Vierkant

Enkele jaren terug kwam ik voor het eerst in contact met de ideeën van de transactionele analyse. Tijdens een therapie om een relatie te redden die niet gered kon worden. Ik vond de ideeën helder en het geheel kernachtig, eenvoudig, maar veel verklarend. Op dat moment was vooral de leer van de egoposities voor mij relevant: het aannemen van een ouderpositie, kindpositie of volwassenepositie in de relaties die je hebt, en hoe de ‘gekozen’ positie de interactie beïnvloedt. Ik schrijf ‘gekozen’ met enig voorbehoud, omdat het je het onbewust doet. Vanuit je verleden bijvoorbeeld, vanuit patronen waarmee je vertrouwd bent geraakt in je leven. En ook in reactie op de ander(e).

Zowel de ouderpositie als de kindpositie hebben verschillende mogelijke uitingsvormen. In de ouderpositie kan je je voedende/zorgende ouder opstellen, waarbij je de ander betuttelt, beschermt, vertroetelt, maar ook klein houdt. Je kan je ook opstellen als kritische ouder, waarbij je normerend en eisend zal worden. In de kindpositie is er de positie van het aangepaste kind, wat gehoorzaam en volgzaam, maar ook heel afhankelijk zal zijn. En daar tegenover staat de positie van het opstandige of vrije kind: spontaan, vrij, geen of weinig rekening houdend met anderen, storend gedrag vertonend, weinig verantwoordelijk.

Daar tussenin zit de positie van de volwassenen: gezond denken, logisch denkend, realistisch, een stukje rationeel misschien.

(Even wel vermelden dat ik geen specialist ben op dit gebied, ik schrijf maar wat ik me nog herinner!)

Destijds bleek dat in de relatie die ik toen had, een evenwicht was binnengeslopen dat wel heel goed werkte, maar geen goed evenwicht was voor een partnerrelatie. Mijn toenmalige partner zat namelijk in de egopositie van het aangepaste kind, terwijl ik de zorgende ouder was in de relatie. Het werkte perfect als patroon, maar het was geen volwaardige partnerrelatie.

In de therapie uit die tijd ben ik op zoek gegaan naar waarom ik de neiging had om me in die positie te begeven. Opgegroeid zijn met broers met een handicap, waardoor ik al vrij snel het gevoel had thuis veel te moeten opnemen en vooral zo weinig mogelijk last te mogen veroorzaken, bleek een verklaring. Eén waar ik nog steeds in geloof.

Aan de kant van mijn toenmalige partner bleek een zeer sterk aanwezige en zeer bepalende moeder de reden waarom de rol van aanhankelijk kind zo prettig en vertrouwd voelde.

Er werd besloten de relatie stop te zetten. Er was verdriet. Ook de therapie eindigde. Ik had het gevoel dat het veel van me gevraagd had zo naar mezelf te kijken en aan mezelf te werken.

Toen kwam Dirk. Dirk bood weerwerk, wat ik niet bepaald gewend was. Ik had het gevoel dat we in onze relatie van rollen konden wisselen, niet vast geraakten in één bepaald patroon. Dat we als volwassenen tegenover elkaar konden staan. Maar dat hij ook de zorgende ouder kon zijn als ik doodziek van het zwanger zijn even het aanhankelijke kind was. Of dat ik de zorgende ouder was, toen hij in de problemen kwam en zich even verslagen opstelde als aanhankelijk kind. Wat omsloeg, toen hij opstandig kind werd en ik kritische normerende ouder.

Het voorbije weekend kwam door omstandigheden de dramadriehoek in mijn vizier, blijkbaar ook een model uit de transactionele analyse of ermee verwant. Een patroon waarin een redder, slachtoffer en een aanklager onderscheiden zijn. De redder die geen verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leven en niet naar zichzelf kijkt, maar wel het leven van een ander zonder overleg wil gaan regelen. Het slachtoffer dat zich hulpeloos gedraagt en uiteraard geen verantwoordelijkheid voor het eigen leven neemt. En de aanklager die zijn eigenwaarde put uit het wijzen van de andere op zijn zwakke plekken.

Ik zucht, en kan het modelletje moeiteloos toepassen op het conflict dat ik met mijn ouders had. En ook op de laatste maanden met Dirk. Hoe hij slachtoffer was (van zijn eigen onverantwoordelijke gedrag), en ik van redder naar aanklager ging. En hoe hij vervolgens weg ging, en ik slachtoffer werd en hij nu weer redder lijkt te worden en vast op een dag ook weer aanklager, tenzij we uit deze driehoek ontsnappen.

Soms draait het even vierkant in mijn hoofd. Ik zie patronen, ik zie oorzaken in mijn leven en verleden, waardoor ik geneigd ben bepaalde rollen op te nemen in bepaalde relaties. Maar blijkbaar kan ik er niet aan ontsnappen – tot nu toe – en geraak ik telkens terug verstrikt in een ongezond patroon tussen egoposities of ergens in de dramadriehoek. Ik begin ook te twijfelen aan mijn verlangen naar een terugkeer van Dirk. Is het – zoals ik mezelf voorhield – omdat ik nu eenmaal veel van hem houd? Of is het het slachtoffer in mij dat een redder wil? (Terwijl ik het even opnieuw lees, denk ik dat beide verklaringen gelden. Enerzijds wil ik liefst dat ik in bed mag blijven en hij me tien jaar vertroetelt en alles voor me doet om het goed te maken en me te redden van het verdriet en de gekwetstheid die ik voel. Anderzijds stond ik gisteren in de gang, waar hij me een zoen gaf ergens bij mijn oor ter afscheid. Ik bevroor. Hij vroeg of hij geen zoen kreeg, en toen sloegen we onze armen om elkaar heen, en rook ik zijn krullen en voelde ik zijn warmte en was het gevoel dat hij me zo lief is, even heel puur.)
Hoe dan ook – hoe ontkom ik aan die patronen? Soms denk ik beter geen relaties meer aan te gaan.

Ik denk dat het antwoord zit in zelfzorg en je eigen verantwoordelijkheid nemen. Dicht bij jezelf blijven, en tijdig bijsturen als je dreigt weg te zakken in een slachtofferstatus, je verliest in het gedrag van een aanklager, of de heldhaftige neigingen van een redder vertoont. Aan de alarmbel trekken als je met de andere telkens in een ouder-kind-interactie zit.

In die zin is alleen zijn voor mij misschien een uitgelezen kans om me te oefenen in dicht bij mezelf zijn. Zo heel mogelijk te worden. En op een dag zal ik misschien in staat zijn een gewone, gezonde partnerrelatie te hebben. En dat is vast niet met Dirk. (Verdomme toch.)

Zo’n dingen overpeins ik. De kinderen zijn het huis uit. Ik koester me in het nest, probeer mezelf wat op de rails te krijgen en het huishouden weer in goede banen te leiden. Niets zo rustig als opruimen met Graindelavoix op de achtergrond. De volgende stap is een soort plan maken voor de komende maanden, waarin ik werk-huishouden-zorg-budget-… opneem, maar dat is me nog heel even te veel. Soms zet ik koffie en mag ik van mezelf een uurtje lezen op de bank, waarbij er – o jee – vanmiddag maar liefst twee kinderbueno’s aan moesten geloven. Straks is het voedselteamtijd, en vanavond zal het huis naar preisoep ruiken. Niet slecht, zo even thuis op je plooi komen.