Oh, wat hou ik van ‘ollandse tv. Er was ooit een programma op KRO met de illustere titel: ‘heb ik genoeg?’. Karin de Groot, mij verder onbekend, leefde zich in in een aantal situaties. Zoals: hoe is het om dik te zijn? Hoe is het om dakloos te zijn? Hoe is het om in een rolstoel te zitten? Hoe is het om bij de vuilniskar te werken? Eén van de seizoenen ging over spirituele stromingen, dan dook Karin bijvoorbeeld onder bij de Hare Krishna als ik het me goed herinner, of bij de antroposofen.
Karin tatert zich er altijd gezellig doorheen, is nogal rechtuit en stelt de juiste vragen. Het was ideale strijk-tv via internet (ik heb geen tv, maar dat weten de trouwe lezers al) en het zette me altijd aan tot nadenken.
(Voor wie het graag wil zien: http://www.hebikgenoeg.kro.nl/seizoenen )
In mijn post van gisteren meldde ik ergens dat ik wel een hele kast vol nieuwe jurken wil. Ik schrok er zelf van dat ik dat had geschreven. Vandaag liep ik door de stad, met Babyzoon. Met elke winkel die we binnen gingen, werd mijn schuldgevoel groter. Arm ventje, erg boeiend zal het voor hem niet geweest zijn. We waren op zoek naar een nieuwe winterjas. En laarzen. Ik had een winterjas via internet besteld, maar die bleek enkel mooi (en vooral: getailleerd!) te zijn op de internetfoto. Toen ik hem uit de doos haalde, vielen me meteen een paar losse draadjes op. En toen ik hem aandeed, had het iets van een vuilniszak.
In het verleden koos ik voor merken waarvan ik wist dat de kleding ‘fair’ geproduceerd werd. Groene kleding, zeg maar. Het is iets duurder, maar je kan het zonder schuldgevoel kopen, en het gaat meestal lang genoeg mee en is iets tijdlozer dan de kleding uit de grote ketens uit de grote winkelstraten. En dat alles zonder labeltje met ‘made in Bangladesh‘.
Vandaag heb ik daar geen budget meer voor. Eerlijkgezegd heeft het me al wat slapeloze nachten gekost te beseffen dat ik een jas én schoenen nodig heb. En binnenkort de verzekeringen moet betalen. En dat ik drie nieuwe brillen gekocht heb voor de prijs van één.
Eerst heb ik dus lang nagedacht: heb ik niet genoeg? Heb ik die dingen écht nodig?
En jeetje, wat een moeilijke vraag was dat. Ik heb een tussenseizoenjasje, sinds ik studente was. De voering zit helemaal los, en de mouwen rafelen. Maar ik heb het nooit over mijn hart kunnen krijgen het weg te doen en zou liefst exact hetzelfde jasje opnieuw kopen. Maar aangezien dat niet kan (door het verschijnsel dat ‘mode’ heet), bleef ik het maar dragen. Ik heb ook een tweedehands winterjas, die ook wat gaatjes en vlekjes begint te vertonen. En ik heb een paar laarzen van een leuk merk, die stuk zijn op de plaats waar mijn laarzen ELK JAAR stuk gaan, namelijk opzij, zeg maar iets onder mijn kleine teen, in de vouw van mijn tenen en voet. Geen schoenmaker die daar iets aan kan doen, en de schoenen zijn niet gewoon kapot, maar je ziet mijn sokken erdoor. In die mate kapot dus.
Ik zou best mijn rafeljas, en mijn vlekken- en gaatjesjas verder willen dragen. Schoenen zou ik graag nieuw hebben, want ze zijn uiteraard niet waterdicht meer. En wat mijn bril betreft: er was een stukje af en ook lak van het montuur. Dus het leek wel gerechtvaardigd drie nieuwe brillen voor de prijs van één te kopen.
Maar er is ook de overweging dat ik naar mijn werk moet. En dat ik voor mijn werk op regelmatige basis voor een groep directeuren sta, om hen cursus te geven. Of dat ik adviseringsgesprekken moet gaan voeren. Of moet gaan coachen. En dan vind ik van mezelf dat zo’n rafeljasje niet zo’n goede indruk geeft. En eerlijk gezegd zag ik mijn leidinggevende ook al een keer fronsend kijken. (Okee, voor de kritische lezer: ik geef geen cursus met mijn jas aan. Maar ik kom er wel in toe, eerste indruk enzo.)
Wat jurken betreft, of kleding tout court, heb ik hetzelfde argument. In mijn baan moet ik me gewoon een beetje representatief kleden. Ik moet netjes zijn. Is dat luxe? Overbodig? Ik denk het niet.
En raar maar waar, in een leuke jurk voel ik me meteen ook altijd een ander soort mens. De studiedagen of cursussen die ik geef, zijn altijd tot in de details inhoudelijk voorbereid, maar ik ben pas echt klaar met goede nylons aan en een reservepaar in mijn handtas, als mijn schoenen gepoetst zijn, mijn jurk goed zit en mijn haar opgestoken is. Het werkt ook op ‘gewone’ dagen. Het verschil tussen het jogging-op-de-bank-gevoel en gedoucht en met een jurk die lekker zit, is te meten in mijn humeur.
Maar terug naar ons uitje. Mijn innerlijke wanhoop groeide, ik was eigenlijk erg ongelukkig. En dan te bedenken dat ik als zestienjarige ‘shoppen’ leuk vond. Babyzoon keek geduldig rond in elke winkel en charmeerde alle winkeljuffrouwen van de grote ketens die we bezochten. Grote ketens dus, om budgettaire redenen. Ik heb tientallen jasjes aangehad en met een vertwijfeld gezicht in tientallen spiegels gekeken: ‘is dit jasje een hap uit mijn krappe alleenstaandemoedersbudget waard?’ Meestal wist ik het antwoord niet, wat ik als ‘nee’ beschouwde. Uiteindelijk vond ik een jasje, van (aauw) 60 euro. Gewoon zwart, twee rijen knoopjes waardoor het een soort overslagmodel is. Een leuk kraagje. Warm. En geen vuilniszak. Gekocht, en hier thuis snel aan de kapstok weg gemoffeld om de vreselijke ochtend te vergeten.
Nu nog schoenen. Aauw.
En jij, lezer? Heb jij genoeg? En wat is ‘genoeg’ voor jou?