1 + 2 gratis. Enzo.

Morgen vertrekken we naar zee, met de grootouders! Vanochtend overviel me voor het eerst de gedachte dat ik het vijf jaar geleden vast niet leuk had gevonden te weten dat ik met mijn ouders op reis zou gaan op mijn dertigste. Maar eigenlijk kan het mij niet schelen. Ik doe de laatste huis-opruim-acties (het idee thuis te kunnen komen in een opgeruimd huis… Lekkerrrr!) en pak zo veel in voor amper zes dagen zee, dat het lijkt alsof we gaan verhuizen.

Even terugblikken op een week waarin…

… het één ziekte + twee gratis bleek. Naast een vreselijke buikgriep die gelukkig over is, heb ik ook een oorontsteking en zit ik blijkbaar in fase 2 van de ziekte van Lyme. In mijn koffer zitten dus twee dozen antibiotica. Dat vind ik helemaal geen prettige gedachte, aangezien ik zweer bij onbespoten groenten, geen vlees eet o.a. om geen ‘rommel’ binnen te krijgen en nooit hormonale anticonceptie heb willen gebruiken om dezelfde reden (getuige daarvan: het bestaan van Babybroer). Maar fase drie van Lyme belooft orgaanschade en CVS. Dan valt die artritis (fase 2) die ik nu heb nog reuze mee. En die antibiotica ook.
(Haha, 1 + 2 gratis is ook een beetje een aanbod voor een eventuele nieuwe partner ooit, bedenk ik net ;).

… er moeilijke dagen waren met Kleuterzoon, maar ook fijne, zoals vandaag. We waren twee handen op één buik en hadden het gewoonweg goed samen. Niemand moest roepen, niemand moest in time-out, het was gewoon gezellig. Nu nog weten wat maakt dat het de ene keer mis gaat en de andere keer goed. En nee, ik heb hem niet omgekocht met snoep :).

… ik heb zitten nadenken over mijn leven. Ik merk, o.a. door nu dingen op te schrijven op deze blog, dat er een soort golfbeweging zit in mijn beleving, waarin goede en slechte dagen zich afwisselen, waarbij de buikgriepdag en -nacht een historisch dieptepunt was. Ik merk dat ik vaak afzak in het ‘overleven’, lijstjes afwerk, het gewoon allemaal probeer te redden, dwars door alle moeilijkheden (financieel, emotioneel, fysiek) heen, en dat ik enorm veel moeite doe om mezelf op te peppen en iets te zoeken om dankbaar om te zijn als het tegen zit. Dan word ik gelukkig van reeën die mijn pad kruisen, en van de kinderen. Soms vraag ik me af hoe lang ik dit nog kan, mezelf heel de tijd vastklampen aan kleine mooie dingen, terwijl er wezenlijk, fundamenteel niets verandert, niets makkelijker wordt, de puzzelstukjes niet passen. Maar dan denk ik ook: het is nog maar drie maanden, tijd brengt raad, dingen evolueren wel weer. Soms ben ik gewoon bang om op een dag zo moe te zijn van mijn best te doen… Dat ik… Tja, dat ik wat? … Ik blijf ook bang om alleen te blijven, om nooit meer een kindje te kunnen krijgen. En dat het nooit meer veel beter wordt dan dit. Ik weet dar er veel is om dankbaar om te zijn, zoals twee gezonde kindjes en alle hulp en nabijheid van mensen. Maar het leven is zo klein nu. Kindjes, werk, huishouden. Kindjes, werk, huishouden.

… er een papa in de crèche in mijn decolleté keek en zich verontschuldigde, en ik dacht: ‘o ja, juist, ik ben een vrouw’.

… er druk gepland wordt voor de gezondheidsweek die morgen begint. Mijn moeder en ik willen wat kilo’s kwijt dus gaan we voor ‘gezond plantaardig aan zee’. Ik voer de regie. Heb haar net laten weten dat koffers gecontroleerd worden op snoep en chocola bij aankomst. Een andere regel is dat er enkel dieren gegeten worden die zelf gevangen zijn (mijn ouders eten niet vegetarisch, ik eet strikt vegetarisch/bijna veganistisch). Moehahaha… 😉

Zo. Waar heb ik mijn lijstje gelaten? Met een blikje redbull werk ik dat nog wel af. Na de herorganisatie van de boekenkast, volgt het schrijven van twee sollicitatiebrieven en het doen van was en strijk. En vanaf morgen? Zandtaartjes bakken.

Stapelverliefd

En dan rijden we door het bos. En jij zit achterop, kleintje. Als een paus groet je, afwisselend met je linker- en rechterhandje, de bomen, de struiken, de dieren van het bos. Thuis zong ik nog ‘de mopperman’ voor je (op de melodie van de mosselman) omdat je duidelijk niet uitgeslapen was, maar in de opvang lach je breed naar iedereen en heb je onmiddellijk een speeltje in het vizier waar je met je ‘Gollem’-kruipje (op één voetje en één knietje) op af gaat.

En jij Grote Broer. Je wil graag varen met een boot, en je hoopt dat we dat op vakantie gaan doen. Je telt alles nu. Ik zie je mompelend je vingertjes afgaan. Allemaal mensen die mee mogen op de boot: opa, oma, ik, jij, Kleine Broer, vrienden. Je komt vingertjes te kort. Ik zeg dat ik misschien wel bang ben op een boot, en jij antwoordt: ‘Ja, maar moeke, dan kan ik toch voor jou zorgen?’.

Stapelverliefd. Op maar liefst twéé mannen.

Beterschap & Broodbeleg

Ik was altijd al bang geweest om in een situatie te komen die ik beschreef in mijn vorige blog: doodziek (ik ben geen held als het daarop aankomt) en niet in staat voor de kindjes te zorgen. Het voordeel van het dan toch mee te maken, is weten dat je het overleeft als het gebeurt.
En gelukkig is buikgriep 24 uur denken dat je gaat sterven, en daarna gewoon weer doen wat moet en kan. Dank voor medeleven en fijne reacties!

Ik had ooit een terugblik naar doopfeestje beloofd en was van plan wat receptjes te delen. Bij deze…

Ik wou het heel graag ‘simpel’ houden. Nu bleek ‘het simpel houden’ toch best nog steeds veel werk, maar hierbij de opzet:

– Als dessert zou ik cupcakes bakken. Ik had een boekje gekregen over cupcakes, waarin het er allemaal ontzettend vanzelfsprekend uitzag, ook het versieren. Dus ik had op mijn lijstje vijf soorten cupcakes, waaronder een soort tiramisu-cupcake met een truffel er in en cupcakes met confituurverrassingen. Op zaterdagochtend begon ik moedig te bakken, maar vijf ovens vol cakejes belandden in de GFT-bak. Niet gerezen, of zwart. De oven in dit huurhuis is niet bepaald optimaal, dus ik heb het al lang opgegeven grotere dingen te bakken (wegens altijd zwart vanbuiten en deeg vanbinnen), maar dat zelfs cakejes niet lukten, was nogal een teleurstelling. Ik schreef het al: als bij wonder stond er plots een vriendin voor de deur met heerlijk rabarbergebak. En een telefoontje naar oma later was er een belofte van appelgebak. Twee doosjes sojaroom deden de rest.

– De soep was een improvisatoir soepje van gegrilde paprika’s, tomaten en wortelen. Het bleek een reuzesucces want toen de pastoor na de volgende doop aanschoof, was de soeppot leeg. Oeps. Recept: uien stoven. Paprika’s 20 min laten grillen in oven en ontvellen. Toevoegen in stukjes (ik deed er vier voor 15 personen). Daarna een achttal tomaatjes in kwartjes en een 10-tal stevige wortels. Laten koken, bouillon toevoegen, kruiden met curry en mixen.

– Het basisidee was ‘een eenvoudige broodmaaltijd’, waarvoor ik vijf broodbeleg-receptjes wou maken. Dat ik de keukenrobot van mijn moeder heb mogen gebruiken, was een prettige hulp. Bij deze de receptjes:

1. De tapenade van zwarte olijf & kers van de Groene Prinses: http://www.groeneprinses.be/2011/12/tapenade-van-zwarte-olijf-en-kers/
Ik heb deze tapenade gemaakt met gedroogde veenbessen, omdat ik niet onmiddellijk gedroogde kersen vond.

2. Smokey paprikaspread, eveneens van de Groene Prinses:
http://www.groeneprinses.be/2010/10/smoky-paprikaspread/

3. Hummus, van de EVA-website:
http://www.evavzw.be/index.php?option=com_content&view=article&id=91:recept&catid=57:culinair&Itemid=396&ID=684
(en dan maar denken: waarom heb ik dit in godsnaam zo vaak kant en klaar gekocht!?)

4. Een bloemkoolspread werd een bloemkool-met-wortelspread, omdat ondergetekende dacht dat ze zout gewoon gedoseerd uit het pak in de keukenrobot kon gieten. Niet dus. Wortelen toevoegen heeft het leed verzacht.
Recept: 1 bloemkool in roosjes stomen in bouillon. Stoomvocht houden (kan je later gebruiken voor soep of een eetlepeltje aan het broodbeleg toevoegen als het te droog blijkt). Bloemkool mixen. Verse kruiden (fijngehakt) toevoegen (denk: bieslook, peterselie, waterkers, mag heel wat zijn!). Een eetlepel mayonaise en twee eetlepels yoghurt aan toevoegen. Daarna naar smaak kerriepoeder en gedoseerd zout en peper. En als je zoals ik een ‘ongelukje’ hebt met het zout, helpt het om vier wortels te stomen en die te mixen en ook toe te voegen.

5. Komkommerbeleg. De komkommer eerst raspen, daarna goed ‘uitdrukken’ in een zeef zodat het water weg is. Ik heb daarvoor een soort macrobiotische pers-pot, wat heel handig is. De helft van de komkommer in een blender doen, 150g cashewnoten toevoegen, 2 el olijfolie, wat zout en peper, verse dille, een teentje look en 1 uitgeperste citroen. Na afloop de rest van de geraspte komkommer er onder scheppen.

Als je het in mooie potjes met een etiketje schept, lijkt het meteen allemaal wat bijzonderder. Ik zette ook nog lekkere honing op tafel, choco en hagelslag voor kindjes die de groenten zouden ontdekken ondanks hun vermomming, potjes met pitten en noten. En wat groenten: tomaatjes met kruiden en sjalot, op smaak gebracht met wat olie en citroensap, peper en zout. En een slaatje van geraspte venkel, stukjes pompelmoes (enkel het vlees, geen vel!), stukjes groene appel en daarover een mengeling van olie (3 el), citroensap (1 el), fijn gehakte sjalot, peper en zout.

Op voorhand alles opruimen, ruiten poetsen, tafels dekken, … was eigenlijk nog het meeste werk. De dag zelf werd er gegeten, gedronken, gepraat. En het was geloof ik wel goed zo. En toch nog wel een beetje simpel, omdat alles op voorhand klaar stond en ik enkel de belegjes uit de koelkast moest halen en de broodjes op schalen leggen.

En uiteraard, heel vegetarisch (misschien kunnen we het zelfs veganistisch noemen).

En met dank aan de Groene Prinses natuurlijk. U leest het, ik ben fan!

Dieptepunt

En toen was er de dag en de nacht waarvan ik hoopte dat ze niet zouden komen.

Gisteren.

11u. Kleuterzoon is woest, ligt op de grond te brullen. Ik zet hem in time out, probeer kalm te blijven.

12u30. Vier time outs later, is Kleuterzoon nog steeds woest op de wereld, zichzelf, mij. Ik ben een stomme mama. En als ik me omdraai, probeert hij Babybroer pijn te doen.

13u00. Ten einde raad neem ik Babybroer en Kleuterzoon mee naar de speeltuin. Fietsend met de bakfiets komen de tranen, en plots zit ik luid te huilen op de fiets. Kleuterzoon schrikt ervan. Ik zeg hem dat ik verdriet heb omdat hij altijd zo boos is op me. Babybroer kraait, hij vindt alles nog leuk.

13u30. Speeltuin. Babyzoon op rug, Kleuterzoon zegt heel de tijd wat ik allemaal moet. Ik probeer hem telkens te corrigeren (‘wil jij alsjeblieft…?’). Even later wordt hij door een mug gestoken en zet hij het weer eens op een brullen. Ik kan het niet meer opbrengen hem te troosten, ben zo uitgeput.

14u45. We fietsen naar huis. Op de fiets huil ik tranen met tuiten.

15u00. Ik leg Babyzoon in bed en Kleuterzoon in de zetel. Ga dan bij Kleuterzoon liggen, we slapen allemaal even.

16u30. Ik heb een plotse en nogal explosieve buikgriepaanval. Ik omarm de wc, denk dat ik dood ga, hoor beneden Kleuterzoon huilen en in zijn bedje Babyzoon, en ik kan niets doen om hen te helpen. Hier ben ik altijd al bang voor geweest.

23u00. Nog steeds doodziek, maar kindjes in bed. Babyzoon wordt wakker van mijn braken. Ik zit intussen aan gal, en het voelt zo hulpeloos dat ik Babyzoon niet even kan gerust stellen en zijn tutje geven.

23u15. Ik sms de onwillige vader om hulp.

08u30. Onwillige vader staat voor de deur. In plaats van te helpen, komt hij ruzie maken. Ik vraag hem weer te vertrekken, blijf achter met trillende benen, een leeg maag- en darmstelsel en gelukkig wel een blije baby op mijn arm.

Ok, mag het nu alsjeblief eens beter gaan? Dit was het dieptepunt. Toch?

Pleidooi voor verbondenheid

women who run with wolves

Het is zaterdagavond. De week is druk geweest met een paar buitenlanddagen, een avond waarop ik de kinderen om 23u van een ander bed naar het eigen bedje hier in huis transplanteerde. Gesprekken, treinen, regen, solliciteren. Maar ook koffie met een vriendin en zelfgemaakte cakejes, de buurvrouw op bezoek, een huis dat naar zelf gebakken brood, net opgehangen was en homemade tomatensoep ruikt, twee kindjes met schuimkoppies en brede glimlach in bad (die toch 14 minuten schoon bleven na afloop) en lunch met een vriendin in de natuur.

Ik scharrel door het huis, en het doet me ongelooflijk deugd. De kinderen slapen, ik doe de was, ruim wat speelgoed op, leg een paar cadeautjes klaar die ik moet versturen, stuur wat smsjes, en heb net een kopje thee gezet om fijn even te schrijven.

Volgende week deze tijd zijn we aan zee. In het aangeboden gratis vakantiehuisje (zo dankbaar). Ik heb besloten mezelf cadeau te doen dat ik zonder stress en uit een opgeruimd huis vertrek. Dus hangt er een plan aan de kast. Elke avond 30 minuten opruimen in een ruimte van het huis, elke avond 30 min strijken (de mand puilde wat uit na een tijdelijke verwaarlozing door veel deadlines). Uit elke kamer die aan de beurt komt, leg ik alvast apart wat mee moet. Bij het strijken kan ik ook al selecteren, en op die manier staat vrijdag de bagage klaar zonder dat het allemaal een grote krachttoer wordt. De berging heb ik gisteren eindelijk maar eens opgeruimd. Daar stonden nog allerlei kraamspullen. Ik was bang voor het gevoel ‘misschien heb ik dit allemaal nooit meer nodig en ik wil zo graag nog een kindje’ bij het opruimen, dus had ik er intussen een laagje stof op laten komen. Maar nu heb ik even doorgebeten en kan ik trots zijn dat er alvast twee vierkante meters in dit huis tip top in orde zijn :).

Naar aanleiding van mijn vorige post waren er een aantal reacties waarin hulp aangeboden werd. Ik was daardoor enorm ontroerd, maar tegelijkertijd ook een beetje ‘verlegen’. Moet ik het niet zelf redden? En wat kan en mag ik aan anderen vragen? En hoe dan? Kan ik mensen toelaten in mijn leven, durf ik? … Die gevoelens.

Gisteren in bed las ik een stukje uit ‘De Wolsvrouw vertelt’ van Clarissa Pinkola Estés . Ik hou enorm van het werk van deze schrijfster, die verhalen als medicijnen ziet, en ongelooflijk mooie sprookjes en mythen vertelt die gaan over de kracht van de vrouwelijke natuur. Als ik haar werk lees, denk ik altijd even dat ik het helemaal ga redden, dat ik alle kracht en wijsheid in me heb om dit goed te doen (dit is: mijn kinderen groot brengen in omstandigheden die ik niet zo had gewild). En misschien is dat ook wel gewoon zo.

Het stukje van gisteren raakte me heel erg, omdat het aansloot bij mijn denken over de aangeboden hulp:

‘Kinderen grootbrengen is tegenwoordig, net als in de laatste tientallen jaren, alsof je een rivier afdobbert die vol ligt met vuil en afval dat in brand is gestoken. Op beide oevers bevinden zich tal van sluipschutters. Onze kinderen en wij zitten ineengehurkt in boomstamkano’s en varen wegduikend en zigzaggend de rivier af. Wie beweert dat dit niet zo is, of dat het slechts een recent fenomeen is, is nog niet wakker.
Toch weet ik het sinds mijn jeugd dat we tegelijk nog een andere waterloop bevaren. Ik heb deze in mijn werk Rio Abajo Rio, ‘de rivier onder de rivier’ genoemd. Het is een oude, rechtvaardige stroom, lijnrecht en gevuld met het leven zelf, helder, springleden, fris en vitaal. In dit heldere water waarin scherpe pijn verzacht en wonden verzorgd worden, wordt onze ziel nooit onherstelbaar gekwetst en is geen ziel voorgoed verloren. (…)
Tegelijkertijd maak ik me zorgen dat er in veel van onze moderne gezinnen niet genoeg mensen zijn. Mijn pleegouders hadden samen zeventien broers en zussen. Hoe kan een kind anders de kwellingen van het beleefd zijn leren, als er geen kregelige familieleden zijn op wie het kan oefenen? Hoe kan een kind ooit leren wat devotie is zonder tenminste één vrome tante? Van wie kan een meisje dromen dat ze met hem zal trouwen als ze groot is zonder ten minste één aantrekkelijke oudere neef die zegt dat ze mooi is? Hoe kunnen een jongen en een meisje een bal leren gooien tot het zo donker is dat ze niets meer zien, als er geen oude oom is die nooit volwassen is geworden? Als het gezin te klein is, zou iedereen eigenlijk zoveel niet-verwante familieleden moeten aannemen dat ze genoodzaakt zijn voor het kerstdiner minstens tien extra stoelen te lenen.
We hebben niet slechts één kans om een familie te zijn, we hebben er vele. Om een echte, liefderijke familie te worden, moeten we talloze pogingen doen.’

(C. Pinkola Estés, De Wolfsvrouw vertelt, Becht Haarlem, 1992/1995)

Een pleidooi voor verbinden. Voor de rijkdom van ontmoeting. Voor mensen toelaten in je leven, voor anderen een rol laten spelen. Niet altijd makkelijk als je gekwetst en verdrietig bent, en stiekem heel vaak heel graag een dons over je kop wil trekken en wil spelen dat je er niet bent.

Nu is de vraag alleen nog: hoe. Suggesties zijn absoluut welkom.

En voor alle vrouwen wie wel een medicijn kunnen gebruiken voor hun ziel: lees ‘de ontembare vrouw’ van C. Pinkola Estés.

Heb een mooi weekend. Scharrel ze, met een kopje thee. Het is er weer voor!

puzzelen

Hee. Jij.

Het moet intussen wel 12 weken geleden zijn dat je weg gegaan bent.

Sinds je weg bent, heb ik het gevoel dat ik leef met allemaal puzzelstukjes uit verschillende puzzels. Soms klopt niets. Probeer ik wanhopig alles in elkaar te puzzelen, maar omdat de stukjes niet in elkaar passen, krijg ik de puzzel nooit gelegd. Mijn werk past definitively niet bij het alleenstaandemoederschap. Ik ben vaak in het buitenland, mijn ouders moeten dan komen logeren en voor de kinderen zorgen. Dat geeft hartepijn, een gevoel van tekort schieten en hen nodeloos belasten (om maar even te zwijgen over de praktische en organisatorische krachttoer om bedden telkens op te maken, alle spullen klaar te leggen, handleidingen voor de kindjes te schrijven, …). Maar ook op het werk heb ik het gevoel dat ik mijn stinkende best doe en werk lever dat goed genoeg is, maar niet zo goed als ik het zou willen. Financieel lukt het net, en soms ook net niet. Ik puzzel met het stukje ‘woonplaats’, maar als ik naar het buitenland verhuis moet ik opnieuw beginnen en ben ik mijn netwerk kwijt, het netwerk waardoor ik het nu net red. Ook verhuizen van ons huurhuis naar een appartement is een puzzelstukje dat ik regelmatig vast houd. Zou het veel goedkoper zijn? Maar de ruimte die ik nu heb is eigenlijk wel handig, en misschien heb ik ook even niet de moed om te zoeken en alles voor een verhuis te regelen. Een kamer verhuren dan? Maar de kleintjes en ik hebben nu even nood aan de veiligheid van ons klein gezinnetje, na de veranderingen door jouw vertrek. Puzzelstukje rijbewijs schuif ik opzij, nadat mijn tweede instructeur me opgegeven heeft. Puzzelstukje ‘werk’ dan maar. Vandaag heb ik gesolliciteerd. En toen het voorbij was, hoopte ik hartsgrondig dat ik de baan niet zou krijgen, zodat ik niet voor het dilemma zou staan dat ik plots met de fiets naar het werk zou kunnen en elke dag de kindjes zelf in bed zou kunnen stoppen, maar wel constant iets zou moeten doen waar ik me niet in kan vinden. Puzzelstukje ‘partner’ is blanco. Soms denk ik dat ik dat maar weg gooi: alleen is wel zo veilig. Niemand kan je verlaten, je kan je eigen zin doen en je hoeft geen bier te kopen, laat staan het ondergoed van een ander te wassen of de rommel op te ruimen. Maar toen was ik klaar met solliciteren en had ik plots zo een zin om jou te bellen, en dat jij dan zou luisteren en een grapje maken. En toen zat ik uit het raam te kijken naar het miezerweer, en verlangde ik plots zo heftig naar het begin van ons. Toen we lange avonden alleen aan elkaar besteedden. Dat jij voor me kookte, dat ik moe gewerkt onder een dekentje mocht liggen en een glas wijn drinken, dat het eten en praten zo heerlijk was en tegen je aan liggen in een warm bed daarna zo prinsesheerlijk dat het leek alsof er geen wereld meer bestond, alleen wij, daar, dan, toen. En dan kijk ik in mijn hart en wat ik nooit luidop zeg, weet ik dan heel zeker: ik ben nog steeds verliefd op je. Ik ben nog steeds verliefd op je. Al heb je in onze relatie afgehaakt, lang voor je weg ging, waardoor het huishouden, het werken en de zorg voor de kinderen bij mij terecht kwamen. Je lag series te kijken op je computer terwijl ik na werken, reizen, voor de kinderen zorgen, … nog de was deed, een brooddoosje klaar zette en de tafel afruimde. Je zei dat je werk zocht, wat niet waar was. Je bracht ons financieel steeds verder in de problemen. Je was niet meer affectief, niet eens meer aardig. En je bent weg gegaan en hebt ons in de steek gelaten. En toch, toch, hoe absurd ook, ben ik nog verliefd op je. Ik vind het zelf idioot, maar die sporadische keren dat jij komt moet ik maar iets van je geur opvangen of even recht in je ogen kijken, en dan trillen mijn benen weer en schreeuw ik intern: kom gewoon terug, doe normaal. Terwijl ik weet dat je niet terug komt en niet normaal gaat doen, en dat ik dat ook niet moet willen.

En ja, ik kan terugkijken op weken waarin ik in contact gekomen ben met de bodem van mijn bestaan, maar daardoor ook met de essentie. En die essentie bleek heel wat. Ik heb mezelf gevonden en word daar zo rustig van, ik blijk over allerlei hulpbronnen te beschikken en een netwerk dat me in de watten legt. Er gebeuren allerlei wonderlijke dingen, zoals die keer dat ik een vierde oven vol verbrande cakejes had voor het doopfeest van Babyzoon, dat ik dan maar bedacht om het op te geven en een ander dessert te vinden, en dat om één of andere absurde reden op dat moment de deurbel ging en een vriendin voor de deur stond met een zelf gebakken taart die met smaak verorberd is op het feestje. Toeval dat niet als toeval voelt. Alsof er ergens iets of iemand goed voor me zorgt en af en toe iets goeds mijn richting uit stuurt.

En ik weet ook wel dat het beter is zo. Dat het niet houdbaar was zoals het tussen ons was, dat ik beter alleen af ben met de kindjes dan in een relatie die destructief was. Dat weet ik. 

En ja, ik weet ook dat er veel ergere dingen gebeuren in de wereld dan dat iemand alleenstaande moeder wordt, en ik wil me niet wentelen in dit absoluut relativeerbare verdriet. Echt, ik weet het: er is oorlog, kinderen sterven, vrouwen worden verkracht, mensen leven in armoede. En zo veel meer. Ja, daar denk ik aan en ik probeer ook bewust en verantwoord te leven. En ja dus, ik weet dat dit alleen maar is wat het is. Dat weet ik. Maar op dagen als vandaag, als het weer is voor een warm bad met een kop thee, als ik moe ben en de puzzelstukjes niet passen, al sla ik er op, al gooi ik ze net zo driftig als Kleuterzoon weg… Tja, dan zou ik zo graag gewoon nog eens tegen je aan liggen, denken dat alles goed is en dat er voor me gezorgd wordt, en slapen.

 

 

 

 

Generosi

‘La meglio gioventu’ is één van mijn favoriete films. (Dit zinnetje doet me instant aan de ‘vriendenboekjes’ van vroeger denken, waar je altijd je favorieten in moest invullen. Het klinkt wat onnozel. Ik begin opnieuw.)

De laatste tien jaar heb ik de Italiaanse film ‘La meglio gioventu’ verschillende keren opnieuw gezien. Ik vond het altijd erg bemoedigend en tegelijk relativerend om te zien dat doorheen levens van mensen allerlei situaties plaatsvinden, en telkens in de context van een bepaald sociaal en politiek klimaat, maar dat niets blijft duren. Niets dat mooi is, niets dat verdrietig is. Verandering is de enige constante in onze levens, en in die film wordt dat (volgens mij) op een erg mooie en milde manier getoond. Daarbij zijn er relaties die blijven (veelal familierelaties) en relaties die verdwijnen en stuk gaan. Daarbij evolueren mensen zelf en het leven wacht daarop en biedt nieuwe kansen als de tijd en het hart daar rijp voor zijn. En ook het ergste dat er kan gebeuren, zoals de zelfmoord van een zoon, kan een plek krijgen en mensen kunnen ondanks dat opnieuw geluk vinden (cfr. de moeder van Nicola en Mateo, die na de dood van haar zoon gelukkige laatste jaren doorbrengt met haar kleinzoon). Levens verweven zich, niets is zwart-wit. En dan is er het mooie kader nog dat Italië biedt.

De mooiste scène is wat mij betreft ‘venuto il momento di essere generosi’. De dochter van Nicola heeft een brief gekregen van haar (afwezig gebleven) moeder en twijfelt om contact met haar op te nemen. Haar vader vraagt haar of ze gelukkig is. Als ze dat bevestigt, leert hij haar dat dan het moment gekomen is om ‘generosi’ te zijn (vrijgevig, mild). Daarop vertrekt het meisje naar haar moeder, en laat ze haar moeder als eerste persoon in de vreugde delen van haar prille verwachting. Het is mooi te zien dat de jeugdige onbevangenheid van de dochter de ‘stroefheid’ en het ‘gevangen zitten’ van de moeder in zichzelf, weet uit te dagen en bij momenten te overwinnen, al is het duidelijk dat de weg nog lang is. Dat is nog zoiets treffends in de film: het lijden van mensen die gevangen zitten in zichzelf en daarmee ook anderen veel schade berokkenen, wordt erg mooi in beeld gebracht.

Gisteren hield ik Babyzoon boven het doopvont. Het is waarschijnlijk intussen wel duidelijk dat ik daar graag had gestaan met ‘hem’. In de omstandigheden dat hij vader en lief zou willen en kunnen zijn, in goede en kwade dagen. Maar hij zit gevangen in zichzelf, kan en wil niet bij ons zijn. Dus ik stond daar alleen als ouder, maar omringd door een select clubje mensen die me erg lief zijn, en die er met hun volle hart bij waren om dat belangrijke moment mee te maken.

Ik denk vaak aan het filmfragment dat ik hierboven beschreef, en neem het een beetje op als een opdracht. Af en toe stel ik mezelf de vraag of ik gelukkig ben, en maan ik me dan aan om ‘generosi’ te zijn.

Ben ik gelukkig? Het is zelden een ‘ja’ of een ‘nee’ heb ik gemerkt. Maar op dit moment is het een ‘ja’. Ja, ik ben gelukkig, ondanks de omstandigheden die ik heel graag anders had gehad. Ben ik verdrietig? Ja, ik ben ook verdrietig. Het één sluit het andere blijkbaar niet uit. Er is veel om dankbaar om te zijn. Ik ben heel erg moe, en dingen slepen maar aan, en ik wil graag dat het allemaal wat makkelijker wordt in mijn leven, en ik wil graag het vertrouwen herwinnen om met iemand anders samen te zijn en dan ook iemand te vinden. Enzovoort enzovoort. Maar ik ben gelukkig. Dat realiseerde ik me gisteren nog eens.

Dat betekent dat het het moment is om ‘generosi’ te zijn. Ik hoop dat ik het kan waarmaken.

[En verder probeer ik ook aan het leven zoals het nu is, te denken als slechts één scène is een langer en groter verhaal. Dat helpt.]

Heb ik nu gewonnen?

Vannacht toen ik de kamer uit strompelde om een flesje te gaan maken, verwachtte ik plots dat er uit de kast een soort reporter zou stappen, die me zou meedelen dat ik gewonnen had. Dat ik alle proeven had doorstaan in ‘Expeditie Single Mom’ en dat ik daarom de hoofdprijs won, namelijk een gratis derde kind, een man die wekelijks de vuilnisbakken buiten zet, me dagelijks trakteert op een rugmassage, en een paar duizend euro op mijn rekening.

De proeven (ik noem ze even ‘challenges’, dat klinkt spannender) die ik tot nu toe doorstaan heb:

1. Challenge 1 ‘kleutermanagement’: doorsta 15 woeste kleuterbuien op één dag. Voor deze ben ik misschien niet helemaal geslaagd, want laatst heb ik Kleuterzoon geheel tegen mijn principes en tot mijn allergrootste verbazing een tik gegeven. 66 minuten hysterisch brullen was me gewoon te veel. Het ergste is: de tik hielp, hij werd op slag kalm. Wees gerust: ik heb er spijt van en plan er geen gewoonte van te maken.
2. Challenge 2 ‘organize your life’: organizeer je leven met twee kinderen, een 4/5 baan en een huishouden. Mede dankzij ‘Getting things Done’ en ‘Flylady’ lijk ik hier glansrijk in te slagen, natuurlijk met behulp van ouders, opvang, vrienden. Aandachtspuntje: ik ben de laatste weken ook een aantal dingen vergeten, wat niets voor mij is. Dus, volhouden!
Over GTD: https://prinsesopdekikkererwt.wordpress.com/2014/06/22/structopathie-voor-gevorderden/
Over Flylady: https://prinsesopdekikkererwt.wordpress.com/2014/06/13/controle-freakt/
3. Challenge 3 ‘beheers (Z)BB’ (staat voor ‘(zeer) beperkt budget’): dankzij mijn financieel systeem dat ik graag eens toelicht in een post, en waarmee ik alle soorten kosten voorzie en incalculeer, hou ik het hoofd boven water. Laatst wel een uitschuiver gemaakt: een erg goedkope jurk besteld op internet, die het geld dan inderdaad ook niet waard bleek. (Verdomme, een paar tientallen euro’s verspild.) Op dit moment, zo’n twee weken na het storten van mijn loon, staat er nog 56 euro op mijn rekening, maar ik heb boodschappen voor de komende weken en alle vaste kosten zijn betaald. Moet lukken, toch?
4. Challenge 4 ‘weersta X’: tijdens de zeer sporadische contactmomenten heb ik complimenten van de onwillige vader (‘wat sta je leuk met die jurk’) succesvol gepareerd met cynische opmerkingen, en toen ik laatst achter hem stond en dacht ‘wat heeft hij toch een verdomd mooi lijf’ heb ik niet in zijn kont genepen. Ik herhaal: niet.
5. Challenge 5 ‘hou je sterk, ook op mooie momenten’: tijdens het alleen kopen van het eerste paar schoentjes voor Kleine Broer was ik wildenthousiast. Toen ik buitenkwam uit de winkel, kneep het besef dat ik niemand had om Kleine Broer aan te tonen die zijn voeten met nieuwe schoenen de lucht in stak van trots/verbazing, even mijn keel dicht. Maar dan sta je midden in de stad, vervrouw je je (ik schreef eerst: vermannen, maar soms denk ik dat vrouwen sterker zijn), en zorg je dat je de bus haalt.
6. Challenge 6 ‘hou moed, ook al zit alles in het slop’: ik heb niet gehuild toen ook mijn tweede rij-instructeur het opgaf met me, al riep een stemmetje in mijn hoofd dat het leven met een rijbewijs een pak makkelijker wordt en dat ik dat dus MOET (wil) halen. En omdat ik een baan heb die zeer moeilijk combineert met mijn huidige staat, ben ik moedig aan het netwerken. Soms ben ik het eerlijkgezegd kotsbeu, maar na zo’n verkwikkende nacht met Kleuterzoon en Babyzoon zien de dingen er meestal al anders uit (hu-um).
7. Challenge 7 ‘slaapdeprivatie’: ik sta succesvol meerdere keren per nacht op, en ben tussen 5 en 6u20 dagelijks uit de veren. Geslaagd, wat mij betreft.
8. Challenga 8 ‘wees vriend’: ik probeer attent te zijn en aandacht te hebben voor anderen, al weet ik niet in welke mate ik hier voldoe, dat kan ik moeilijk zelf beoordelen.

Zo, als ik de hoofdprijs van ‘Expeditie Single Mom’ niet kan winnen, wil ik liefst naar huis gestemd worden. Vandaag nog, ja. Die andere challenges die nog in het verschiet liggen, hoeven niet perse voor mij. Een troostprijs is ook welkom, ik zat zo te denken aan een dagje sauna, of een middagdutje. Dank!

Feest

Ik ben de doop van Babyzoon (die al tanden heeft en zelf naar het doopvont zal kruipen) aan het voorbereiden. Eerst keek ik er enorm tegen op, omdat ik mij de omstandigheden heel anders had voorgesteld. Dat ik daar niet alleen zou staan als ouder, bijvoorbeeld. Ik huilde dan ook elke keer er een voorbereidend contact was.

Intussen zijn er mixed feelings. Een vriend kwam me deze week helpen met het opstellen van de viering zelf. We plozen een hele avond boekjes uit en gingen op zoek naar de betekenis van de afzonderlijke symbolen in de viering. Ik probeerde een engagement te schrijven, dus te verwoorden wat ik als moeder voor Babyzoon wil zijn en doen. Er kwamen mooie voorbedes van peter en meter binnen.

Verder hou ik me bezig met praktische dingen: het huis opruimen, ramen poetsen, kleding voor de kinderen selecteren uit wat ze al hebben (ik wou iets nieuws, maar toch maar even rekening houden met het budget). Na de viering wil ik een klein clubje mensen vragen hier te lunchen, en daarvoor wil ik zelf vegetarisch/vegan broodbeleg maken. En soep. En groentjes. En cupcakes toe. Er wordt dus ook gewinkeld en gepland.

Nu weet ik nog steeds niet hoe het zondag zal zijn, maar net kreeg ik een smsje van een dichte vriend die zei erbij te zullen zijn, en die vroeg of hij dan mocht zingen. Kippevel, zomaar, tussen de pasta en het avondritueel in.

Ik bedacht dat het belangrijk is om je op belangrijke momenten met lieve mensen te omringen, om te vieren, en dat dat heus niet altijd alleen maar blij moet zijn.

En toen dacht ik aan mijn eerste verjaardagsfeestje ooit, voor mijn laatste (dus 30ste) verjaardag in april. Omdat het hier al een tijdje slecht ging, en de onwillige vader bijvoorbeeld aangaf dat hij twijfelde of hij nog van me hield, of hij wel bij ons wou zijn, en daarbij al heel consequent zijn takenpakket als vader en lief verwaarloosde, had ik lang gedacht dat ik niet wou vieren. Ik werd 30 en ik zat in omstandigheden die ik ab-so-luut niet wou. Dus er was niets te vieren. Ik verbood onwillige vader om mijn verjaardag zelfs maar te vermelden, en nam me voor op de dag zelf mijn telefoon niet op te nemen, en te doen alsof er niets aan de hand was.

Enkele weken van tevoren kwam er een klik in mijn hoofd, en wou ik het mezelf cadeau doen het moment wél te markeren. Ondanks de omstandigheden die *** waren. Ik werd dertig, en dat mocht gevierd worden.

Ik besloot het simpel te houden: een picknick met taart en koffie in het bos. Deze foto diende als model, en zo zag het er ook ongeveer uit:

picknickplan

Ik kocht taart, en bakte cakejes. Mijn moeder ging op kringloopjacht en kwam met allerlei bommakopjes met rozen, picknickkoffers en picknickdekens naar huis. We richten een plekje in het bos in, en daar kwamen 20 vrienden.

20. Omdat ik een groepje wou dat klein genoeg was om gewoon met iedereen te kunnen praten. En ik had mezelf ook uitgedaagd een shortlist te maken van 20 mensen die ik al een tijdje niet meer had gezien en dus heel graag nog eens wou weerzien. En dat was fijn.

Het stressniveau was op voorhand hoger dan op de dag zelf (‘wat voor weer wordt het?!’). Er was zeer zeker voorpret, met de kringloopavonturen en de inrichting van de picknickplek. Ik moest mijn huis op voorhand en achteraf niet opruimen. Ik moest niet rondrennen om iedereen van alles te voorzien, want iedereen mocht het helemaal zelf nemen en dan met zijn billen in het gras zitten, waar ik genoot van met iedereen te praten. En ondanks mijn bedenkingen vooraf, ben ik blij dat ik gevierd heb.

Zondag huil ik vast tranen met tuiten. Maar ik heb een nieuwe jurk aan, ik hou Babyzoon vast, Kleuterzoon hangt waarschijnlijk aan mijn been, en ik zal omringd zijn door een groepje lieve vrienden en familieleden, die achteraf geheel in zelfbediening een broodje beleggen met vegetarisch broodbeleg en een schepje van één of ander slaatje, en een cakeje met koffie nemen als dessert. Niets chique, gewoon maar klein. Gewoon maar wij. En ik zorg ervoor dat ik met iedereen praat. Kortom: een echt feest. Jullie lezen het wel ;).

 

omdenken

Vermoeidheid is de grootste vijand van de alleenstaande moeder. Of van mij toch. En die vermoeidheid ligt altijd op de loer. Niet het energie-lek waar ik aan refereerde in een vorige post (https://prinsesopdekikkererwt.wordpress.com/2014/06/27/plan-hart-linguine-een-kwartier-op-de-bank/ ) maar de puur fysieke vermoeidheid van alles alleen moeten doen, en dagen waarop je bijvoorbeeld je kinderen om 6u30 (ervaren ouders weten dat het uur van opstaan van rond 5u15 ligt) moet droppen met hartepijnen alom (niet bij hen, bij mezelf), naar Nederland moet, een studiedag moet geven, terug moet, vermoeide kinderen ophalen rond 20u, ze in bed stoppen, dan de katoenen luiers wassen, het papier buiten zetten, verzekeringspapieren in orde maken, twee mails beantwoorden, en o ja, ook nog eten, maar daar dan te moe voor zijn. Vervolgens wordt er in bed gekropen, hoest Babyzoon nadrukkelijk, sta je op om neusje uit te spuiten, en hem vervolgens te troosten, want hoe aardig hij ook is: daar wordt hij woest van. Next: flesje. Strompel naar beneden, altijd weer de gedachte – zelfs diep in de nacht: wat als ik van de trap val en niemand kan bellen? Flesje geven, boertje, lijf schreeuwt om slaap, maar toch even de luiers uit de wasmachine ophangen, want anders heeft hij geen droge luiers voor de opvang. Daar sta je dan, om 1u22 aan je wasrek. Nog een paar hoestonderbrekingen later plots vrolijke ‘het-is-ochtend’-babygeluiden. En ja hoor, het is ochtend. Maar liefst 6u13.

Dat soort vermoeidheid dus. Daar gaat mijn hoofd van mopperen. Dan word ik wat neerslachtig, zie ik de komende jaren als een hindernissenparcours en denk ik dat er NOOIT meer iets leuks gaat gebeuren.

Maar toen bracht ik de kinderen weg. De crèche van Babyzoon ligt aan de andere kant van het bos. Ik nam één keer een andere weg om de voedselteamgroenten nog op te kunnen pikken die ook aan de andere kant van het bos liggen, maar dat is dan weer niet exact dezelfde andere kant dan de opvang, en in het zonnige ochtendlicht stoven plots twee reeën voorbij, terwijl er aan de andere kant in een wei acht paarden galoppeerden. De reeën waren nieuwsgierig naar Babyzoon en bleven in de buurt: op gepaste afstand, maar ze liepen toch even mee met ons. En plots was alles goed in mijn mopperkop en was ik zo dankbaar dat ik tegen de reeën sprak ;).

En, mopperkop, vanaf nu denken we om. Ik bedacht dat ik maar goed voor mezelf moet zorgen, en probeer het schampere ‘want als ik het niet doe, doet niemand het‘ achterwege te laten. En ik denk dat ik er wel eens goed in kan worden, in dat zelfzorgen:

1. Ik ging de vermoeidheid vanmiddag niet traditiegetrouw te lijf met een dosis chocolade, maar met een berg vitaminen. Wees gerust, het fruit wacht op zijn beurt in de koelkast, zo veel eet ik nu ook weer niet als lunch :).

Zijnde: allerlei (vergeten) groenten die je rauw kan eten, zoals rettich, witte wortel en koolrabi, een heerlijke fruitsla en wortelcurrysoep van het huis.

Zijnde: allerlei (vergeten) groenten die je rauw kan eten, zoals rettich, witte wortel en koolrabi, een heerlijke fruitsla en wortelcurrysoep van het huis.

 

2. De laatste maanden is me al een aantal keer een mooi aanbod gedaan. Van die dingen die je liever niet aanneemt omdat het te veel is, maar dingen die wel van harte aangeboden zijn en erg goed van pas komen. Voor mij is het een overwinning om die dingen aan te nemen, want ik vind het erg moeilijk om hulp en steun te aanvaarden, ben dan heel dankbaar en heb dan het gevoel dat ik iets terug moet doen wat ik nu niet echt kan, omdat ik financieel en qua tijd niet erg ruim zit. Misschien is dat wel de les van mijn leven, die ik hier moet leren. Open staan voor wat er op mijn pad komt en durven aanvaarden en aannemen wat anderen met een liefdevol hart geven. Dus koop ik een oude auto over van vrienden voor de prijs van de laatste garagebeurt en de keuring (ik worstel met mijn eco principes, het is een auto die ik wss maar een jaar kan gebruiken, maar ik denk dat het mijn leven voor die tijd wel wat makkelijker kan maken). Ik aanvaard het gebruik van een vakantiehuisje in Zeeland voor een weekje (zomaar, voor niets!)  en kijk ZO enorm uit naar er even tussenuit met de kindjes. Ik ben dankbaar om een fout gekochte jurk die ik zomaar krijg van een vriendin. Ik ben blij dat mijn vader het onkruid uit de tuin te lijf is gegaan. Ik moet aanvaarden dat vrienden op mijn kinderen passen als ik écht even iets anders moet doen en er geen opvang beschikbaar is. … Misschien leer ik hiermee wel twee lessen: dat wat je nodig hebt, zomaar op je pad komt. Een ree in de ochtend, een oude auto, een leuke jurk, een vakantiemogelijkheid. En dat het niet genoeg is dat het op je pad komt, dat je het ook nog moet kunnen aannemen.

3. Omdat ik me bij momenten wel eens leeg voel en ervaar dat mijn wereldje erg klein is geworden met mijn kindjes, mijn huishouden, mijn werk, soms een boek, nooit tv, geen tijd meer voor de krant … heb ik besloten dat ik voor mezelf één voorstelling per maand mag kiezen in het cultuurcentrum, waarvoor ik dus een kaart koop en babysit regel. Ik vind het enorm duur (ik schat dat de avondjes me 30 euro gaan kosten, aauw!), maar soms denk ik dat ik mezelf ook op dat vlak moet blijven ‘voeden’, want dat genereert waarschijnlijk weer energie voor dagen dat het moeilijk gaat met Kleuterzoon of dagen waarop Babyzoon een tandje krijgt, of andere momenten waar ik wel eens tegen aan loop. Ik ben daarbij nog steeds bezig met plan (h)ART, zijnde: ik zit in de twijfelfase. Het plan is een soort vacature uit te schrijven om samen met iemand (een Man) zo’n cultuurmomentje te hebben, en misschien zo wel iemand te leren kennen. Niet om te trouwen en nog drie kinderen te krijgen (liefst wel natuurlijk), maar misschien al gewoon om iets fijns te hebben, opnieuw te leren vertrouwen, even weg te zijn. Maar goed, als ik ooit uit de twijfelfase kom, horen jullie het :).

4. Ook het blogschrijven heeft een zelfzorgkarakter gekregen. Het is fijn te schrijven, daarmee te delen en mijn gedachten ook te ordenen, en ik vind het ook telkens erg fijn reacties te lezen en daarin verhalen, goede raad of gedachten van anderen.

5. Tenslotte zijn er de kleine dingen. Zoals rozen kopen op de markt en elke keer blij kunnen zijn die te zien staan. Of een zonnebloem. Of even voor mezelf een dessertje klaarzetten (aardbeien met slagroom bijvoorbeeld) voor als de kindjes in bed liggen en het huishouden gedaan is. Dingen die strikt gezien niet nodig zijn, maar wel fijn.

Zo. Nog even fijn werken en dan twee lieverdjes ophalen. Moe en mopperig… Wie? Ik? Nee :).