Happy family

Vijf maanden geleden ging Dirk weg. Het voelde heel gehandicapt. Een gezinnetje met een lege plek, een amputatie. Onnozel klein, wij met drie. Te weinig. Beschamend weinig.

Intussen voelt het als een hecht clubje. De jongens en ik! Ons gezinnetje. Wij! Als Dirk hier is, voelt het voor mij zelfs alsof hij een indringer is. Waar ik vroeger zat te hopen dat hij zou blijven, gewoon maar zou blijven, zit ik me nu telkens af te vragen wanneer hij weg gaat.

Toch loop ik nog tegen dingen aan.

Zoals weekendochtenden. Dit weekend was het respectievelijk 6u02 op zaterdag, en 5u15 op zondag. Aauw. In het kader van mijn masterplan en het oprekken van de te krappe grenzen van dit leven, had ik vrijdagavond de eerste bijeenkomst van onze nieuwe leesclub, en zaterdagavond ging ik naar een voorstelling met een vriendin. Aauw. Aauw. Aauw. Ik heb het me stevig beklaagd en had het gevoel dat iets leuks inplannen voor mezelf ook altijd weer in mijn eigen gezicht ontploft. De uren slaap die ik gemist heb door iets leuks voor mezelf te doen, maakten het me zondag echt heel moeilijk. Het weer was verschrikkelijk, ik was lamlendig van vermoeidheid en kon bijna niets verdragen. En dat is dan ook de dag waarop Kleuterzoon weer eens zit te miepen over zijn eten, en Babyzoon blijkbaar weer een nieuw tandje of een aanstormende kinderziekte in petto heeft. *Soms wil ik van de aardbol verdwijnen.*

Ook blijf ik – ondanks wat genomen maatregelen – het gevoel hebben dat wat ik moet doen mijn draagkracht overschrijdt. Van gemiddeld 5u30 tot 19u30 ben ik moeder. Op weekenddagen is dat full time bezig zijn met de kinderen en de schade in het huishouden beperken. In de week is dat iedereen op zijn plek krijgen, werken en dan weer iedereen ophalen en zorgen. Om 19u30 ben ik kapot. Maar van 19u30 tot ongeveer 21u moet ik het huishouden doen, want hoe je het ook draait of keert, alleen met een kind van 4 en 1 kan je gewoon echt niet veel voor elkaar krijgen. En van 21u tot 23u30 beantwoord ik mails, doe ik achterstallig werk, … Om daarna doodmoe in mijn bed te ploffen. En uiteraard gemiddeld drie keer per nacht voor één van de kinderen op te staan.

Ik loop heel de tijd achter alles aan, loop me overal te excuseren dat ik mails nog niet beantwoord heb, of papieren nog niet ingevuld en ingediend, of rekeningen nog niet betaald.

En ook het voortdurend onder stress staan bij het doen van dingen die je gewoon even relax wil doen, valt me zwaar. Douchen, koken, benen epileren, stofzuigen, de was uithalen, … Als ik het doe als de kinderen wakker zijn, is het telkens met een dosis stress omdat er elke vijf minuten wel één van de twee weent, mij ergens voor nodig heeft, ergens van af valt, … Aaghrl, zaterdagavond ging ik weg en ik heb even gedacht dat ik met één geëpileerd en één niet-geëpileerd been zou moeten vertrekken. Omdat ik gewoon niet aan been twee toe kwam. Grmbl. Zo’n basic dingen, maar het is precies altijd vechten om daar een moment voor te vinden.

Maar goed, dit ging een positief verhaal worden.
Ik merk dat het steeds vaker ‘ok’ is zoals het is. Ik kan me niet meer herinneren wanneer ik laatst in bed heb gedacht dat ik wou dat Dirk er was. Ik ben meestal te moe om in bed nog te denken ;). Maar het schrijnende gemis, dat is over.

Wat ook mooi was, was de leesclub. En de voorstelling. Ondanks de boete die ik er ’s ochtends voor betaalde. En het geld voor de babysit. De leesclub, omdat ik even gewoon mezelf kon zijn. Met anderen samen. Niet moeder, niet werknemer, niet vriendin, niet alleenstaande, … Gewoon ik, in gesprek met anderen. En de voorstelling was één van de mooiste die ik de laatste jaren heb gezien. En daardoor realiseerde ik me weer dat schoonheid zoveel troost bevat. En dat ik meer moeite moet doen om daarmee in contact te komen, om me te laten raken. En na de voorstelling reed ik met een vriendin over de snelweg richting huis, en verbaasde me er even over dat er nog heel veel wereld bestaat buiten en rondom het Nest. Het Nest waarin twee kleintjes sliepen. De ene rozig na zijn flesje, de andere na een uurtje spelen met de babysit, die hij even helemaal voor zich alleen had gehad na Babybroerbedtijd. Daardoor was hij een uur later dan gewoonlijk gaan slapen, maar het leek me een goed idee om haar te vragen wat spelletjes met hem te spelen, en hem een uurtje onverdeelde aandacht te geven. Ook dat leer ik.

P.S. Ik realiseer me dat de meeste ouders, alleenstaand of met twee, lange dagen maken, veel moeten combineren en niet rustig kunnen douchen. Waarschijnlijk gewoon part of the job. Niet?

14 gedachtes over “Happy family

  1. Ook met twee is het stevig doorwerken en lange dagen doen als je alle twee fulltime werkt, maar je kan wel bepaalde taken delen én af en toe eens tegen elkaar zagen om af te reageren. Maar wat wij nooit gedaan hebben (maar iedereen zijn ding natuurlijk) is opgestaan om zo’n vroeg uur. In het weekend is het uitslaaptijd en dat hebben wij de kinderen ook wijs gemaakt – als ze om 6 uur al wakker zijn worden ze niet uit bed gehaald, maar krijgen ze een ‘het is nog veel te vroeg, iedereen slaapt nog, doe maar je oogjes nog een beetje toe’ boodschap. Soms moet je daar een tijdje strijd voor voeren, en als ze het niet gewoon zijn waarschijnlijk nog meer. Maar ook voor ons maakt het gewoon een groot verschil om eens net dat uurtje langer te slapen.

    • Voor Kleuterzoon werkt de strenge aanpak (behalve als het onweert), maar Babyzoon lijkt daar nog te klein voor. Die is dan gewoon wakker en wil melk :(.

      • Waarschijnlijk werkt dat alleen bij ons kind en heb ik megaveel geluk… maar wat als je hem in bed laat liggen, melk warm maakt en die in het donker – al zwijgend – geeft? Dus echt doen alsof het nacht is? Zal ook niet lukken zeker? :S Zo vroeg opstaan, moordend he … Soms gooide ik alle pedagogische regels overboord, en zette ik mijn laptop op de kinderkamer met bumba op. Kon ik toch nog een half uurtje mijn ogen sluiten. Dat laatste is uiteraard geen serieuze tip 🙂 maar wou maar even zeggen dat mensen gekke dingen doen als ze MOE zijn!

      • Haha, je brengt me op ideeën, hoor Michelle :).

        Flesje geven en Babyzoon daarna terug in eigen bed mikken, werkt heel soms. Alleen als hij vroeg genoeg wakker is (dus om 5) en als ik na zijn flesje een half uurtje getater en gemopper doorsta. Maar tegen dat hij dan slaapt, is Kleuterzoon meestal bijna wakker. Maar goed, dan kan de Bumba-truc natuurlijk :).

    • Bij onze dochter ging dat perfect, die bleef dan gewoon liggen wachten. Onze zoon niet. (Hij wordt 3 jaar in december.) Die stapt zijn bed uit en begint de boven te verkennen, bij voorkeur de spannende plekken. Slapen doe je dan niet meer. We hebben ook al vanalles geprobeerd. Wat het beste werkt, is hem een boel speelgoed geven zodat hij zich daarmee wat bezighoudt. Niet in stilte uiteraard, maar dan kan je tenminste nog even in de warmte van je bed blijven liggen …

  2. Tijd besparen: als de kindjes het leuk vinden in bad en ze het niet te bont maken: erbij staan met strijkplank en daar was plooien?
    Kan de babysit ook ’s ochtends? Een weekend niet weggaan maar wel uitslapen, of terug gaan slapen op het uur dat de babysit zou kunnen komen. Dat lijkt me het geld ook waard als je zulke lange dagen draait.

  3. Ik denk dat ik ooit op de blog van Kerygma iets gelezen heb over een wekker met een lampje: pas als het nachtlampje aan is, mag kleintje opstaan. In ’t begin misschien even doorbijten, maar later werpt het mogelijk zijn vruchten af (zei de moeder van 4 zonen die altijd lang bleven liggen 😉 )

  4. Goh meid, ik lees al een tijdje je blog maar reageerde nog nooit. Het valt me op dat je zo snel eerder veel wilt aankunnen. Dingen die ik, met partner en drie kids tussen de 1 en de 4, niet eens tracht te willen. Zo bvb weggaan op weekendavond: doe ik niet standaard elk weekend, en al helemaal niet twee keer per weekend. Veel te vermoeiend, terwijl bijslapen uitgesloten is… Wat de ochtenden betreft: zo’n konijntjeswekker werkt prima bij mijn dochter van vier… Als de twee kleintjes vroeg wakker zijn en hun keeltjes openzetten omdat ze niet meer willen slapen, leg ik hen in een reisbedje in een kamer waar zeniemand storen, tot het tijd is om op te staan. Ze zijn nu zestien maand en slapen geleidelijkaan wat langer… Het lijkt me moordend om je dag zo vroeg te beginnen!

    • Het was de eerste keer in maanden dat ik eens iets ging doen, maar twee avonden op rij was misschien niet zo slim :).
      En de konijntjeswekker: hier staat een aapjes-exemplaar, waar Kleuterzoon een trauma door heeft. Ik wou het hem in vol enthousiasme eens demonstreren (dat het aapje zijn ogen open doet en hij dan mag opstaan), meer toen ging ook het jungle-alarm af en is de aap naar de verste kast verbannen, wegens trauma. 🙂

  5. De reacties hierboven zijn duidelijk van moeders van uitslaapkinderen 🙂 Ik heb ook zo’n peuter die opstaat met de vogeltjes, en daar helpt geen klok, chantage, boosheid of zeemzoetigheid tegen… Dus ik leef met je mee. Alleen zijn wij inderdaad met twee en hebben wij dus wel 1 uitslaapdag (als is dat uitslapen relatief, met een luid zingende peuter beneden) per week. Hoera!

    Ik lees wel heel vaak dat je elke paar minuten wel een van de twee moet gaan troosten. Is dat een semantische overdrijving, of echt? Want misschien moet je hen ook soms wat meer hun gang laten gaan? Samen opgroeien betekent nu eenmaal ruzie, en soms moeten ze dat zelf maar oplossen. En die oudste lijkt me echt al wel oud genoeg om te beseffen dat hij niet voor alles moet wenen. En ik zeg dat met de grootste voorzichtigheid, want ik heb ook zo’n high maintenance kind. En ik weet dat dat niet eenvoudig is. Maar ik probeer haar toch ook wat vaker te laten doen, ik moet niet altijd haar ‘problemen’ directonmiddellijknununu gaan oplossen. Denk ik 😉

    • Ik vind dat ook een van de moeilijkste dingen: beslissen wanneer ik ingrijp en wanneer ik ze hun gang laat gaan. Het probleem is dat ik het verschrikkelijk op mijn heupen krijg van gejengel. Ik kan daar ab-so-luut niet tegen. (Ja, ik heb me ook soms al afgevraagd of iemand met mijn afkeer van gejengel er eigenlijk wel goed aan deed om twee kinderen te krijgen ;-). ) Het is voor mij dus kiezen tussen op mijn tanden bijten en dat gejengel aanhoren, of ingrijpen en er korte metten mee maken. (Tja, ik ben nogal voor de kordate aanpak.) (Ik zie mijn kinderen graag hoor, voor wie daar even aan twijfelde!)

      Maar het betert. Een kind van vijf begrijpt meer dan een kind van bijna drie, en kan in principe (!) snappen dat iets rustig komen uitleggen meer loont dan beginnen roepen of mokken. (Enfin, ik denk dat dat dat in stijgende lijn gaat tot de puberteit en dat het daarna weer instort als een kaartenhuisje.)

      • Ik kan ook absoluut niet tegen dat gejengel. Ik word daar instant woest van als ik te moe ben. Ik denk dat nog wel meer ouders dat hebben, niet? En wat meestal helpt, is als ik in de buurt ben. Lees: zo dicht dat ze me kunnen aanraken. En dan heb ik dus het gevoel dat ik de godganse dag niets doe, alleen maar bij hen ben.

  6. Ik herinner me hoe intens kwaad ik als kind op mijn broers en zussen kon zijn, en hoe intens weinig ik begreep dat mijn ouders niets aan de situatie deden behalve wat sussende woorden spreken. O, wat kon ik me daar boos in maken. Intussen is er niemand in de wereld bij me ik me meer aanvaard voel dan mij die broers en zussen. Ze zijn het beste van twee werelden: even oud als vrienden maar met de onvoorwaardelijkheid van familie.

    • O ja, dit als reactie op Veerle en Prinses, die beiden jengelen en ruziemakertjes vervelend vinden – wat ik absoluut ook heb, maar ik moest plots aan mijn eigen jeugd denken. Het leidt ergens naar toe, deze jaren :)!

Geef een reactie op prinses op de kikkererwt Reactie annuleren