beeld gaan. Inclusief ik, met alle frustratie van dien. Waarom stellen we geen vragen bij dat perfecte plaatje? Bij alles wat we willen dat misschien toch niet allemaal tegelijk kan? Bij wat de rol van anderen in ons leven daarbij mag zijn (cfr. de husbies, die ik jammer genoeg niet heb, maar eventueel ook anderen)? Waarom vragen we ons niet af of wij het wel zijn die deze dingen willen? Willen we niet gewoon pleasen, concurreren, meerennen met de massa? En door onze tipjes en truukjes te delen, maken we elkaar misschien soms gek.

De handdoek in de ring

Anderzijds zie ik ook dat allerlei dames toegeven dat ze het niet voor elkaar krijgen. Dat ze soms de handdoek in de ring moeten gooien, op een krukje in de keuken in huilen uitbarsten, eens overstuur geraken op het werk, of de afwas laten staan. Dat past dan in het nieuwe beeld van kwetsbaarheid. Kwetsbaarheid die we ook aan elkaar moeten durven tonen en die op een manier een enorme opluchting voor mij betekent. Zien dat het elders OOK niet lukt, aaarghl! Een blik mogen werpen achter de perfecte gevels van anderen, oef!

Bedenkingen

Twee bedenkingen, bij dit alles. Eén over het huishouden, één over kracht en kwetsbaarheid.

1. Het huishouden.

We  besteden er f*cking veel tijd aan, dames. In de reacties op de post over de trut en de wolvin, werd dat een aantal keer gerelativeerd. Het is allemaal niet zo belangrijk, of we moeten maar wat minder leren doen. Of het hoeft onze prioriteit niet te zijn. Misschien klonk soms ook even door dat het misschien wel minderwaardig is.

Het probleem met het huishouden is dat het nooit ophoudt (ik durf niet naar de keuken, aangezien ik vanochtend zo aardig ben geweest om de hagelslag boven te halen, terwijl het huis gisteren gepoetst is). Huishoudelijke taken vergen organisatie, maar niet het grootste intellect. Bovendien moet iedereen ze doen, wat het soms wat banaal maakt.

Ik stel, bij deze, dat ik het huishouden niet onbelangrijk vind, en al zeker niet minderwaardig. Ook niet ten opzichte van betaalde of intellectuele arbeid. Het heeft misschien te maken met het opgroeien in een huis waar het vaak erg rommelig was, waar ik vaak zelf nog even kleding moest wassen om iets aan te hebben om naar school te gaan, en waar ik als puber wel eens na school naar de winkel ging om te beginnen koken omdat ik zag dat daar niet zo veel aanzet toe werd gedaan. Ik vind het huishouden een werk van essentiële liefde en zorg. In die zin doe ik het graag en liefst zorgvuldig en het frustreert me dat ik het niet helemaal krijg zoals ik het wil hebben. Als ik ’s avonds de broodmachine aanzet, de havermoutpap klaar zet, de afwas doe, de hagelslag van onder de tafel zuig, de kleedjes klaar leg, de luiers uit de wasmachine haal, … dan is dat liefde. Liefde voor mijn jongens en mijzelf. Want ik wil dat we ’s ochtends beneden komen in een nette keuken, dat het ontbijt voorbereid is, dat er iets is om mee naar school te nemen, dat er schone kleedjes zijn en gewassen luiers. Het geeft rust in ons huis, en vooral mijn oudste zoontje die hooggevoelig blijkt, heeft dat nodig. Ikzelf trouwens ook.

Om even terug te grijpen  op de trut/wolf-post: ik denk dat de wolfsvrouw instinctief kiest voor de bescherming maar ook het welbevinden van haar jongen. Netheid, zorgen voor een georganiseerde omgeving, horen daarbij. Dat biedt trouwens ook veiligheid (hygiëne, weetjewel).

De tegenstelling tussen de ‘trut’ en de ‘wolfsvrouw’ zit ‘m er niet in dat de ene haar keuken aan de kant heeft en dat het de andere niets kan schelen. Wel in het handelen naar verwachtingen van anderen (beantwoorden aan het perfecte plaatje) versus op eigen instinct af keuzes maken, leven ‘van binnenuit’. Dat brengt me naar het volgende punt.

2. Kracht en kwetsbaarheid.

Kwetsbaarheid is ‘in’. Ik zie het rondom me in deze vorm: ‘het lukt me niet (altijd) om te voldoen aan het ideale plaatje, en dat durf ik toegeven. Sorry’.

Het is een kwetsbaarheid die oplucht. We geven aan elkaar toe dat we ook soms even geen zin hebben om de was uit te halen, om onze benen te epileren, om op bezoek te gaan bij de schoonouders (daar heb ik dan weer geen last van, haha ;)).

Ik pleit bij deze voor een andere vorm van kwetsbaarheid. Een krachtige, namelijk deze: ‘ik kies ervoor om niet te voldoen aan het perfecte plaatje, maar ik kies voor …‘. Het is kwetsbaar, want je moet iets van jezelf tonen, iets dat ingaat tegen wat de meeste mensen graag willen zien. Je moet ergens voor gaan staan. En in die mate is het ook krachtig.

Ik heb het deze week geprobeerd. Na mijn bodemmoment had ik nogal een diepe crisis deze week. Het ging niet meer. Op een dag heb ik naar het werk gemaild.

Dit heb ik niet geschreven: ‘ik krijg het allemaal niet meer af, sorry, ik heb hulp nodig!’.

Ik heb geschreven: ‘Ik kies ervoor om die en die taken rustig af te werken en ik wil er niet voor kiezen dit weekend ’s avonds te werken. Ik heb dus x aantal uren ondersteuning nodig zodat ik taken kan uitbesteden zonder dat de opdrachten die af moeten zijn, in het gedrang komen.

Let vooral op de afwezigheid van het woordje sorry.

Doen jullie mee met het kwetsbaar-krachtig/krachtig-kwetsbaar? Inspireer ons in de commentaren, of schrijf er een stukje over en deel je link.

Fijn weekend, dames. Ik kies er voor mijn keuken net te houden en naar het bos te gaan. What about you?